OVE Rentefonds Europa 1-3. HALFJAARBERICHT 2014 1 januari 30 juni 2014



Vergelijkbare documenten
Halfjaarbericht Bright LifeCycle Fonds

HALFJAARBERICHT januari 30 juni 2013

Halfjaarbericht Bright LifeCycle Fonds

Jaarverslag Stichting Optimix Beleggersgiro 2013

Stichting Bewaarneming Fondsen DCO 1. Jaarrekening 2013

HALFJAARVERSLAG Over de periode 1 januari 2017 tot en met 30 juni Finles Bond Fund

SynVest Beleggingsfondsen nv. Halfjaarcijfers Bestuursverslag Verslag directie 2

OVE Rentefonds Europa 1-3 JAARVERSLAG 2014

ANBI Publicatie Stichting De Nijensteen, Heerde

HALFJAARVERSLAG Over de periode 1 januari 2017 tot en met 30 juni Finles Multi Strategy Hedge Fund I.L.

BNP Paribas Fund IV -BNP Paribas Rente Gigant Garantie Fonds II

ABN AMRO Strategie Fondsen

STICHTING DEPOSITARY QUANTRUST MACRO FUND AMERSFOORT JAARREKENING 2013

AANVULLEND PROSPECTUS. Allianz Holland Fund. aandelen serie 4 in Allianz Holland Paraplufonds N.V.

OVE Rentefonds Europa 1-3. HALFJAARBERICHT januari 30 juni 2015

HOLLAND IMMO GROUP BEHEER B.V. TE EINDHOVEN. Halfjaarcijfers per 30 juni Geen accountantscontrole toegepast

Jaarrekening Stichting Bewaarder Mn Services Levensloop Fonds 2013

Stichting Vrienden van het Mauritshuis te s-gravenhage

OVE Global Sustainability Fund JAARVERSLAG 2014

Halfjaarbericht Bright LifeCycle Fonds

OVE Rentefonds Europa 4-7 JAARVERSLAG 2014

Beleggingsverslag. 1 januari 2017 tot en met 31 december Aegon Levensverzekeringen NV inzake toeslagen Loodswezen

Beleggingsverslag. 31 december 2015 tot en met 31 december Aegon Levensverzekeringen NV inzake toeslagen Loodswezen

HOLLAND IMMO GROUP INSINGER DE BEAUFORT BEHEER B.V. TE EINDHOVEN. Halfjaarcijfers per 30 juni Geen accountantscontrole toegepast

Eagle Fund Beheer B.V.

OVE Rentefonds Europa 4-7 JAARVERSLAG 2013

HALFJAARVERSLAG Over de periode 1 januari 2017 tot en met 30 juni Finles Fountain Umbrella Fund

Halfjaarverslag. Legal & General Nederland Beleggingen B.V. 2009

ANBI Publicatie Stichting DOB Equity, Amsterdam

OVE Rentefonds Europa 4-7. HALFJAARBERICHT januari 30 juni 2015

HOLLAND IMMO GROUP BEHEER B.V. TE EINDHOVEN. Halfjaarcijfers per 30 juni Geen accountantscontrole toegepast

STICHTING BEWAARDER COMMODITY DISCOVERY FUND AMERSFOORT JAARREKENING 2014

BNP Paribas Garantie Fondsen besloten fondsen voor gemene rekening

Jaarverslag Stichting Optimix Beleggersgiro 2014

HOLLAND IMMO GROUP BEHEER B.V. TE EINDHOVEN. Halfjaarcijfers per 30 juni Geen accountantscontrole toegepast

AANVULLEND PROSPECTUS. Allianz Geldmarkt Fonds. aandelen serie 14 in Allianz Paraplufonds N.V.

Halfjaarverslag BND Paraplufonds Collectief

Tussentijds bericht Staalbankiers Beleggingsfondsen Beheer B.V. per

JAARRAPPORT Oyens & Van Eeghen Beheer B.V. Zuidplein XV AMSTERDAM

Stichting Bewaarder BNP Paribas Beleggingsfondsen NL. te Amsterdam. Jaarrekening 2013

Halfjaarcijfers per 30 juni 2014

American Value Fund. Halfjaarverslag. over de periode 5 november 2009 (datum van oprichting) tot en met 30 juni 2010

Eagle Fund Beheer B.V.

IBUS Fondsen Beheer B.V. Jaarverslag 2013

ABN AMRO Basic Funds N.V. Jaarrekening 2013

AANVULLEND PROSPECTUS. Allianz Holland Obligatie Fonds. aandelen serie 2 in Allianz Holland Paraplufonds N.V.

TG Fund Management B.V. Amsterdam

AANVULLEND PROSPECTUS. Allianz Holland Pacific Fund. aandelen serie 5 in Allianz Holland Paraplufonds N.V.

TG Fund Management B.V. Amsterdam

Halfjaarcijfers per 30 juni 2015

AANVULLEND PROSPECTUS. Allianz Holland Fund. aandelen serie 4 in Allianz Holland Paraplufonds N.V.

I. DEFINITIES... 2 II. VERSLAG VAN DE BEHEERDER OVER HET BOEKJAAR

JAARVERSLAG Oyens & Van Eeghen Beheer B.V. Zuidplein XV AMSTERDAM

Stichting Alfred Heineken Fondsen gevestigd te Amsterdam. Jaarverslag Concept

AANVULLEND PROSPECTUS. Allianz Holland Vastrentend Fonds. aandelen serie 12 in Allianz Holland Paraplufonds N.V.

Jaarrekening 2017 Stichting Brainwash

OVMK Paraplufonds Gouda

J A A R STUKKEN Pertax BV Ede

STICHTING BEWAARDER COMMODITY DISCOVERY FUND. (Voorheen Stichting Bewaarder Gold & Discovery Fund) AMERSFOORT JAARREKENING 2012

Halfjaarcijfers per 30 juni 2010

Ophorst Van Marwijk Kooy Vermogensbeheer N.V. Gouda

Safe Harbour Fund Management B.V. Halfjaar bericht boekjaar 2011

OVMK Paraplufonds Gouda

Bewaarbedrijf Ameuro N.V. Jaarverslag december 2015

De Veste B.V. te Breda. Kamer van Koophandel Inschrijfnummer JAARREKENING 2018

J A A R STUKKEN Pertax BV Ede

BEWAARBEDRIJF AMEURO N.V. Jaarverslag 31 december 2014

HALFJAARVERSLAG Over de periode 1 januari 2017 tot en met 30 juni Commodity Discovery Fund

HALFJAARBERICHT januari 30 juni 2014

OPTIMIX VERMOGENSBEHEER NV PUBLICATIEVERSLAG PER 30 JUNI 2018

BNP Paribas Fund IV Halfjaarverslag 2013/ mei 2014

Fundament Bond Fund. Halfjaarverslag. over de periode 1 januari 2011 tot en met 30 juni 2011

De Veste Vermogensbeheer B.V. te Breda. Kamer van Koophandel Inschrijfnummer JAARREKENING 2017

I. DEFINITIES... 2 II. VERSLAG VAN DE BEHEERDER OVER HET BOEKJAAR

Halfjaarcijfers per 30 juni 2011

IBUS FONDSEN BEHEER B.V. JAARVERSLAG Krijgsman 6 - Postbus LA AMSTELVEEN Telefoon Fax

Stichting Bewaarder Holland Immo Group XI/ Retail Residential Fund te Eindhoven

OVE Global Sustainability Fund. HALFJAARBERICHT januari 30 juni 2015

AANVULLEND PROSPECTUS

BALANS PER 31 DECEMBER 2016 (na resultaatbestemming) ====================== IMMATERIËLE VASTE ACTIVA

Financiële bijsluiter ASR Geldmarkt Fonds Subfonds van ASR Beleggingsfondsen

Halfjaarcijfers per 30 juni 2012

ACTIVINVESTOR MANAGEMENT B.V. Amsterdam. Halfjaarbericht per 30 juni 2012

Stichting Bewaarder BNP Paribas Beleggingsfondsen NL. te Amsterdam. Jaarrekening 2012

Eagle Fund Beheer B.V.

OVE Garantie Fonds JAARVERSLAG 2014

Vorderingen en overlopende activa Liquide middelen Overige reserves

AANVULLEND PROSPECTUS. Allianz Europa Obligatie Fonds. aandelen serie 2 in Allianz Paraplufonds N.V.

TRIODOS CUSTODY BV Jaarverslag 2013

HALFJAARVERSLAG Over de periode 1 januari 2017 tot en met 30 juni Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen

Insinger de Beaufort European Mid Cap Fund N.V.

Halfjaarverslag Brand New Day Vermogensopbouw NV

IBUS ASSET MANAGEMENT UK B.V. HALFJAARVERSLAG Krijgsman 6 - Postbus LA Amstelveen Telefoon Fax

TG Fund Management B.V. Amsterdam

Loyalis Global Funds HALFJAARVERSLAG 2015

Rotterdams Vastgoedfonds I CV. Halfjaarcijfers 2010

BALANS PER 31 DECEMBER 2015 (na resultaatbestemming) ====================== IMMATERIËLE VASTE ACTIVA MATERIËLE VASTE ACTIVA

JAARREKENING Stichting Steunvermogen. van GGZ Delfland

Transcriptie:

OVE Rentefonds Europa 1-3 HALFJAARBERICHT 2014 1 januari 30 juni 2014

2 Inhoudsopgave I. DEFINITIES 3 II. VERSLAG VAN DE BEHEERDER OVER HET EERSTE HALFJAAR 2014 5 1 Profiel 5 2 Kerncijfers 8 2.1 Inleiding 8 2.2 Meerjarenoverzicht 8 3 Beheerdersverslag 9 3.1 In Control Statement 10 III. HALFJAARBERICHT 2014 OVE RENTEFONDS EUROPA 1-3 11 1 Balans per 30 juni 2014 12 2 Winst- en verliesrekening over het eerste halfjaar 2014 13 3 Kasstroomoverzicht over het eerste halfjaar 2014 14 4 Toelichting op de halfjaarcijfers 2014 15 4.1 Algemeen 15 4.2 Grondslagen voor waardering van activa en passiva 15 4.3 Grondslagen voor bepaling van het resultaat 18 4.4 Risicobeheer en financiële instrumenten 19 4.5 Toelichting op de balans per 30 juni 2014 22 4.6 Toelichting op de winst- en verliesrekening over het eerste halfjaar 2014 25 IV. OVERIGE GEGEVENS 28 1 Geen controleverklaring van de onafhankelijke accountant 28 2 Gebeurtenissen na balansdatum 28 Halfjaarbericht 2014 OVE Rentefonds Europa 1-3 (geen accountantscontrole toegepast) 2

3 I. DEFINITIES Accountant: AFM: Onafhankelijk accountant PricewaterhouseCoopers Accountants N.V. Thomas R. Malthusstraat 5 1066 JR, Amsterdam Stichting Autoriteit Financiële Markten Vijzelgracht 50, 1017 HS Amsterdam AIFMD: Richtlijn 2011/61/EU van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2011 inzake Beheerders van Alternatieve Beleggingsinstellingen Asset Owner 1 : Stichting Bewaarneming Fondsen DCO 1 2, waarvan de bestuurder (per 1 oktober 2013) SGG Custody B.V. is Claude Debussylaan 24, 1082 MD Amsterdam Beheerder: tot 1 oktober 2013 APG Investment Services N.V. Gustav Mahlerplein 3, 1082 MS Amsterdam vanaf 1 oktober 2013 3 Oyens & Van Eeghen Beheer B.V. Zuidplein 124, 1077 XV Amsterdam Beleggingsadministrateur: Bewaarder: Bewaarneming: BGfo: DNB: Fiscaal adviseur: The Bank of New York Mellon SA/NV, Amsterdam branch (formele uitbesteding via de Bewaarder) WTC Podium Office, B Toren, Strawinskylaan 337, 1077 XX Amsterdam The Bank of New York Mellon SA/NV, Amsterdam branch The Bank of New York Mellon SA/NV, Amsterdam branch (formele uitbesteding via de Bewaarder) WTC Podium Office, B Toren, Strawinskylaan 337, 1077 XX Amsterdam Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft De Nederlandsche Bank N.V. Westeinde 1, 1017 ZN Amsterdam KPMG Meijburg & Co, Belastingadviseurs Laan van Langerhuize 9, 1186 DS Amstelveen Fonds: het vermogen onder de naam OVE Rentefonds Europa 1-3 vanaf 1 oktober 2013 (tot 1 oktober 2013 onder de naam APG-IS Rentefonds Europa 1-3), waarin ter collectieve belegging effecten, gelden of andere goederen zijn of worden opgenomen, teneinde de Unithouders in de opbrengst daarvan te doen delen 1 Als gevolg van de inwerkingtreding van de AIFMD is het takenpakket van de asset owner (voorheen bewaarder genoemd) gewijzigd, zie daarvoor de nadere toelichting op pagina 6 en 7. 2 Op 1 oktober 2013 heeft (naast bestuurswijziging) naamswijziging van de Stichting Bewaarneming APG-IS 1 naar Stichting Bewaarneming DCO 1 plaatsgevonden. 3 Op 15 januari 2013 hebben APG Investment Services N.V. (AGP-IS) en Oyens & Van Eeghen N.V. overeenstemming bereikt tot verkoop van de activiteiten van APG-IS verband houdende met het vermogensbeheer van niet-pensioenfondscliënten aan Oyens & Van Eeghen N.V.. Halfjaarbericht 2014 OVE Rentefonds Europa 1-3 (geen accountantscontrole toegepast) 3

4 NAV: de intrinsieke waarde (de Net Asset Value ) van een Unitbewijs vastgesteld conform het Prospectus Oyens & Van Eeghen N.V.: Prospectus: Raad van Toezicht: Oyens & Van Eeghen N.V., 100% belang in Oyens & Van Eeghen Beheer B.V. Zuidplein 124, 1077 XV Amsterdam het prospectus van het Fonds, zoals van tijd tot tijd gewijzigd APG Investment Services N.V. Gustav Mahlerplein 3, 1082 MS Amsterdam De Raad van Toezicht is vastgesteld door APG Investment Services N.V. (APG-IS). Via de Raad van Toezicht houdt APG-IS toezicht tot 15 januari 2016 (3 jaar vanaf aangaan overeenkomst tot verkoop van de activiteiten van APG-IS verband houdende met het vermogensbeheer van niet-pensioenfondscliënten aan Oyens & Van Eeghen N.V. (zie voetnoot 1)) op de wijze waarop Oyens & Van Eeghen haar verplichtingen als beheerder van o.a. OVE Rentefonds Europa 1-3 invult en naleeft. Bij het toezicht van de Raad van Toezicht verschaft Oyens & van Eeghen een overeengekomen rapportage na afloop van een kwartaal, waarna een vergadering tussen partijen plaatsvindt. Unithouders: Unitbewijzen: Wft: de economisch deelgerechtigden tot (de nettovermogenswaarde van) het Fonds de evenredige aanspraken van Unithouders in het Fonds Wet op het financieel toezicht (zoals van tijd tot tijd gewijzigd) Het prospectus van het OVE Rentefonds Europa 1-3 en de Essentiële Beleggersinformatie staan op de website www.oebeheer.com Halfjaarbericht 2014 OVE Rentefonds Europa 1-3 (geen accountantscontrole toegepast) 4

5 II. VERSLAG VAN DE BEHEERDER OVER HET EERSTE HALFJAAR 2014 1 Profiel Algemeen Het OVE Rentefonds Europa 1-3 is een fonds voor gemene rekening met een semi-open-end karakter. Het OVE Rentefonds Europa 1-3 heeft de status van fiscale beleggingsinstelling ( Fbi ). Tot 1 oktober 2013 was de naam van het fonds APG-IS Rentefonds Europa 1-3. De Beheerder is sinds 1 oktober 2013 Oyens & van Eeghen Beheer B.V., een 100% dochter van Oyens & van Eeghen N.V. ( OVE N.V. ). Voor deze datum werd het beheer gevoerd door APG Investment Services N.V. (APG-IS). De verkoop van de vermogensbeheeractiviteiten van APG-IS aan OVE N.V. heeft plaatsgevonden op 15 januari 2013. Gedurende de periode van transitie naar juridische overdracht (15 januari tot 1 oktober 2013) heeft uitbesteding van vermogensbeheeractiviteiten aan OVE N.V. en Oyens & Van Eeghen Beheer B.V. plaatsgevonden. Fonds voor gemene rekening Het OVE Rentefonds Europa 1-3 is een fonds voor gemene rekening. Het is geen rechtspersoon, maar een overeenkomst tussen de Beheerder, de Bewaarder en elk van de Unithouders. Op grond van die overeenkomst worden door de Beheerder voor rekening en risico van de Unithouders gelden belegd in vermogenswaarden die op naam van de Bewaarder voor de Unithouders worden bewaard. De overeenkomst tussen de Beheerder, de Bewaarder en elk van de Unithouders vormt geen maatschap, vennootschap onder firma of commanditaire vennootschap en creëert ook anderszins geen overeenkomst tussen de Unithouders onderling. De verplichting van een Unithouder om te betalen voor uit te geven Unitbewijzen is uitsluitend een verbintenis ten opzichte van de Bewaarder. Deze verplichting is geen inbreng of verbintenis tot inbreng. De Unitbewijzen scheppen uitsluitend rechten en verplichtingen van de Unithouders ten opzichte van de Beheerder en de Bewaarder en niet ook tussen Unithouders onderling. Niet beursgenoteerd Het Fonds is niet genoteerd op een effectenbeurs. Toe- en uittreding OVE Rentefonds Europa 1-3 is een fonds voor gemene rekening met een semi-open-end karakter. Toeen uittreding is mogelijk op de eerste werkdag van de maand. De bewaarder heeft het recht in bijzondere omstandigheden medewerking aan overdracht van units op te schorten. Voorbeelden van dergelijke omstandigheden zijn vermeld in het Prospectus. Een verzoek tot toe- of uittreding van units dient de bewaarder uiterlijk vijf werkdagen, dan wel op een door de bewaarder te bepalen kortere termijn, voorafgaande aan de eerste werkdag van de maand te hebben bereikt. Elke unit geeft recht op een evenredig deel in het eigen vermogen van het Fonds. Beheerder Oyens & Van Eeghen Beheer B.V. treedt vanaf 1 oktober 2013 op als de Beheerder. De belangrijkste taken en bevoegdheden van de Beheerder zijn: het bepalen van het beleggingsbeleid; het (doen) voeren van de administratie; het juist en tijdig vaststellen van de NAV; het er zorg voor dragen dat het Fonds voldoet aan de toepasselijke wet- en regelgeving; het bewaken van het belang van de Unithouders. De Beheerder heeft de uitvoering van het beleggingsbeleid uitbesteed aan Oyens & Van Eeghen N.V. en kan uitbesteding doen naar één of meerdere andere vermogensbeheerders. Halfjaarbericht 2014 OVE Rentefonds Europa 1-3 (geen accountantscontrole toegepast) 5

6 Directie De directie van Oyens & Van Eeghen Beheer B.V., de Beheerder van OVE Rentefonds Europa 1-3 bestaat uit R. van Wechem, CFA, CAIA en drs. J.H.N. Hoogenraad. Wft-vergunning De Beheerder (Oyens & Van Eeghen Beheer B.V.) beschikt vanaf 6 juli 2012 over een vergunning als vereist uit hoofde van artikel 2:67 van de Wft (Wet op het financieel toezicht). Het Fonds valt onder de werking van deze vergunning. OVE Rentefonds Europa 1-3 is ingeschreven in het register bedoeld in artikel 1:107 lid 1 van de Wet financieel toezicht. AIFM-richtlijn Per 22 juli 2013 is de Alternative Investment Fund Managers Directive ( AIFMD ) van toepassing geworden in Nederland. Deze richtlijn zorgt voor geharmoniseerd Europees toezicht op beheerders van bepaalde beleggingsinstellingen en moet bijdragen aan grotere financiële stabiliteit en transparantie. De vergunning van Beheerder is per 22 juli 2014 van rechtswege omgezet in een AIFMD-vergunning en de administratieve organisatie en interne beheersing van Beheerder voldoen aan de AIFMD. Ook is er een AIFMD-bewaarder aangesteld. Deze heeft een onafhankelijke toezichthoudende functie en is door de Autoriteit Financiële Markten als bewaarder goedgekeurd. De fondsdocumentatie zal op zeer korte termijn worden aangepast om te voldoen aan in of krachtens de AIFMD gestelde eisen en overige bovengenoemde wijzigingen te reflecteren. Bewaarder Als Bewaarder fungeert The Bank of New York Mellon SA/NV, Amsterdam Branch. De belangrijkste taken en bevoegdheden van de Bewaarder zijn: het behartigen van de belangen van de Unithouders; het in bewaarneming houden van de activa van het Fonds bestaande uit financiële instrumenten; het er op toezien dat het vermogen van het Fonds wordt beheerd in overeenstemming met wat daarover in het Prospectus is bepaald; het er op toezien dat de uitgaande geldstromen van het Fonds overeenkomen met daadwerkelijk te betalen bedragen, en dat uittredende Unithouders een correcte vergoeding ontvangen; het er op toezien dat de inkomende geldstromen van het Fonds overeenkomen met daadwerkelijk te ontvangen bedragen; het controleren of toetredende Unithouders het juiste aantal units ontvangen; het controleren of de waarde van de units wordt berekend overeenkomstig het Prospectus; het controleren of de verkoop, de uitgifte en het royement van units alsmede de terugbetaling daarvan gebeuren in overeenstemming met de wet en het Prospectus; de aanwijzingen van de Beheerder uitvoeren, tenzij deze in strijd zijn met de wet of het Prospectus; het controleren of de opbrengsten van het Fonds een bestemming krijgen in overeenstemming met de wet en het Prospectus. Indien de Bewaarder constateert dat niet conform het bepaalde in het Prospectus is gehandeld, kan de Bewaarder de Beheerder verzoeken de transactie op kostenneutrale basis voor het Fonds ongedaan te maken. De Bewaarder kan gebruik maken van de diensten van derden. Halfjaarbericht 2014 OVE Rentefonds Europa 1-3 (geen accountantscontrole toegepast) 6

7 Asset Owner Met ingang van 22 juli 2014 (in werking treding van de AIFMD) is de taak van de Asset Owner gewijzigd. De functie omvat sindsdien de taak om ten behoeve van de Unithouders te fungeren als juridisch eigenaar van het vermogen van het Fonds. Het bestuur van de Asset Owner wordt sinds 1 oktober 2013 gevoerd door SGG Custody B.V. Unithouders De Unithouders in het Fonds zijn gezamenlijk (ieder naar rato van het aantal door hem gehouden Unitbewijzen) economisch gerechtigd tot het vermogen van het Fonds. Het door de Unithouders bijeen gebrachte vermogen is bestemd ter collectieve belegging voor hun rekening en risico. In het Prospectus zoals dat op korte termijn gewijzigd zal gelden, zullen Unithouders Participanten worden genoemd en zullen units Participaties worden genoemd. Rechtsverhouding tussen Unithouders, Beheerder en Asset Owner De rechtsverhouding tussen de Unithouders, de Beheerder en de Asset Owner wordt beheerst door wat in Prospectus is opgenomen. Beperkte overdraagbaarheid Unitbewijzen Het Fonds heeft een (beperkt) open karakter: Unitbewijzen kunnen alleen worden verkocht aan het Fonds en aan andere Unithouders. Fiscaliteit Het Fonds is een fonds voor gemene rekening en heeft de status van Fbi verworven als bedoeld in artikel 28 van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969. Dit houdt in dat het Fonds onderworpen is aan vennootschapsbelasting tegen het zogenaamde nul-tarief, hetgeen impliceert dat geen vennootschapsbelasting is verschuldigd indien aan de in deze wet genoemde voorwaarden wordt voldaan. Eén van de belangrijkste voorwaarden is de verplichting om het jaarlijkse resultaat van het Fonds binnen acht maanden na het einde van het boekjaar uit te keren aan haar Unithouders ( doorstootverplichting ). Een positief saldo van ongerealiseerde koersresultaten op beleggingen mag, na aftrek van een redelijk aandeel in de kosten die met het beheer van de beleggingen verband houden, worden toegevoegd aan de zogeheten herbeleggingsreserve. Een negatief saldo dient ten laste van de herbeleggingsreserve te komen. Een andere belangrijke voorwaarde is dat maximaal 45% (tot 1 augustus 2007 25%) van het totaal aantal Unitbewijzen berust bij lichamen die onderworpen zijn aan een in enige vorm naar de winst geheven belasting. Daarnaast mag geen enkele natuurlijke persoon 25% of meer van het totaal aantal Unitbewijzen houden. Dit houdt in dat door of namens het Fonds toezicht dient te worden gehouden op de verdeling van de Unitbewijzen over de Unithouders. Risicobeheer Risicobeheer is een integraal onderdeel van het beleggingsproces. Dagelijks worden de belangrijkste risico s gemonitord door de Beheerder. Met name wordt daarbij beoordeeld of de beleggingen zich nog binnen de vastgestelde kaders en beleggingsrichtlijnen begeven. Bij het realiseren van de beleggingsdoelstelling kan de beheerder gebruik maken van derivaten, zoals futures, forwards en opties en swaps. Voor een verdere beschrijving van de risico s wordt verwezen naar de algemene toelichting op het halfjaarbericht (Hoofdstuk III paragraaf 4.4). Halfjaarbericht 2014 OVE Rentefonds Europa 1-3 (geen accountantscontrole toegepast) 7

8 2 Kerncijfers 2.1 Inleiding Onderstaande cijfers hebben betrekking op de stand medio 2014 respectievelijk ultimo 2013, tenzij anders vermeld. Het rendement van het Fonds is gebaseerd op de intrinsieke waarde per aandeel, rekening houdend met dividenduitkeringen. De Excess return is meetkundig bepaald en betreft het verschil tussen het rendement van het Fonds en het rendement van de benchmark. De benchmark is opgenomen in de profielbeschrijving. Algemeen Halfjaar Jaar Jaar 2014 2013 2012 Aantal uitstaande participaties 4.854.731 4.585.108 3.653.944 Participatie waarde 9,03 8,90 9,16 Fondsvermogen (* 1.000) 43.831 40.828 33.480 Bruto fondsrendement % 1,57 0,72 4,00 Rendement benchmark % 1,24 1,83 4,10 Excess rendement % 0,33 (1,11) (0,10) 2.2 Meerjarenoverzicht Bedragen in duizenden euro's Halfjaar Jaar Jaar Jaar Jaar tenzij anders vermeld 2014 2013 2012 2011 2010 Opbrengsten 658 987 1.176 2.549 3.125 Waardeveranderingen beleggingen 72 (704) 336 (3.510) (592) Kosten (73) (108) (83) (159) (203) Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening 657 175 1.429 (1.120) 2.330 (beleggingsresultaat) Gemideld aantal uitstaande units (* 1.000) 4.719,92 4.119,53 3.915,13 7.365,68 8.338,66 gedurende het boekjaar Opbrengsten per unit 0,14 0,24 0,30 0,35 0,37 Waardeveranderingen beleggingen per unit 0,02 (0,17) 0,09 (0,48) (0,07) kosten per unit (0,02) (0,03) (0,02) (0,02) (0,02) Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening per 0,14 0,04 0,36 (0,15) 0,28 unit (beleggingsresultaat) Halfjaarbericht 2014 OVE Rentefonds Europa 1-3 (geen accountantscontrole toegepast) 8

3 Beheerdersverslag OvE Rentefonds Europa 1-3 Doelstelling en beleggingsprofiel Het OvE Rentefonds Europa 1-3 belegt met name in staatsgaties van eurozone landen en mag tevens beleggen in obligaties uitgegeven door financiële instellingen met een hoge kredietwaardigheid gevestigd in eurozone landen. De gemiddelde looptijd ligt tussen de 1 en 3 jaar, waardoor de rentegevoeligheid laag is. Door de lage rentegevoeligheid en de hoge kredietwaardigheid is dit fonds een aantrekkelijk alternatief voor deposito's. Het fonds kent geen valutarisico, alle beleggingen zijn in euro genoteerd. Doel is om een hoger rendement te behalen dan de benchmark tegen zo laag mogelijke kosten en binnen vooraf strak gedefinieerde risicokaders. De beleggingen van het Fonds kennen minimaal een BBB rating voor solvabiliteitsvrije obligaties en een minimale AA rating voor financiële ondernemingen. De beheerder voert een actief beleggingsbeleid en de samenstelling van de portefeuille wordt aangepast aan (verwachte) wijzigingen in rente, inflatie en risicopremies. Bij het beleggingsbeleid wordt rekening gehouden met macro-economische ontwikkelingen in de wereld en de verwachte reactie daarop van monetaire en fiscale autoriteiten. De inzichten van de beheerder worden vertaald in duration beleid en en landenallocatie, de belangrijkste factoren die van invloed zijn op het beleggingsresultaat. Beleggingsbeleid Door de relatief korte looptijden van de obligaties waarin is belegd is de duration van de portefeuille (maatstaf voor de rentegevoeligheid) zeer laag. De rentegevoeligheid van de portefeuille bleef met een duration van rond de 1,8 jaar vergelijkbaar aan de duration van de benchmark. In de landenverdeling wordt sinds eind 2013 een overwogen positie aangehouden in de perifere obligatiemarkten (Ierland, Spanje, Italië). Dit met het oog op de verbetering van de economische fundamentals van deze landen en verwachte van verdere credit rating upgrades. Een tweede reden is de hogere rentevergoeding die deze markten bieden in vergelijking met de zeer sterk gedaalde rentes op staatsobligaties van de eurozone kernlanden en staatsgegarandeerde financials (zoals Leaseplan en BNG). Per eind juni bedroeg de gemiddelde yield (effectief rendement) van de portefeuille nog slechts 0,34%. Beleggingsresultaat Over de verslagperiode (01/01/2014 30/06/2014) werd een bruto beleggingsresultaat behaald van 1,57% (netto 1,42%). Het resultaat van de benchmark (de Barclays index euro staatsobligaties 1-3 jr) bedroeg 1,24%. Het in absolute zin hoge beleggingsresultaat kan worden verklaard door de sterke daling van de kapitaalmarktrente die vooral werd gedreven door de verdere versoepeling van het monetaire beleid van de ECB. De outperformance in vergelijking met de benchmark kan vooral worden verklaard door de overwogen positie in de perifere staatsobligatiemarkten. Door de aanhoudende convergentie van kapitaal-marktrentes lieten de perifere obligatiemarkten in het eerste half jaar van 2014 opnieuw aanmerkelijk hogere resultaten zien dan staatsobligaties van de eurozone kernlanden. Het fondsvermogen van het OvE Rentefonds Europa 1-3 bedroeg ultimo juni 2014 43,8 mln. Vooruitzichten In het eerste half jaar van 2014 is de kapitaalmarktrente tegen de verwachting in verder gedaald als gevolg van de toegenomen angst voor deflatie, het stimulerende ECB beleid en de geopolitieke spanningen. Vooruitkijkend lijkt de ruimte voor een verdere rentedaling beperkt. Ondanks de al sterk gedaalde spreads van perifere eurozone landen, blijft het perspectief voor de obligatiemarkten van deze landen relatief gunstig. Dit vanwege de verbeterde economische fundamentals, het soepele ECB beleid en de hiermee samenhangende sterke search for yield Halfjaarbericht 2014 OVE Rentefonds Europa 1-3 (geen accountantscontrole toegepast) 9

3.1 In Control Statement Wij beschikken conform RJ 615.503 over een beschrijving van de bedrijfsvoering, die voldoet aan de eisen van de Wft en het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft (BGfo). Wij hebben gedurende het afgelopen boekjaar verschillende aspecten van de bedrijfsvoering beoordeeld. Bij onze werkzaamheden hebben wij geen constateringen gedaan op grond waarvan wij zouden moeten concluderen dat de beschrijving van de opzet van de bedrijfsvoering als bedoeld in artikel 121 van het BGfo niet voldoet aan de vereisten zoals opgenomen in de Wft en daaraan gerelateerde regelgeving. Op grond hiervan verklaren wij als Beheerder voor Beleggingsinstelling OVE Rentefonds Europa 1-3 te beschikken over een beschrijving van de bedrijfsvoering als bedoeld in artikel 121 van het BGfo, die voldoet aan de eisen van het BGfo. Ook hebben wij niet geconstateerd dat de bedrijfsvoering niet effectief en niet overeenkomstig de beschrijving functioneert. Derhalve verklaren wij met een redelijke mate van zekerheid dat de bedrijfsvoering gedurende het eerste halfjaar 2014 effectief en overeenkomstig de beschrijving heeft gefunctioneerd. Amsterdam, 30 december 2014 De Beheerder, Oyens & Van Eeghen Beheer B.V. Halfjaarbericht 2014 OVE Rentefonds Europa 1-3 (geen accountantscontrole toegepast) 10

III. HALFJAARBERICHT 2014 OVE RENTEFONDS EUROPA 1-3 OVE RENTEFONDS EUROPA 1-3 HALFJAARCIJFERS 2014 (in euro) Halfjaarbericht 2014 OVE Rentefonds Europa 1-3 (geen accountantscontrole toegepast) 11

OVE RENTEFONDS EUROPA 1-3 1 Balans per 30 juni 2014 Voor verwerking voorstel resultaatbestemming noot 2014 2013 30 juni 31 december ACTIVA EUR EUR Beleggingen 1 43.169.636 39.987.967 Vorderingen 2 580.279 495.918 Liquide middelen 3 145.564 385.958 Totaal Activa 43.895.479 40.869.843 PASSIVA Fondsvermogen 43.174.377 40.827.512 Onverdeeld resultaat 1e halfjaar 2014 656.601 Totaal Fondsvermogen 4 43.830.978 40.827.512 Kortlopende schulden Overige schulden en overlopende passiva 5 64.501 42.331 Totaal Passiva 43.895.479 40.869.843 Halfjaarbericht 2014 OVE Rentefonds Europa 1-3 (geen accountantscontrole toegepast) 12

OVE RENTEFONDS EUROPA 1-3 2 Winst- en verliesrekening over het eerste halfjaar 2014 1 januari 1 januari 30 juni 30 juni EUR EUR Beleggingsresultaat Opbrengsten uit beleggingen 6 655.362 459.364 Gerealiseerde waardeveranderingen 1 (203.956) (74.739) Ongerealiseerde waardeveranderingen 1 275.683 (384.442) 71.727 (459.181) 727.089 183 Overige opbrengsten Overige opbrengsten 7 3.135 20.239 Som der bedrijfsopbrengsten 730.224 20.422 Lasten Beheerkosten 8 53.227 36.388 Overige kosten 9 20.396 6.370 Som der lasten 73.623 42.758 Resultaat 656.601 (22.336) Halfjaarbericht 2014 OVE Rentefonds Europa 1-3 (geen accountantscontrole toegepast) 13

OVE RENTEFONDS EUROPA 1-3 3 Kasstroomoverzicht over het eerste halfjaar 2014 2014 2013 1 januari 1 januari 30 juni 30 juni Kasstroom uit beleggingsactiviteiten Resultaat 656.601 (22.336) Gerealiseerde waardeveranderingen 203.956 74.739 Ongerealiseerde waardeveranderingen (275.683) 384.442 Aankopen van beleggingen (21.176.798) (16.899.067) Verkopen van beleggingen 18.066.857 16.557.981 Mutaties kortlopende vorderingen (84.361) 70.964 Mutaties overige schulden en overlopende passiva 22.170 (79) (2.587.259) 166.644 Kasstroom uit financieringsactiviteiten Ontvangen bij uitgifte participaties 10.446.865 761.082 Betaald bij inkoop participaties (8.100.000) - Dividend uitgekeerd - (1.091.367) 2.346.865 (330.285) EUR EUR Netto kasstroom (240.394) (163.641) Liquide middelen begin verslagperiode 385.958 (34.409) Liquide middelen einde verslagperiode 145.565 (198.050) Halfjaarbericht 2014 OVE Rentefonds Europa 1-3 (geen accountantscontrole toegepast) 14

OVE RENTEFONDS EUROPA 1-3 4 Toelichting op de halfjaarcijfers 2014 4.1 Algemeen Het OVE Rentefonds Europa 1-3 (het Fonds ) is een fonds voor gemene rekening met een semi-openend karakter. Het OVE Rentefonds Europa 1-3 heeft de status van Fbi. Tot 1 oktober 2013 was de naam van het fonds APG-IS Rentefonds Europa 1-3. De Beheerder is sinds 1 oktober 2013 Oyens & van Eeghen Beheer B.V., een 100% dochter van Oyens & van Eeghen N.V.. Voor deze datum werd het beheer gevoerd door APG Investment Services N.V. (APG- IS). De Beheerder (Oyens & Van Eeghen Beheer B.V.) beschikt vanaf 6 juli 2012 over een vergunning als vereist uit hoofde van artikel 2:67 van de Wft (Wet op het financieel toezicht). Het Fonds valt onder de werking van deze vergunning. OVE Rentefonds Europa 1-3 is ingeschreven in het register bedoeld in artikel 1:107 lid 1 van de Wet financieel toezicht. Op 15 januari 2013 hebben APG Investment Services N.V. (AGP-IS) en Oyens & Van Eeghen N.V. overeenstemming bereikt tot verkoop van de activiteiten van APG-IS verband houdende met het vermogensbeheer van niet-pensioenfondscliënten aan Oyens & Van Eeghen N.V.. Gedurende de periode van transitie naar juridische overdracht (15 januari tot 1 oktober 2013) heeft uitbesteding van vermogensbeheeractiviteiten aan Oyens & Van Eeghen N.V. en van fondsbeheeractiviteiten aan Oyens & Van Eeghen Beheer B.V. plaatsgevonden. Tot 1 oktober 2013 fungeerde de Asset Owner onder de naam Stichting Bewaarneming APG-IS 1. Vanaf 1 oktober 2013 betreft de naam van de Asset Owner Stichting Bewaarneming Fondsen DCO 1. Toelichting op het kasstroomoverzicht Voor de opstelling van het kasstroomoverzicht is de indirecte methode gehanteerd, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen kasstroom uit beleggings-, investerings- en financieringsactiviteiten. Onder liquide middelen zijn posten begrepen die ter vrije beschikking staan aan de beleggingsinstelling voor beleggingen, onder voorbehoud van eventuele opgenomen margeverplichtingen. 4.2 Grondslagen voor waardering van activa en passiva Algemeen Het halfjaarbericht is opgesteld in overeenstemming met de wettelijke bepalingen van Titel 9 Boek 2 BW en de stellige uitspraken van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving (RJ), die uitgegeven zijn door de Raad voor de Jaarverslaggeving, alsmede de bepalingen in de Wft (inclusief BGfo). Het halfjaarbericht is opgesteld in euro, zijnde de functionele en presentatievaluta van de beleggingsinstelling. Activa en passiva worden in het algemeen gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs of de actuele waarde. Indien geen specifieke waarderingsgrondslag is vermeld, vindt waardering plaats tegen de verkrijgingsprijs. In de balans en de winst- en verliesrekening zijn referenties opgenomen. Met deze referenties wordt verwezen naar de toelichting. Halfjaarbericht 2014 OVE Rentefonds Europa 1-3 (geen accountantscontrole toegepast) 15

Vergelijking met voorgaand jaar De gehanteerde grondslagen van waardering en van resultaatbepaling zijn ongewijzigd ten opzichte van het voorgaande jaar. In de balans zijn de vergelijkend cijfers ultimo 2013 opgenomen. In de resultatenrekening zijn in de vergelijkende cijfers over het eerste halfjaar 2013 opgenomen. Schattingen en veronderstellingen Om de grondslagen en regels voor het opstellen van de jaarrekening te kunnen toepassen, is het nodig dat de Beheerder zich over verschillende zaken een oordeel vormt, zodat terzake schattingen worden gemaakt die essentieel kunnen zijn voor de in de jaarrekening opgenomen bedragen. Indien het voor het geven van het in art. 2:362 lid 1 BW vereiste inzicht noodzakelijk is, is de aard van deze oordelen en schattingen inclusief de bijbehorende veronderstellingen opgenomen bij de toelichting op de betreffende jaarrekeningposten. Verwerking van activa, verplichtingen, baten en/of lasten Een actief wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen naar de beleggingsinstelling zullen toevloeien en de waarde daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Een verplichting wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de afwikkeling daarvan gepaard zal gaan met een uitstroom van middelen en de omvang van het bedrag daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Baten worden in de winst- en verliesrekening opgenomen wanneer een vermeerdering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermeerdering van een actief of een vermindering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Lasten worden verwerkt wanneer een vermindering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermindering van een actief of een vermeerdering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Vreemde valuta De posten in de jaarrekening worden gewaardeerd met inachtneming van de valuta van de economische omgeving waarin het Fonds voornamelijk haar bedrijfsactiviteiten uitoefent (de functionele valuta). Transacties in vreemde valuta gedurende de verslagperiode zijn in de jaarrekening verwerkt tegen de koers op transactiedatum. Monetaire activa en passiva in vreemde valuta worden omgerekend tegen de koers per balansdatum. De uit de afwikkeling en omrekening voortvloeiende koersverschillen komen ten gunste of ten laste van de winst- en verliesrekening. Beleggingen Algemeen De beleggingen (long en short posities) zijn opgenomen tegen reële waarde, in principe de marktwaarde. Waardeveranderingen ten opzichte van het voorgaande boekjaar, zowel gerealiseerd als ongerealiseerd, worden direct in de winst- en verliesrekening verwerkt. Vastrentende waarden De beursgenoteerde vastrentende waarden zijn gewaardeerd op marktwaarde, zijnde de beurswaarde per balansdatum (slotkoers van de laatste beursdag van de verslaggevingsperiode). Halfjaarbericht 2014 OVE Rentefonds Europa 1-3 (geen accountantscontrole toegepast) 16

Derivaten Derivaten worden in de jaarrekening opgenomen tegen de reële waarde (marktwaarde). De waardeveranderingen worden direct in de winst-en-verliesrekening verantwoord. Er vindt geen hedge accounting plaats. De presentatie van de derivaten in de balans is gebaseerd op de verplichting en vorderingen per tegenpartij. Indien een derivatenpositie negatief is, wordt het bedrag onder de schulden verantwoord. Overlopende activa Overlopende activa worden gewaardeerd tegen de reële waarde van de vooruitbetaling of nog te ontvangen bedragen. Liquide middelen Onder de liquide middelen zijn opgenomen die kas- en banktegoeden die onmiddellijk opeisbaar zijn dan wel een looptijd korter dan twaalf maanden hebben. Zij worden onderscheiden van tegoeden in verband met beleggingstransacties. Liquide middelen uit hoofde van beleggingstransacties worden gepresenteerd onder de beleggingen. Rekening-courantschulden bij banken zijn opgenomen onder schulden aan kredietinstellingen onder kortlopende schulden. Liquide middelen worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Fondsvermogen Het fondsvermogen worden bepaald door het bedrag dat resteert nadat alle actiefposten en posten van het vreemd vermogen, inclusief de voorzieningen en achtergestelde schulden, volgens de van toepassing zijnde waarderingsgrondslagen in de balans zijn opgenomen. Het Fonds kan Unitbewijzen inkopen en uitgeven. Het Fonds is verplicht om op verzoek op iedere transactiedag van het Fonds Unitbewijzen in het Fonds uit te geven of in te kopen tegen de NAV daarvan op die transactiedag, plus een opslag (ingeval van uitgifte) of minus een afslag (ingeval van inkoop), tenzij zich bijzondere omstandigheden voordoen. Kortlopende schulden De kortlopende schulden zijn opgenomen tegen de reële waarde van de tegenprestatie, gewoonlijk de nominale waarde. Transactiekosten die direct zijn toe te rekenen aan de verwerving van de schulden worden in de waardering bij eerste verwerking opgenomen. Halfjaarbericht 2014 OVE Rentefonds Europa 1-3 (geen accountantscontrole toegepast) 17

4.3 Grondslagen voor bepaling van het resultaat Algemeen De in de winst- en verliesrekening opgenomen posten zijn in belangrijke mate gerelateerd aan de in de balans gehanteerde waarderingsgrondslagen voor beleggingen. Zowel gerealiseerde als ongerealiseerde resultaten worden rechtstreeks verantwoord in het resultaat. Het resultaat wordt bepaald als het verschil tussen het beleggingsresultaat en de kosten en andere lasten over het jaar. De resultaten op transacties worden verantwoord in het jaar waarin zij zijn gerealiseerd; verliezen kunnen al gerealiseerd worden zodra zij voorzienbaar zijn. Beleggingsresultaat Onder beleggingsresultaat worden verantwoord het rendement dat bestaat uit de gerealiseerde opbrengsten uit beleggingen, de waardeveranderingen van beleggingen, alsmede overige resultaatscomponenten zoals verdiende interest op obligaties. Opbrengsten uit beleggingen Opbrengst uit beleggingen zijn de gerealiseerde opbrengsten uit beleggingen (zoals dividenden en ontvangen interest) en overige resultaatscomponenten zoals ongerealiseerde interest op obligaties. Gerealiseerde en ongerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen De gerealiseerde waardeveranderingen worden bepaald door op de verkoopopbrengsten (inclusief verkoopkosten) de balanswaarde aan het begin van het boekjaar dan wel de gemiddelde kostprijs gedurende het boekjaar in mindering te brengen. De ongerealiseerde waardeveranderingen worden bepaald door op de balanswaarde per einde boekjaar de gemiddelde kostprijs (inclusief aankoopkosten) gedurende het boekjaar dan wel de balanswaarde aan het begin van het boekjaar in mindering te brengen. De aankoop- en verkoopkosten van beleggingen vormen derhalve onderdeel van de (on)gerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen. Transactiekosten kunnen bestaan uit broker commissies, spreads tussen bied- en laatprijzen, belastingen en dergelijke. De transactiekosten worden ten laste van het resultaat van het Fonds gebracht. De totale transactiekosten kunnen niet bij voorbaat nauwkeurig worden vastgesteld. De totale transactiekosten worden mede bepaald door het gevoerde beleggingsbeleid in enig jaar en het best execution beleid van Oyens & Van Eeghen. In de jaarrekening zullen de totale transactiekosten, voorzover deze herkenbaar zijn, apart worden weergegeven. Overige opbrengsten Onder overige opbrengsten worden verantwoord ontvangen toe- en uittredingsprovisies, ontvangen retrocessies, interest baten op banksaldi en overige opbrengsten. Interestlasten Betreft de betaalde en verschuldigde interest aan kredietinstellingen. Beheerkosten Onder de beheerkosten wordt verstaan de kosten gemoeid met het beheer van het Fonds. Overige kosten Onder de overige kosten wordt verstaan de kosten gemoeid met de administratie en de bewaring van de beleggingen, de accountant, het toezicht en overige kosten van de beleggingsinstelling. Halfjaarbericht 2014 OVE Rentefonds Europa 1-3 (geen accountantscontrole toegepast) 18

4.4 Risicobeheer en financiële instrumenten Algemeen Aan het beleggen in een Fonds zijn (financiële) risico s verbonden. Hierna worden risicofactoren vermeld die voor beleggers van betekenis en relevant kunnen zijn in het licht van de gevolgen en de waarschijnlijkheid dat die risico s zich zullen voordoen. Deze opsomming is niet uitputtend. In het Prospectus worden de risico s vermeld die specifiek zijn voor het Fonds. Er worden geen garanties gegeven dat de diverse beleggingsdoelstellingen zullen worden gerealiseerd. De waarde van de beleggingen van het Fonds kan zowel stijgen als dalen. Als gevolg daarvan kan een Unithouder mogelijk minder terugkrijgen dan deze heeft ingelegd of deze inleg zelfs geheel verliezen. Risicobeheer Risicobeheer is een integraal onderdeel van het beleggingsproces. Dagelijks worden de belangrijkste risico s gemonitord door de Beheerder. Met name wordt daarbij gekeken of de beleggingen zich nog binnen de vastgestelde kaders en beleggingsrichtlijnen begeven. Bij het realiseren van de beleggingsdoelstelling kan de beheerder gebruik maken van derivaten, zoals futures, forwards en opties en swaps. De belangrijkste risico s die bij het Fonds kunnen worden onderkend, zijn de volgende: Rendementsrisico Het rendement van de belegging in Unitbewijzen over de periode van aankoopmoment tot verkoopmoment staat pas vast op het verkoopmoment van die belegging. Er bestaat geen enkele garantie dat de beleggingsdoelstelling zal worden behaald en er wordt geen rendement gegarandeerd. De waarde van Unitbewijzen in een Fonds is onder andere afhankelijk van de beleggingscategorieën en de financiële instrumenten waarin het Fonds belegt en van de keuzes die worden gemaakt bij de uitvoering van het beleggingsbeleid. Het rendementsrisico is het gevolg van niet voorzienbare waarde schommelingen van de beleggingen en/of niet voorzienbare fluctuaties van de directe opbrengsten van de beleggingen (voornamelijk dividenden, rente). De waarde van de beleggingen beweegt met koerswijzigingen van de financiële instrumenten waarin wordt belegd. Alle financiële instrumenten staan bloot aan het risico van koersschommelingen. Die kunnen het gevolg zijn van: algemene risicofactoren (marktrisico) specifieke risicofactoren die alleen gelden voor een individuele belegging (specifieke risico s). De gevolgen van marktrisico s zijn in veel gevallen van grotere invloed op de waardeontwikkeling van gespreide beleggingsportefeuilles dan de gevolgen van specifieke risico s. Zowel marktrisico s als specifieke risico s nemen toe door beperking van de spreiding van de beleggingen (concentratie) tot een bepaalde regio, sector en/of door de keuze van individuele beleggingen. Marktrisico Onder marktrisico wordt verstaan het risico dat een belegging in waarde daalt of stijgt, niet vanwege specifieke omstandigheden betreffende die belegging, maar doordat de markt waarin wordt belegd als geheel beweegt. Bij een positief sentiment op de beurs voor aandelen zullen de koersen van aandelen stijgen (de koersen van obligaties zullen dan meestal dalen) en bij een negatieve stemming zullen ze dalen (de koersen van obligaties zullen dan meestal stijgen). Dit sentiment kan door diverse factoren beïnvloed worden zoals het vertrouwen van consumenten in de economie, dreigende veranderingen van de rente, etc. Marktrisico s kunnen verschillen per categorie belegging en deelmarkt binnen een bepaalde categorie. Binnen de categorie aandelen verschillen de marktrisico s per sector (sectorrisico) en per land (landenrisico). Binnen de categorie vastrentende waarden verschillen de marktrisico s per soort debiteur (overheidsobligaties versus bedrijfsobligaties). Halfjaarbericht 2014 OVE Rentefonds Europa 1-3 (geen accountantscontrole toegepast) 19

Specifieke risico s en overige risico s Specifieke risico s hebben betrekking op de risico s dat de ontwikkeling van de koers van een geselecteerde individuele belegging in werkelijkheid in negatieve zin afwijkt van hetgeen ten tijde van de aankoop van de belegging is ingeschat.. Dit risico houdt verband met de mate van effectiviteit van effectenresearch, de daarop gebaseerde analyses en met het tijdig nemen en uitvoeren van beleggingsbeslissingen. De specifieke risico s nemen toe naarmate de beleggingen minder zijn gespreid. Overige risico s hebben betrekking op risico s die voortvloeien uit buiten het Fonds gelegen factoren, zoals onder meer wijziging van wetgeving. Kredietrisico De waarde van beleggingen in vastrentende waarden wordt beïnvloed door een positieve of negatieve ontwikkeling van de kredietwaardigheid van desbetreffende uitgevende instellingen, de debiteuren. Het kredietrisico wordt dan ook wel debiteurenrisico genoemd. Voor de kredietwaardigheid is de door beleggers gemaakte inschatting van de kans op tijdige voldoening van rente-en aflossingsverplichtingen door de debiteur bepalend. De inschatting wordt niet alleen beïnvloed door factoren die gelden voor een bepaald bedrijf, maar ook door factoren die meer specifiek op een bepaalde bedrijfstak van toepassing zijn. Minder gunstige winstvooruitzichten voor een sector kunnen een negatieve invloed hebben op de inschatting van de kredietwaardigheid van alle bedrijven in die sector. Het OVE Rentefonds Europa 1-3 belegt in schuldtitels uitgegeven in euro's, door (lagere) overheden, supranationale overheden en financiële instellingen gevestigd in landen behorende tot de EMU. Deze schuldtitels betreffen obligaties, medium term notes en floating rate notes. Voor het OVE Rentefonds Europa 1-3 geldt dat het debiteurenrisico niet is uitgesloten maar gemitigeerd wordt door de brede spreiding van beleggingen. Renterisico en inflatierisico Het renterisico betreft het risico als gevolg van veranderingen in de kapitaalmarktrente. Met name wanneer een fonds belegt in vastrentende waarden is de waarde van de onderliggende financiële instrumenten sterk afhankelijk van de ontwikkeling van de rente op de financiële markten. De ontwikkelingen in de renteniveaus zijn afhankelijk van de algemene markt- en economische omstandigheden. Bij een stijgende rente zal de koers van vastrentende waarden dalen en andersom. Een veel gebruikte maatstaf voor de rentegevoeligheid van vastrentende waarden is de duration. Het algemene risico van inflatie houdt in dat de beleggingsopbrengsten worden aangetast door waardevermindering van de munteenheid via inflatie. In het verleden is gebleken dat bij beleggingen in zakelijke waarden (aandelen) de kans dat deze aantasting van de beleggingsopbrengsten op lange termijn wordt gecompenseerd door een hoger beleggingsrendement groter is dan ingeval belegd wordt in vastrentende waarden (obligaties, liquiditeiten). In geval van inflatie zijn de nominale beleggingsopbrengsten van beleggingen in vastrentende waarden hoger dan de beleggingsopbrengsten na aftrek van het effect van inflatie, de zogenoemde reële beleggingsopbrengsten. In de koers van vastrentende waarden is in beginsel met een verwachte ontwikkeling van het inflatietempo rekening gehouden. Het inflatierisico bij beleggingen in vastrentende waarden houdt dan in dat desbetreffende beleggingsopbrengsten onvoldoende zijn voor compensatie van de werkelijke inflatie. Halfjaarbericht 2014 OVE Rentefonds Europa 1-3 (geen accountantscontrole toegepast) 20