REGISTER VOOR DE OSTEOPATEN VAN BELGIE - R.O.B. - DE OSTEOPAAT BEROEPSCOMPETENTIE PROFIEL



Vergelijkbare documenten
C u r r i c u l u m m o d u l a i r e o p l e i d i n g

C u r r i c u l u m m o d u l a i r e o p l e i d i n g

C u r r i c u l u m m o d u l a i r e o p l e i d i n g A c a d e m i e j a a r

l e i d e n d t o t h e t DO- d i p l o m a e n d e g r a a d M a s t e r o f Science in Osteopathy (MSc.Ost.)

Curriculum modulaire opleiding

Integrale lichaamsmassage

Osteopathie is een manuele geneeswijze, wat inhoudt dat er geen apparaten aan te pas komen.

Eindtermen. Eindtermen Praktijk: Eindtermen Voetreflextherapeut.doc 1

HET WERKEN met GEZONDHEIDSPROFIELEN in de MANUELE THERAPIE

C u r r i c u l u m v o l t i j d s e o p l e i d i n g A c a d e m i e j a a r

Fga voor je gezondheid, zorg voor lichaam en geest. ascia therapie

Curriculum voltijdse opleiding Academiejaar

Osteopathie. Presentatie Passage Bergentheim

Osteopathische geneeskunde. De milt. Luc Peeters & Grégoire Lason

Wat kan u verwachten van uw osteopaat

Planning Fascia College

The International Academy of Osteopathy

Opleiding Orthopedische Manuele Therapie. 18 april 2013

C u r r i c u l u m v o l t i j d s e o p l e i d i n g

De darmen als basis van een goede gezondheid

Osteopathische Geneeskunde. Integratie en toegepaste principes in de osteopathie. Luc Peeters & Grégoire Lason

BUSQUET METHODE DE FYSIOLOGISCHE KETTINGEN

INVLOED VAN ZWANGERSCHAP & GEBOORTE OP BORSTVOEDING

In deze les leer je ook wat shock voor een lichaam betekent en hoe we dit kunnen behandelen.

Waar komt de naam Mesologie vandaan? De naam Mesologie is afkomstig van het Griekse woord mesos, wat midden betekent.

Wat zijn segmentale relaties?

Ooit nagedacht over wat er gebeurt onder een halsband?

Demo. De osteopathische encyclopedie. The International Academy of Osteopathy I.A.O. Geachte mevrouw, mijnheer,

PROFESSIONELE BACHELOR ERGOTHERAPIE Modeltraject eerste jaar Semester 1 OPLEIDINGSONDERDELEN 2015/2016

Landelijk Opleidingscompetentieprofiel. Master Physician Assistant

Beroepscompetentieprofiel Osteopathie

Zin en onzin van manueel onderzoek en behandeling bij cervicobrachialgie. Dr. G. VYNCKE

BLINDISME: EEN OSTEOPATISCHE BENADERING Martin Ott

Multimorbiditeit & Klinisch redeneren. Karin Timm Hester Vermeulen

- Geplaatst in VISUS EBM IN DE OPTOMETRIE: HOE PAS JE HET TOE?

Myofasciaal Pijn Syndroom een analyse voor (para)medici

ZELFMANAGEMENTONDERSTEUNING IN DE CHRONISCHE ZORG COMPETENTIES BIJ (STUDENT)VERPLEEGKUNDIGEN

Op zoek naar de oorzaak

Centrum voor Revalidatie Complex Regionaal Pijn Syndroom (CRPS)

BS 31/05/2002 in voege 01/06/2002. Gewijzigd door: MB 16/01/2006 BS 10/02/2006 MB 23/03/2007 BS 05/04/2007

Bijlage 1: Kwantitatieve gegevens

Myofasciaal Pijn Syndroom een analyse voor (para)medici

PROFESSIONELE BACHELOR ERGOTHERAPIE Modeltraject eerste jaar Semester 1 OPLEIDINGSONDERDELEN 2016/2017

Fysiotherapie na acceleratie deceleratie trauma. Fysiotherapie na acceleratie deceleratie trauma. Fysiotherapie na acceleratie deceleratie trauma

Victor Niemeijer Sportarts SMA Elkerliek

Visie op verpleegkundige professionaliteit

Fysiotherapie en Benigne Pijn: Welke vraag?

INTEGRATIEVE KANKERZORG EN MIND-BODY GENEESKUNDE

Myofasciaal Pijn Syndroom

Factsheet Manuele therapie en therapeutische mogelijkheden bij zuigelingen (0-1 jaar)

Secundair onderwijs - Tweede graad ASO/KSO/TSO - Natuurwetenschappen - Vakgebonden eindtermen

Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4. Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4

Fysius werkt samen met u aan een leven zonder rugpijn.

Paramedisch OnderzoekCentrum

Onze praktijk. Fysiotherapie. Manuele therapie. Kinderfysiotherapie. Sportfysiotherapie. Sporten onder begeleiding. Echografie. Voeding.

Is de behandeling van lage rugklachten door middel van tractie evidence based? Dr Peter Verspeelt Fysische geneeskunde en revalidatie 24 oktober 2015

Examenprogramma biologie havo

Competentieprofiel van de genetisch consulent

Osteopathische Geneeskunde. De thoracale wervelkolom en de ribben. Luc Peeters & Grégoire Lason

EURO BOOKS ONLINE - Digitaal bladeren in juridische uitgaven. Uitgave C.I.P. Koninklijke Bibliotheek Albert I NUR 820 I.S.B.N.

25 jaar whiplash in Nederland

Bij de MSF (verwijzers) is het verplicht minimaal 3 verwijzers een vragenlijst te sturen, voor de

Evidence based nursing: wat is dat?

Het ICF schema ziet er als volgt uit. (Schema uit hoofdtekst hier opnemen)

Beroepscompetentieprofiel Osteopathie

Pijn. Wat is pijn 1,2,3? Hoe ontstaat pijn 1,3?

Nekpijnklachten: oorzaak en behandeling Manuele therapie bij nekpijnklachten

Fase 1: Verwijzing, aanmelding en initiële hypothese. Screening. Hypothese: Er is mogelijk sprake van liespijn als gevolg van rode vlaggen.

Wat is manuele therapie?

FASCIATHERAPIE Verminder je pijn en verbeter je levenskwaliteit door bewuster te bewegen.

International College for Research on Equine Osteopathy BROCHURE OPLEIDING DIEROSTEOPATHIE.

ADDENDUM 1: HAND-OUTS I

Biologie inhouden (PO-havo/vwo): Dynamisch evenwicht

ChinLi TuiNa. Welkom. Uitleg over Tuina massage

De bekkenfysiotherapeut helpt met diagnostiek en behandeling van klachten in het gebied van buik, bekken, bekkenbodem en lage rug

Toelichting De kerncompetentie vakinhoudelijk handelen vormt de rode draad van elke leerweg. De andere kerncompetenties zijn daarbij ondersteunend.

Functionele omschrijving van de voedingsprofessional BeweegKuur

Domeinbeschrijving manuele therapie NVMT

Drs. Nathan Hutting Dr. Sarah Detaille

Examenprogramma biologie vwo

Medische terminologie

Bachelorcompetenties Mastercompetenties Afstudeerrichtingspecifieke mastercompetenties

Fysieke fitheid, vermoeidheid en fysieke training bij sarcoïdose patiënten

KINESIOLOGIE CAM: COMPLEMENTAIRE & ALTERNATIEVE METHODE

PR V1. Beroepscompetentie- profiel RBCZ therapeuten

3 Anatomie en fysiologie Acute pijn Chronische pijn Chronische pijn en limbisch systeem? 23

Praktijk voor Osteopathie Osteopaat

Iedereen ervaart wel eens lichamelijke klachten. Soms is hiervoor een duidelijke oorzaak, zoals een beschadiging of een ontsteking, maar vaak is er ge

Psyche en Sysiphus Herstel versus chroniciteit: het belang van arbeids(re)integratie. 16 oktober 2015

Welkom op de implementatie cursus KNGF-richtlijn Manuele Therapie bij Lage-rugpijn

Evaluatie stage extra muros

De opleiding tot Restauratief Tandarts van de Nederlands Vlaamse Vereniging voor Restauratieve Tandheelkunde

De student kan vanuit een eigen idee en artistieke visie een concept ontwikkelen voor een ontwerp en dat concept tot realisatie brengen.

Beroepscompetentieprofiel!Osteopathie!

Fig De Leefstijlacademie

Peer review Het elektronisch Kinesitherapeutisch dossier

Klinisch Redeneren. Leereenheid. Verpleegkundige Vervolgopleidingen

Demo. De osteopathische encyclopedie. The International Academy of Osteopathy I.A.O. Geachte mevrouw, mijnheer,

Informatiegids 2011 Opleiding tot arts OrthoManuele Geneeskunde

Transcriptie:

REGISTER VOOR DE OSTEOPATEN VAN BELGIE - R.O.B. - DE OSTEOPAAT BEROEPSCOMPETENTIE PROFIEL Secretariaat: Yzerhand 18, 9120 Beveren info@osteo-rob.be Copyright door het Register voor de Osteopaten van België (ROB) 2011. Niets uit deze opgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. 1

BEROEPSCOMPETENTIE PROFIEL Inhoud Voorwoord... 4 1. Algemene beschouwingen... 5 1.1. Geschiedenis... 5 1.2. Algemene principes van de osteopathie... 5 1.3. Vijf modellen... 7 1.3.1. Biomechanisch model... 7 1.3.2. Neurologisch model... 7 1.3.3. Ademhaling- en circulatie model... 7 1.3.4. Bio-psychosociaal model... 7 1.3.5. Bio-energetisch model... 7 2. Toepassing van de osteopathie... 8 3. Osteopathische generieke behandelvaardigheden... 9 3.1. Kennis van de osteopathische principes en filosofie... 9 3.2. Diagnosestelling... 9 3.3. Behandeling... 9 3.4. Advies... 9 3.5. Evaluatie... 9 4. Osteopathische klinische vaardigheden... 10 4.1. Anamnese en klinisch onderzoek... 10 4.2. Manipulaties... 10 4.3. Mobilisaties... 10 4.4. Muscle Energy Techniques (MET)... 11 4.5. Spontaneous Release Techniques (SRT)... 11 4.6. Viscerale technieken en drainages... 12 4.7. Craniosacrale technieken... 12 4.8. Fasciale technieken... 12 5. Communicatie - samenwerking... 13 5.1. Met de patiënt... 13 5.2. Met andere gezondheidswerkers... 13 6. Kennis en wetenschap... 14 6.1. Bij- en nascholing... 14 6.2. Bijdrage aan de wetenschap... 14 6.3. Kritische beschouwingen van wetenschappelijk onderzoek... 14 7. Maatschappelijke competenties... 15 7.1. Maatschappelijke ontwikkeling in de gezondheidssector... 15 7.2. Volksgezondheid... 15 7.3. Verzekering... 15 8. Praktijkorganisatie... 16 8.1. management... 16 8.2. Patiëntengegevens... 16 8.3. Wettelijke verplichtingen... 16 9. Professionaliteit en beroepsethiek... 17 10. Beroepsverschillen met aanverwante beroepen en profilering... 18 10.1. Kinesitherapie en manuele therapie... 18 10.2. Chiropraxie... 19 10.3. Klassieke (allopathische) geneeskunde... 19 2

11. Opleiding en training in België... 20 12. Werkzaamheid van de osteopathie... 21 12.1. Mobiliteit... 21 12.2. Somatische disfunctie... 21 12.3. Doorbloeding... 22 12.4. Zelfregulerende mechanismen... 22 12.4.1. Metabole toestand van de klachtenstructuur... 22 12.4.2. Auto-immuunsysteem... 22 12.4.3. Specifieke orgaansystemen: voorbeelden... 22 12.5. Research... 23 13. Veilige technieken... 24 14. Specifieke terminologie... 25 15. Referenties... 27 3

Voorwoord Dit document beschrijft de competenties van de osteopaat. Na een inleiding over de definitie, de principes en de filosofie van de osteopathie beschrijft het document de generieke behandelvaardigheden, de klinische vaardigheden, de communicatiemogelijkheden met patiënten en andere medische beroepen, de bijdrage aan de wetenschap, de praktijkorganisatie, de professionaliteit en de beroepsethiek van de osteopaat. Ook de opleiding tot osteopaat en de werkzaamheid van de osteopathie wordt beschreven. 4

1. Algemene beschouwingen 1.1. Geschiedenis Osteopathie (ook osteopathische geneeskunde genoemd) is een manuele vorm van geneeskunde die ontwikkeld werd door Dr. Andrew Taylor Still, midden de jaren 1800 in de Verenigde Staten van Amerika. Still richtte de eerste school voor osteopathie op (1874) en de principes en filosofie van de osteopathie verspreidden zich snel over de wereld. (Ref.: Cole 1987, EAMT 1906, Still 1899, Still 1902) De osteopathie is geen iatrochemische maar wel een vitalistische en iatromechanische geneeskunde. Uit deze vitalistische en iatromechanische gedachten distilleerde Still zijn principes. In de Verenigde Staten van Amerika loopt de osteopathie opleiding parallel met de allopathische geneeskunde en de Amerikaanse osteopaten hebben dezelfde beroepsmogelijkheden als de Amerikaanse allopathische artsen. (Ref.: American Osteopathic Association: Fact Sheet 2006) Ze voegen de osteopathische principes en filosofie aan hun klassieke patiëntenbenadering toe. Buiten de Verenigde Staten van Amerika zijn osteopaten niet als arts opgeleid. Men spreekt van osteopathic physicians en van osteopaths. Osteopathic physicians (osteopathische artsen) en osteopaths (osteopaten) bezitten gemeenschappelijke competenties die hier worden besproken. Het beroepsprofiel beschrijft de competenties van de osteopaat, niet dat van de osteopathische arts. 1.2. Algemene principes van de osteopathie (Ref.: AOA 2008, Downing 1935, EAMT 1916, Kuchera & Kuchera 1994, Peeters & Lason 2005, Ward 2003) Osteopathie is een gezondheidssysteem waarbij de manuele patiëntenbenadering als doel heeft de gezondheid van de patiënt te optimaliseren en te onderhouden. Osteopathie baseert zich op het concept dat de mens als levend organisme een structurele (anatomie) en functionele (fysiologie) eenheid is. De focus van de osteopathie ligt op de benadering van de optimalisering van de gezondheid van de patiënt en niet op de behandeling van zijn ziekten. De volgende principes worden gehanteerd: 1. De mens is een dynamisch functionerende eenheid waarvan de gezondheidstoestand beïnvloed wordt door lichaam (structuur en functie) en geest. 2. De mens bezit zelfregulerende en zelfcorrigerende mechanismen die verzwakt kunnen zijn en die versterkt kunnen worden door een osteopathische behandeling. 3. Structuur (anatomie) en functie (fysiologie) beïnvloeden elkaar wederzijds op alle niveaus. 4. Rationele osteopathische behandelingen zijn gebaseerd op deze principes. Structuur en functie beïnvloeden elkaar wederzijds via hemodynamische, neurologische, lymfatische en biomechanische weg en dit zowel op het macroanatomisch niveau als op de microscopische, biochemische en cellulaire niveaus. 5

De osteopathiepraktijk combineert medische en wetenschappelijke kennis met deze osteopathische principes en filosofie. Wetenschappelijke en evidence-based kennis hebben een hoge prioriteit in de patiëntenbenadering, dit zowel op onderzoeks- als op behandelingsvlak. De filosofie van de osteopathie werd ontwikkeld als een omkadering van het herkennen en faciliteren van de zelfregulerende mechanismen in het lichaam door het manueel behandelen van bewegingsverliezen en disfuncties die het normale functioneren van de doorbloeding, de neurologische verzorging en de biomechanica belemmeren. In die zin zijn een structurele diagnose en mobilisaties en manipulaties (Osteopathic Manipulative Treatment, OMT Dodd et al 2003) van het musculoskeletale, het viscerale en het craniosacrale systeem essentiële componenten van de osteopathie. De unieke manier waarop osteopathische manipulatie en mobiliserende technieken geïntegreerd worden in de patiëntenbenadering, de behandelduur, de behandelfrequentie en de techniekkeuze zijn zo specifiek dat de osteopathie zich hiermee onderscheidt van andere medische disciplines. De besproken manipulaties zijn niet beperkt tot het kraken van gewrichten in de wervelkolom. Meerdere vormen van osteopathische manuele technieken (van structureel tot functioneel) worden hieronder verstaan (Ref.: AOA OMT 2010). De osteopathische benadering is gebaseerd op 5 modellen van structuur-functie interactie en is niet gelimiteerd tot het behandelen van musculoskeletale klachten. Osteopathie is meer begaan met de wederzijdse invloed van de biomechanica in het musculoskeletale systeem en de ganse lichaamsfysiologie. Osteopathie erkent dat hoewel elke patiënt over dezelfde basiscomponenten beschikt, elk individu zijn eigen adaptaties ontwikkelt op fysische, chemische, emotionele en psychische belastingen. Als gevolg daarvan zal de osteopaat minder bekommerd zijn om de patiënt in een veralgemeend schema te brengen dan wel om de individuele interactie tussen structuur en functie te optimaliseren. Osteopathy is an established recognized system of healthcare which relies on manual contact for diagnosis and treatment. It respects the relationship of body, mind and spirit in health and disease; it lays emphasis on the structural and functional integrity of the body and the body's intrinsic tendency for selfhealing. Osteopathic treatment is viewed as a facilitative influence to encourage this self regulatory process. Pain and disability experienced by patients are viewed as resulting from a reciprocal relationship between the musculoskeletal and visceral components of a disease or strain. World Osteopathic Health Organization (WOHO) 6

1.3. Vijf modellen (Ref.: WHO 2010) 1.3.1. Biomechanisch model Dit model ziet het lichaam als de integratie van somatische componenten die lichaamshouding en lichaamsbalans coördineren. Onevenwichten in dit model kunnen leiden tot energieverlies, wijziging in de proprioceptie, wijzigingen in de gewrichtsstructuren en wijzigingen in de neurovasculaire functies en metabolisme. Therapeutisch gebruikt dit model OMT om de lichaamshouding, lichaamsmobiliteit en lichaamsbalans te herstellen. (Ref.: Gilliss et al 2010, Sucher et al 2005) 1.3.2. Neurologisch model Dit model beschouwt de effecten van spinale facilitatie, proprioceptieve functies en de invloed van het autonome zenuwstelsel en de nociceptie op het functioneren van het neuroendocriene systeem. Van belang is hier duidelijk de interactie tussen het musculoskeletale en het viscerale systeem via het autonome zenuwstelsel. Therapeutisch wordt hier OMT toegepast om de mechanische stress en neurologische input te reduceren. 1.3.3. Ademhaling- en circulatie model Dit model bekommert zich om het onderhouden van een goede kwaliteit van het inter- en intracellulaire niveau vooral wat betreft de zuurstofvoorziening (O 2 CO 2 uitwisseling) en het afvoeren van afvalstoffen. Elke stress, rek of retractie op weefsel kan de circulatie remmen en aldus de gezondheid van het weefsel schaden. Therapeutisch wordt Osteopathic Manipulative Treatment OMT gebruikt om disfuncties van het ademhalingssysteem en van de hemodynamica te herstellen. 1.3.4. Bio-psychosociaal model Dit model bekommert zich om de reactie van het lichaam op omgevings-, sociaaleconomische, culturele, psychische of fysiologische stress. 1.3.5. Bio-energetisch model Het lichaam tracht een balans te behouden tussen energieproductie, energieverdeling en energieverbruik. OMT wordt aangewend om somatische disfuncties te behandelen die het potentieel hebben om deze energiebalans te verstoren. 7

2. Toepassing van de osteopathie Osteopathie wordt toegepast als complement of alternatief van de allopathische geneeskunde. Afhankelijk van de klachten en aandoening zal één of meerdere van de beschreven modellen gebruikt worden. Factoren die de techniekkeuze bepalen zijn: de aandoening, de algemene gezondheidstoestand van de patiënt, zijn voorgeschiedenis en de in het onderzoek gevonden letsels. Elk behandelplan is specifiek voor de patiënt. Er zijn bewijzen voorhanden dat osteopathie werkzaam is bij de behandeling van verschillende aandoeningen waaronder lage rugpijn, fibromyalgie, carpal tunnel syndroom, bepaalde ademhalingsdisfuncties, otitis media, constipatie, etc. Sommige studies tonen aan dat de kost van een osteopathiebehandeling lager ligt dan een allopathische behandeling. Het risico op complicaties is gering. (Alvizatos 2006, Andersson et al 1999, Bledsoe 2004, Brugman et al 2010, Crow & Gorodinsky 2009, Degenhart & Kuchera 2006, Fischer 2009, Fryer et al 2005, Gibson et al 1985, Hallas et al 2009, Hoehler et al 1981, Howard & Drysdale 2006, King et al 2003, Kirk et al 2005, Licciardone 2001, Licciardone et al 2003, Licciardone 2004, Licciardone et al 2005, Licciardone et al 2005, Licciardone 2007, Licciardone et al 2010, Nemett et al 2007, Overberger et al 2009, McReynolds & Sheridan 2005, Norton 2009, Sandhouse et al 2010, Schabert & Crow 2009) Osteopaten werken als onafhankelijke practici en voeren een eigen osteopathische onderzoeks- en behandelingsstrategie. Osteopaten behandelen niet met farmacologie, chirurgie, injectietherapie en naalden. Ze gebruiken geen toestellen en voeren geen bevallingen uit. Steeds bericht de osteopaat de behandelende huisarts over zijn/haar behandeling van de patiënt. Osteopaten werken samen met andere gezondheidswerkers waarvan ze geen concurrenten zijn. 8

3. Osteopathische generieke behandelvaardigheden 3.1. Kennis van de osteopathische principes en filosofie De osteopaat kent de osteopathische principes en filosofie en kan deze in alle onderzoeks- en behandelsituaties toepassen. 3.2. Diagnosestelling De osteopaat is in staat om op basis van zijn kennis van het vakgebied der osteopathie een functionele osteopathische diagnose te stellen die aansluit bij de klacht van de patiënt. Tevens is hij in staat tot het overwegen van andere behandelingen dan osteopathie en er naar te verwijzen. Functionele osteopathische diagnostiek onderscheidt zich van de allopathische diagnostiek. Osteopathische diagnostiek betreft het manueel opsporen van somatische disfuncties die de gezondheidstoestand van de patiënt verstoren en wijzigen en die zelfregulerende mechanismen in het lichaam remmen. (Ref.: Stochkendahl et al 2006) Allopathische diagnostiek is het met alle mogelijke middelen opsporen van aanwezige ziekten bij de patiënt. Hiertoe is de osteopaat niet bevoegd. De osteopaat kan relevante klinische testen waaronder radiografisch onderzoek en labo testen interpreteren in functie van de veiligheid van de patiënt, in functie van het eventueel doorverwijzen van de patiënt en in functie van de osteopathische principes en filosofie. De osteopaat is in staat een uitsluitingdiagnostiek uit te voeren om te bepalen of de patiënt moet doorverwezen worden en of de patiënt gebaat is met een osteopathische behandeling of niet. 3.3. Behandeling Aansluitend op de gestelde diagnose is de osteopaat in staat om een passende osteopathische behandeling aan de patiënt aan te bieden en veilig uit te voeren. 3.4. Advies Aansluitend op de diagnosestelling en de behandeling is de osteopaat in staat om de patiënt voedings- en gedragsadviezen te geven die tot een algehele verbetering van de gezondheidsen welzijnssituatie van de patiënt leiden. 3.5. Evaluatie De osteopaat is in staat zijn behandelingsresultaten te evalueren op een zo objectief mogelijke manier. 9

4. Osteopathische klinische vaardigheden 4.1. Anamnese en klinisch onderzoek De osteopaat bezit de professionele vaardigheden betreffende het afnemen van een grondige anamnese tot het opsporen van de klachtenveroorzakende structu(u)r(en). In deze grondige anamnese is inbegrepen het opsporen van aandoeningen die niet tot de osteopathische behandelcompetenties behoren; het betreft het opsporen van contra-indicaties tot osteopathische behandeling of technieken. De osteopaat bezit de professionele vaardigheden betreffende het in algemene en specifieke zin kunnen toepassen van manuele onderzoekstechnieken (Ref.: Bush & Vorro 2009) tot het opsporen van somatische disfuncties op een veilig, manueel-technisch en functioneel hoogstaand niveau. Hiertoe wordt gebruik gemaakt van palpatie van alle mogelijke lichaamsstructuren met het oog op het vinden van weefselveranderingen. De gevonden weefselveranderingen worden in verband gebracht met de gevonden somatische disfuncties. Naast de palpatie wordt gebruik gemaakt van manueel mobiliteitsonderzoek van alle mogelijke lichaamsstructuren, voornamelijk van maar niet beperkt tot musculoskeletale gewrichten. De osteopaat beschikt dan ook over doorgedreven palpatoire en mechanische onderzoeksvaardigheden. De osteopaat is in staat een uitsluitingdiagnostiek uit te voeren om te bepalen of de patiënt moet doorverwezen worden en of de patiënt gebaat is met een osteopathische behandeling of niet. 4.2. Manipulaties De osteopaat bezit de professionele vaardigheden betreffende het in algemene en specifieke zin kunnen toepassen van manipulatietechnieken op een veilig, manueel-technisch en functioneel hoogstaand niveau. Hij/zij bezit de vaardigheden manipulatietechnieken toe te passen, aangepast aan leeftijd, geslacht, aandoening en huidige toestand van de patiënt. De osteopaat herkent eveneens contra-indicaties voor het toepassen van de manipulatie. Manipulaties worden toegepast in alle mogelijke musculoskeletale lichaamsgebieden en kunnen met korte of lange hefboom gebruikt worden met als doel bewegingsmechanica te herstellen, lokale doorbloeding en homeostase te verbeteren of via neurologische of vasculaire weg somatische disfuncties en letselketens te corrigeren. Manipulaties kunnen eveneens houdings- en balansstoornissen beïnvloeden en zo de energiebalans van de patiënt harmoniseren. (Bronfort et al 2001, Bronfort et al 2004, Bronfort et al 2008, Bronfort et al 2010, Cecchi et al 2010, de Almeida et al 2010, Du et al 2010, Gross et al 2010, Liu et al 2010, Passmore et al 2010, Taylor & Murphy 2010) 4.3. Mobilisaties De osteopaat bezit de professionele vaardigheden betreffende het in algemene en specifieke zin kunnen toepassen van mobilisatietechnieken op een veilig, manueel-technisch en functioneel hoogstaand niveau. 10

Hij/zij bezit de vaardigheden mobilisatietechnieken toe te passen, aangepast aan leeftijd, geslacht, aandoening en huidige toestand van de patiënt. De osteopaat herkent eveneens contra-indicaties voor het toepassen van de mobilisatie. Mobilisaties worden toegepast in alle mogelijke lichaamsgebieden en kunnen met korte of lange hefboom gebruikt worden met als doel bewegingsmechanica te herstellen, lokale doorbloeding en homeostase te verbeteren of via neurologische of vasculaire weg somatische disfuncties en letselketens te corrigeren. Mobilisaties kunnen eveneens houdings- en balansstoornissen beïnvloeden en zo de energiebalans van de patiënt harmoniseren. (Ref.: Gross et al 2010) 4.4. Muscle Energy Techniques (MET) (Mitchel et al 1997) De osteopaat bezit de professionele vaardigheden betreffende het in algemene en specifieke zin kunnen toepassen van MET op een veilig, manueel-technisch en functioneel hoogstaand niveau. Hij/zij bezit de vaardigheden MET toe te passen, aangepast aan leeftijd, geslacht, aandoening en huidige toestand van de patiënt. De osteopaat herkent eveneens contra-indicaties voor het toepassen van MET. MET worden toegepast in alle mogelijke musculaire lichaamsgebieden en kunnen zowel spierversterkend, spierrekkend als spierontspannend worden toegepast. Ze herstellen tonus- en trofische wijzigingen alsook de spierbalans met als doel posturologische correcties door te voeren. Het doel van MET kan ook zijn om bewegingsmechanica te herstellen, lokale doorbloeding en homeostase te verbeteren of via neurologische of vasculaire weg somatische disfuncties en letselketens te corrigeren. (Ref.: Burns & Wells 2006) 4.5. Spontaneous Release Techniques (SRT) (Ref.: Jones 2004) De osteopaat bezit de professionele vaardigheden betreffende het in algemene en specifieke zin kunnen toepassen van SRT op een veilig, manueel-technisch en functioneel hoogstaand niveau. Hij/zij bezit de vaardigheden SRT toe te passen, aangepast aan leeftijd, geslacht, aandoening en huidige toestand van de patiënt. De osteopaat herkent eveneens contra-indicaties voor het toepassen van SRT. SRT zijn technieken die werden ontwikkeld door L. Jones, osteopaat en bestaan erin om via monitoring van pijnpunten en het voor de patiënt passief doorvoeren en aanhouden van gewrichtsposities deze pijnpunten te laten verdwijnen. De juiste neurofysiologische achtergrond van deze technieken berust op het spierspoelmechanisme. Het doel van SRT is om bewegingsmechanica te herstellen, lokale doorbloeding en homeostase te verbeteren en via neurologische of vasculaire weg somatische disfuncties en letselketens te corrigeren. Ze hebben tevens een lokale invloed op pijnpunten. 11

4.6. Viscerale technieken en drainages De osteopaat bezit de professionele vaardigheden betreffende het in algemene en specifieke zin kunnen toepassen van viscerale- en drainagetechnieken op een veilig, manueel-technisch en functioneel hoogstaand niveau. Hij/zij bezit de vaardigheden viscerale- en drainagetechnieken toe te passen, aangepast aan leeftijd, geslacht, aandoening en huidige toestand van de patiënt. De osteopaat herkent eveneens contra-indicaties voor het toepassen van drainagetechnieken. Viscerale technieken zijn zachte handgrepen, direct of via hefboom met als doel mobiliteit, weefselcongestie, doorbloeding en homeostase gunstig te beïnvloeden en via neurologische of vasculaire weg somatische disfuncties en letselketens te corrigeren. Drainagetechnieken omvatten musculoskeletale en viscerale zachte handgrepen, direct of via hefboom met als doel weefselcongestie, doorbloeding en homeostase gunstig te beïnvloeden en via neurologische of vasculaire weg somatische disfuncties en letselketens te corrigeren. Ze omvatten manuele technieken op het diafragma om dezelfde doelen te bereiken. 4.7. Craniosacrale technieken (Ref.: Becker 2001, Bering 1962, Enzman 1991, Ferguson 1991, Ferre 1991, Greenman 1995, Greitz 1992 & 1993, Heisev 1993, Hubbart 1971, Jaslow 1992, Kimmer 1961, Magoun 1979, Moskalenko et al 1980 & 2003, Nelson 2001 & 2002, Retzlav 1975, Sergueef 2001 & 2002, Sutherland 1939, Upledger 1971) De osteopaat bezit de professionele vaardigheden betreffende het in algemene en specifieke zin kunnen toepassen van craniosacrale technieken op een veilig, manueel-technisch en functioneel hoogstaand niveau. Hij/zij bezit de vaardigheden craniosacrale technieken toe te passen, aangepast aan leeftijd, geslacht, aandoening en huidige toestand van de patiënt. De osteopaat herkent eveneens contra-indicaties voor het toepassen van craniosacrale technieken. Craniosacrale technieken werden ontwikkeld door W.G.Sutherland, osteopaat. Het zijn uiterst zachte en in amplitudo minimale mobilisatietechnieken van schedelstructuren (suturen, temporomandibulaire gewrichten en hoog cervicale gewrichten) met als doel de vascularisatie van schedel en inhoud vooral drainerend te beïnvloeden alsook een balancerende invloed te hebben op de algemene neurovegetatieve toestand van de patiënt. 4.8. Fasciale technieken De osteopaat bezit de professionele vaardigheden betreffende het in algemene en specifieke zin kunnen toepassen van fasciale technieken op een veilig, manueel-technisch en functioneel hoogstaand niveau. Hij/zij bezit de vaardigheden fasciale technieken toe te passen, aangepast aan leeftijd, geslacht, aandoening en huidige toestand van de patiënt. De osteopaat herkent eveneens contra-indicaties voor het toepassen van fasciale technieken. Fasciale technieken zijn technieken op alle mogelijke lichaamsfasciën. Het zijn initieel fasciale rektechnieken die als doel hebben om via mechanische, neurologische of vasculaire weg somatische disfuncties en letselketens te corrigeren. 12

5. Communicatie - samenwerking 5.1. Met de patiënt De osteopaat bezit de professionele vaardigheden om een goede verstandhouding met de patiënt op te bouwen, waarbij hij/zij op heldere wijze het osteopathisch onderzoek en behandelen uitlegt. Hierbij toont de osteopaat respect, begrip, betrokkenheid en vertrouwen naar de patiënt toe. De osteopaat houdt rekening met de taalachtergrond van de patiënt (met inachtneming van de oorspronkelijke taal van de patiënt, zijn sociaaleconomische status en het daarmee gepaard gaande woordgebruik). De osteopaat kan relevante vragen stellen. Inleidende vragen, vervolgvragen, reflectievragen, open en gesloten vragen. Hij/zij kan belangrijke informatie uit gesprekken opnemen. De osteopaat gaat met de verkregen patiëntengegevens vertrouwelijk om. 5.2. Met andere gezondheidswerkers De osteopaat kan de anamnese, het onderzoek en de keuzes in de behandelwijze mondeling en schriftelijk weergeven en verantwoorden, met inachtneming van medisch taalgebruik. De osteopaat streeft overleg en samenwerking met andere disciplines uit de gezondheidszorg na en is zich bewust van de plaats die de osteopathie in het bredere veld van de gezondheidszorg inneemt. Hij/zij toont zich daarbij bewust van de grenzen van samenwerking en de grenzen van het eigen vak. Hij/zij kan de patiënt informeren over wat andere disciplines in de gezondheidszorg kunnen bijdragen en/of kunnen aanvullen. Hij/zij kan netwerken met andere professionals opbouwen en onderhouden. Hij/zij is betrouwbaar, houdt zich aan afspraken en behandelt verkregen informatie met uiterste zorg en vertrouwelijkheid (conform de daarvoor vastgestelde beroepscode). De osteopaat beschikt over inzicht in wat de consequenties van het eigen handelen kunnen hebben voor de overige beroepsmensen binnen een (multidisciplinair) team en kan met dien verstande adequaat functioneren in teamverband. Hij/zij kan de eigen werkzaamheden afstemmen op die van anderen, is hulpvaardig en collegiaal en stelt zich open op. De osteopaat houdt zich aan de grenzen van de eigen deskundigheid en die van de osteopathie door doelgericht, adequaat en tijdig te verwijzen. De osteopaat draagt zowel vertrouwelijke als niet-vertrouwelijke informatie over patiënten zorgvuldig over aan beroepsgenoten en derden (indien nodig), daarbij altijd strikt rekening houdend met de codes rondom het beroepsgeheim. Hij/zij handelt daarbij tevens conform de algemene richtlijn van de beroepscode der osteopathie. 13

6. Kennis en wetenschap 6.1. Bij- en nascholing De osteopaat is verantwoordelijk voor het ontwikkelen en onderhouden van een persoonlijk bij- en nascholingsplan. Hij/zij voldoet aan de eisen voor nascholing zoals door de beroepsgroep gesteld. De osteopaat erkent het lifelong learning aspect van het beroep. 6.2. Bijdrage aan de wetenschap De osteopaat werkt mee aan effectiviteit- en kwaliteitsonderzoek. Hij/zij is in dit geval in staat een afweging te maken van de noodzaak, relevantie en te verwachten resultaten van voornoemd onderzoek. Hij/zij is bereid stagiaires te begeleiden in de praktijk. De osteopaat is in staat zelfstandig en in teamverband een onderzoeksprotocol op te stellen, hypothesen te formuleren, wetenschappelijke vragen te formuleren en een wetenschappelijk onderzoek door te voeren en te publiceren. 6.3. Kritische beschouwingen van wetenschappelijk onderzoek De osteopaat beschikt over inzicht in de principes van statistische en cijfermatige vaardigheden. Hij/zij is in staat om onderzoeksresultaten betreffende de osteopathie en de geneeskunde afdoende te analyseren en te interpreteren en kan relevante onderzoeksresultaten en wetenschappelijke informatie inpassen in het eigen osteopathisch denken en handelen. 14

7. Maatschappelijke competenties 7.1. Maatschappelijke ontwikkeling in de gezondheidssector De osteopaat informeert zich via relevante vakliteratuur en via de media inzake actuele ontwikkeling op het gebied van de gezondheidszorg. Hij/zij is lid van de beroepsvereniging. 7.2. Volksgezondheid De osteopaat weet in de eigen praktijk situaties te herkennen die relevant zijn voor de gehele volksgezondheid. Hij/zij kent ook de instanties waar eventuele bedreigingen voor de volksgezondheid moeten gerapporteerd worden. 7.3. Verzekering De osteopaat is op de hoogte van de wetten op de ziekteverzekering. Hij/zij weet hoe hij toegang tot polisgegevens van zorgverzekeraars kan krijgen en kan deze gegevens interpreteren voor wat de vergoeding voor osteopathische behandelingen betreft. De osteopaat is adequaat verzekerd tegen mogelijke beroepsfouten. 15

8. Praktijkorganisatie 8.1. management De osteopaat organiseert mensen, middelen en informatie binnen de eigen praktijk op dusdanige wijze, dat op efficiënte en effectieve wijze continue zorg geboden kan worden. 8.2. Patiëntengegevens De osteopaat draagt zorg voor de privacybescherming van de patiënt. Hij/zij registreert op systematische, zorgvuldige en vertrouwelijke wijze de relevante gegevens van de patiënt in het (eventueel digitale) patiëntendossier. 8.3. Wettelijke verplichtingen De osteopaat evalueert planmatig en met regelmaat de eigen praktijkvoering en staat toe dat de eigen praktijk regelmatig geëvalueerd wordt door het beroepsregister. De osteopaat handelt conform de wet inzake het uitvoeren van de boekhouding en verplichtingen ten opzichte van de fiscus. De reglementering van de door de raad van state bekrachtigde beroepsvereniging betreffende de praktijkvoering wordt gerespecteerd. 16

9. Professionaliteit en beroepsethiek De osteopaat is in staat tot het leveren van een onafhankelijke en specifieke gezondheidszorg die bijdraagt tot de verbetering van de kwaliteit van leven en daarmee het algemene welbevinden van de patiënt. Hij/zij werkt patiëntgericht en stelt de individuele patiënt centraal. Hij/zij is zich bewust van zijn verantwoordelijkheden ten opzichte van patiënten, collegae, het osteopathische beroep en de gezondheidszorg in het algemeen. De osteopaat is volledig zelfstandig in zijn beroepsuitoefening en tevens in staat om het beroep van osteopaat daadwerkelijk in de praktijk uit te oefenen en te evalueren. Hij/zij beschikt over een kritisch inzicht in de eigen mogelijkheden en beperkingen. In deze context is de osteopaat tevens opgeleid tot het opzoeken en interpreteren van wetenschappelijk onderzoek met betrekking tot zijn vak. Nieuwe inzichten en wetenschappelijke bewijzen worden geïmplementeerd in de osteopathiepraktijk en in het osteopathieonderwijs. De osteopaat handelt doelgericht, oplossingsgericht en onafhankelijk. De osteopaat is bekend met de actuele wetgeving en ethische overwegingen met betrekking tot het handelen in de praktijk. Hieronder vallen zaken als zwijgplicht, gedragscode, beroepscode. 17

10. Beroepsverschillen met aanverwante beroepen en profilering 10.1. Kinesitherapie en manuele therapie De osteopathie verschilt van de kinesitherapie en manuele therapie op verschillende vlakken: De osteopathie hanteert de osteopathische principes en filosofie zoals in dit document beschreven. Dit is eigen aan de osteopathie, niet aan de kinesitherapie of aan de manuele therapie. De osteopathie behandelt geen ziekten maar optimaliseert de gezondheidstoestand van de patiënt met het oog op het stimuleren van diens zelfregulerende krachten (immuniteit, herstelvermogen). De kinesitherapie richt zich op revalidatie, oefentherapie en op ondersteuning van het allopatische concept. Manuele therapie richt zich op specifieke musculoskeletale klachten en onderzoekt en behandelt lokale stress in gewrichten en weke delen. De osteopathie hanteert de somatische disfunctie als mogelijke oorzaak van klachten in alle mogelijke structuren en streeft er naar de somatische disfuncties op te heffen. De osteopathie voert geen revalidatie, massage of oefentherapie uit. Revalidatie, massage en oefentherapie zijn specifieke vakgebieden van de kinesitherapie. De osteopathie maakt geen gebruik van toestellen, noch elektrisch, noch mechanisch. Toestellen worden frequent in de kinesitherapie gebruikt. De behandelfrequentie van de osteopathie is maximaal 1 maal per week, dit om het lichaam de mogelijkheid te geven zijn zelfregulerende en zelfcorrigerende mechanismen optimaal te benutten. In de kinesitherapie en manuele therapie wordt frequenter behandeld. Mobiliteitsprincipes worden in de kinesitherapie en manuele therapie gebaseerd op bewegingsamplitudo, in de osteopathie op het juiste gebruik van bewegingsassen en biomechanica. Osteopathie beschouwt de ganse patiënt (holisme) om de invloeden van somatische disfuncties, verklevingen, retracties en bewegingsverliezen in andere regio s op het klachtengebied op te lossen. Kinesitherapie en manuele therapie beschouwen de klachtenregio als essentieel in de behandeling. Kinesitherapie en manuele therapie beperken zich tot het musculoskeletale systeem en osteopathie beschouwt de interactie tussen het musculoskeletale, het viscerale en het craniosacrale systeem als essentieel voor het behoud van gezondheid en het eigen regeneratievermogen. Osteopathie beschouwt preventie als uiterst belangrijk. Regelmatig een osteopaat bezoeken, ook als er geen klachten zijn, betekent dat aanwezige somatische disfuncties, bewegingsbeperkingen en verklevingen minder kans krijgen om een klachtenpatroon te ontwikkelen. Kinesitherapie ziet preventie als het geven van bewegingsadviezen, niet als behandeling. Osteokiné praktijken worden niet als osteopathiepraktijken beschouwd. De kinesitherapeuten die tevens osteopathische technieken aanbieden gaan er van uit dat deze osteopathische technieken complementair zijn aan de kinesitherapietechnieken. Ze vergeten echter dat osteopathie een totaalconcept is (en geen verzameling van technieken) met voor het onderzoek en behandeling specifieke principes. 18

De kinesitherapie en manuele therapie hebben voor elke aandoening een behandelingsrecept. Osteopathie beschouwt elke patiënt als uniek en elke klacht specifiek gebonden aan individuele letselpatronen. 10.2. Chiropraxie De osteopathie verschilt van de chiropraxie op verschillende vlakken: De osteopathie hanteert de somatische disfunctie als mogelijke oorzaak van klachten in alle mogelijke structuren en streeft er naar de somatische disfuncties op te heffen. Dit gebeurt in de osteopathie niet enkel via manipulatie van de wervelkolom of extremiteiten maar via meer uitgebreide OMT alsook via viscerale, craniosacrale en fasciale technieken. Chiropraxie gebruikt enkel manipulatie als behandeltechniek. De behandelfrequentie van de osteopathie is maximaal 1 maal per week, dit om het lichaam de mogelijkheid te geven zijn zelfregulerende mechanismen optimaal te benutten. Chiropraxie behandelt frequenter. Een osteopathische behandeling heeft een minimumduur van 30 minuten. Chiropraxie heeft een veel kortere behandeltijd. 10.3. Klassieke (allopathische) geneeskunde De osteopathie verschilt van de allopathische geneeskunde op verschillende vlakken: De osteopathie hanteert de somatische disfunctie als mogelijke oorzaak van klachten in alle mogelijke structuren en streeft er naar de somatische disfuncties op te heffen. In de klassieke geneeskunde kent men de somatische disfunctie vooral als deel van de diagnostiek maar wordt ze niet gebruikt als therapeutische mogelijkheid. De osteopathie heeft een specifieke osteopathische diagnostiek, gebaseerd op het zoeken naar somatische disfuncties en stelt geen medische diagnostiek als zijnde het bepalen van de ziekte. Allopatische geneeskunde zoekt vooral de ziekte op. De osteopathie gebruikt enkel manuele technieken (OMT) in onderzoek en behandeling. De osteopaat ziet de huisarts als centrale figuur in de gezondheidszorg van de patiënt. Hoewel de osteopaat onafhankelijk onderzoekt en behandelt, licht hij/zij de huisarts in over zijn/haar bevindingen en specifieke osteopathische behandeling. De osteopathie is niet in concurrentie of competitie met de allopathische geneeskunde. Zuiver functionele klachten kunnen via osteopathie behandeld worden. Bij echte structurele klachten (erfelijke aandoeningen, fracturen, kanker, echte, aangetoonde ziekten) kan in sommige gevallen de osteopathie complementair zijn; in andere gevallen niet aangewezen. Osteopathie werkt niet levensreddend zoals de allopathische geneeskunde. 19

11. Opleiding en training in België Osteopaten hebben een brede basis nodig van basismedische wetenschappen en klinische kennis. Een sterke wetenschappelijke achtergrond is noodzakelijk om de 5 modellen onafhankelijk, veilig en efficiënt in de praktijk om te zetten. Uitsluitingsdiagnostiek neemt een belangrijke plaats in in het opleidingsprogramma. Het ROB streeft naar een academisch niveau MSc.Ost. voor alle osteopaten. Enkel op die manier kan het beroep osteopaat ernstig genomen worden door andere medische beroepsgroepen en kan de osteopathie beschouwd worden als een wetenschappelijk gefundeerde wetenschap, onafhankelijk van kinesitherapie, chiropraxie, manuele therapie en de klassieke geneeskunde. De toelatingsvoorwaarden tot het volgen van een opleiding tot osteopaat moeten gelijk zijn aan de toelatingsvoorwaarden om universitaire studies aan te vatten. Het opleidingscurriculum moet voldoen aan de vereisten van het Bologna proces (BAMA structuur) met een minimum leerbelasting (na Algemeen Secundair Onderwijs ASO) van 300 ECTS credits en een academische graad MSc.Ost. die verder toelating verleent tot doctoraats- of PhD studies. De leerdoelen in een opleidingscurriculum voor osteopaten moeten de beroepscompetenties zoals beschreven in dit beroepscompetentie profiel nastreven en opleiden tot academisch gevormde osteopaten. Er moet regelmatig samenspraak zijn tussen enerzijds de beroepsvereniging en anderzijds de opleidingsinstituten om er voor te zorgen dat de coherenties tussen opleidingsdoelen en beroepseisen blijft bestaan. 20