gemeente Eindhoven Raadsnummer o3.rors.oos Inboeknummer o3nooox3y Classificatienummer r.y63.r Dossiernummer 3IO.IO3 s maart zoop Raads Inforrnatiebrief Betreft rapport Prostitutiebranche Eindhoven uvan gedogen naar normaliseren". 1 Inleiding Het rapport Prostitutiebranche Eindhoven "Van gedogen naar normaliseren" is een weergave van hetgeen binnen de gemeente Eindhoven tot eind 2002 is bereikt tezamen met de partners van het Adviesorgaan Prostitutiebeleid en de exploitanten van de prostitutiebranche. De regierol is neergelegd bij de afdeling Binnenstadsmanagement van de dienst Algemene en Publiekszaken. 2 Probleemstelling Op 1 oktober 2000 werd door de Rijksoverheid het bordeelverbod opgeheven. Doel hiervan was het beeindigen van de wantoestanden in de prostitutie- en escortbranche. Het Rijk heeft hiervoor zes doelstellingen geformuleerd. De inrichting van panden moet worden aangepast. De positie van prostituees moest worden verbeterd. Daarnaast was en is er nog steeds criminele verwevenheid met prostitutie, zoals vrouwenhandel, gedwongen prostitutie en prostitutie door minderjarigen. Dit moest/moet bestuurlijk en/of strafrechtelijk worden bestreden. De gemeente Eindhoven heeft ter bereiking van de Rijksdoelstellingen de volgende beleid- en handhavingdoelstellingen opgezet: 1 het opstellen van een vergunningstelsel waardoor de prostitutie wordt geregeld. Normaal te achten regels worden aan de branche opgelegd; 2 aanpassen van bestemmingsplannen, om prostitutiebedrijven daar toe te staan waar de locaties het meest geschikt zijn. Prostitutie wordt daardoor meer beheersbaar en regelbaar; 3 toezicht houden, handhaven en beeindiging van ongewenste situatie op een overeenkomstige wijze, zoals dat in andere branches gebruikelijk is. Deze doelstellingen worden gerealiseerd door: 1 het in kaart brengen van de prostitutie- en escortbranche; 2 een directe opheffing van misstanden in panden naar aanleiding van integrale controles;
Raadsnummer oa.roas.oos 3 legaliseren van bedrijven door het verlenen van gebruiksvergunningen, geschiktheidverklaringen en exploitatievergunningen; 4 het voeren van overleg binnen het Adviesorgaan Prostitutiebeleid met alle betrokken overheidspartners; 5 daarna integrale, al dan niet vooraf aangekondigde, controles van alle betrokken over heidspartners; 6 aanspreken van exploitanten bij geconstateerde misstanden op hun verantwoordelijkheid en het toepassen van een vooraf vastgesteld handhavingarrangement. 3 Wijze van aanpak Per 31 december 2002 is aan de gemeentelijke doelstellingen op volgende wijze invulling aangegeven: 1 Beschrijving van de prostitutie- en escortbranche. Het Adviesorgaan Prostitutiebeleid heeft de prostitutiebranche in de gemeente Eindhoven in kaart gebracht. Prosti tutiebranche. Ten behoeve van de prostitutie in panden en de straatprostitutie betrof dit een inventarisatie van panden en reguliere tippelzones. Voornamelijk was dit bedoeld ten behoeve van de opzet van het bestemmingsplan Prostitutiebedrijven en het bestemmingsplan dat de nieuwe concentratie van de raamprostitutie in Woensel-West mogelijk gaat maken. Er kan worden gesteld dat per 1 januari 2001 volledig zicht was op de prostitutiebranche die vanuit panden plaatsvindt. Er kunnen geen panden bijkomen, omdat het aantal is gelimiteerd middels bovengenoemd bestemmingsplan. Escortbranche. Het verruimen van het zicht op de escortbranche was, en is nog steeds een moeilijke zaak. Veel van deze bedrijven "bevonden en bevinden zich nog steeds onder maaiveld". In de praktijk bleek dat er na 1 oktober 2000 een aantal bedrijven niet meer operationeel was. Echter, er waren ook nieuwe bedrijven bijgekomen. In feite komen er elke dag nieuwe bedrijven bij en verdwijnen er weer. Ondanks de extra inzet vanuit de HON-pilot landelijke integrale handhaving van de escortbranche, is het zicht in Brabant Zuid-Oost (nog) niet op het gewenste niveau om voldoende grip op de escortbedrijven te hebben en te houden. Met name de mobiliteit van de escortbedrijven belemmert dit. Ook is er geen zicht op de prostituees die in de regio werkzaam zijn. In de praktijk blijkt dat prostituees in opdracht van de escortbedrijven grote afstanden afleggen om hun seksuele diensten aan te bieden. De markt wordt beheerst door enkele grote bedrijven, die hun diensten regionaal aanbieden. Zij werken met landelijk doorgeschakelde nurnrners. De fluctuaties in dit gedeelte van de prostitutiebranche zijn groot: met name bij de kleinere bedrijven. Dit blijkt uit wisselingen qua naam, telefoonnummers, "eendagsvliegen", etc. Ook is de indruk dat er een vlucht is naar schimmige gsm-circuits, internet, hotels, etc., met
Raadsnummer oa.roas.oom mogelijk illegale en gedwongen prostituees, alsmede naar 0900-nummers. Dit is zeer moeilijk vast te stellen en dus te controleren/handhaven. Voorts ontstaan er weer nieuwe prostitutievormen die mobieler werken, zonder de traditionele bescherming van de prostitutiebranche in panden en moeilijker bereikbaar voor de Basiszorg van de Gemeentelijke Gezondheidsdienst. De exploitanten van escortbedrijven zijn vaak niet meewerkend om zich bekend te maken qua naam en de plaats van het cali-centre. Dit bemoeilijkt de handhaving. De algemene indruk bestaat momenteel dat dit gedeelte van de branche niet (langer meer) beheersbaar is en dus moeilijk is te normaliseren. 2 I/ergunningveriening. Momenteel beschikken alle prostitutiebedrijven over de benodigde gebruiksvergunningen van de Brandweer. Ten aanzien van de geschiktheidverklaring en de exploitatievergunning zijn de ingediende aanvragen momenteel voor circa 90 To door de afdeling Binnenstadsmanagement afgehandeld. De resterende aanvragen (voornarnelijk weigeringen) kunnen worden behandeld na ontvangst van de benodigde adviezen van de daarbij betrokken gemeentelijke diensten en/of de politie Brabant Zuid-Oost. In de praktijk blijkt dat met name de advisering door gemeentelijke diensten langer dan gepland op zich laat wachten. Dit vertraagt de vergunningprocedure. Het aantal nieuwe vergunningaanvragen voor prostitutiebedrijven blijft achter bij de verwachtingen. Dit heeft tot gevolg dat de legesinkomsten dalen, 3 Toezicht en handhaving. Toezicht. Na ontvangst van de aanvragen om geschiktheidverklaring en exploitatievergunning zijn er vanaf medio januari 2001 in de Eindhovense prostitutiepanden de eerste controles uitgevoerd naar de stand van zaken. Met name is daarbij de vlucht- en brandveiligheid leidend geweest, omdat de panden in eerste instantie moesten gaan beschikken over een gebruiksvergunning. Tijdens deze controles kwam aan het licht dat er in diverse prostitutiepanden misstanden op dit gebied aanwezig waren. Dit leidde in 14 gevallen tot tijdelijke sluiting van panden en uiteindelijk tot de definitieve sluiting van 9 panden. Daarnaast zijn 2 panden thans nog steeds gedeeltelijk gesloten. In het merendeel van de panden gaven controles van de Brandweer aanleiding tot de snelle installatie van zogenaamde ontruimingsinstallaties. Ingeval van brand of andere levensbedreigende calamiteiten worden hierdoor slachtoffers voorkomen. Dit is belangrijk. De afgelopen twee jaar zijn de prostitutiepanden in Eindhoven inmiddels door de bestuurlijke partners gezamenlijk meerdere malen integraal bezocht in het kader van de vergunningverlening. Sommigen zelfs viermaal. De frequentie van het Prostitutiecontroleteam van de Politie Brabant Zuid-Oost ligt nog veel hoger. De prostitutiepanden in Eindhoven worden door dit team per jaar gemiddeld tienmaal bezocht. Dit ligt ruim boven het landelijk gemiddelde.
Raadsnummer oa.ross.oos Handhaving. In het najaar van 2002 heeft er een ambitieuze handhavingactie ten aanzien van de prostitutie- en escortbranche plaatsgevonden. Met teams van een wisselende samenstelling zijn toen in totaal 37 panden bezocht. Uit de controles bleek dat er nogal wat mis was ten aanzien van de naleving van de gebruiksvergunning. Door de dienst Brandweer en Rampenbestrijding is met bijstand van de afdeling Binnenstadmanagement prioriteit gegeven om deze overtredingen snel op te heffen. Per eind december 2002 is dat het geval. Alle gecontroleerde prostitutiepanden waren op dat moment weer brand- en vluchtveilig. Dit heeft van beide zijden extra personele inzet gevergd. Resultaten handhaving. De handhaving van de verleende en geweigerde gebruiksvergunningen, geschiktheidverklaringen en exploitatievergunningen leidt tot panden die voldoen aan alle regelgeving (inrichting en veiligheid) en decriminalisering van de prostitutiebranche voorzover het betreft de exploitanten van prostitutiebedrijven. De aanpak van exploitanten van escortbedrijven is moeilijker. Hierbij wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van (nieuwe) ervaringen met de andere deelnemers van de landelijke pilot integrale handhaving van de escortbranche. Eindhovense ervaringen worden ook met andere pilotdeelnemers gedeeld. Pilot "Lokale samenwerking in programmatische handhaving". Formeel is dit project eind september 2001 gestart. De looptijd zal maximaal drie jaar bedragen. Doelstelling hiervan is door middel van een projectmatige aanpakeen programmatische handhavingmethode te ontwikkelen die effectief is voor de prostitutiebranche. Hierbij wordt echter rekening gehouden met het gestelde in de aanhef van hoofdstuk 2 van het rapport ten aanzien het normalisatieproces van deze branche. Na twee jaar wordt naar de effecten van de handhaving onderzoek gedaan door een zogenaamde nulmeting, een tussenmeting en een eindmeting. 4 Communicatie handhavingarrangement. Het vastgestelde handhavingarrangement geeft duidelijk omlijnd de stappen aan die bij geconstateerde misstappen zullen worden toegepast. In een aantal gevallen heeft dit reeds plaatsgevonden in de vorm van geweigerde exploitatievergunningen en formele waarschuwingen bij geconstateerde misstanden. Met name betrof dit gedwongen prostitutie, overtreding van de Wet arbeid vreemdelingen en exploitatie zonder vergunning. In Eindhoven zijn tot op heden, ondanks een zeer intensieve controle door het Prostitutiecontroleteam (zie boven), weinig overtredingen van de Wet arbeid vreemdelingen, gedwongen prostitutie en prostitutie door minderjarigen, aangetroffen. Men zou zich kunnen afvragen of er bestuurlijk en politioneel wel grip is op de prostitutiebranche in Zuidoost-Brabant en zo nee, hoe men die kan verkrijgen.
Raadsnummer oa.ross.ooa Ten aanzien van de bekende prostitutiepanden is het antwoord bevestigend. Echter, ten aanzien van de escortbranche (zie boven) is het gevoel dat er onvoldoende grip is. Zoals reeds gesteld komt dit onder andere door de mobiliteit van de branche, nieuwe vormen van prostitutie, moderne communicatiemiddelen, etc. Ook is er sprake van de opkomst van cafeprostitutie. Met de exploitanten van de raamprostitutiepanden en de prive-huizen is afzonderlijk overlegd over een aantal zaken die voor hun van belang zijn. Met name is uitgebreid in de bijeenkomsten aandacht geschonken aan de geconstateerde misstanden tijdens de najaarcontroles, het handhavingarrangement en haar wijze van toepassing. De branche weet dus waar zij aan toe is. 5 Resultaten van overleg met de prostitutiebranche. De communicatie met de prostitutiebranche valt uiteen in vier gedeelten: 1 informatiebijeenkomsten. De exploitanten hebben in mei 2000 kunnen reageren op het nieuwe Eindhovense prostitutiebe leid; 2 persoonlijke benadering. Ten behoeve van het indienen van de benodigde aanvragen zijn alle exploitanten persoonlijk benaderd en hebben zij tijdens de diverse controlebezoeken uitgebreid uitleg gekregen over de van toepassing zijnde regelgeving en het handhavingarrangement; 3 communicatieplan. Op grond van dit plan zijn er een tweetal bijeenkomsten in november en december 2002 georganiseerd voor de doelgroepen raamprostitutie en prive-huizen. De discussies waren zeer levendig. De branche heeft verzocht regelmatig per jaar dergelijke bijeenkomsten te organiseren; 4 voorlichtingsfolders. Tijdens de informatiebijeenkomsten is gebleken dat de branche meer behoefte heeft aan informatie via e-mail en bijeenkomsten, dan aan voorlichtingsfolders. Hoe verder. Na regulering en beheersing door vergunningen van de prostitutiebranche is het zaak om door middel van "trickers" aan de onderzijde van de markt door te stoten naar de actoren van de nog bestaande misstanden in de prostitutie- en escortbranche. Het rapport bevat voorbeelden hoe dit gestalte kan krijgen. Wat ging er niet goed na 1 oktober 2000. Waar gewerkt wordt vallen spaanders. De regulering van de prostitutiebranche is een nieuwe activiteit die voortdurend voor alle betrokkenen een leerproces inhoudt. In het rapport zijn een aantal zaken opgesomd die in 2003 verdere specifieke aandacht behoeven.
// Raadsnummer os.roas.oos Toekomst. Door de komende uitbreiding van de Europese Unie met 10 Oost-Europese associatielanden is er een grote toestroom te verwachten van buitenlandse prostituees naar de prostitutiepanden in West-Europa. 4 Besluit van het college van burgemeester en wethouders Wij hebben het rapport Prostitutiebranche Eindhoven Van gedogen naar normaliseren" voor kennisgeving aangenomen. Het rapport informeert u over de voortgang van de handhaving in de prostitutiebranche. 5 Ter inzage gelegde stukken 1 Rapport Prostitutiebranche Eindhoven Van gedogen naar normaliseren", d.d. 31 januari 2003. 2 Bestuurlijk handhavingsprogramrna seksinrichtingen en escortbureaus najaar 0 2, d.d. 6 september 2002. Burgemeester en wethouders van Eindhoven, I secretaris ED03004821