Taalbeschouwing OTV1-NDRK1-15 ITT Versnelde deeltijdopleiding. bijeenkomst 1, september 2016

Vergelijkbare documenten
Naam: Mijn doelenboekje. Grammatica. Werelden - Eilanden - Dorpen 5 / 6 / 7 / 8.

Visuele Leerlijn Taal

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Totaaloverzicht kant-en-klare sjablonen Nederlands Cito spelling 3.0 Cito spelling 2.0 Begrijpend lezen Grammatica Studievaardigheid

Zinsontleden en woordbenoemen groep 7/8

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

De bovenkamer. Josée Coenen. een kleurrijke grammatica van het Nederlands. colofon

Grammaticaboekje NL. Om een beeld te krijgen van de inhoud: De inhoudsopgave, een paar onderwerpen en de eerste bladzijde van de trefwoorden.

1 keer beoordeeld 4 maart 2018

Taalbeschouwelijke termen bao so 2010

Woordsoorten. De woorden in een zin kunnen in een bepaalde groep worden ingedeeld. De woordsoort geeft aan tot welke groep een woord behoort.

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Eigen vaardigheid Taal

In dit boekje staan verschillende mogelijkheden om iets op te lossen.

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Een voorbeeldopgave: Ik geef de hond te eten. Wat is de? Een werkwoord, een lidwoord, een zelfstandig

PIT HAVO-2 +HAVO/VWO Onderdeel: Spelling H1 en H2 Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:

8. Logogrammen. Soemer. Uitbreiding

Programma van Toetsing en Doorstroming

8. Afasie [1/2] Bedenk tenminste drie verschillende problemen die je met taal zou kunnen hebben (drie soorten afasie).

Ontleden. Er zijn twee manieren van ontleden: taalkundig ontleden en redekundig ontleden.

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Spiekkaart. Persoonsvorm - p.v.

Werkwoorden zijn woorden die aangeven wat iets of iemand doet, is of wordt.

Informatie en proefles

OPLEIDINGEN MAATSCHAPPELIJKE ZORG AVENTUS APELDOORN / DEVENTER / ZUTPHEN STUDIEWIJZER

Visuele Leerlijn Spelling

Studiewijzer TaalCompetent

Zinnen. Zinsontleding VOORBEELDPAGINA S. Bestelnr Het grote taalboek - oefenboek - Paragraaf 18 Zinsontleding.

Beknopte grammatica. voor. de cursus. Grieks van het Nieuwe Testament

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Ronde 8. Grammatica: waar gaat dat eigenlijk over? Noten. 1. Visie op grammatica

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Antwoorden Nederlands Ontleding

tip! in leerjaar 1, is nog weinig verschil; mavo mag deze samenvatting ook gebruiken

Loopt vader met moeder in het park?

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

BOL / BBL OPLEIDINGEN. (Combi ) VERZORGENDE-IG // MAATSCHAPPELIJKE ZORG AVENTUS APELDOORN / DEVENTER STUDIEWIJZER

Mannelijk Vrouwelijk Onzijdig de slaaf de meester het gevecht het land het beest enkelvoud nominativus genitivus accusativus

handelingswijzer redekundig ontleden zinsdelen

Toetsvragen bij domein 8 Taalbeschouwing

Inhoud. Over taal. Ontstaan van taal 19. Hoe het Nederlands gegroeid is 40. Een taal leren 22

De bovenkamer. Het gebruik van De bovenkamer bij Taal actief. Josée Coenen. een kleurrijke grammatica van het Nederlands

Tipboekje. Herman Jozefschool. Groep 8

Extra opdrachten met het zinsbouwpakket. Bijlage bij het Basisboek syntaxis

Taaljournaal Leerlijnenoverzicht - Lezen

zelfstandig naamwoord

Niveauproef voor Nederlands in ASO 3 de graad

De kleine Nederlands voor Dummies. Margreet Kwakernaak

Het Muiswerkprogramma Basisgrammatica bestrijkt de grammatica die nodig is voor het leren van de Nederlandse spelling en zinsbouw.

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

IN DRIE STAPPEN NAAR EEN FOUTLOZE WERKWOORDSPELLING. werkwoordspelling.com M.Kiewit

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

NE/B/1 - NE/K/1 NE/B/2 - NE/K/2. Klas 3 P1. PTA Nederlands BLW/KLW methode: Ta!ent COHORT:

Samenvatting Nederlands Redekundig ontleden

woorden met eer (heer) De /r/ is een plaagletter bij /eer/. volgwoord woorden met oor (oor) De /r/ is een plaagletter bij /oor/.

THERAPIEPLAN Logopedie

Programma van Inhoud en Toetsing

Samenvatting Nederlands NL Blok

- De zin in een andere tijd zetten (tijdproef). - De zin vragend maken. - Van enkelvoud meervoud maken of andersom (getalproef).

GRAMMATICA WERKWOORDELIJK GEZEGDE NAAMWOORDELIJK GEZEGDE VOLLEDIGE UITLEG UITLEG PER ONDERDEEL UITLEG PER ONDERDEEL VOLLEDIGE UITLEG

Inhoud. 1 Spelling 5. Noordhoff Uitgevers bv

Samenvatting Nederlands Correct formuleren

instapkaarten taal verkennen

Grammatica 2F. Doelgroepen Grammatica 2F. Omschrijving Grammatica 2F. meewerkend voorwerp. voegwoord alle woordsoorten

De morfoloog: spin in het web van de taalbeschouwing

TAALVERZORGING KGT 2 SPORTIEF PERRON 1

Grammatica Zinsontleding. Werkboek Geschikt voor de groepen 5 en 6

Drie maal taal. Taal beschouwen in realistische situaties

Programma van Inhoud en Toetsing

Thema 2. Rennen voor geld

Inhoud. 1 Spelling 10

Overzicht bereikte eindtermen eerste graad met aanvullende leermethode Taalboost 1

DIOCESANE PEDAGOGISCHE BEGELEIDINGSDIENST BISDOM BRUGGE

Programma van Inhoud en Toetsing

Benodigde voorkennis taal verkennen groep 5

DOELGROEP Grammatica 3F is bedoeld voor leerlingen van havo/vwo en mbo 4. Het programma is geschikt voor zowel allochtone als autochtone leerlingen.

instapkaarten taal verkennen

2 Правописание Spelling 11 Hoofdletters en kleine letters 11 Klinkers na de sisklanken ж, ч, ш, щ / г, к, х / ц 12 Interpunctie 12

DE ONVOLTOOID TOEKOMENDE TIJD

Compacte taalgids Nederlands (basis en gevorderd) les- en werkboek

Toets grammaticale termen met sleutel

1.2.3 Trappen van vergelijking 20

Zin 1: Lijkt + een vriendelijke jongen: kww + naamwoordelijk deel, samen naamwoordelijk geheel (nwg). Verklaring: lijken is kww.,

BEHANDELINGSADVIEZEN BIJ LAGERE SCHOOL KINDEREN L U T S C H E L P E OPBOUW

1 WOORDSOORTEN 3 2 ZINSDELEN 8

instapkaarten taal verkennen

Informatie cursus Sarnámi voor beginners

2 hv. 1

Les 5 Werkwoorden 22 Les 6 De persoonsvorm van het werkwoord 24 Les 7 De, het, een 26 Les 8 Het meervoud (op -en, -s of - s) 28 Herhalingstoets 2 30

Grammatica Zinsontleding - Uitgebreid. Ondersteunend materiaal - Uitlegkaarten Geschikt voor de groepen 7 en 8

Het Functioneel Trainingsprogramma voor Syntaxis (FTS) Van theorie naar praktijk. Joyce Jacobs

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Les 5 Werkwoorden 22 Les 6 De persoonsvorm van het werkwoord 24 Les 7 De, het, een 26 Les 8 Het meervoud (op -en, -s of - s) 28 Herhalingstoets 2 30

Hoe spel ik een werkwoord?

Onderdeel: LEZEN Docent: RKW Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:

Z I N S O N T L E D I N G

LES 3 Ik leer Nederlands. TESTEN TEST 1

Transcriptie:

Taalbeschouwing OTV1-NDRK1-15 ITT Versnelde deeltijdopleiding bijeenkomst 1, september 2016

Taalbeschouwing Begrijpend lezen Stellen Spellen Technisch lezen Woordenschat Taalbeschouwing & grammatica Jeugdliteratuur

Taalbeschouwing Metalinguïstisch bewustzijn:.... pp. 359 e.v.

Taalbeschouwing Beschouwen van taal op verschillende niveaus: fonologie morfologie Orthografie Syntaxis Pragmatiek Semantiek

Fonologie Medeklinkers: obstruenten: p, b, t, d, k, s, z, f, v, g, ch sonoranten: l, r, j, w, h, m, n, ng labiaal: p, b, f, v, m, w, dentaal: t, d, s, z, n, l, r, palataal: j velaar: k, g, ch, ng

Fonologie: consonanten en vocalen Stemhebbend sonoranten stemloos obstruenten Vormingsplaats Bilabiaal Labiodentaal Dentaal Palataal Velaar lippen onderlip / tanden tongpunt / boventand tong / hard gehemelte tongblad / zacht gehemelte

Fonologie: vormingsplaats consonanten Schrijf de consonanten bij de juiste vormingsplaats (b, z, k, v, ch, l, d, ng, t, p, j, n, v, m, w, f, s)

Morfologie Morfologie = woordvorming Morfeem: Deel van een woord dat betekenis draagt

Morfologische processen Samenstelling Tafel + laken = tafellaken Leid + man = leid-s-man Beeld + houw = beeldhouw Hard + loop = hardloop Stok + oud = stokoud

Morfologische processen Afleiding vrij morfeem + gebonden morfeem (affix) nieuw woord Affix bepaalt woordsoort

Morfologische processen Vervoeging Vormverandering van het werkwoord

Morfologische processen Verbuiging vormverandering van het naamwoord Bijvoeglijk naamwoord groot / grote / groter / grootst / grootste Zelfstandig naamwoord Getal: huis / huizen; lepel/lepels; ei/ eieren Verkleinmorfeem: huisje, kraampje, koninkje Aanwijzend voornaamwoord Deze auto / dit autootje Persoonlijk voornaamwoord Positie in de zin: Ik/me/mij, hen/hun Bezittelijk voornaamwoord Mij/mijn, u/uw, jou/jouw

Syntaxis Woordsoorten (taalkundig ontleden) znw ww lw znw JAN VERFT DE FIETS Ond pv, ww.gez lijd vw Zinsdelen (redekundig ontleden)

Syntaxis: relaties met werkwoord 1. Actor 2. Voorwerpsrelatie 3. Relatie van bepaling Lijdend voorwerp Ondergaat werkwoord Meewerkend voorwerp Ontvanger werkwoord (aan/voor) Onderwerp voert werkwoord uit. 1 2 3 GEVEN Bijwoordelijke bepaling I Tijdsbepaling van het werkwoord Bijwoordelijke bepaling II Plaatsbepaling van het werkwoord

Semantiek: betekenis Antoniem Anti = tegengesteld, noma = naam Synoniem Syn = tegelijkertijd, noma = naam Eufemisme Grieks: ευφημειν (eufemein), = met goede woorden spreken. Hyponiem hypo = onderliggend, noma = naam Polysemie poly = veel, semie (semantiek)= betekenis Homonymie homo = gelijk, noma = naam

Pragmatiek: taalgebruik Jargon Sociale normen Groepstalen Regionale variatie Woordkeus

Pragmatiek: taalgebruik

Orthografie: spelling Ortho (Grieks) = juist, grafeem = teken Spelling o.a. afhankelijk van: - Fonologie Straat - Morfologie Postzegel (possegel) - Semantiek (homofonen) leiden, lijden - Syntaxis Hij verbrandt / hij is verbrand

syntaxis

TAALBESCHOUWING We nemen de opzet van de cursus door. 2 bijeenkomsten taalbeschouwing 3 bijeenkomsten stellen spellen Bron: Hubl > blended learning Toetsing: beroepsproduct > een stelles in de bovenbouw Literatuur Paus, H. (red.) (2014). Portaal. Praktische taaldidactiek voor het basisonderwijs, Bussum 2014 4 e herz. druk, uitgeverij Coutinho pp. 45-47 en hoofdstuk 7: Taalbeschouwing. Paus, H. (red.) (2014). Portaal. Praktische taaldidactiek voor het basisonderwijs, 4e herz. druk, pp. 33-34, 274-310, 313-315, 322-333 Weerdt, H. de (2011), De Taaltoetspabo haal je zo. Bussum uitgeverij Coutinho Huizenga, H en Robbe,R (Houten 2013), Basiskennis taalonderwijs, 1e druk, hoofdstuk 10.

Wat is taalbeschouwing? vorm inhoud

Dialoog 1 Vader zegt tegen zijn zoon: Wil jij nog wat eten? Wil je nog vlees? Nog wat groenten? Zoon: Ik hoef nog patat! Dialoog 2: Ben jij ook lid van de VPRO? Zeker, de VPRO lijkt nergens op, daarom ben ik lid geworden.

Reflecteren op taaluitingen: Wil je een belegd broodje of liever een belegd brood? Het heelalletje is veel ouder dan je denkt. Je moet je hersen eens laten nakijken. Hij heeft met oudjaar weer heel veel rotten afgestoken. Een jongetje wordt een jongen; een meisje een Wie heeft de president vermoord? Op straat reed een bommelding Op Twitter stond iets over een bommelding

Reclame is een rijke bron voor taalbeschouwingslessen Flexa verven, de langste houtbaarheid van alle verven! Sony is de draad kwijt Hondenbrokken zijn bestemd voor honden; speculaasbrokken zijn voor.

Taalbeschouwing taalbeheersing Het vriest vijf graden onder nul! Ik heb nooit geen geld van hem gekregen. (rond negatie veel merkwaardigheden!) Het kost allemaal verschrikkelijk duur. Wat is het verschil tussen schuifelen en strompelen? Tussen kuieren en schrijden? Tussen rennen en hollen? Wat te denken van: dood - doder - het doodst Draadstaal http://www.youtube.com/watch?v=d4h5o_zrxxw&feature=related 25

Taalbeschouwing taalbeheersing Ik leg in bed? Ik leg de pop in bed. liggen lig lag lagen leggen leg legde legden volt deelw. gelegen gelegd De pop heeft zij in bed De pop heeft in bed gelegd. gelegen. 26

Taalbeschouwen taalbeheersing Tegen meester Jan zeg je u en tegen mij jij. Waarom? Mensen die een dialect spreken zijn dom Praten mannen anders dan vrouwen? Verschillen? 27

De taal beschouwen is ontdekkingen doen meervouden.. - s.. - en vis school glas - vissen scholen glazen veter - vogel - veters vogels enkelvouden verkleinwoorden.. -? heelal?..-? hersenen?.. - eren ei - eieren kind - kinderen.. - s taxi - taxi s vergrootwoorden? Zijn belegde broodjes hetzelfde als een belegd brood? 28

Kijken naar taal. Iemand bij de neus nemen. Zijn neus ergens in steken. Een goede neus voor iets hebben. Zijn neus achternalopen. Even de neuzen tellen. De neuzen dezelfde kant op krijgen. Met zijn neus in de wind lopen. Het neusje van de zalm. 29

Traditionele taalbeschouwing: https://nl-nl.facebook.com/onzetaal/posts/134472773343630 of http://www.vrt.be/taal/taalprof-uit-anonimiteit Paulien Cornelisse Van Kooten en de Bie: http://www.youtube.com/watch?v=gl_rgoj7psw