Nestlé Prijs voor Diëtetiek

Vergelijkbare documenten
Nestlé Prijs voor Diëtetiek

WAT IS DE OPTIMALE METHODE OM DE EIWITBEHOEFTE VAN VOLWASSEN PATIËNTEN TE BEREKENEN?

Vroege herkenning en behandeling van ondervoeding in Nederlandse Verpleegen Verzorgingshuizen ACHTERGRONDINFORMATIE

Ondervoeding in revalidatiecentra Resultaten, discussie en afspraken. Projectteam: Dorijn Hertroijs Coby Wijnen Hinke Kruizenga

Casus oudere vrouw met COPD

DIAGNOSTIEK LICHAAMSSAMENSTELLING; EEN PRAKTISCHE NASCHOLING OVER BIO-ELEKTRISCHE IMPEDANTIE

Nestlé Prijs voor Diëtetiek

Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 112

VERPLEEGKUNDIGE ZORG. 3.2 Ondervoeding

8.2 Ondervoeding. 72 Inspectie voor de Gezondheidszorg

Implementatie van GLIM criteria en Sarcopenie richtlijn in de praktijk. Heidi Zweers

SNAQ nieuws januari 2015, Ondervoeding in het VU medisch centrum

Voedingszorg rondom de COPD-patiënt. 2. In welke gold klasse valt mevrouw?

Voedingszorg rondom de COPD-patiënt

Eiwitrijke voeding voor ouderen

FACTS. Nieuws. Nieuwe aanbevelingen in Espen 1 en Aspen 2 richtlijnen. P1 Nieuwe aanbevelingen in Espen en Aspen richtlijnen

Ondervoeding in MCA tot mca.nl

De NVD heet je van harte welkom bij deze sessie!

Samenvatting Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Informatorium voor Voeding en Diëtetiek

A Behandelt u patiënten met voetwonden? ja nee* B Is de uitkomst van patiënten met diabetische ja nee voetwond(en) geregistreerd?

Ziek zijn en voeding Informatie voor de ondervoede patiënt met een natrium- en/of vochtbeperkt dieet

VUmc Basispresentatie

Goede zorg proef je! Aanpak van ondervoeding door innovaties in maaltijdvoorziening en menu. 18 maart 2015, Dr. Nicole de Roos

Nederlandse samenvatting

9. Lineaire Regressie en Correlatie

Brigitte Wieman. 14 maart 2019, Samen in de breedte. NVD Beleidsmedewerker Utrecht diëtist

Samenvatting. Vitamine D-tekort in een multi-etnische populatie; determinanten, prevalentie en consequenties

Evidence based richtlijnontwikkeling (EBRO) training voor patiënten. Ton Kuijpers, Epidemioloog

De NVD heet je van harte welkom bij deze sessie!

Nederlandse Samenvatting

Signalering van ondervoeding in de eerstelijnszorg en thuiszorg

Het onderzoeksteam bestaat uit

Decreasing rates of major lower-extremity amputation in people with diabetes but not in those without : a nationwide study in Belgium

hoofdstuk 1 doelstellingen hoofdstuk 2 diagnosen

Wat is ondervoeding? Oorzaken van ondervoeding

Onderzoek heeft aangetoond dat een hoge mate van herstelbehoefte een voorspellende factor is voor ziekteverzuim. Daarom is in de NL-SH ook de relatie

Uitwisselbaarheid van de SNAQ RC en de SNAQ 65+ voor de screening van ondervoeding bij ouderen.

Vroege herkenning en behandeling van ondervoeding in het ziekenhuis

Jeroen de Wilde, Arts M&G-onderzoeker JGZ 4-19 CJG Den Haag 29 juni Ondergewicht = Westerse landen: 2-15% Asian enigma

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5

Ziek zijn en voeding. Informatie voor de ondervoede patiënt

SAMENVATTING. MVW_proefschrift_170x240_ indd 172

Diëtetiek. Ondervoeding, wat doen we eraan. Afdeling: Onderwerp:

Ondervoeding bij ouderen

Informatiebrochure. Een onderzoek van Afdeling Humane Voeding, Wageningen Universiteit

30 e. Nestlé Prijs voor Diëtetiek

Summery. Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers

In onderstaande beslisboom is het stappenplan voor het gebruik van de SNAQ 65+ schematisch weergegeven.

Risico op ondervoeding bij ziekte tijdens opname

PROJECTPLAN Vroege herkenning en behandeling ondervoeding in revalidatiecentra

Samenvatting Deel I Onderzoeksmethodologie in onderzoek naar palliatieve zorg in instellingen voor langdurige zorg

Samenvatting Go4it - de effectiviteit van een poliklinische multidisciplinaire groepsbehandeling voor obese adolescenten

HHS Workshop Ondervoeding en chronische nierschade. Verminderen Chronische Nierschade. Leerdoelen

De NVD heet je van harte welkom bij deze sessie!

Informatiebrochure. Afdeling Humane Voeding, Wageningen University & Research

Samenvatting R1 R2 R3 R4 R5 R6 R7 R8 R9

Classificeren en meten. Overzicht van de officiële definities van de meter sinds Raymond Ostelo, PhD. Klinimetrie

Optimalisatie van de eerste klinische studies in bi ondere patie ntengroepen: op weg naar gebruik van semifysiologische

Nederlandse samenvatting

De kans op arbeidsongeschiktheid bij zelfstandig ondernemers met overgewicht

Summary & Samenvatting. Samenvatting

Gezond ouder met een verstandelijke beperking: specialistische zorg voor hoog-risicogroepen

Berekening energiebehoefte en meting lichaamssamenstelling bij ALS, zinvol? Dea Schröder, Coby Wijnen, Ilse Batten 2016

Overgewicht en Obesitas op Curaçao

Samenvatting. Opvoeding en thuis omgeving als aangrijpingspunten in de preventie van overgewicht bij kinderen: resultaten van de ChecKid studie

Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een artikel over een diagnostische test of screeningsinstrument.

Samenvatting*en*conclusies* *

Resultaten validatie LHM (2016)

Werkgroep 4 Meetinstrumenten en meetmethodes

Inhoud presentatie. Noodzaak Zorgmodule Voeding? Zorgmodule Voeding Kansen voor de diëtist. Ontwikkeling Zorgmodule Voeding (1)

VOOR ANTROPOMETRISCHE VETMASSA BIJ KINDEREN

Samenvatting. J. Nachtegaal, S.E. Kramer, J.M. Festen (Amsterdam)

Samenvatting Dankwoord About the author

Ondervoeding, wat doen we eraan Diëtetiek

Opportunistic targeted screening for for type type 2 2 diabetes in in primary care care

Ondervoeding herkennen

Epidemiology of disease-related undernutrition and the impact on postoperative adverse outcome in cardiac surgery van Venrooij, L.M.W.

Screening en behandeling van ondervoeding: een MUST voor verpleegkundigen

Toolkit Ondervoeding

11/6/2006. Oorzaken. Screening in de Geriatrie. Ondervoeding is frequent. Dienst BMI Albumine <3.5 g% Prof Dr M.Vandewoude G

Gewicht meting. Standard Operating Procedures. Versie 1.0 6/13/2019 Auteurs: Heidi Zweers, Anneke van den Berg, Anneke Droop, Hinke Kruizenga

Gezond gewicht. Wat kunt u er zelf aan doen? altijd dichtbij. Vraag ons gerust om advies.

Nestlé Prijs voor Diëtetiek

behandeling volgens de KNGF-richtlijn bij mensen met artrose aan de heup en/of knie.

Gezondheidsraad. 29 november Daan Kromhout Commissievoorzitter Vicevoorzitter Gezondheidsraad. Gezondheidsraad

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Ouder, Kind en Eten Onderzoek

Wat is de relatie tussen zuivel en voedingsstoffeninname? Dr. Ir. Joline W.J. Beulens

Nederlandse Prevalentiemeting Ondervoeding in Ziekenhuizen (NPOZ)

Frailty en ondervoeding doet (veel) vallen

Samenvatting in Nederlands

Voeding en buikklachten: Van wetenschap tot voedingsadvies. 10 april 2017, Dr Nicole M de Roos

Voeding bij kanker. Elles Steenhagen, diëtist Oncologische Gastro-Intestinale Chirurgie

Spier en voedingstoestand

Gewicht in kg. Lengte in m. 5 % gewichtsverlies binnen 1 maand

Transcriptie:

Nestlé Prijs voor Diëtetiek 2015 2016

Niets uit deze brochure mag worden vermenigvuldigd, mits met nadrukkelijke toestemming van de auteur(s). 2

Inhoudsopgave Pagina Voorwoord 4 Samenstelling van de jury 5 Suzanne Klerks & Wesley van Gils 6 Screening op ondervoeding bij ouderen. Vergelijking van de SNAQ RC en de SNAQ 65+ bij ouderen in diverse woonvormen. Madelein Huijboom & Larissa Velzeboer 8 Wat is de optimale methode om de eiwitbehoefte van volwassen patiënten te berekenen? Jorick van Meijeren & Ilse Timmer 10 Een koolhydraatbeperkt dieet tegen hypoglykemieën na een Roux-en-Y gastric bypass: de effecten in de thuissituatie. 3

Voorwoord Dit jaar mochten we acht scripties ontvangen voor de Nestlé Prijs voor Diëtetiek. De scripties zijn beoordeeld door een onafhankelijke jury volgens vooraf vastgelegde criteria. De juryleden stellen eerst hun eigen oordeel vast, maken een ranking van de scripties, en komen vervolgens bij elkaar om een winnaar te bepalen. Binnen de jury heeft ieder zijn of haar eigen expertise, zodat de scripties op diverse vlakken goed beoordeeld kunnen worden. De onderwerpen die voorbijkwamen, varieerden van vochtverlies bij Australische surfers tot hypoglykemie na bariatrische chirurgie. Ook de methoden waren zeer divers: interviews, analyses van grote datasets, en metingen aan proefpersonen. Dit maakt vergelijking van de scripties lastig en uitdagend tegelijkertijd. De jury was echter eensgezind over drie in het oog springende scripties. De winnaar vergelijking van de SNAQ RC met de SNAQ 65+ had een nipte voorsprong op de andere twee. De relevantie voor de diëtetiek en de omvang van het onderzoek gaven de doorslag. De vraagstelling van de winnende scriptie was eenvoudig: zijn twee van de meest gebruikte screeningsinstrumenten bij ouderen uitwisselbaar? Deze vraag werd ingegeven door het feit dat ouderen langer thuis blijven wonen. Hierdoor ontstaat de situatie dat ouderen die pakweg 20 jaar geleden in een verzorgingshuis zouden wonen, nu thuis wonen. Welk screeningsinstrument gebruik je dan? Om deze vraag te beantwoorden zijn 540 ouderen in verschillende settings gescreend met beide methoden. Uit het onderzoek bleek dat de SNAQ RC en de SNAQ 65+ niet uitwisselbaar zijn; ze hebben elk hun eigen doelgroep en toepassing. De jury vond de vraagstelling zeer relevant en passend bij de veranderende samenleving. Verder werden de aanpak, de omvang van de steekproef en de verslaglegging als zeer goed beoordeeld. Ondervoeding was ook dit jaar weer een veelvuldig gekozen onderwerp. Echter, de diëtetiek omvat meer dan dat. Patiëntpopulaties die de hoofdmoot vormen in de (poli) kliniek zijn immers de patiënten met chronische ziekten als hart- en vaatziekten, COPD, diabetes en darmaandoeningen. Deze groepen blijven door hun omvang en vaak complexe problematiek interessant voor de diëtetiek. Schroom dus niet om ook scripties op dit gebied in te dienen! We wensen u veel inspiratie en zien uit naar de scripties van volgend jaar. Namens de jury van de Nestlé Prijs voor Diëtetiek Nicole M. de Roos Voedingswetenschapper en docent Wageningen University and Research 4

SAMENSTELLING VAN DE JURY Voorzitter Mevr. S. Kattemölle-van den Berg Diëtist en docent Voeding en Diëtetiek Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Mevr. dr. ir. N.M. de Roos (waarnemend voorzitter) Docent afd. Humane Voeding, Wageningen en Epidemiologie Wageningen Universiteit Mevr. drs. C. Bolleurs Beleidsmedewerker kwaliteit Nederlandse Vereniging van Diëtisten Mevr. drs. A.H. ten Have (Oncologie)diëtist Careyn Utrecht Mevr. dr. H.A. Koetse Kinderarts Maag-Darm-Leverziekten Beatrix Kinderkliniek Universitair Medisch Centrum Groningen Mevr. dr. ir. H. Kruizenga projectleider Ondervoeding Stuurgroep Ondervoeding en diëtist-onderzoeker VUmc, VU Amsterdam dr. G.J.A. Wanten MDL arts/bioloog Radboud Universitair Medisch Centrum Nijmegen dr. J. Westerink Internist-vasculair geneeskundige Universitair Medisch Centrum Utrecht 5

Screening op ondervoeding bij ouderen. Vergelijking van de SNAQ RC en de SNAQ 65+ bij ouderen in diverse woonvormen. Den Haag Suzanne Klerks & Wesley van Gils Inleiding: De Short Nutritional Assessment Questionnaire for Residential Care (SNAQ RC ) en de Short Nutritional Assessment Questionnaire 65+ (SNAQ 65+ ) worden in Nederland gebruikt voor de screening van (het risico op) ondervoeding bij thuiswonende en revaliderende ouderen (SNAQ 65+ ) en ouderen in verzorgingsen verpleeghuizen (SNAQ RC ). Het doel van het praktijkonderzoek is om de mate van overeenkomst van de screeningsuitslagen tussen de SNAQ RC en de SNAQ 65+ en de determinanten die geassocieerd zijn met de mate van overeenkomst tussen de screeningsuitslagen te onderzoeken. Het doel van het literatuuronderzoek is om risicofactoren voor het ontwikkelen van ondervoeding te identificeren. Hierdoor kan inzicht worden verkregen in de uitwisselbaarheid van de screeningsinstrumenten, waardoor diëtisten een gefundeerde keuze kunnen maken in het gebruik van de SNAQ RC en/of de SNAQ 65+, zodat naar aanleiding van de screening een adequate behandeling kan worden gestart. Methoden: In deze cross-sectionele studie zijn 540 Nederlandse ouderen, met behulp van de SNAQ RC en de SNAQ 65+, gescreend op (het risico op) ondervoeding door getrainde tweedejaars-studenten Voeding en Diëtetiek. Participanten werden uitgesloten van deelname bij amputatie van een ledemaat, tweezijdige verlamming of wanneer de participant wilsonbekwaam en/of terminaal was. De mate van overeenkomst tussen de screeningsuitslagen van de SNAQ RC en SNAQ 65+ is berekend voor de totale steekproef en per woonvorm. Uni- en multivariate logistische regressie analyses zijn uitgevoerd om determinanten die geassocieerd zijn met de mate van overeenkomst tussen de screeningsuitslagen van de SNAQ RC en de SNAQ 65+ te identificeren. Voor het literatuuronderzoek is in PubMed en CINAHL gezocht naar longitudinale studies die risicofactoren voor het ontwikkelen van ondervoeding onderzochten. De studieselectieprocedure en de beoordeling van de methodologische kwaliteit van de geïncludeerde studies zijn door twee onderzoekers onafhankelijk uitgevoerd. 6

Resultaten: Volgens de SNAQ RC en de SNAQ 65+, was de prevalentie van het risico op ondervoeding en ondervoeding respectievelijk 9% en 23% onder thuiswonende ouderen, 6% en 44% onder revaliderende ouderen, 21% en 28% onder ouderen in verzorgingshuizen en 30% en 22% onder ouderen in verpleeghuizen. De mate van overeenkomst tussen de screeningsuitslagen van de SNAQ RC en de SNAQ 65+ van de totale steekproef (n = 521) was 77,2% en varieerde van 68,8% tot 77,9% tussen de verschillende woonvormen. Onafhankelijke determinanten die de kans op het overeenkomen van de screeningsuitslagen significant verkleinen waren: hulp nodig bij eten (OR 0,03; 95% BI 0,01-0,09), een verminderde eetlust in de afgelopen maand (OR 0,28; 95% BI 0,16-0,49) en een BMI van 20-22 kg/m2 (OR 0,08; 95% BI 0,04-0,17). Van deze determinanten is een slechte eetlust op basis van het literatuuronderzoek geïdentificeerd als risicofactor voor het ontwikkelen van ondervoeding bij thuiswonende ouderen. Discussie: De screeningsuitslagen van de SNAQ RC en de SNAQ 65+ komen voor ongeveer driekwart overeen bij de totale steekproef en bij ouderen in verschillende woonvormen. Het gemeten verschil tussen de screeningsinstrumenten komt met name door het verschil in de screeningsuitslag risico op ondervoeding. Op basis van de resultaten, rekening houdend met de sterkten en beperkingen van het onderzoek, wordt aanbevolen de screeningsinstrumenten niet uitwisselbaar te gebruiken voor de screening van (het risico op) ondervoeding bij ouderen in verschillende woonvormen. 7

Wat is de optimale methode om de eiwitbehoefte van volwassen patiënten te berekenen? Amsterdam Madelein Huijboom & Larissa Velzeboer Achtergrond: Binnen de diëtetiek is geen consensus over de methode om de eiwitbehoefte van patiënten te berekenen. De eiwitbehoefte wordt nu veelal weergegeven in g/kg lichaamsgewicht. Uit onderzoek is gebleken dat wanneer de eiwitbehoefte berekend werd op basis van de vetvrije massa, de eiwitbehoefte nauwkeuriger kan worden geschat bij patiënten. De berekening die hiervoor gebruikt werd ging uit van 1,5 gram eiwit per kilogram vetvrije massa. Dit zorgde voor een nauwkeuriger schatting van de eiwitbehoefte. Een dergelijke schatting van de eiwitbehoefte kan leiden tot significant (p < 0.05) minder verlies van lichaamseiwitten gedurende de opname van een patiënt. Door te voldoen aan de eiwitbehoefte van patiënten neemt onder meer de kans op verlies van spiermassa en het ontstaan van osteoporose af. Doel: Het doel van dit onderzoek was het vinden van een methode om de eiwitbehoefte van volwassen patiënten ( 18 jaar) zo nauwkeurig mogelijk te kunnen schatten. Methode: Allereerst is er tijdens dit onderzoek in literatuur gezocht naar formules die de vetvrije massa voorspellen. Vervolgens zijn de gevonden formules gevalideerd in twee populaties: een populatie klinische en poliklinische patiënten met diverse ziektebeelden en een populatie relatief gezonde volwassenen met obesitas. In beide populaties zijn de gemeten vetvrije massa, het geslacht, de lengte en het gewicht gerapporteerd. Voor de validatie van de gevonden formules is gebruik gemaakt van het gemiddelde (±SD), standaardfout van het gemiddelde (S.E), verklaarde variantie (R2), bias (±SD), gemiddelde absolute afwijking en de Root Mean Squared Error (RMSE). Beide formules zijn vergeleken met andere methodes om de eiwitbehoefte te berekenen. De referentiewaarde die tijdens dit onderzoek is gebruikt: gemeten vetvrije massa vermenigvuldigd met 1,5 gram eiwit. Uiteindelijk werden er drie methoden voor het schatten van de eiwitbehoefte vergeleken met deze referentiewaarde: 1,2 gram eiwit per kg lichaamsgewicht, 1,2 gram eiwit per kg ideaalgewicht en 8

1,5 gram eiwit per kg vetvrije massa berekend met een voorspellende formule voor de vetvrije massa. De statische analyses die hiervoor werden gebruikt zijn: de bias (±SD), de procentuele bias, Bland-Altman plots en de RMSE. Individuele procentuele verschillen werden verdeeld in drie groepen; goed geschat (-5,0%, 5,0%), onderschat (< -5,0%) en overschat (> 5,0%). Resultaat: In de literatuur zijn twee formules gevonden die de vetvrije massa voorspellen: Gallagher-formule en Hume-formules. Deze zijn meegenomen in de vergelijking van de drie methoden voor het berekenen van de eiwitbehoefte. De methoden actueel gewicht x 1,2 gram eiwit en ideaalgewicht x 1,2 gram eiwit gaven beide een ruime overschatting ten opzichte van de referentiewaarde. De eiwitbehoefte berekend aan de hand van de vetvrije massa voorspeld door de Gallagher-formule of de Hume-formule lagen het dichtst bij de referentiewaarde. De Gallagher-formule gaf in de patiëntenpopulatie van het VUmc voor mannen (3.4 ±6.3) en voor vrouwen (2.1 ±5.2) een lage positieve bias. De Hume-formule gaf in de patiëntenpopulatie voor mannen (-1.6 ±6.4) en voor vrouwen (-1.5 ±1.8) een lage negatieve bias. Conclusie: Middels de Gallagher-formule kon de vetvrije massa het nauwkeurigst worden voorspeld voor zowel patiënten als relatief gezonde volwassenen met obesitas. De Gallagher-formule gaf bij het schatten van de eiwitbehoefte een overschatting op de referentiewaarde, terwijl de formules van Hume over het algemeen onderschattingen te zien gaven. Gezien het negatieve gevolg van te weinig eiwitten op herstel van patiënten gaat de voorkeur uit naar een relatief kleine overschatting van de eiwitbehoefte. Wanneer de behandelaar de mogelijkheid niet heeft om de vetvrije massa te meten, biedt de Gallagherformule een betrouwbaar alternatief om de vetvrije massa te schatten. Met de geschatte vetvrije massa kan de eiwitbehoefte nauwkeurig worden berekend. Trefwoorden: Eiwitbehoefte, Vetvrije massa, Formule, Gallagher 9

Een koolhydraatbeperkt dieet tegen hypoglykemieën na een Roux-en-Y gastric bypass: de effecten in de thuissituatie Arnhem & Nijmegen Jorick van Meijeren & Ilse Timmer Achtergrond: Ongeveer 15 % van de patiënten die een Roux-en-Y gastric bypassoperatie (RYGB) heeft ondergaan, krijgt last van postprandiale hypoglykemieën (hypo s). Uit klinisch onderzoek blijkt dat na een maaltijd met 30 g koolhydraten geen klachten optreden. Doel: De effecten evalueren in de thuissituatie van een koolhydraatbeperkt dieetadvies (KHB), bestaande uit zes maaltijden met maximaal 30 g koolhydraten, uitgevoerd door patiënten met hypo s na een RYGB. Methodes: Er zijn van 41 patiënten met geobjectiveerde hypo s na RYGB, retrospectief gegevens verzameld over de frequentie en ernst van de hypo s voor en na start van de KHB, door middel van dossieronderzoek en telefonische vragenlijsten. Een hypo werd gedefinieerd als een bloedglucosewaarde van < 3,0 mmol/l. Resultaten zijn weergegeven als gemiddelde ± standaardfout of als mediaan en spreiding. 10

Resultaten: De KHB verminderde de frequentie van het aantal hypo s per maand van 17,1 (1,5-180) naar 2,5 (0-180), een vermindering van 85 % (p < 0,001). De laagst gemeten glucosewaarde tijdens een hypo nam toe van 2,1 ± 0,4 naar 2,6 ± 0,2 mmol/l (p = 0,004). Het aantal patiënten die hulp nodig hadden van anderen bij behandeling van de klachten nam af van 23 naar 6 (p < 0,001). Voor 14 patiënten (36,6 %) was de KHB onvoldoende effectief en bij hen werd medicatie ingezet. Conclusie: Een KHB, bestaande uit zes maaltijden met ieder maximaal 30 g koolhydraten, is voor de meeste patiënten effectief bij de behandeling van hypo s na RYGB. Bij ongeveer een derde van de patiënten is aanvullende medicatie benodigd. 11

Nestlé Health Science Hoevestein 36G, 4903 SC Oosterhout Tel: 020 5699588 www.nestlehealthscience.nl