TETRALERT - TAX VERVOLG VAN DE FISCALE HERVORMINGEN VAN DI RUPO I : WET VAN 13 DECEMBER EN VAN 27 DECEMBER 2012 Bepaalde maatregelen die reeds waren opgenomen in de nota van Di Rupo I uitgegeven in 2011 waren nog niet in wetsteksten gegoten. Terwijl het budget 2013 werd bediscussieerd en becommentarieerd, werden wetten aangenomen die in bepaalde sectoren soms radicale wijzigingen met zich mee hebben gebracht. Wij sommen hierna de belangrijkste zaken op. 1. ROERENDE INKOMSTEN EINDE VAN DE SAGA (WET VAN 27 DECEMBER 2012) Herinnering Dit betrof één van de fundamenteelste wijzigingen doorgevoerd door Di Rupo I in haar programma-wet van 28 december 2011 (die verschillende malen werd gewijzigd). Dit zwaar bekritiseerd regime was ten dode opgeschreven! Door de programma-wet van 27 december 2012 heeft de wetgever enerzijds opnieuw de bevrijdende roerende voorheffing ingevoerd voor de intresten en dividenden (niet voor de andere inkomsten in artikel 17 van de WIB (cfr. auteursrechten)). Bovendien werd het tarief van de voorheffing geüniformiseerd naar 25 % voor alle roerende inkomsten behalve voor : - de liquidatieboni (10 %) ; - de Leterme-staatsbons (15 %) - de inkomsten van een spaarrekening gereglementeerd voor de schijf hoger dan deze vrijgesteld van 1.880 EUR per jaar en per belastingplichtige (15 %) ; - de dividenden verdeeld door de residentiële vastgoedbevaks (die gaan dus van «0» naar 15 %) - de auteursrechten die belast blijven aan 15 % voor het gedeelte van de rechten die de 37.500 EUR niet overschrijden en daarboven (maar die vanaf heden zullen moeten worden opgenomen in de belastingaangifte en die dus onderworpen zullen worden aan de gemeentelijke opcentiemen). Deze nieuwe maatregelen zijn van kracht geworden op 1 januari 2013. Wat de inkomsten van het jaar 2012 betreft, zal de belastingplichtige, indien hij niet geprofiteerd heeft van de mogelijkheid om de heffing van 4 % vooraf te doen afnemen vóór 31 december, de roerende inkomsten die hij ontvangen heeft, moeten aangeven behalve indien de heffing niet verschuldigd is (in deze hypothese zal hij dit moeten certificeren in zijn aangifte). 2. WIJZIGINGEN IN DE PERSOONSBELASTINGEN 2.1. Verhoging van de taks op de premies van levensverzekeringen (Wet van 27 december 2012)
2 De taks op de levensverzekeringscontracten werd opgetrokken van 1,1 naar 2 %. Deze verhoging is van toepassing op de premies betaald vanaf 1 januari 2013 en geldt eveneens voor de oude contracten. Voor de schuldsaldoverzekeringen zal de taks echter niet verhogen en dus op 1,1% blijven. 2.2. Vastgoedbevak van kapitalisatie (Wet van 13 december 2012) Aanpassing van artikel 19 bis met het oog op de harmonisatie met de spaarrichtlijn : het tarief wordt herleid van 40 naar 25 %. 2.3. Belastingverminderingen De aftrekbare bestedingen opgenomen in artikelen 104 en volgende van de WIB 92 (cfr. de liberaliteiten ; aftrek van intresten, etc.) ondergaan een radicale wijziging. Ze worden inderdaad allemaal met uitzondering van de onderhoudsuitkeringen en de aftrek voor de enige en eigen woning omgevormd in belastingverminderingen. De voet van de belastingsvermindering zal 30% bedragen behalve voor wat betreft de uitgaven voor de oppas van kinderen en de liberaliteiten (45%). Het gaat hier om een fundamentele wijziging die een hoge kost met zich meebrengt voor de belastingplichtigen met middelmatige en hoge inkomsten. 2.4. Diversen Het WIB92 wordt in overeenstemming gebracht met het het standpunt dat reeds sinds jaren toegepast wordt door de Administratie en volgens hetwelk de alimentatie die betaald of ontvangen is krachtens een buitenlandse wettelijke bepaling op dezelfde manier aftrekbaar is als de alimentatie betaald in België. De inkomsten, voortkomend uit contracten afgesloten tussen natuurlijke personen en mobiele telefonie operatoren die voorzien dat kleine oppervlakten worden verhuurd voor de installatie van antennes, zullen beschouwd worden als diverse inkomsten. 3. VENNOOTSCHAPSBELASTINGEN 3.1. Meerwaarden op aandelen van grote ondernemingen (Wet van 27 december 2012) De programma-wet van 27 december 2012 introduceert een speciale heffing van 0,40 % op meerwaarden op aandelen wanneer deze verwezenlijkt of vastgesteld worden door een vennootschap die niet beschouwd kan worden als een kleine vennootschap op grond van artikel 15 van het Wetboek van vennootschappen. 3.2. De aftrek voor risicokapitaal hierna de «NIA» (de notionele intresten, Wet van 13 december 2012) Het tarief van de notionele intresten werd vastgelegd en verminderd naar 2,742% voor het aanslagjaar 2014.
3 Vanaf het aanslagjaar 2013, zal het bedrag van de NIA dat niet afgetrokken is in de loop van een belastbaar tijdperk niet meer overdraagbaar zijn naar een ander belastbaar tijdperk. De wet voorziet echter overgangsmaatregelen voor wat de «stock» betreft bestaande op 30 december 2012. Aldus wordt de aftrek van de stock bestaande op 30 december 2012 de 9de bewerking en komt deze slechts tussen indien er een positief saldo overblijft op het einde van de 8 ste bewerking. Aldus kan de stock opeenvolgend worden afgetrokken van de winst van zeven belastbare tijdperken volgend op het tijdperk waarin de NIA initieel niet is afgetrokken kunnen worden. Bovendien is deze aftrek van de stok beperkt. Wanneer het verkregen resultaat na alle andere aftrekken hoger is dan één miljoen euro, dan is het vrijgesteld bedrag boven deze limiet zelf beperkt tot 60 %. De bedragen die echter niet konden afgetrokken worden omwille van deze beperking tot 60% worden opeenvolgend afgetrokken, binnen de grenzen en modaliteiten die hierboven zijn beschreven, van de winsten van de volgende belastbare tijdperken, zelfs na het verlopen van de periode van zeven jaar. Aldus kan, volgens de wetgever, de beperking tot 60% boven het miljoen euro, niet als gevolg hebben het bedrag te verlagen dat zou afgetrokken kunnen zijn geweest indien deze grens niet had bestaan. 4. PROCEDURE Sinds het aanslagjaar 1997 moeten belastingplichtigen in hun belastingaangifte het bestaan van buitenlandse rekeningen vermelden. Heden moeten tevens de rekeningnummers worden vermeld. Laatste belangrijke wijziging : belastingplichtigen zullen vanaf heden (vanaf het aanslagjaar 2013) het bestaan van individuele levensverzekeringscontracten moeten aangeven die door henzelf, hun echtgenoten of door de kinderen waarop ze het ouderlijk gezag uitoefenen werden afgesloten bij een maatschappij gevestigd in het buitenland. Bijgevolg moeten zowel het bestaand contract als het land waarin het afgesloten is geweest, worden vermeld in de belastingsaangifte. Dit geldt tevens voor de verzekeringscontracten die afgesloten zijn geweest vóór de inwerkintreding van deze nieuwe bepaling. 4.2. Belastingverhogingen (Wet van 27 december 2012) Vanaf het aanslagjaar 2013, zullen de belastingverhogingen berekend worden op de belasting vóór enige verrekening van de voorheffingen, belastingkredieten, het forfaitair gedeelte van de buitenlandse belasting en de voorafbetalingen. Dit zal dus een dure zaak zijn voor de belastingplichtige die een fiscale herziening krijgt. 4.1. Aangifte van verzekeringscontracten in het buitenland (Wet van 27 december 2012)
4 5. BELASTING VAN NIET-INWONERS (HIERNA «BNI») 5.1. Het veiligheidsnet Artikel 227 van het WIB 92 betreft het toepassingsveld ratione personae van de BNI. Artikelen 228 en volgende van het WIB 92 preciseren de belastbare grondslag van de BNI (het toepassingsveld ratione materiae). Deze bepaling werd significatief gewijzigd door de wet van 13 december 2012. Paragraaf 2 van artikel 228 van het WIB 92 preciseert welke inkomsten belastbaar zijn door de BNI (inkomsten van in België gelegen onroerende goederen ; etc.). Een nieuwe paragraaf 3 preciseert dat de belasting eveneens wordt geheven op de inkomsten, niet beoogd in paragrafen 1 en 2, maar die overeenkomstig de voorgaande titels van het WIB 92 beschouwd worden als belastbare inkomsten en ten laste vallen van een rijksinwoner, van een binnenlandse vennootschap, van een federale of gefedereerde entiteit, van een Belgische inrichting waarover een niet-inwoner beschikt en dit, voor zover deze inkomsten belastbaar zijn in België ingevolge een overeenkomst tot het vermijden van dubbele belasting en, wanneer dergelijke overeenkomst niet van toepassing is, voor zover de belastingplichtige niet bewijst dat de inkomsten daadwerkelijk belast werden in de Staat waarvan hij inwoner is. Artikel 270 van het WIB 92 werd eveneens gewijzigd en voorziet een verplichting van inhouding van bedrijfsvoorheffing voor diegenen die als schuldenaar, bewaarder, mandataris of tussenpersoon inkomsten beoogd in artikel 228, 3 van het WIB 92 betalen of toekennen. Het gaat hier duidelijk om een substantiële wijziging. Gaat het hier over een restcategorie? Volgens de parlementaire werken zal de precieze lijst van de door het «nieuw regime» beoogde inkomsten jaarlijks opgenomen worden in de kennisgeving aan de schuldenaars van de inkomsten en zou het veiligheidsnet enkel van toepassing zijn op deze lijst Met andere woorden, de wet voorzag een beperkte lijst van inkomsten. Men voegt er nu een algemene categorie aan toe waarbij echter gepreciseerd wordt dat deze categorie beperkt zal zijn tot de inkomsten vastgelegd door de administratie. 5.2. Bezoldigingen Bezoldigingen betaald aan een nietinwoner wanneer deze ten laste zijn van een rijksinwoner (in de ruime betekenis) worden geviseerd in de BNI. De wet voorziet heden dat dit geldt voor de bezoldigingen die rechtstreeks of onrechtstreeks ten laste zijn van een rijksinwoner (in de ruime betekenis). 5.3. Belgische inrichting Het begrip inrichting wordt vervangen door «Belgische inrichting». Een Belgische vestiging wordt gedefinieerd als elke vaste bedrijfsinrichting met behulp waarvan de beroepswerkzaamheden van een buitenlandse onderneming geheel of gedeeltelijk in België worden uitgeoefend. Er worden eveneens preciseringen aangebracht voor wat betreft de geleverde diensten (een limiet van dertig
5 dagen wordt weerhouden om te beschouwen dat het gaat om een Belgische inrichting). Het betreft een antimisbruik bepaling zoals deze werd toegestaan door de overeenkomsten tot het vermijden van een dubbele belasting. Contact : Mter Sabrina Scarnà ss@tetralaw.com Disclaimer : De juridische informatie verschaft in de «TETRALERTS» is algemene commentaar met een puur informatief karakter en kan dus in geen geval worden beschouwd als juridisch advies. Deze informatie houdt immers geen rekening met de omstandigheden eigen aan aan en toepasselijk op een persoon of een entiteit in het bijzonder. Tetra Law doet al het mogelijke opdat de verschafte informatie zo precies en actueel mogelijk is. Zij kan echter niet garanderen dat deze informatie exact is op de datum waarop de TETRALERT gelezen wordt of waarop zij in de toekomst gelezen zal worden. Elkeen zal er dus op toezien zich te informeren bij een professioneel en gekwalificeerd raadgever voor zijn persoonlijke situatie. Tetra Law ontkent elke aansprakelijkheid voor elke schade die zou voortvloeien uit de informatie vermeld in de «TETRALERTS». Tetra Law is niet verantwoordelijk voor de inhoud van externe internetsites die vermeld zouden zijn in de TETRALERTS.