De gemeente Diepenbeek werft aan via een gestructureerd interview: (opstart korte procedure voor de aanwerving in sommige tijdelijke betrekkingen- begeleidster buitenschoolse kinderopvang- artikel 29 van het rechtspositiebesluit) BEGELEIDSTER BUITENSCHOOLSE KINDEROPVANG (M/V) half-time 19 uur C1-C2 Aanwervingsvoorwaarden. In het bezit zijn van: 1.Een diploma of certificaat van het beroepssecundair onderwijs Het derde jaar van de derde graad kinderzorg en gelijkschakelingen zie bijlage De opleiding begeleider buitenschoolse opvang van het volwassenenonderwijs Het derde jaar van de vierde graad verpleegkunde 2. Een diploma of certificaat van het technische secundair onderwijs Het tweede jaar van de derde graad sociale en technische wetenschappen Het tweede jaar van de derde graad jeugd en gehandicaptenzorg (gelijkstelling zie bijlage) Het tweede jaar van de derde graad gezondheids- en welzijnswetenschappen (gelijkstelling zie bijlage) Het derde jaar van de derde graad internaatswerking Het derde jaar van de derde graad leefgroepenwerking De opleiding jeugd en gehandicaptenzorg van het volwassenenonderwijs 3.Een titel van beroepsbekwaamheid begeleider van buitenschoolse kinderopvang ( een ervaringsbewijs) zoals vermeld in het decreet van 30 april 2004 over het verwerven van een titel van beroepsbekwaamheid. Lijst kwalificatiebewijzen erkende buitenschoolse opvang Kind en Gezin 6 mei 2008 Bijlage : gelijkstelling met 7 e jaar Kinderzorg Gelijkstellingen met het eind studiebewijs van het met vrucht gevolgde 3 e jaar van de 3 e graad van het Beroepssecundair Onderwijs kinderzorg zoals geregeld in de ministeriële besluiten va, 30 juli 1997 en 24 november 1997: De houder van een brevet, uitgereikt uiterlijk in het schooljaar 1985-1986 in het zesde leerjaar van het voltijds beroepssecundair onderwijs, studierichting kinderverzorging; De houder van een studiegetuigschrift én een kwalificatiegetuigschrift, uitgereikt tijdens de periode lopend vanaf het schooljaar 1986-1987 tot en met het schooljaar 1993-1994 in het zesde jaar van het voltijds beroepssecundair onderwijs, studierichting kinderverzorging; De houder van het studiegetuigschrift, uitgereikt in het schooljaar 1994-1995, het schooljaar 1995-1996 of het schooljaar 1996-1997 in het tweede leerjaar van de derde graad van het voltijds beroepssecundair onderwijs, studierichting kinderverzorging; De houder van een diploma secundair onderwijs, uitgereikt vanaf het schooljaar 1997-1998 in het derde leerjaar van de derde graad van het voltijds beroepssecundair onderwijs, studierichting kinderzorg (specialisatiejaar); De houder van een studiegetuigschrift, uitgereikt vanaf het schooljaar 1997-1998 in het derde leerjaar van de derde graad van het voltijds beroepssecundair onderwijs, studierichting kinderzorg (specialisatiejaar); De houder van een diploma secundair onderwijs, uitgereikt door de examencommissie van de Vlaamse Gemeenschap voor het voltijds secundair onderwijs, slaande op examenprogramma over de personenzorg (specialisatiejaar) én de onderliggende studierichting kinderverzorging van het voltijds beroepssecundair onderwijs; Elk studiebewijs, uitgereikt in de Franse of Duitstalige Gemeenschap van België dan wel in het buitenland, dat door de Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, of zijn gemachtigde, gelijkwaardig is verklaard met één van de hierboven vermelde studiebewijzen; De houder van een diploma van het tweejarig opleidings- en tewerkstellingsproject van migrantenvrouwen in het kinderopvang georganiseerd door het Vormingscentrum voor de
Begeleiding van het Jonge Kind, in samenwerking met het Vlaamse Centrum voor de Integratie van de Migranten en met Kind en Gezin in 1996 en 1997. Andere gelijkstelling met het 7 e jaar kinderzorg: De opleiding begeleider in de kinderopvang van het experimentele modulaire beroepssecundaire onderwijs, Het derde jaar van de derde graad van een naamloos leerjaar, als bij het diploma een door de verificateur van Onderwijs voor waar en echt verklaard attest is gevoegd waarop vermeld is dat het leerplan kinderzorg is gevolgd, De opleiding kinderzorg van het volwassenenonderwijs, De opleiding kinderzorg/begeleider in de kinderopvang van het volwassenenonderwijs Andere gelijkstellingen: Het tweede jaar van de derde graad jeugd- en gehandicaptenzorg, werd tot 2001 bijzondere jeugdzorg genoemd Het tweede jaar van het derde graad gezondheids- en welzijnswetenschappen, werd tot 2001 verpleegaspirant genoemd De selectie bestaat uit een gestructureerd interview op basis van het cv. De geselecteerden worden nog persoonlijk uitgenodigd voor een gesprek op woensdag 31 augustus 2011 in het gemeentehuis van Diepenbeek. Solliciteren kan via mail t.a.v. Het college van burgemeester en schepenen, Dorpsstraat 14, 3590 Diepenbeek (info@diepenbeek.be) of tegen afgifte van de sollicitatie op de dienst interne zaken van het gemeentehuis (je krijgt een ontvangstbewijs). De sollicitaties moeten ons bereiken uiterlijk dinsdag 30 augustus 2011 om 12 uur.
Functie : Begeleider BKO Buitenschoolse Kinder Opvang Competenties Organisatiegerichte competenties - klantgerichtheid - verantwoordelijkheidszin - flexibiliteit - integriteit - loyaliteit Competenties functiefamilie - accuraatheid - samenwerken - zelfinzicht - zelfstandigheid (zelfzekerheid) - conformiteit Functiespecifieke competenties - probleemoplossend vermogen Kennis en ervaring - kennis van de functie en de werking van een buitenschoolse kinderopvang - ervaring in werken met jeugd en kinderen of aangepast leervermogen hiertoe. - grote dosis creativiteit
Bijlage : toelichting competenties : Organisatiegerichte competenties klantgerichtheid - onderkent, onderzoekt en anticipeert op de behoeften en gevoelens van de interne & externe klant en handelt ernaar - geeft een hoge prioriteit aan dienstverlening en klanttevredenheid verantwoordelijkheidszin - engageert zich op een plichtsbewuste manier om het takenpakket te realiseren en de gemaakte afspraken na te komen - streeft ernaar zich te ontwikkelen binnen de organisatie flexibiliteit - blijft doelmatig handelen door zich aan te passen aan problemen of veranderingen in omgeving, taken, verantwoordelijkheden of mensen integriteit - handhaaft algemeen aanvaarde sociale en ethische normen, laat zich niet beïnvloeden door sympathieën en/of antipathieën loyaliteit - is in staat zich te identificeren met de belangen, prioriteiten en doelstellingen van de organisatie en er naar te handelen in de praktijk Competenties functiefamilie accuraatheid - gaat zorgzaam om met aangereikte informatie: punctueel, juist en volledig - besteedt steeds de nodige zorg en aandacht aan het werk - bereidt het werk zorgvuldig en grondig voor en controleert het ook. - heeft oog voor alle kinderen, alsook persoonlijke en organisatorische details. samenwerken - heeft aandacht voor mekaars deeltaak en helpt spontaan mee wanneer dit nodig is - zet zich in voor het bereiken van win-win oplossingen in het team, i.f.v. de werksfeer - treedt op een constructieve wijze in overleg met collega s om de beste oplossingen voor de dienst te bekomen - wisselt informatie en kennis met rechtstreekse collega s en andere diensten uit - vraagt indien nodig hulp en biedt die aan en bewaart hierin een zeker evenwicht
zelfinzicht - staat open voor feedback - schat eigen sterktes en zwaktes in en formuleert realistische doelstellingen voor zichzelf - kan eigen handelen en functioneren kritisch bekijken en tracht te leren uit fouten - heeft een realistisch zelfbeeld: overschat noch onderschat zichzelf zelfstandigheid - zelfzekerheid - kan binnen een gegeven kader, taken zonder sturing uitvoeren - kan routine taken met het nodige vertrouwen alleen afwerken - kan binnen de grenzen van eigen bevoegdheid zelf beslissingen nemen aangaande eigen taken - kan taakgerelateerde problemen en vragen die regelmatig voorkomen zelfstandig afhandelen - kan vooropgestelde realistische doelen bereiken, zonder veel hulp van anderen conformiteit - kent de eigen plaats in de hiërarchie en handelt daar ook naar - handelt nauwgezet t.a.v. voorschriften en procedures - voert (beleids)beslissingen uit en ondersteunt deze, ondanks een andere eigen mening - leeft collectief genomen beslissingen en afspraken loyaal na - schikt zich naar de organisatiestructuur Functiespecifieke competenties probleemoplossend vermogen - kan oorzaken van een probleem herkennen - kan hoofd- en bijzaken van een probleem onderscheiden - zoekt naar realistische oplossingen en stelt deze spontaan voor - helpt anderen met moeilijkheden en vragen verder