PrOmotie Rekenen en wiskunde Werkboek Geld
Colofon Auteurs: Onder redactie van: Tekstredactie: Vormgeving: Illustraties: Drukwerk: Harry Bruinsma, Ton Milatz, Edu Actief b.v. Ad van der Hoeven, Mieke Abels (Freudenthal Instituut) en Edu Actief b.v. Sluiter boekproductie, Lelystad, Y-Publicaties, Amsterdam Adato design, Wijhe Edu Actief b.v. Drukkerij Giethoorn ten Brink, Meppel Met medewerking van APS, Atlas Onderwijs Adviesgroep, CED/PI, CPS, DGS, OSO/Fontys, IVIO, KPC Groep en SLO. De uitgave is ontwikkeld in samenwerking met KPC Groep en de Vereniging Landelijk Werkverband Praktijkonderwijs en de Referentiegroep Praktijkonderwijs in de Steigers. Titel: PrOmotie, Rekenen en Wiskunde, Werkboek Geld ISBN 978 90 6053 595 0 Copyright 2006 Uitgeverij Edu Actief b.v. Postbus 1056 7940 KB Meppel telefoon: 0522-235 235 telefax: 0522-235 222 e-mail: info@edu-actief.nl internet: www.edu-actief.nl Eerste druk / derde oplage 2006 Uitgeverij Edu Actief b.v. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, microfilm, fotokopie of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. No part of this book may be reproduced in any form, by print, photoprint, microfilm or any other means, without written permission from the publisher. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb. 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (Postbus 3060, 2130 KB) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912. De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden.
Inhoud Voorwoord / 5 Hoofdstuk 1 De geldautomaat / 7 Hoofdstuk 2 Shoppen / 19 Hoofdstuk 3 Rekenen met munten / 32 Hoofdstuk 4 Schrijfwijze van euro s en centen / 47 Hoofdstuk 5 Betalen en teruggeven / 59 Hoofdstuk 6 Afronden / 69 Hoofdstuk 7 Kun jij dit? / 76 3
4
Voorwoord Dit werkboek gaat over rekenen met geld. Het gaat over geld teruggeven en over het schatten van prijzen. En je leert hoe je bedragen moet afronden. Pictogram In dit boek zie je bij sommige opdrachten een pictogram. Een pictogram geeft je informatie over de opdracht. Hieronder lees je wat de pictogrammen betekenen. Denken Bij dit pictogram moet je nadenken over een opdracht. Je denkt na over wat je straks gaat doen. 5 Doen Bij dit pictogram moet je de opdracht uitvoeren. Je moet bijvoorbeeld iets maken. Of je moet iets doen. Nakijken Bij dit pictogram ga je de opdracht controleren. Je controleert of je de opdracht goed hebt gedaan. Je denkt ook na over wat je de volgende keer anders moet doen. Samenwerken Sommige opdrachten maak je samen. Bij dit pictogram werk je samen met een klasgenoot.
Luisteren Bij dit pictogram moet je ergens naar luisteren. Bijvoorbeeld naar je docent. Of naar een cd. Portfolio Soms staat dit pictogram bij een opdracht. Je mag dan een bewijs voor je portfolio maken. Je docent kan je meer vertellen over de portfolio. Ik en de Ander Om de opdracht na te bespreken gebruik je de Ik & de Ander kaarten. 6
De geldautomaat Hoofdstuk 1 Opdracht 1 Biljetten 7 Welke biljetten kun je uit de geldautomaat halen? Vertel je antwoorden in de klas als je aan de beurt bent. Je docent schrijft alles op. Welke biljetten haal jij vaak uit de geldautomaat?
Geld Thema Opdracht 2 Je gaat sportschoenen kopen. Je gaat naar de geldautomaat om te pinnen. Hoeveel geld kun je pinnen? Je controleert eerst je saldo. Moet je nog geld overhouden op je rekening? Hoeveel heb je nodig, denk je? 100 10 8 150 250 20 50 70 Welke biljetten krijg je als je 79,- nodig hebt? Zet daar een kruisje onder.
De geldautomaat Hoofdstuk 1 Opdracht 3 Als je gaat pinnen kun je kiezen voor: ander bedrag. Maar je kunt niet meer geld pinnen dan 500,-. Je kunt kiezen welke biljetten je wilt hebben. Soms zijn biljetten op. De automaat laat zien uit welke biljetten je dan kunt kiezen. Je pint 20,-. Welke biljetten kies je? Hoeveel? 9 Je pint 30,-. Welke biljetten kies je? Hoeveel?
Geld Thema Opdracht 4 Ik heb een krantenwijk. Ik spaar wat van mijn loon. Johan heeft veel gespaard. Hoeveel geld heeft hij al? 10 Gespaard Gespaard Gespaard
De geldautomaat Hoofdstuk 1 Gespaard Opdracht 5 Je pint 100,-. Welke biljetten krijg je? En hoeveel? Bedenk steeds een andere manier. 11
Geld Thema 12 Opdracht 6 Hoeveel biljetten van 10 euro gaan erin?
De geldautomaat Hoofdstuk 1 Opdracht 7 Je hebt een biljet van 50 euro. Je wilt het wisselen voor biljetten met kleinere bedragen. Je wilt in ieder geval 1 biljet van 20 euro. Welke biljetten krijg je? Bedenk 3 manieren. 1. 2. 3. Opdracht 8 Voorbeeld In zit 2 x 13 In zit In zit In zit
Geld Thema In zit In zit In zit 14 In zit In zit
De geldautomaat Hoofdstuk 1 Opdracht 9 Je pint 100,-. Maak 100,- met zo veel mogelijk biljetten. Je mag niet meer dan 8 dezelfde biljetten kiezen. Opdracht 10 Pinnen Vaak hebben mensen weinig geld in hun portemonnee. Als iets veel kost betalen mensen met hun pinpas. Dat is veiliger. Waarom? 15 Vind jij dat ook? Pin jij wel eens? ja / nee ja / nee Je pincode is geheim. Waarom?
Geld Thema Praat over de vragen met je klasgenoot. Wat vindt je klasgenoot ervan? Wat is het antwoord van jouw klasgenoot? Wat vind jij daarvan? 16 Opdracht 11 Chantal, Kim, Ivo en Reda pinnen geld voor hun vakantie. Chantal 60,- Kim 50,- Ivo 80,- Reda 40,- Zet de goede naam bij ieder stapeltje. Van wie mist het stapeltje? Schrijf de naam eronder. Teken de biljetten die in dat stapeltje zouden kunnen zitten.
De geldautomaat Hoofdstuk 1 17
Geld Thema Opdracht 12 Victor en Peter hebben op een kwekerij gewerkt. Aan het eind van de maand krijgen ze hun loon. Dit is wat ze samen krijgen. 18 Hoeveel krijgen ze samen? Ze hebben allebei evenveel gewerkt. Wat moeten ze doen om dit geld eerlijk te kunnen verdelen? Wat krijgt Peter? Wat krijgt Victor?