Inhoud. Ten geleide 7

Vergelijkbare documenten
Als opvoeden een probleem is

Als opvoeden een probleem is

Als opvoeden een probleem is

FACTSHEET PLEEGZORG 2012

7,4. Spreekbeurt door een scholier 2552 woorden 16 december keer beoordeeld. Nederlands

Wat is OTS? (Onder ToezichtStelling)

Als opvoeden een probleem is

Jeugdbescherming Informatie voor jongeren

Jeugdbescherming Informatie voor ouders/opvoeders

Versie mei Cliëntroute Bureau Jeugdzorg Voogdij

Als uw kind onder toezicht gesteld wordt

INFORMATIE VOOR JONGEREN 1 ONDER TOEZICHT GESTELD WAT BETEKENT DAT?

Als uw kind onder toezicht gesteld wordt

Informatie voor ouders. voorzijde. uw kind bij

Wat is ondertoezichtstelling?

Uw kind gaat naar een pleeggezin

Als uw kind onder toezicht gesteld wordt

Uw kind gaat naar een pleeggezin. Pleegzorg Parlan

Versie april Cliëntroute Bureau Jeugdzorg Ondertoezichtstelling (Gezinsvoogdij)

Jeugdbescherming in Nederland

Rechten en nieuwe wetten in de pleegzorg

Schuingedrukte woorden worden uitgelegd in een woordenlijst op pagina 4.

JEUGDIGEN. Hulp na seksueel misbruik. vooruitkomen +

Algemene informatie over Parlan en pleegzorg

Jeugdbescherming Informatie voor jongeren

Pleegzorg, dat doen we samen. Over de samenwerking tussen Bureau Jeugdzorg en Pleegzorg

6,4. Werkstuk door een scholier 3137 woorden 4 maart keer beoordeeld. Nederlands. Inhoudsopgave. Inleiding

Perceelbeschrijving Pleegzorg

Het verhaal van pleegzorg

Jeugdbescherming Informatie voor ouders/opvoeders

Ondertoezichtstelling (OTS) Wat betekent een ondertoezichtstelling voor u en uw kind? Wat kunt u verwachten?

Cliënt Onder een cliënt verstaan we de jeugdige, zijn (stief)ouders of wettelijk vertegenwoordigers.

Versie april Cliëntroute Bureau Jeugdzorg Jeugdhulpverlening

UW KIND ONDER TOEZICHT GESTELD. WAT BETEKENT DAT? INFORMATIE VOOR OUDERS 1 UW KIND ONDER TOEZICHT GESTELD. WAT BETEKENT DAT?

Voogdijmaatregel Informatie voor ouders over voogdij

Bureau Jeugdzorg afdeling Jeugdbescherming. Mathilde Roubos Anjo Mangelaars

ONDER VOOGDIJ WAT BETEKENT DAT? INFORMATIE VOOR JONGEREN

Wat is ondertoezichtstelling?

Versie april Cliëntroute Bureau Jeugdzorg Uithuisplaatsing (UHP)

JEUGDBESCHERMING NOORD. Ondertoezichtstelling (OTS)

VERDRAG INZAKE DE RECHTEN VAN HET KIND (IRVK)

Pleegzorg en De Rading; informatie voor aspirant pleegouders

De Werkwijze. van de William Schrikker. Jeugdbescherming. bij een Voogdijmaatregel

Versie april Cliëntroute Bureau Jeugdzorg Onderzoek Raad voor de Kinderbescherming

Protocol Informatieverstrekking. november 2017

Perceelbeschrijving 3 Pleegzorg

Welkom bij de William Schrikker Groep

De zorg voor pleegkinderen

INFORMATIE VOOR ASPIRANT PLEEGOUDERS. Pleegzorg bij De Rading

Pleegzorg doe je samen

Voor ouders over de voogdijmaatregel

Pleegoudersupport Zeeland

Juridische mogelijkheden bij Ouderschap en psychiatrie

Voogdij: Als opvoeden echt niet meer gaat

Ondertoezichtstelling

Colofon MEER KLEUR IN DE PLEEGZORG. een hart met ruimte

Versie april Cliëntroute Bureau Jeugdzorg Algemeen

Dit boekje is van... Mijn naam is: Mijn gezinsvoogd heet: Het telefoonnummer van de gezinsvoogd is:

JEUGDBESCHERMING NOORD. Voogdij

Psychologische en psychiatrische rapportage in civiele zaken. Informatie voor betrokkene

Veelgestelde vragen over het Jeugddossier

Bureau Jeugdzorg Drenthe. Ondertoezichtstelling. BureauJeugdzorgDrenthe. november 2012 /

De Wet op de Jeugdzorg in grote lijnen

Als het mis dreigt te gaan met je opvoeding

Zo werkt Bureau Jeugdzorg Flevoland

Parlan heeft verschillende vormen van jeugdzorg, van licht tot zwaar:

INFORMATIE VOOR OUDERS 4 UW KIND ONDER VOOGDIJ WAT BETEKENT DAT?

Soms kunnen kinderen niet bij hun papa en mama wonen, bijvoorbeeld als er teveel problemen zijn thuis.

Pleegzorg Kompaan en De Bocht

Informatie voor pleegouders over pleegoudervoogdij

KINDEREN IN DE JEUGDZORG

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Perceelbeschrijving Pleegzorg 2016

De Werkwijze. van de William Schrikker. Jeugdbescherming bij een. Ondertoezichtstelling

Wat is Voogdij? Deze folder is voor ouders van cliënten van de

KORTDURENDE, INTENSIEVE BEGELEIDING INFORMATIE VOOR JONGEREN DECEMBER KORTDURENDE, INTENSIEVE BEGELEIDING

Zorg voor een kind van familie of bekende

Pleegzorg. Informatie voor ouders/verzorgers

Hoofdstuk 3 Gezag. 1. Ouderlijk gezag en voogdij a. Ouderlijk gezag b. Voogdij

Iedereen heeft een verhaal

Aanbevelingen bij de Beleidsvisie Kind in de Pleegzorg. I. Aanpassing van kinderbeschermingswetgeving

Als ouders uit elkaar gaan

Informatie over adoptie en pleegzorg. Zorgen voor een. Chapeau voorzijde _Adoptie.indd :00

KORTDURENDE, INTENSIEVE BEGELEIDING INFORMATIE VOOR OUDERS 4 KORTDURENDE, INTENSIEVE BEGELEIDING

Mr. dr. A. van Montfoort. Presentatie Van casus naar gestructureerd beslissen in de jeugdbescherming

Informatie voor ouders

Bijlage 1. Algemene Voorwaarden behorende bij het pleegcontract Parlan * Overal waar pleegouders staat kan ook pleegouder worden gelezen.

Als het mis dreigt te gaan met je opvoeding (voor kinderen en jongeren)

Versie april Cliëntroute Bureau Jeugdzorg Onderzoek Advies- en Meldpunt Kinderbescherming

Als ouders uit elkaar gaan

Factsheet PLEEGZORG 2017

ECLI:NL:RBAMS:2015:10059

Richtlijn / info voor ouders. Uithuisplaatsing. Richtlijnen jeugdhulp en jeugdbescherming. NVO, BPSW en NIP

Voor ouders over de ondertoezichtstelling

Congres De ots90 jaar:versleten of vitaal? Workshop: ots, omgang en het belang van het kind

Pleegouders over gezag en adopt ie. Samenvatting en Conclusies

0807 omslag wsj vader en moeder: 12/05 omslag 'Vragen..' :54 Pagina 2

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Transcriptie:

Inhoud Ten geleide 7 1 Wat is pleegzorg? 9 1.1 Inleiding 9 1.2 Hoe en wanneer wordt pleegzorg ingezet? 10 1.3 Wat is pleegzorg nu precies? 14 1.4 Gezag, inspraak en omgang 17 1.5 Uitleg aan (pleeg)kinderen 21 1.6 Tot slot 23 2 Spanning en onveiligheid: de gevolgen voor de ontwikkeling van het kind 25 2.1 Inleiding 25 2.2 Hechting 26 2.3 Reactieve hechtingsstoornis 35 2.4 Stressreactiesysteem 38 2.5 Tot slot: Wat betekent dit nu voor pleegkinderen? 40 3 Het pleegkind 41 3.1 Inleiding 41 3.2 Wat betekent plaatsing in een pleeggezin voor een kind? 42 3.3 Bestaansonzekerheid van pleegkinderen 49 3.4 Loyaliteitsproblemen bij pleegkinderen 53 3.5 Pleegkinderen en psychiatrische problematiek 60 3.6 Het nut en de beperkingen van pleegzorg 61 3.7 Tot slot 62

4 De gevolgen voor de omgeving 65 4.1 Inleiding 65 4.2 Impact op het hele pleeggezin 66 4.3 Impact op de pleegouders 68 4.4 Impact op de eigen kinderen van de pleegouders 76 4.5 De juiste match maken 80 4.6 Impact op de biologische ouders 81 4.7 Wat betekent het voor de leerkracht 89 4.8 Tot slot 96 5 Aanpak van veelvoorkomende problemen en dilemma s 99 5.1 Inleiding 99 5.2 Wennen in het pleeggezin 100 5.3 Hechtingsproblemen en het bevorderen van een veilige hechting 104 5.4 Druk en hyperalert gedrag 107 5.5 Bestaansonzekerheid 109 5.6 Loyaliteitsproblemen 112 5.7 De rol van de leerkracht 116 5.8 Hoe houden pleegouders het vol? 119 5.9 En als het niet overgaat? 122 5.10 Tot slot 123 6 Behandeling van gedragsproblemen bij pleegkinderen 125 6.1 Inleiding 125 6.2 Hulpbehoefte, hulpvraag en zorggebruik van pleegouders 126 6.3 Verschillende vormen van hulpverlening 127 6.4 Diagnostiek 128 6.5 Ondersteuning en begeleiding van pleegouders 130 6.6 Behandeling van het pleegkind 133 6.7 Ondersteuning en begeleiding van ouders 139 6.8 Als het echt niet meer gaat 140 6.9 Tot slot 141 7 Meer weten? 143 Literatuur 147

1 Wat is pleegzorg? 1.1 inleiding Sommige kinderen in Nederland worden niet door hun (biologische) ouders opgevoed. De reden hiervan verschilt van kind tot kind, maar in de meeste gevallen kunnen de ouders het kind niet de opvoeding geven die het nodig heeft. Deze kinderen kunnen (tijdelijk) worden opgevangen in een kindertehuis of in een internaat. Het is echter gebleken dat het voor kinderen veel beter is om in een gezin op te groeien. Als een kind niet meer thuis kan wonen, wordt daarom doorgaans eerst gezocht naar een vervangend gezin dat het kind kan en wil opvangen. Zo n gezin waarin een kind voor korte of langere tijd woont en zich ontwikkelt, heet een pleeggezin. Een pleeggezin krijgt ondersteuning en begeleiding van een instelling voor pleegzorg. Er zijn verschillende vormen van pleegzorg, die later in dit hoofdstuk aan de orde komen. Pleegzorg is een vorm van jeugdzorg die bedoeld is voor kinderen uit gezinnen waarbij sprake is van zulke ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen, dat zij niet meer thuis kunnen wonen. De precieze reden waarom een kind niet meer thuis kan wonen en de inschatting of het kind na verloop van tijd weer terug naar huis kan of niet, bepalen welke vorm van pleegzorg het beste past bij een kind. 9

1.2 hoe en wanneer wordt pleegzorg ingezet? Als ouders problemen hebben bij de opvoeding van hun kinderen zijn er verschillende mensen en instanties bij wie zij om hulp kunnen vragen: de huisarts, het consultatiebureau, een psycholoog of de jeugdzorg (bijvoorbeeld Bureau Jeugdzorg). De jeugdzorg wordt vergoed door de overheid en is bedoeld voor kinderen en jongeren tot achttien jaar met opgroei- en opvoedingsproblemen en hun ouders of verzorgers. Jeugdzorg kan een heel bescheiden vorm van hulpverlening zijn: soms zijn de problemen met een paar gesprekken verholpen of een stuk verbeterd. Maar hulpverlening kan ook een stuk intensiever zijn en dan ontvangen ouders bijvoorbeeld een of meer keren per week opvoedingsondersteuning in het gezin zelf. Soms helpt ook dit niet genoeg en zijn er zorgen over de veiligheid van de kinderen. Bijvoorbeeld omdat de ouders of het kind psychiatrische problemen hebben en de ouders niet goed doorhebben wat het kind nodig heeft. Of omdat er veel ruzie is in het gezin, waarbij zelfs geweld wordt gebruikt. Ook is het mogelijk dat de ouders zo veel zorgen hebben, dat zij maar weinig tijd hebben voor hun kinderen, bijvoorbeeld omdat er ernstige financiële problemen zijn, of omdat de woning niet geschikt of erg vervuild is. Als het de ouders in dit soort situaties, ondanks alle hulp, niet lukt hun kind de opvoeding te geven die het nodig heeft en de zorgen over de veiligheid van het kind zijn ernstig, kan besloten worden dat het kind beter af is als het voor een korte of langere periode niet meer thuis woont. Het kind wordt dan uit huis geplaatst en kan worden opgenomen in een pleeggezin. Als ouders hier zelf toe beslissen, is er sprake van vrijwillige uithuisplaatsing. Als ouders zich tegen uithuisplaatsing verzetten, zal uiteindelijk de kinderrechter beslissen of dat toch moet gebeuren. om hoeveel en welke kinderen gaat het? In 2009 zijn ruim 23 000 kinderen in pleeggezinnen geplaatst. 35% van de geplaatste kinderen is jonger dan vier jaar. 36% van de geplaatste kinderen is tussen vier en twaalf jaar oud (basisschoolleeftijd). 24% van de geplaatste kinderen is van allochtone afkomst. De pleegkinderen zijn opgevangen in een kleine 13 000 pleeggezinnen. In de afgelopen tien jaar is het aantal pleegkinderen verdubbeld. 10 De zorg voor pleegkinderen

k i n d e r b e s c h e r m i n g s m a a t r e g e l e n Als iemand (een leerkracht, een buurtbewoner) vermoedt dat een kind zich in een bedreigende situatie bevindt (hij krijgt bijvoorbeeld de indruk dat het kind wordt mishandeld of verwaarloosd), kan hij dat melden bij het meldpunt voor kindermishandeling (het AMK). De Raad voor de Kinderbescherming De RvK kan vervolgens onafhankelijk onderzoek doen naar het gezin en de opvoedingssituatie van het kind en brengt advies uit aan de kinderrechter. Als inderdaad blijkt dat er grote problemen zijn in de opvoedingssituatie, kan de kinderrechter besluiten tot een kinderbeschermingsmaatregel. Deze wordt opgelegd door de kinderrechter als hij meent dat het kind in zijn ontwikkeling bedreigd wordt. Met een maatregel wordt het gezag van de ouders beperkt of afgenomen. Dat wil zeggen dat de ouders niet langer zelfstandig belangrijke beslissingen over het kind mogen nemen, maar dat ze daar altijd een (gezins)voogd, die bij een gezinsvoogdijinstelling werkt, bij moeten betrekken. Daarnaast kan de kinderrechter op advies van de Raad voor de Kinderbescherming of van een gezinsvoogdijinstelling, of omdat hij dat zelf nodig vindt, een machtiging tot uithuisplaatsing uitspreken. Het kind wordt dan uit huis geplaatst, ongeacht of de ouders het er wel of niet mee eens zijn. d e ( g e z i n s ) v o o g d i j i n s t e l l i n g e n De grootste (gezins)voogdijinstelling van Nederland is Bureau Jeugdzorg. Er zijn ook gespecialiseerde gezinsvoogdijinstellingen, bijvoorbeeld voor kinderen met een (verstandelijke) beperking (de William Schrikker Groep) of bepaalde religieuze achtergrond (Stichting Gereformeerde Jeugdzorg; Leger des Heils Jeugdzorg). Soms kunnen ouders zelf kiezen met welke instelling ze willen samenwerken, maar dat is niet altijd mogelijk. Er zijn bijvoorbeeld geen instellingen voor voogdij en ondertoezichtstelling die vanuit een islamitische achtergrond werken en ook hebben instellingen soms wachtlijsten, waardoor een gezin door een andere instelling geholpen moet worden. Overigens moet iedere gezinsvoogdijinstelling wel altijd rekening houden met de religie, levensovertuiging en culturele achtergrond van de ouders en het kind. hoofdstuk 1 wat is pleegzorg? 11

Bij ongeveer een derde van de pleegzorgplaatsingen geven de ouders hier toestemming voor. De kinderrechter hoeft dan niet ingeschakeld te worden. In andere gevallen geven ouders geen toestemming voor een uithuisplaatsing en moet de kinderrechter daarover een uitspraak doen. De kinderrechter kan dan een dwingende maatregel opleggen. De meest voorkomende maatregel is de ondertoezichtstelling (OTS). Bij een ondertoezichtstelling benoemt de kinderrechter een gezinsvoogd, die samen met de ouders de verantwoordelijkheid draagt voor de opvoeding van de kinderen. De ouders hebben dan nog wel ouderlijk gezag, maar delen dit met de gezinsvoogd. Met belangrijke beslissingen moeten zowel de ouders als de gezinsvoogd instemmen. Een andere maatregel is dat de ouders van een pleegkind van de ouderlijke macht ontheven worden. Dit gebeurt soms als duidelijk is dat ouders hun kind nooit goed zullen opvoeden. Ze verliezen dan het gezag over hun kind. De kinderrechter benoemt dan een voogd. De voogd heeft dan het gezag over het kind en neemt dus ook de belangrijke beslissingen die het kind aangaan. Een voogd werkt niet altijd zoals een gezinsvoogd bij een gezinsvoogdijinstellling, maar kan bijvoorbeeld een familielid of goede bekende van de ouders zijn. In 2009 was er bij tweederde van de pleegkinderen sprake van een kinderbeschermingsmaatregel, zoals een OTS. voorbeelden van pleegzorg en kinderbeschermingsmaatregelen Een OTS met een machtiging tot uithuisplaatsing Gerard en Annet hebben drie kinderen. Hun jongste zoon Nicky heeft ADHD en vraagt veel extra aandacht. Er zijn financiële problemen. Dan verliest Gerard zijn baan. Hij zit hele dagen thuis en gebruikt alcohol. De financiële problemen worden erger en Gerard en Annet maken steeds vaker ruzie. De buren horen vaak geschreeuw en gegil, vooral s avonds. De school valt het op dat de kinderen er vermoeid en onverzorgd uitzien en vaak geen lunch bij zich hebben. Nicky maakt veel ruzie met zijn klasgenoten en wordt snel boos. De schoolleiding probeert haar zorgen met Gerard en Annet te bespreken, maar dat lukt niet omdat ze of niet op komen dagen, of boos weglopen. Als de leerkracht van Nicky bij de ouders thuis langsgaat, valt het op dat het huis er smerig uitziet. Hierop doet de school een melding bij het AMK, het meldpunt voor kindermishandeling. 12 De zorg voor pleegkinderen

Vervolgens start de Raad voor de Kinderbescherming een onderzoek naar de gezinssituatie. De Raad voor de Kinderbescherming adviseert de rechtbank om de drie kinderen onder toezicht te stellen en uit huis te plaatsen. Gerard en Annet zijn het hier eigenlijk niet mee eens, maar geven ook aan dat zij op zijn en het overzicht verliezen. De rechtbank besluit tot een OTS met daarbij een machtiging tot uithuisplaatsing van drie maanden. Bureau Jeugdzorg levert een gezinsvoogd die Gerard en Annet zal ondersteunen. De gezinsvoogd brengt de kinderen snel na de zitting onder bij een crisispleeggezin. Hij overlegt met Gerard en Annet of zij misschien iemand kennen bij wie de kinderen kunnen wonen. De enige geschikte tante heeft een zeer kleine woning, daar is geen ruimte voor de drie kinderen. De kinderen zullen voorlopig in het crisispleeggezin blijven. Intussen bespreekt de gezinsvoogd met Gerard en Annet hun problemen en hoe zij die, eventueel met hulp, kunnen oplossen. Over ongeveer drie maanden beslist de kinderrechter of de machtiging uithuisplaatsing zal worden verlengd, of dat de situatie al zoveel beter geworden is dat de kinderen terug naar huis kunnen. Vrijwillige pleegzorgplaatsing, geen kinderbeschermingsmaatregel Destiny woont sinds een paar maanden bij haar tante, want haar moeder is na een grote huurschuld uit huis gezet. De moeder en tante van Destiny hebben onderling geregeld dat Destiny de komende periode bij haar tante woont. Omdat tante wel graag een vergoeding en begeleiding ontvangt bij de opvoeding van Destiny, heeft zij zich bij een instelling voor pleegzorg aangemeld. Tante is nu de pleegmoeder van Destiny. Het is een vrijwillige plaatsing: de moeder van Destiny behoudt het gezag en er is geen sprake van een OTS. Een OTS, zonder een machtiging tot uithuisplaatsing Zeynep is moeder van zes kinderen. Haar echtgenoot is kortgeleden overleden. De opvoeding van alle kinderen valt haar zwaar en ze klopt aan bij Bureau Jeugdzorg voor hulp. Het lukt echter niet goed om de hulp van de grond te krijgen: Zeynep verschijnt niet op afspraken, waardoor hulp telkens niet opgestart kan worden. Na onderzoek wordt door de rechter een OTS voor alle kinderen uitgesproken. Zeynep vindt dit eigenlijk wel fijn. Ze staat er nu voor haar gevoel niet meer alleen voor. Zij spreekt vaak met de gezinsvoogd en deze meldt Zeynep aan voor opvoedingsondersteuning. Er is geen sprake van pleegzorg: alle zes kinderen wonen gewoon thuis. Een langdurige uithuisplaatsing, gevolgd door een verzoek tot ontheffing uit de ouderlijke macht Joyce kampt vanaf haar puberteit met ernstige psychiatrische klachten. Ze krijgt een dochter, Janice, die direct na de geboorte onder toezicht gesteld en uit huis geplaatst wordt. Het is een perspectiefbiedende plaatsing: de verwachting is dat Janice in elk geval voorlopig niet bij haar moeder kan opgroeien. hoofdstuk 1 wat is pleegzorg? 13

Joyce ziet Janice, die vanaf dat zij vijf maanden oud is in hetzelfde pleeggezin woont, een paar keer per jaar. Deze bezoeken verlopen wisselend: soms is het gezellig, maar soms kan Joyce erg boos reageren, waar Janice van schrikt. Janice heeft soms nachtmerries, waarbij ze droomt dat ze bij haar moeder moet wonen. Dit speelt vooral rondom de jaarlijkse zitting bij de kinderrechter, waar de OTS telkens wordt verlengd. Om Janice wat meer rust te geven, is het belangrijk dat er duidelijkheid komt over de plek waar zij kan opgroeien. Daarom wordt als Janice acht jaar oud is het verzoek gedaan om Joyce uit de ouderlijke macht te ontheffen. Immers: de kans dat zij nog voor Janice kan gaan zorgen, is door al haar psychische problemen erg klein. Het gezag komt nu bij een voogd te liggen. 1.3 wat is pleegzorg nu precies? Er zijn in Nederland verschillende pleegzorgorganisaties. Deze organisaties selecteren en trainen volwassenen om pleegouder te worden. Als een kind uit huis wordt geplaatst, zal de pleegzorginstantie een gezin voor het kind zoeken. Dit gezin wordt dan het pleeggezin. Meestal wordt eerst gekeken of het kind bij een bekende kan wonen. Ruim een derde van de pleegkinderen woont bij bekenden, zoals familie, vrienden, buren, of een leerkracht. Deze vorm van pleegzorg heet netwerkpleegzorg en komt vaak voor in de grote steden, vooral bij allochtone gezinnen. Als er geen netwerkpleeggezin gevonden wordt, wijst de pleegzorginstantie een gezin uit het eigen bestand aan waar het kind kan wonen. Het blijkt dat een netwerkplaatsing voor een pleegkind niet beter is dan een gewone plaatsing (of andersom). v e r g o e d i n g e n Voor de dagelijkse verzorging van een pleegkind krijgen pleegouders een financiële vergoeding. Deze vergoeding varieert van 15 tot 20 euro per dag, afhankelijk van de leeftijd van het kind. Alle normale kosten van het levensonderhoud zoals voeding, school, kleding en zakgeld, worden hiervan betaald. Soms krijgen pleegouders een toeslag op de normale vergoeding, bijvoorbeeld als er sprake is van extra onkosten bij crisisopvang, in het geval het kind een handicap heeft of als er drie of meer pleegkinderen in het gezin verblijven. 14 De zorg voor pleegkinderen

Meestal wordt een kind voor enkele maanden opgenomen in een pleeggezin. In deze tijd wordt geprobeerd om de problemen in het eigen gezin op te lossen, zodat het kind daarna weer naar huis kan. Wanneer dat niet mogelijk is, kan het kind voor langere tijd in een pleeggezin worden opgenomen. hoe lang verblijven pleegkinderen in een pleeggezin? 35% van alle pleegzorgplaatsingen in 2009 duurde korter dan drie maanden. 12% duurde tussen drie en zes maanden. 34% van de pleegkinderen woonde tussen een half en twee jaar bij een pleeggezin. 19% woont langer dan twee jaar in een pleeggezin. v e r s c h i l l e n d e s o o r t e n p l e e g z o r g Er zijn verschillende soorten pleegzorg, die allemaal een ander doel hebben. Bij pleegzorg als hulpverleningsvariant is het doel dat het kind weer thuis gaat wonen als de problemen (voldoende) zijn opgelost. Hulpverleners van de pleegzorginstantie en Bureau Jeugdzorg helpen de ouders hun problemen op te lossen, terwijl het kind in een pleeggezin woont. De hulpverleningsvariant heeft een maximale duur. Onder de hulpverleningsvariant vallen twee vormen van pleegzorg: Spoedeisende opvang: deze duurt maximaal vier weken. Kortdurende pleegzorg: deze duurt maximaal één jaar, met de mogelijkheid tot een eenmalige verlenging met nog een jaar. Als na deze periode blijkt dat het kind nog steeds niet bij zijn ouders kan wonen, moet worden uitgezocht waar het kind dan het beste kan wonen. Een kind kan dan misschien in hetzelfde pleeggezin blijven. Als dat niet lukt, kan het overgaan naar een ander pleeggezin waar het wel voor langere tijd kan wonen. Als het kind niet past in een pleeggezin, of als er geen geschikt gezin gevonden wordt, kan het kind ook in een tehuis worden geplaatst. hoofdstuk 1 wat is pleegzorg? 15

s p o e d e i s e n d e o p v a n g Maikel van dertien jaar staat al een tijdje onder toezicht van Bureau Jeugdzorg. Er zijn grote zorgen over hem: hij gebruikt veel drugs en maakt vaak ruzie met de nieuwe vriend van zijn moeder. Als hierbij ook harde klappen vallen en Maikel gewond raakt, wordt hij met spoed uit huis geplaatst. De gezinsvoogd vreest voor zijn veiligheid. Maikel komt terecht in een crisispleeggezin. Op zich gaat het hier heel redelijk, maar de pleegouders vinden het wel moeilijk om goed met Maikel om te gaan: hij kan snel boos worden. De gezinsvoogd meldt Maikel aan bij een behandelinstelling, maar die heeft een lange wachtlijst. De spoedeisende opvang wordt telkens verlengd. Maar de pleegouders kunnen Maikel echt niet langer dan een half jaar opvangen. Na een half jaar is nog geen goede plek voor Maikel gevonden. Maikel wordt in een ander pleeggezin voor kortdurende opvang geplaatst. Bij pleegzorg als opvoedingsvariant wordt ervan uitgegaan dat het kind lange tijd niet of misschien wel nooit meer thuis kan wonen. Bijvoorbeeld omdat de problemen in het gezin zo groot zijn, dat ze niet voldoende opgelost kunnen worden. De situatie blijft dan onveilig voor de ontwikkeling van het kind. Deze vorm van pleegzorg wordt ook wel een perspectiefbiedende plaatsing genoemd. Met de plaatsing in het pleeggezin wordt het kind een nieuw perspectief voor zijn toekomst geboden. Als het mogelijk is, blijft er wel contact tussen het kind en zijn ouders. Tot slot is er deeltijdpleegzorg. Bij deze vorm van pleegzorg verblijft het kind een deel van de tijd in het pleeggezin. Hierbij zijn allerlei mogelijkheden. Wat veel voorkomt, is dat het kind af en toe een weekend in het pleeggezin verblijft. Op deze manier kunnen de ouders even tot rust komen en krijgt het kind alle aandacht in het pleeggezin. Doel hiervan is om de stress bij iedereen te verminderen en zo een volledige of definitieve uithuisplaatsing te voorkomen. Soms is er sprake van een geheime plaatsing. Hiermee wordt bedoeld dat de ouders niet mogen weten waar het pleeggezin van hun kind woont. Een reden hiervoor kan zijn dat de ouders erg boos zijn over de uithuisplaatsing en dreigen het kind op te halen of geweld te gebruiken tegen de pleegouders. 16 De zorg voor pleegkinderen

1.4 g e z a g, i n s p r a a k e n o m g a n g Pleegouders voeden een pleegkind op en verzorgen het, maar hebben bijna nooit het gezag over een kind. Alhoewel dit steeds meer wordt aangemoedigd, is er in de praktijk alleen bij hoge uitzondering sprake van pleegoudervoogdij (zie kader). Normaal gesproken ligt het gezag bij de ouders en/of de (gezins)voogd. p l e e g o u d e r v o o g d i j Pleegouders kunnen besluiten de voogdij over hun pleegkind op zich te nemen als de biologische ouders zijn ontheven van of ontzet zijn uit de ouderlijke macht. Pleegouders wordt dan meestal aangeraden om eenhoofdige voogdij aan te vragen. Daarbij kunnen zij nog aanspraak maken op pleegvergoeding en -begeleiding en zijn zij niet onderhoudsplichtig. Deze variant wordt ook wel pleegoudervoogdij genoemd. De pleegouder is dan wel wettelijk aansprakelijk en verantwoordelijk voor beheren van het vermogen van de minderjarige. Dat pleegouders geen gezag hebben, is soms lastig. Af en toe is er voor beslissingen toestemming nodig van degene die het gezag draagt over het kind. Bijvoorbeeld als het kind medische of psychologische behandeling nodig heeft, of voor een bepaalde school moet kiezen. Of als de pleegouders met het pleegkind op vakantie naar het buitenland willen gaan en het pleegkind een paspoort nodig heeft. Het kan een heel gedoe zijn om ouders te bereiken en hun toestemming te krijgen. Ook kunnen de pleegouders vinden dat er iets anders nodig is dan wat de ouders en/of (gezins)voogd nodig achten. Formeel hebben pleegouders daar weinig over te zeggen, terwijl zij wel degenen zijn die het kind opvoeden en het goed kennen. In dit soort gevallen kunnen de pleegouders een aantal dingen doen. Als pleegouders geen gezag hebben, maar wel gehoord willen worden door de kinderrechter of voor zittingen willen worden uitgenodigd, moeten zij zorgen dat de rechter hen als belanghebbende beschouwt. Pleegouders kunnen hiertoe een verzoek indienen bij de rechtbank. Pleegouders hebben het blokkaderecht. Dit kunnen zij gebruiken als er beslissingen worden genomen over het pleegkind waar zij het niet mee hoofdstuk 1 wat is pleegzorg? 17

eens zijn. Als de ouders het gezag hebben en bijvoorbeeld het kind uit het pleeggezin willen halen terwijl pleegouders het daar niet mee eens zijn, kunnen zij hun blokkaderecht inzetten. Dit kan alleen als het kind een jaar of langer met instemming van de ouders of voogd in het pleeggezin heeft gewoond. h e t b l o k k a d e r e c h t i n z e t t e n Ali van negen jaar oud woont vanaf zijn tweede jaar bij Frits en John. De ouders van Ali zijn al jaren van de ouderlijke macht ontheven en het gezag ligt bij Bureau Jeugdzorg. Ali heeft soms erg boze buien: hij gooit dan met spullen en slaat tegen de muur. Ook steelt hij van alles, zodat waardevolle spullen opgeborgen moeten worden. De voogd vindt dat het zo niet langer kan en meldt Ali aan bij een behandelgroep van een instelling voor kinderpsychiatrie. Frits en John zijn het hier niet mee eens: zij vinden ook dat er hulp moet komen, maar denken aan hulp waarbij Ali bij hen kan blijven wonen. Ze besluiten hun blokkaderecht in te zetten. De rechtbank zal nu een beslissing nemen over de verblijfplaats van Ali. de wens van een kind om de naam van de pleegouders aan te nemen Het komt voor, zeker bij voogdijplaatsingen, dat het pleegkind de naam van de pleegouders wil aannemen. Als voorwaarde geldt dan dat het kind al lange tijd bij de pleegouders moet wonen en door hen moet worden verzorgd en opgevoed. Is het kind jonger dan twaalf jaar, dan geldt een periode van vijf jaar. Bij een ouder kind wordt een periode van minimaal drie jaar aangehouden. 18 De zorg voor pleegkinderen

r e c h t e n v a n o u d e r s z o n d e r g e z a g? Ouders die geen gezag hebben, hebben recht op globale informatie over het kind. Als ouders hierom vragen, moeten leerkrachten, hulpverleners en pleegouders belangrijke informatie aan hen doorgeven. Zij mogen weigeren om informatie te geven als ze deze informatie ook niet aan de ouder met gezag (bij gescheiden ouders) of pleegouders of voogd zouden geven. Ouders die wel informatie willen maar deze niet krijgen, kunnen zich tot de rechter wenden. Bij sommige beslissingen moeten kinderen van twaalf jaar en ouder ook zelf toestemming geven. In het kader staat meer informatie over de rechten van (pleeg)kinderen zelf. rechten van kinderen vanaf twaalf jaar Toestemming Bij kinderen vanaf twaalf jaar moet zowel de wettelijke vertegenwoordiger (diegene die het gezag heeft) als het kind toestemming geven voor allerlei zaken, zoals het ondergaan van een (medische) behandeling. Bij kinderen vanaf zestien jaar is alleen hun toestemming voldoende en is geen toestemming van de wettelijke gezagsdrager nodig. Inzagerecht Vanaf twaalf jaar hebben kinderen inzagerecht en mogen ze hun dossier inzien en rapporten lezen die over hen worden geschreven. Handelingsbekwaam Bovenstaande geldt alleen als het kind handelingsbekwaam is. Dat wil zeggen dat het kind geacht wordt in zijn eigen belang beslissingen te kunnen nemen. Wanneer een kind een verstandelijke beperking heeft, kan het niet altijd inschatten wat in zijn belang is of wat een verstandige beslissing is. Het kind is dan niet handelingsbekwaam. hoofdstuk 1 wat is pleegzorg? 19

d e o m g a n g s r e g e l i n g Bij een omgangsregeling worden afspraken gemaakt tussen pleegouders en ouders over het contact tussen de ouders en hun kind. Bij een vrijwillige plaatsing stellen de pleegouders, de ouders en eventueel het kind in overleg zelf een omgangsregeling vast. Als er een gezinsvoogd of een voogd is aangesteld, bepaalt die vaak hoe en wanneer het contact plaatsvindt tussen het kind en de ouders. Een kind heeft recht op contact met zijn ouders, maar ook met anderen die voorafgaand aan de uithuisplaatsing belangrijk waren voor het kind en die hij met regelmaat zag, bijvoorbeeld de grootouders bij wie het kind iedere maand op bezoek ging. In de omgangsregeling wordt afgesproken wanneer en hoe vaak er bezoeken zijn, maar ook hoe lang die duren, waar ze plaatsvinden en wie het vervoer regelt. Ook telefonisch contact kan hierin worden geregeld. Het kan zijn dat de (gezins)voogd vindt dat ouders hun kind alleen maar mogen zien of spreken onder begeleiding van een hulpverlener of pleegouders. De bezoeken vinden dan vaak plaats op het kantoor van Bureau Jeugdzorg of de pleegzorginstantie. Dit heet een begeleide omgangsregeling. Hiervoor moet de (gezins)voogd wel goede redenen hebben, die de kinderrechter kan onderschrijven. o m g a n g s r e g e l i n g begeleide omgang Kyra woont sinds een half jaar in een pleeggezin. Ze belt haar ouders eens per week. De telefoon staat dan op de speaker, zodat de pleegmoeder mee kan luisteren. In het begin vroegen de ouders vaak aan Kyra waar zij woont, maar dit mag Kyra niet zeggen van de gezinsvoogd, want de plaatsing is geheim. Kyra ziet haar ouders elke maand op het kantoor van Bureau Jeugdzorg. Hierbij is of de pleegzorgwerker of de gezinsvoogd aanwezig. o m g a n g s r e g e l i n g m e t o p a e n o m a Stefan en Olivier worden uit huis geplaatst. Ze zien hun ouders regelmatig, maar vooral Stefan geeft aan dat hij zijn grootouders mist: zij woonden vlakbij en na schooltijd waren hij en zijn broertje eigenlijk altijd bij hen, omdat hun ouders werkten. In overleg met de gezinsvoogd wordt besloten dat de jongens om de week de zaterdag bij hun opa en oma doorbrengen. 20 De zorg voor pleegkinderen

1.5 uitleg aan (pleeg)kinderen In de vorige paragrafen zijn veel (juridische) termen gebruikt die iets met pleegzorg en pleegkinderen te maken hebben. Niet alleen pleegouders, ouders en hulpverleners krijgen met deze termen te maken, ook pleegkinderen horen hier vaak van alles over. Hoe leg je als pleegouder een kind uit wat de veelgebruikte termen betekenen? Natuurlijk hangt het van de leeftijd, de intelligentie en eventuele problematiek van het kind af wat je precies kunt vertellen. Deze paragraaf kan je daarin een stukje op weg helpen. Ook als ouder of hulpverlener kun je deze uitleg gebruiken, maar dan moet je deze soms misschien iets aanpassen. k i n d e r b e s c h e r m i n g s m a a t r e g e l e n Vraag: Wat is een OTS (ondertoezichtstelling)? Uitleg : De rechter maakt zich zorgen om jou en je ouders en vindt dat het thuis niet zo goed ging. Daarom heeft hij ( naam gezinsvoogd ) gevraagd om je ouders te helpen bij jouw opvoeding en daarover toezicht te houden, dus erop te letten of alles goed gaat. Vraag: Wat is gezag? Uitleg : Degene die gezag over jou heeft, kan belangrijke beslissingen over jou nemen en moet voor sommige belangrijke dingen een handtekening zetten. Vaak zijn dit de ouders van een kind. Als het de ouders niet zo goed lukt om goede beslissingen te nemen, moet iemand daarbij helpen. Dat is de gezinsvoogd. Soms vinden ouders het zo moeilijk goede beslissingen te nemen, dat iemand anders het overneemt. In jouw geval is dat dus ( naam voogd of gezinsvoogd ). Vraag: Wat is een gezinsvoogd? Uitleg : Een gezinsvoogd is iemand die erop let of het goed gaat met jou en je ouders. Hij helpt je ouders om jou goed op te voeden, hij regelt van alles en neemt samen met jouw ouders beslissingen over jou. Vraag: Waarom is er (als er sprake is van een OTS) elk jaar een zitting bij de kinderrechter? Uitleg : De rechter wil elk jaar van ( naam gezinsvoogd ) horen hoe het met jou gaat en hoe het met je ouders gaat. De rechter denkt er dan goed over na of je ouders nog steeds hulp nodig hebben als ze belangrijke beslissingen over jou moeten nemen. De kinderrechter bedenkt dan ook of je weer bij je ouders kunt wonen, of dat je beter nog in het pleeggezin kunt blijven. hoofdstuk 1 wat is pleegzorg? 21

NB 1 : Als het pleegkind twaalf jaar of ouder is, mag het ook zijn mening geven. De rechter zal de mening van het kind erg serieus nemen. NB 2 : Als de jaarlijkse zitting voor de OTS-verlenging zeer grote spanning bij het pleegkind oproept omdat het bang is om weer bij zijn ouders te moeten wonen, kan de gezinsvoogd de kinderrechter verzoeken om de ouders uit de ouderlijke macht te ontheffen. Dit gebeurt soms als de OTS al vaak is verlengd. Meestal zal de Raad voor de Kinderbescherming dan een onderzoek doen en een rapport schrijven voor de rechtbank. Vraag: Wat betekent het dat mijn ouders worden ontheven uit de ouderlijke macht? Uitleg : De rechter denkt dat het beter voor je is als je niet bij je ouders opgroeit en dat het beter is als iemand anders wordt aangewezen om (in overleg met jou) belangrijke beslissingen te nemen en zijn handtekening onder papieren te zetten. Je blijft je ouders wel gewoon even vaak zien, als je dat wilt. o m g a n g s r e g e l i n g / g e h e i m e p l a a t s i n g Vragen: Waarom mag ik mama niet vaker zien? Waarom mag ik niet zelf bepalen wanneer ik mijn ouders bel en zie? Waarom komt mama niet bij ons thuis? Waarom mogen we niet bij mama logeren? Uitleg : Omdat het thuis niet zo goed ging, wil ( naam gezinsvoogd ) eerst een tijdje dat er iemand bij is als jij mama ziet of spreekt. Vraag: Waarom mogen papa en mama niet weten waar we wonen en naar school gaan? Uitleg : Omdat papa en mama soms erg boos kunnen worden, vindt ( naam gezinsvoogd ) het rustiger als ze dat nu niet weten. Natuurlijk mag je papa en mama als je ze ziet wel vertellen wat je op school gedaan hebt, een tekening voor ze maken en die bij het bezoek geven, je rapport laten zien en dat soort dingen. o v e r i g e v r a g e n Pleegkinderen hebben vaak ook veel vragen over de uithuisplaatsing zelf en hun toekomstige verblijfplaats. Meestal is er (nog) veel onduidelijk voor hen, maar misschien is dit ook nog wel zo voor de pleegouders of zelfs de gezinsvoogd. Dit maakt dat deze vragen soms moeilijk te beantwoorden zijn. Het gaat dan om vragen als: Waarom mag ik niet meer bij mijn ouders wonen? Tot wanneer blijf ik in het pleeggezin wonen? Waarom mag mijn zusje niet bij ons wonen? Deze vragen van pleegkin- 22 De zorg voor pleegkinderen

deren kunnen samengaan met grote zorgen en leiden tot emotionele problemen of gedragsproblemen. Hoe dat komt en hoe daarmee om te gaan komt in de komende hoofdstukken aan de orde. 1.6 t o t s l o t Wie te maken krijgt met pleegzorg, merkt al snel dat enige kennis van (juridische) begrippen en procedures nuttig en bijna noodzakelijk is. In dit hoofdstuk zijn de belangrijkste begrippen aan bod gekomen. Deze begrippen komen regelmatig terug in dit boek en worden dan bekend verondersteld. Voor veel ervaren pleegouders zullen de genoemde termen al bekend zijn: voor hen is duidelijk wat bedoeld wordt met bijvoorbeeld een OTS of een netwerkplaatsing. Voor anderen kan dit hoofdstuk dienen als een globaal overzicht, waarin zij het een en ander kunnen nazoeken. Voor wie meer wil weten: zie hiervoor hoofdstuk 7, met daarin verwijzingen naar literatuur waarin de procedures en termen meer uitgebreid aan de orde komen. hoofdstuk 1 wat is pleegzorg? 23