Toelichting op het formulier aanvraag exploitatievergunning voor een seksbedrijf (art APV)

Transcriptie

1 Toelichting op het formulier aanvraag exploitatievergunning voor een seksbedrijf (art APV) Algemeen De Algemene Plaatselijke Verordening voor de Gemeente Nijmegen Artikel 151a van de Gemeentewet bepaalt, dat de gemeenteraad een verordening kan vaststellen waarin voorschriften worden gesteld met betrekking tot het bedrijfsmatig geven van gelegenheid tot het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling. In Nijmegen is die verordening opgenomen als hoofdstuk 3 van de Algemene Plaatselijke Verordening voor de Gemeente Nijmegen (APV). Hoofdstuk 3 van de APV regelt onder andere: dat een seksbedrijf alleen geëxploiteerd kan worden met een vergunning, die is afgegeven door het bevoegde bestuursorgaan - zie: artikel APV; de gronden waarop een vergunning wordt /kan worden geweigerd of ingetrokken zie: artikelen en APV; de verplichting om een bedrijfsplan op te stellen en daarnaar te handelen zie: artikel APV; dat het bedrijfsplan, bedoeld in artikel APV, bij de aanvraag dient te worden overgelegd zie: artikel 3.2.4; de verplichting om gewijzigde omstandigheden te melden - zie artikel APV; de algemene sluitingstijden zie artikel 3.3.1, lid 1 APV; de verdere verplichtingen van exploitant en beheerder van een prostitutiebedrijf, waaronder toezicht en bedrijfsvoering - zie: artikel APV; de regels inzake beëindiging van exploitatie en wijziging in het beheer van de seksinrichting - zie: artikelen en APV. De nadere regels seksbedrijven Op grond van hoofdstuk 3 van de APV - meer in het bijzonder: artikel APV - kan het College van Burgemeester en Wethouders zogeheten nadere regels vaststellen. Dit is gebeurd bij Besluit van Burgemeester en Wethouders van 20 december 2016, en kunt u nalezen in Gemeenteblad Nijmegen nr : Nadere regels seksbedrijven. Deze nadere regels zien op de inrichtingseisen voor de seksinrichtingen en op de aanvullende eisen ten aanzien van de bedrijfsvoering. Artikel APV ziet op het delegeren van wetgevende bevoegdheid, zoals bedoeld in artikel 156, lid 1 van de Gemeentewet. De Nadere regels seksbedrijven zijn daarmee een algemeen verbindend voorschrift (AVV), omdat ze een grondslag in de wet hebben. Een AVV is in alle gevallen bindend, en biedt bestuursorgaan en burger geen mogelijkheid om van de in het voorschrift gegeven regels af te wijken. Op grond van artikel 3.2 van de Nadere regels seksbedrijven geldt artikel lid 1 onder a APV voor alle seksbedrijven. Dit houdt in ieder geval in dat alle seksinrichtingen aan de hygiëne-eisen moeten voldoen die in de Hygiënerichtlijn voor Seksbedrijven van het Landelijk Centrum Hygiëne en Veiligheid (LCHV) zijn gesteld en dat jaarlijks een hygiënerapport van de GGD aan het bevoegde bestuursorgaan moet worden overgelegd zie artikel 3.2, lid 2 Nadere regels seksbedrijven. 1

2 Het Handhavingsarrangement Prostitutie De regelgeving voor de exploitatie van seksbedrijven wordt streng gehandhaafd. De politieambtenaren, werkzaam onder verantwoordelijkheid van de politie eenheid Oost-Nederland, treden op als toezichthouder prostitutie in het kader van hoofdstuk 3 van de APV. Dat besluit is gepubliceerd in Gemeenteblad Nijmegen nr Artikel 3.1 van de Nadere regels seksbedrijven legt exploitanten en beheerders de verplichting op om ervoor te zorgen dat ambtenaren van politie onmiddellijk en onbelemmerd toegang hebben tot de seksinrichting wanneer die voor bezoekers geopend is, of als het bedrijf gesloten dient te zijn maar de politie vermoedt dat er bezoekers aanwezig zijn. Controles worden overigens vooraf nooit aangekondigd. De politie controleert seksbedrijven onder andere op de volgende zaken: de aanwezigheid van de vergunning - zie: artikel 3.2.1, lid 1 APV; de aanwezigheid van en toezicht door exploitant en beheerder - zie: artikel APV; het al dan niet voor het publiek geopend zijn of de aanwezigheid van bezoekers en/of prostituees in strijd met de sluitingstijden - zie: artikel APV; de eisen ten aanzien van adverteren zie: artikel APV; de eisen ten aanzien van de bedrijfsvoering - zie: artikel APV. Tekortkomingen of handelingen in strijd met de regelgeving of de vergunningvoorschriften, kunnen leiden tot bestuurlijke maatregelen. Zulke maatregelen kunnen zelfs leiden tot (tijdelijke) sluiting of tot het intrekken van de vergunning. De beleidsregels die hierbij van toepassing zijn, zijn vastgelegd in het Handhavingsarrangement Prostitutie. In het kader van het handhavingsarrangement voor seksinrichtingen en escortbedrijven werkt de gemeente Nijmegen samen met o.a. de politie, het Openbaar Ministerie, het RIEC, de Belastingdienst en de Fiscale Inlichtingen- en Opsporingsdienst (FIOD). Toelichting per onderdeel van het aanvraagformulier Onderdelen 1-4 Op grond van artikel APV kan de exploitant een natuurlijke persoon zijn of een rechtspersoon. Wordt de seksinrichting of het escortbedrijf gedreven voor rekening van een natuurlijke persoon, of zelfs meerdere natuurlijke personen, dan dient u onderdeel 2 van het aanvraagformulier volledig in te vullen. Wordt de seksinrichting of het escortbedrijf gedreven voor rekening van een rechtspersoon, dan zijn alle natuurlijke personen die bevoegd zijn tot de vertegenwoordiging van die rechtspersoon eveneens exploitant in de zin van artikel APV. U dient dan onderdelen 3 en 4 van het aanvraagformulier volledig in te vullen. Onderdelen 5-7 Op grond van artikel APV wordt verstaan onder: Seksbedrijf: de activiteit, bestaande uit het bedrijfsmatig gelegenheid geven tot prostitutie of het verrichten van seksuele handelingen voor een ander tegen betaling of uit het bedrijfsmatig aanbieden van vertoningen van erotisch-pornografische aard in een seksinrichting tegen betaling. Onder een 2

3 seksbedrijf worden in elk geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub, een escortbedrijf of een prostitutiebedrijf, waaronder tevens begrepen een erotischemassagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar; Seksinrichting: een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte, onderdeel van een seksbedrijf; Escortbedrijf: de activiteit, bestaande uit het bedrijfsmatig gelegenheid geven tot prostitutie in de vorm van bemiddeling tussen klant en prostitutie. Het is bestendige jurisprudentie van het College van Beroep voor het Bedrijfsleven (CBB) dat alle ruimten die binnenshuis in verbinding staan met de ruimte waarin de bedrijfsactiviteiten plaatsvinden, één inrichting vormen. Aangezien een seksinrichting vanwege artikel APV een besloten ruimte dient te zijn, is deze jurisprudentie richtinggevend voor de invulling van het begrip besloten ruimte. Het is bij een seksinrichting, waarvan de onderscheiden percelen niet inwendig met elkaar in verbinding staan, niet mogelijk om alle betrokken percelen onder één vergunning te brengen. In zo n geval dient elk perceel als een eigenstandige inrichting te worden vergund. Op grond van artikel 3.2.2, lid 2 APV is raamprostitutie in Nijmegen alleen toegestaan in de percelen Nieuwe Markt 24 tot en met 40 (even nummers). In Gemeenteblad Nijmegen nr is het besluit ex artikel APV van de Burgemeester van Nijmegen te vinden, waarin: - het aantal te verlenen vergunningen voor de exploitatie van seksinrichtingen niet zijnde vaarof voertuigen en niet zijnde raamprostitutiebedrijven op 12 gesteld is; - het totaal aantal werkruimtes voor een raamprostitutiebedrijf waarvoor vergunning kan worden verleend en welke is gevestigd in een van de percelen aan de Nieuwe Markt 24 tot en met 40 (even nummers) respectievelijk is vastgesteld op: Nieuwe Markt 24-26: 14 werkruimtes, Nieuwe Markt 28-30: 11 werkruimtes, Nieuwe Markt 32-34: 10 werkruimtes, Nieuwe Markt a: 12 werkruimtes en Nieuwe Markt 40-40a:14 werkruimtes. In Gemeenteblad Nijmegen nr is het besluit ex artikel APV van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen te raadplegen, waarin: - het aantal te verlenen vergunningen voor de exploitatie van escortbedrijven op 4 gesteld is; - het aantal te verlenen vergunningen voor de exploitatie van seksinrichtingen zijnde vaar- of voertuigen op 0 gesteld is. Onderdelen 8 10 Deze onderdelen zijn alleen van toepassing voor seksinrichtingen. Op grond van artikel 3.3.1, lid 1 APV is het de exploitant en de beheerder verboden een seksinrichting voor bezoekers geopend te hebben of daarin bezoekers en/of prostituees toe te laten of te laten verblijven tussen uur en uur, tenzij bij vergunning anders is bepaald. Zolang de seksinrichting voor bezoekers geopend is, dient er toezicht te zijn. Artikel APV stelt zeer nadrukkelijk, dat het verboden is om een seksinrichting geopend te hebben zonder de aanwezigheid van de exploitant of een beheerder. Omdat een fysieke aanwezigheidsplicht voor escortbedrijven niet mogelijk is, geldt voor escortbedrijven dat de exploitant of beheerder effectief toezicht moet houden gedurende de uren dat het escortbedrijf daadwerkelijk wordt uitgeoefend. Het toezicht kan dus worden uitgeoefend door de exploitant zelf, of door een beheerder. Voorwaarde is dan wel, dat de beheerder op de vergunning gemeld staat. Toezicht door een beheerder die niet op de vergunning gemeld staat, is in strijd met artikel 3.2.6, lid 1 APV. Tenzij voor deze beheerder een 3

4 wijziging van de vergunning is aangevraagd - zie: artikel APV. Hieruit mag worden afgeleid dat die persoon het beheer mag uitoefenen totdat de burgemeester op de aanvraag heeft beslist. Het komt vaak voor, dat beheerders bij meerdere seksinrichtingen als beheerder op de vergunning staan. Op zichzelf is dit niet verboden. Wel is het niet toegestaan dat een beheerder het toezicht in meerdere seksinrichtingen tegelijkertijd uitoefent, omdat die situatie strijd oplevert met de aanwezigheidsplicht van artikel 3.3.5, lid 1 APV. Het is evenmin toegestaan, dat het toezicht wordt uitgeoefend door een prostituee die in de tijd van haar beheerderschap ook klanten ontvangt. Immers, het gelijktijdig toezicht houden in de inrichting en het ontvangen van klanten ondermijnt de effectiviteit van het toezicht. Zo n situatie is in strijd met artikel APV. De aanwezigheidsverplichting op grond van artikel 3.3.5, lid 1 APV is absoluut. Ook bij een korte periode van afwezigheid dient de seksinrichting gedurende deze periode gesloten te worden, tenzij een andere op de vergunning toegelaten beheerder het toezicht kan overnemen. Het toezicht zoals vereist door artikel APV heeft tot doel om te voorkomen dat er strafbare feiten plaatsvinden, en om tegen te gaan dat prostitutie wordt uitgeoefend door personen die in Nederland geen arbeid mogen verrichten, dan wel door personen die niet legaal in Nederland verblijven. Kort gezegd moet met het toezicht in het bijzonder gewaarborgd worden, dat de seksinrichtingen geen gelegenheid bieden tot illegaliteit, gedwongen prostitutie en/of mensenhandel. Daarom zijn de regels voor het toezicht in de inrichting ook cruciaal. Volgens de APV rust er op exploitanten een eigen verantwoordelijkheid om illegaliteit in het bedrijf te voorkomen. Dat vloeit rechtstreeks voort uit de bepaling van artikel 3.3.5, lid 2 APV. Indien de toezichthouders van politie bij controles illegale prostituees aantreffen, of zelfs dames die minderjarig zijn, dan komt dat direct voor risico van de exploitant. Onderdeel 11 Zonder de vereiste bijlagen is de vergunningaanvraag niet volledig. Dit kan vertraging in de behandeling tot gevolg hebben, of zelfs leiden tot het buiten behandeling stellen van de aanvraag op grond van artikel 4:5 Algemene wet bestuursrecht. Het volgende verdient daarbij nog bijzondere aandacht. De gemeente Nijmegen heeft een Bestemmingsplan Seksinrichtingen. Dit is een zogeheten paraplubestemmingsplan en geldt voor het gehele grondgebied van de gemeente. Hierin is een algemeen verbod opgenomen om gronden, bouwwerken of onderkomens als seksinrichting of escortbedrijf te gebruiken. Wel kan het College van Burgemeester en Wethouders onder bepaalde voorwaarden, zoals die zijn vastgelegd in artikel 3 van het Bestemmingsplan Seksinrichtingen, vrijstelling verlenen. Zonder een bestemmingsplanvrijstelling kan geen exploitatievergunning voor een seksinrichting worden afgegeven. Het is dan ook aan te raden om eerst een bestemmingsplanvrijstelling aan te vragen en het besluit van het College van Burgemeester en Wethouders daarop af te wachten, alvorens de aanvraag voor een exploitatievergunning seksinrichting in te dienen. In artikel 3.2.5, lid 1, onder h van de APV is bepaald, dat een vergunning voor een seksbedrijf geweigerd wordt, indien de vestiging of de exploitatie van het seksbedrijf in strijd is met het geldende bestemmingsplan, een bestemmingsplan in ontwerp dat ter inzage is gelegd, een beheersverordening of een aanwijzing als bedoeld in artikel APV. Indien bij indiening van de aanvraag exploitatievergunning voor een seksbedrijf blijkt dat er geen bestemmingsplanvrijstelling bij het College van Burgemeester en Wethouders is aangevraagd, wordt de aanvraag exploitatievergunning seksbedrijf dan ook geweigerd op grond van artikel 3.2.5, lid 1, onder h APV. Mocht een bestemmingsplanvrijstelling wel zijn aangevraagd, dan wordt de 4

5 behandeltermijn van de aanvraag exploitatievergunning seksinrichting opgeschort tot het moment waarop het besluit van het College van Burgemeester en Wethouders inzake de bestemmingsplanvrijstelling bekend is gemaakt. Onderdeel 12 Aanvrager is gehouden kennis te nemen van de bepalingen in hoofdstuk 3 van de Algemene Plaatselijke Verordening van de Gemeente Nijmegen. Tevens is aanvrager gehouden het aanvraagformulier naar waarheid in te vullen. Behandeltermijn en leges Artikel lid 3 APV bepaalt dat binnen 12 weken na de dag waarop de vergunningaanvraag is ontvangen een besluit wordt genomen. Het besluit kan met ten hoogste 12 weken verdaagd worden. Tijdsverloop dat ontstaat door onvolledigheid bij de verstrekking van de benodigde gegevens wordt niet in de berekening van de beslistermijn meegenomen. Informatie over de leges kunt u vinden op de website van de gemeente Nijmegen: (keuzemenu: digitaal loket). 5