- 1 - PECUNIA NON OLET



Vergelijkbare documenten
Vervangende les 2 Wat is geld waard?

[MONEY, MONEY, MONEY,

Geschiedenis hoofdstuk 3

Inhoud. Dit boek mag vrij gekopieerd en rondgestuurd worden.

Geld. Ontstaan van geld

De geschiedenis van ons geld. Van kauri tot euro

Van kauri tot euro. De geschiedenis van het geld

De geschiedenis van ons geld. Van kauri tot euro

De Romeinen. Wie waren de Romeinen?

Verslag Geschiedenis De Grieken

Verslag Geschiedenis Tijdvakkendossier tijdvak 2: tijd van Grieken en Romeinen

een zee Sparta Sparta is een stad in Griekenland. Rond 600 voor Christus waren de steden in

Romeinen. Romeinen. Germanen

Samenvatting Economie H1 t/m H3

Tijd van Grieken en Romeinen. 2.4 De late oudheid. Romeinen. Romeinen. 1. Invallen door Germaanse stammen

De wensen van mensen zijn onbegrensd. Hoe noemen we in de economie deze wensen? BEHOEFTEN. Categorie Vraag & Antwoord

Tijdelijk Museum. Het spel

Tijd van Grieken en Romeinen. Romeinen. Romeinen. 1. Invallen door Germaanse stammen

* = Hallo in het Latijn (de taal van de Romeinen). Het Romeinse Rijk

Economie module 1. Hoofdstuk 1: Voor niks gaat de zon op.

100% Romeins. op zoek naar de Romein in jezelf

Inhoud 1. Voedsel en veiligheid 15. De eerste bank 2. Samenwerken 16. Bankbiljetten 3. Specialiteit 17. Gulden 4. Delen 18. Van guldens naar euro s

1 Belangrijk in deze periode

Naam: De Romeinen. Vraag 1. De Romeinen hebben veel gebouwd. Noem vijf verschillende toepassingen. pagina 1 van 6

WAT IS GELD? Charta = wet Het is een wettelijk betaalmiddel!

100% romeins. opdrachtenboekje

Module 6: Geld; met klinkende munt

Tijdwijzer. Het begin. Voor en na Christus

Wijziging van de Muntwet 2002 in verband met de aanbesteding van het produceren van munten en het afschaffen van beleggingsmunten

De renaissance!! Waarschijnlijk heb je al eens van deze term gehoord bij het bezoeken van museums of tijdens lessen geschiedenis.!

Munten schrijven geschiedenis. Werkbrochure muntschatten

De opkomst van het christendom

Karel de Grote Koning van het Frankische Rijk

Deel 3. Wat doet de Europese Unie? 75

De klassieke tijdlijn

HET VERHAAL VAN CHANOEKA

Dagboek Sebastiaan Matte

Middeleeuwen. door: Joshua Murray Vogelenzang groep

Tijd van Grieken en Romeinen. Romeinen. Romeinen. 1. Invallen door Germaanse stammen

Maanden. groep 5/6. september oktober november. december januari februari. maart april mei. juni juli augustus

5,8. Samenvatting door een scholier 933 woorden 28 november keer beoordeeld. Geschiedenis. Begrippen:

Er waren in de 17 eeuw veel muntvervalsers. De experts onder hen maakten de meer waarde- volle munten

Tijd van Grieken en Romeinen (3000 v.c. 500 na C.) / Oudheid * ontwikkeling van wetenschappelijk denken en denken over burgerschap en politiek in de

Voorwoord. Rome en de Romeinen

HONDERD JAAR GELEDEN. Nieuws uit de krant van 10 tot 15 maart 1913

Project Prehistorie, Grieken en Romeinen ABC

Biblioteca Nacional Aruba

Functies en Invalshoeken Kunst

(bandeliersluiting) (verschillende zalfpotjes)

Wat zag de profeet Zacharia in eerste instantie?

Kastelen in Nederland

Latijn: iets voor jou?

Versie A SAMENLEESBIJBEL

Geschiedenis kwartet Tijd van jagers en boeren

ONLINE BIJBELSTUDIE VOOR JONGEREN

Het verhaal van onze kerststal

Paragraaf 1: Griekse beschaving - TL 1

Werkstuk Economie Geld

Toetsmatrijs Examen Numismatiek. Maart 2012

Heeft God Zijn kinderen feesttijden gegeven?

ANNA EN ALEX NEMEN HET OP TEGEN DE VALSEMUNTERS

Startpunt: Volkspark Oosterhofweg 49, Rijssen

Lesschema 2 graad t.g.v. 500 jaar Koninklijke Sint Sebastiaansgilde Essen

5,1. Samenvatting door Anoniem 686 woorden 2 maart keer beoordeeld. Geschiedenis. Hoofdstuk 3 De tijd van monniken en ridders.

Maak hier de gaatjes voor in je multomap. Leerlingenboekje WELKOM BIJ DE ROMEINEN. Dit boekje is van

ANNA EN ALEX NEMEN HET OP TEGEN DE VALSEMUNTERS

Wijzigingen: AB 1995 no. 81 (inwtr ); AB 1997 no. 34; AB 2005 no. 10; AB 2013 no. 28; AB 2014 no. 11 (inwtr. AB 2014 no. 12); AB 2014 no.

De Bijbel open (07-12)

Begrippenlijst Economie H10 geld en geldschepping

De Openbaring 1:19. De verschijning van de Zoon des Mensen. Wat hierna gebeuren zal. Wat u gezien hebt 1

De gulden is lang niet zo oer-hollands als je denkt FTM

Romeinen 1/6. Ze vroegen overal belasting en werden zo ook steeds rijker.

Welkom in het kartuizerklooster

Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 en 2

Werkstuk gemaakt door Naomi Buur!

HC zd. 22 nr. 32. dia 1

Sinterklaas. Lees het verhaal en beantwoord de vragen.

Deze Portugese gouden munt was vanaf 1785 een belangrijke handelsmunt op Curaçao. Bij introductie was de munt 90 realen waard.

Datum: Ons koningshuis. 1. Hoe heet onze huidige koning? 3. Hij volgde zijn broer na diens dood op. Hoe heette hij?

Opdracht 1 Het oude Nederlandse geld had allemaal bijnamen. Welke combinaties zijn goed (verbind ze met een streep)? gulden

Wijziging van de Muntwet 2002 in verband met de aanbesteding van het produceren van munten en het afschaffen van beleggingsmunten

Een Egyptische collectie in Leiden

De 7 wereldwonderen. De piramiden van Gizeh: Tijd

H2 Te veel geld maakt ongelukkig

Spreekbeurten.info Spreekbeurten en Werkstukken

6,7. Spreekbeurt door een scholier 1552 woorden 1 oktober keer beoordeeld. Nederlands DE ZEVEN WERELD WONDEREN

14 God ging steeds voor hen uit, overdag in een wolk, s nachts in licht en vuur.

Het hindoeïsme heeft geen stichter. Voor het ontstaan van het hindoeïsme moeten we naar India gaan: een groot land in Azië.

HOOFDZAAK Het hoofd is het meest individuele deel van het menselijk lichaam. Het wordt soms letterlijk bekroond door een krans of diadeem van edelmeta

Activiteitenschema Archeologie

Inhoud. Inleiding blz. 3. Wat is een fossiel? blz. 4. Hoe fossielen ontstaan blz. 5. Fossielen van zacht weefsel blz. 6. Zeedieren blz.

Ze gebruikten bijna alleen maar streepjes omdat ze het snel en makkelijk in stenen wilden krassen. Rondjes waren erg moeilijk!

De middeleeuwen. Isabel Vogelezang 10 jaar OBS De Vogelenzang Leonardo Middenbouw Groep 6.

Publicatieblad van de Europese Unie L 373/1. (Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing)

Archeologen vinden bijzondere geldschat bij zuidelijke muur in Jeruzalem

Geschiedenis. Quintie Beerens. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Leergebied: Zuid Nederland. Constructies. De mens draagt al meer dan 5000 jaar iets om zijn lichaam. Zo blijft het lichaam warm!

Dit wil zeggen dat de betaling gebeurt met papiergeld en muntstukken. De Europese centrale bank (ECB) geeft de biljetten en muntstukken uit.

Opdracht 1 en 2. Voorbeeld: Deze toets is dat wel moeilijk; maar het toen is erg belangrijk dat je laat hondje zien wat je kunt.

Transcriptie:

- 1 - PECUNIA NON OLET GELD Bij directe ruil of ruil in natura worden goederen tegen goederen geruild, bij indirecte ruil wordt geld gebruikt. Geld 1 ) is elk algemeen aanvaard ruilmiddel waarmee goederen en diensten kunnen worden gekocht. Alle kosten die samenhangen met een ruil zijn transactiekosten. Door het gebruik van geld wordt het afwikkelen van transacties eenvoudiger, waardoor de transactiekosten lager worden. Chartaal geld is het tastbare geld (munten en biljetten). Kenmerk van chartaal geld is dat men het kan aanraken, dat het tastbaar is. Giraal geld bestaat uit direct opeisbare tegoeden die onmiddellijk in contanten kunnen worden omgewisseld of kunnen worden gebruikt voor girale betalingen. Kenmerk van giraal geld is dat men het niet kan aanraken, dat het niet tastbaar is. Geld heeft drie functies. - Geld is ruilmiddel of betaalmiddel. Door het gebruik van geld wordt de ruil van goederen tegen goederen vervangen door de ruil van goederen tegen geld. - Geld is rekeneenheid of waardemiddel. Geld wordt gebruikt om de waarde van de verschillende goederen en diensten met elkaar te vergelijken. - Geld is oppotmiddel of spaarmiddel. Om uiteenlopende redenen kunnen mensen ervoor kiezen geld niet uit te geven maar geld op te potten of te sparen. DE WESTERSE MUNTTRADITIE Duizenden jaren lang werden kauri s 2 ) als betaalmiddel gebruikt in Azië en Afrika. Zo werden schelpen dus een soort geld. Een voordeel van de kauri s is dat ze allemaal ongeveer even groot zijn. Maar schelpgeld had ook nadelen: wie dicht bij de oceaan woonde, had altijd veel schelpen. Daar waren ze dus minder waard dan verder weg van de Indische Oceaan. Als je geld echt wilt gebruiken als ruilmiddel, moet het eigenlijk overal evenveel waard zijn. Behalve schelpen werd heel vroeger ook zout 3 ) als geld gebruikt. Dat kunnen wij ons haast niet voorstellen. Zout was lange tijd erg belangrijk en waardevol voor mensen. Ze gebruikten het om vlees, vis en groenten in te bewaren. Zonder zout bedierf je eten. Zout was toen heel zeldzaam. Je kon het diep in de bergen in zoutmijnen vinden of je kon het maken (winnen) door veel zeewater te verdampen. Het eerste geld van zilver en goud werd rond 700 voor Christus in West-Turkije gemaakt, in het toenmalige koninkrijk Lydië. Het waren nog geen echte munten, maar klompjes van een mengsel van goud en zilver. De Lydiërs vonden die klompjes edelmetaal gewoon in de rivier. De klompjes werden later platgeslagen en ze kregen een stempel van een leeuwenkop, het symbool van de Lydische koning. Zo werden het de eerste officiële betaalmiddelen. Later werd het goud en zilver in de metaalklompjes gesplitst. De platgeslagen klompjes waren niet allemaal even groot en dus ook niet allemaal evenveel waard. Maar aan het stempel kon je zien hoeveel goud of zilver erin zat. Vanuit West-Turkije verspreidde de muntslag zich naar Griekenland 4 ). De platgeslagen klompjes edelmetaal gingen steeds meer op onze huidige munten lijken. De mensen die in Griekenland en Turkije woonden, gingen de goud- en zilverklompjes steeds mooier maken. Ze maakten er platte ronde schijfjes van en gaven ze nog mooiere versieringen. De belangrijkste munt in het oude Griekenland was de zilveren drachme, die in het midden van de zesde eeuw voor Christus geïntroduceerd werd en circa 4,5 gram woog. De waarde ervan komt ruwweg overeen met een dagloon. Een drachme was verdeeld in 6 obolen, maar in de vele stadstaten van Griekenland en Grieks-Italië werden ook wel munten van vier en twee drachmen geslagen en van drie en twee obolen. De drachme, maar vooral de tetradrachme (vierdrachmestuk), werd massaal gebruikt voor de handel in het Middellandse Zeegebied. Het uiterlijk van oude Griekse munten is heel divers omdat de vele honderden verschillende steden en kolonies alle een eigen symbool hadden. Het bekendst is de uil van Athene, maar ook de roos van Rhodos is wijdverbreid.

- 2 - De verovering van de wereld door Alexander de Grote deed de rest. Door de dominantie van de Macedonische koningen Philippus II en Alexander de Grote was de tijd van de Griekse stadstaten voorbij. De Macedonische drachme en tetradrachme hadden een groot potentieel als handelsmunt. Griekse munten werden massaal over een groot deel van de wereld verspreid. In verre landen en ook in het zich snel ontwikkelende Rome werden de Griekse munten nagevolgd. In de Romeinse republiek werd de denarius (= munteenheid van tien) ingevoerd, een zilveren munt die evenals de drachme ruim vier gram woog en die aanvankelijk 10 as waard was. Omstreeks 200 voor Christus werden voor het eerst Romeinse munten geslagen. De meest waardevolle Romeinse munten waren van goud, dan zilver en daarna koper. In het Romeinse Rijk was de as de munteenheid waar ze andere munten op baseerden. Een munt die 2 as waard was, heette dupondius en een munt van 4 as was een sestertius. De sestertius was de belangrijkste rekeneenheid van het Romeinse Rijk. Kleinere eenheden dan de as waren de semis (½ as) en de quadrans (¼ as). Deze munten waren allemaal van koper. De denarius (een zilveren munt) was oorspronkelijk 10 as waard en later 16 as. De aureus (een gouden munt) was oorspronkelijk 250 as waard en later 400 as. Zilveren Denarius met een afbeelding van Juno Moneta In het Romeinse Keizerrijk werd op de voorkant van de munten de keizer afgebeeld. Dit was eigenlijk de enige manier waarop Romeinen een portret van hun keizer overal in het rijk te zien kregen. Doordat de Romeinen hoofden van hun keizers op de munten lieten zien, hebben wij het nog steeds over kop of munt van een munt. Op de achterkant (muntkant) van de munten konden vier soorten voorstellingen staan. Goden, personificaties (= voorstellingen van iets levenloos als een persoon, bijvoorbeeld goede eigenschappen van de keizer die verbeeld worden als een menselijk figuur), militaire overwinningen en later (vanaf de 4e eeuw na Christus) ook christelijke symbolen. Rondom het hoofd van de keizer stonden allerlei afkortingen die informatie gaven over wie de keizer was en welke titels hij allemaal had. Omdat op elke munt ook staat waar deze in het Romeinse Rijk gemaakt werd, kunnen wij zien dat er in die tijd op grote schaal gehandeld werd. Net als nu waren er ook in de Romeinse tijd mensen die geld gingen namaken of vervalsen, zij worden valsemunters genoemd. Soms deden ze stiekem ijzer of koper in gouden en zilveren munten. De godin Juno Moneta waarschuwde de muntmeesters geen bedrog te plegen door munten van een onjuist gewicht en een onzuiver metaal te slaan. Die waarschuwing was vooral in de derde en vierde eeuw hard nodig, omdat het gehalte en gewicht van een munt steeds meer verslechterden. Ook de Romeinse autoriteiten deden daar volop aan mee. Uiteindelijk waren er alleen nog maar kleine koperen muntjes voor het dagelijkse gebruik en ging het hele muntstelsel met het Romeinse Rijk zelf ten onder.

- 3 - CHARTAAL GELD EN GIRAAL GELD 5 ) Chartaal geld is het tastbare geld (munten en biljetten). Kenmerk van chartaal geld is dat men het kan aanraken, dat het tastbaar is. Bij chartaal geld wordt onderscheid gemaakt tussen de intrinsieke waarde (waarde van het materiaal waarvan het geld is gemaakt) en de nominale waarde (waarde die op een munt of bankbiljet staat vermeld). In vroeger eeuwen was de intrinsieke waarde van een munt in theorie gelijk aan de nominale waarde. In de tijd waarin munten hun waarde ontleenden aan het edelmetaal waaruit ze waren vervaardigd, was het snoeien 6 ) van munten een profijtelijk (maar uiteraard illegaal) werkje. Tegenwoordig is de intrinsieke waarde van een munt over het algemeen kleiner dan de nominale waarde. Wanneer de intrinsieke waarde van een munt groter is dan de nominale waarde, zal de munt uiteindelijk zijn functie als circulatiemunt verliezen. Verkoop van het materiaal waarvan de munt is gemaakt levert immers meer op dan de munt zelf. De kans is aanwezig dat de munt wordt omgesmolten. Dit is in het verleden gebeurd bij de zilveren guldenmunt en de koperen cent. Giraal geld bestaat uit direct opeisbare tegoeden die onmiddellijk in contanten kunnen worden omgewisseld of kunnen worden gebruikt voor girale betalingen. Kenmerk van giraal geld is dat men het niet kan aanraken, dat het niet tastbaar is. Giralisering 20 e eeuw (in %) PECUNIA Pecunia betekent geld of vermogen. Het woord is afgeleid van het Latijnse woord pecus dat vee betekent. Omdat vee ooit diende als betaalmiddel kon de betekenis 'geld' ervan worden afgeleid. Pecunia non olet is een Latijnse uitdrukking. Het gezegde Geld stinkt niet (d.w.z. het maakt niet uit hoe je aan je geld gekomen bent) heeft een relatie met latrines 7 ). Toen keizer Vespasianus aantrad was de staatskas leeg door de brand van Rome, de excessen van Nero, het Vierkeizerjaar 8 ) en de Opstand van de Batavieren. Hij herstelde de financiën mede door de herinvoering van de urinebelasting van Nero voor eigenaars van latrines die de urine aan wasserijen en volders 9 ) verkochten. Kritiek op die belasting beantwoordde hij met de opmerking: Pecunia non olet. De spreuk zelf staat niet letterlijk in een Latijnse tekst uit de oudheid en dateert dus van later datum, wellicht uit de negentiende eeuw. De openbare toiletten in Frankrijk heten vandaag de dag nog altijd Vespasienne. In Italië spreekt men van Vespasiani.

- 4 - WOORDVERBANDEN VAN PECUNIA GRAFISCH WEERGEGEVEN Bron: http://synoniemen.net/grafisch.php?zoekterm=pecunia Een ander Latijns woord dat 'geld' betekent is moneta. Moneta is de oorsprong van het Nederlandse woord monetair. Moneta is afgeleid van Juno Moneta 10 ). Waarschijnlijk is de naam moneta (ons woord "munt") een benaming voor geld geworden, omdat de plaats waar het Romeinse geld werd gemunt bij de tempel van Juno Moneta gelegen was. Verwarring in een Romeinse kledingwinkel

- 5 - EINDNOTEN 1 Het woord geld stamt af van het Germaanse woord geldan, wat vergoeden betekent. Als dank voor en in hoop op voorspoedige tijden gaf men de goden daarvoor een vergoeding. 2 Kauri s zijn schelpen en de Latijnse naam voor de kaurischelp is monetaria moneta. Deze naam komt voor in het woord moneta, het Italiaanse woord voor geld. In Engelstalige landen zeggen ze money en in Franstalige landen monnaie. 3 Zout is nog heel lang gebruikt als betaalmiddel. Zo werden Romeinse soldaten gedeeltelijk betaald met zout. Van het Latijnse woord voor zoutstaaf (salarium) is ons woord salaris afgeleid. En soldaat komt van sal dare (zout geven). 4 De Grieken gaven de munt een heel bijzondere functie. Zij geloofden dat iemand na zijn dood een reis naar het dodenrijk moest maken. De grens tussen het rijk van de levenden en de doden was een rivier. Met een veerboot, bestuurd door een veerman, werd de oversteek gemaakt. De doden hadden dus een muntje nodig voor de veerman om de overtocht te kunnen betalen. De Romeinen namen deze gewoonte over van de Grieken. En zelfs in graven uit de vroege Middeleeuwen worden soms penningen voor de veerman gevonden. De op dat moment 1000 jaar oude traditie werd voortgezet tot het moment dat het meegeven van giften aan doden door de christelijke kerk werd verboden. 5 De term chartaal geld (= wettige betaalmiddel) verwijst naar het oud-nederlandse woord charter of charta voor privilege of wet. De term giraal geld verwijst naar het Italiaanse woord girare, d.w.z. het elkaar betalen in de vorm van een overmaking/overboeking naar een bepaalde rekening. Giraal betalen of gireren (betalen per giro) is een geldtransactie zonder contanten. 6 Snoeien is het verwijderen van metaal van de rand van een munt. In de tijd waarin munten hun waarde voornamelijk ontleenden aan het edelmetaal waaruit ze waren vervaardigd, was het een profijtelijk (maar uiteraard illegaal) werkje waarop strenge straffen stonden. Omdat edelsmeden en zeker muntmeesters de benodigde apparatuur in huis konden hebben zonder argwaan te wekken, worden ze vaak als de grootste snoeiers beschouwd. Ter controle werden munten daarom periodiek gewogen: een juist gewicht bij de goede maten van dikte en diameter betekende een complete munt. Om het snoeien te bemoeilijken werden goedkope munten vaak van een kartelrand en duurdere munten van een randschrift voorzien. 7 Van oorsprong wordt met een latrine een openbare plek aangeduid waar men zijn behoeften kan doen, een openbaar toilet dus. Omdat er ook wel eens wat anders gebeurde, kreeg het bij de Romeinen ook de betekenis van bordeel. 8 Het Vierkeizerjaar (het jaar 68) is een bijzonder turbulent jaar waarin veel Romeinse legioenen zijn betrokken. Na de dood van Nero brak er een burgeroorlog uit waarbij Rome in een jaar tijd vier keizers kreeg. De eerste die de macht greep was Galba, deze werd vermoord. De tweede keizer was Otho, deze pleegde zelfmoord nadat zijn leger de eerste slag bij Bedriacum had verloren. De derde keizer was Vitellius die uiteindelijk verslagen werd door de aanhangers van Vespasianus. Dankzij de steun van zijn leger in Judea (dat op dat moment, vanwege de opstand bestond uit een kwart van alle Romeinse strijdkrachten), en de legers in Syrië, Egypte, Moesië, Pannonië en Illyricum werd Vespasianus uiteindelijk uitgeroepen tot keizer op 20 december 69. 9 Een volder was een ambachtsman in de lakennijverheid. Door de opkomst van de industrie is het beroep uitgestorven. De taak van de volder is het vollen ('laten vervilten') van een wollen weefsel. Dit is een bewerking om de vezels dichter ineen te werken, waardoor een stevige, waterdichte stof ontstaat die minder vatbaar is voor krimp. Volgens de traditionele methode wordt het weefsel gedompeld in een grote bak met heet water, urine en vollersaarde: een vettige klei die het vuil uit de vezels opneemt. Door het weefsel met de voeten aan te stampen zal de stof vervilten en krimpen. 10 Juno Moneta was in de Romeinse mythologie de heerseres van de hemelen. Waarschijnlijk is de naam moneta (ons woord "munt") een benaming voor geld geworden, omdat de plaats waar het Romeinse geld werd gemunt bij de tempel van Juno Moneta gelegen was. De tempel stond op de plek, waar vroeger het huis had gestaan van Manlius Capitolinus. Toen de Galliërs in 390 v.chr. Rome hadden ingenomen en verwoest, belegerden zij het Capitool (de burcht van Rome). De in het Capitool opgesloten Romeinen weigerden, ook al werden ze uitgehongerd, de aan Juno gewijde ganzen die op het Capitool gehouden werden, te slachten en op te eten. Toen de Galliërs een middel hadden gevonden om in de stilte van de nacht het Capitool te beklimmen, werd Manlius door het geschreeuw van die ganzen wakker gemaakt en gewaarschuwd. Manlius sloeg alarm en de belegerde Romeinen wisten de aanval te verijdelen. Ter herinnering aan deze gebeurtenis werd jaarlijks een gans in een draagstoel om de tempel van de godin rondgedragen.