Dyslexie Kinderen met dyslexie vertonen opvallende en blijvende moeilijkheden met lezen en spelling en dit vooral op vlak van: Aandacht en concentratie. ze zijn vergeetachtig en lijken of zijn verstrooid, ook verhoogde afleidbaarheid Oriëntatie in tijd en ruimte. moeilijkheden bij klok lezen, zwak gevoel voor tijd, moeilijk leesbaar geschrift Orde en structuur. agenda slordig of onvolledig invullen,taken vergeten of dingen verliezen Geheugen. problemen met het onthouden van losse gegevens, moeilijkheden met complexe opdrachten Sociale vaardigheden. weinig zelfvertrouwen, emotionele of sociale problemen, soms gedragsproblemen Dysorthografie Dysorthografie is een stoornis die gekenmerkt wordt door een hardnekkig probleem met het aanleren en het accuraat en/of vlot toepassen van het spellen op woordniveau. Hoe herken je het? Enkele voorbeelden: moeite met snel opschrijven /overschrijven; veel voorkomende fouten (b - d, drop - dorp); regelfouten (ballen - ballen); fonetische fouten (woord schrijven zoals je het hoort, vb. moeiluk); geheugenproblemen; zwakke fijne motoriek; het geschrift is moeilijk leesbaar, ongeordend en slordig. 1
Dysfasie Dysfasie is een taalontwikkelingsstoornis waarbij het kind meer begrijpt dan wat hij zelf kan produceren. Deze stoornis manifesteert zich bij elk kind met dysfasie natuurlijk niet helemaal in dezelfde mate van ernst. Dysfatische kinderen begrijpen zelf meer dan ze zelf kunnen vertellen. Het is voor hen moeilijk iets onder woorden te kunnen brengen. Dit kan tot gevolg hebben: ernstige leesproblemen; moeite met sociale vaardigheden; moeilijkheden met woordenschat;... Dyscalculie Kinderen met dyscalculie vertonen opvallende en blijvende moeilijkheden met rekenen en wiskunde en dit vooral op het vlak van: 1. geheugen en automatisme splitsingen en tafels niet onder de knie krijgen of de klok niet vlot lezen. 2. vaardigheden en technieken moeite met de volgorde van de stappen bij berekeningen of de volgorde van de bewerkingen verwarren. 3. visueel-ruimtelijke en motorische vaardigheden onhandigheid bij gebruiken van passer, onnauwkeurig getallen noteren of moeilijkheden met kolommen en millimeterpapier 4. inzicht problemen waarbij ruimtelijk inzicht en kennis van belang zijn zoals bij meetkunde of vooral steunen op geheugen om nieuwe inzichten te verwerven. 2
ADHD ADHD (Attention Deficit Hyperactivity Disorder): aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit. Volgens de DSM IV heeft een persoon ADHD wanneer hij een ernstig probleem heeft met onoplettenheid, hyperactiviteit of allebei. Aangezien al deze zaken op een bepaalde leeftijd "normaal" kunnen zijn, mogen ze alleen als blijk voor deze stoornis gelden als ze ernstige problemen veroorzaken, ten minste zes maanden aanhouden en niet als passend bij de ontwikkelingsfase van die persoon worden beschouwd. Het is moeilijk om als diagnose te stellen omdat de symptonen onoplettendheid, hyperactiviteit onder de bevolking frequent voorkomen. De symptomen starten voor het zevende jaar. Deze kinderen vertonen: 1. een zeer grote mate van impulsiviteit: antwoord geven voor de vraag gesteld is doen alvorens te denken 2. een ernstig concentratieprobleem: voorbeeld: lijkt vaak niet te luisteren als er iets gezegd wordt moeite met het organiseren vergeetachtig zijn. 3. veel onrust, gejaagdheid of overbeweeglijkheid: voorbeeld: constant babbelen; niet stil kunnen zitten. ADD De afkorting ADD staat voor attention deficit disorder ofwel aandachtstekort-stoornis. ADD is een variant van ADH(hyperactivity)D. ADD lijkt sterk op ADHD maar bij ADD staat echter de hyperactiviteit minder op de voorgrond. ADD heeft drie hoofdkenmerken. Deze hoeven niet allemaal aanwezig te zijn om toch van ADD te kunnen spreken. 1. Aandachtstekort ( onoplettendheid ), verminderd concentratievermogen. Voorbeelden: opletten lukt niet goed of niet lang; van alles vergeten; spullen die zoek raken;... 2. Impulsiviteit. Voorbeelden: dingen doen zonder nadenken; snel boos of geïrriteerd zijn; 3
... 3. Hyperactiviteit. NLD NLD is een afkorting van een moeilijke Engelse term "Non-verbal Learning Disorder". Letterlijk vertaald betekent dat "niet-verbale leerstoornissen" ofwel: leerstoornissen die niet te maken hebben met de taal. NLD is een ontwikkelingsstoornis, die niet altijd herkend wordt. Alle symptomen van NLD zijn nog lang niet bekend. NLD wordt vaak verward met andere stoornissen, zoals AD(H)D, een aandachtsstoornis met of zonder hyperactiviteit. De aanwijzingen van NLD zijn deels dezelfde als ADHD. Deze kinderen met NLD hebben inderdaad een vorm van aandachtsstoornissen maar dan wel op ruimtelijk en visueel vlak. En hun slecht beoordelingsvermogen wordt dikwijls verward met impulsiviteit. NLD heeft in de eerste plaats betrekking op de informatieverwerking. Zwakke kanten van kinderen met NLD: visueel ruimtelijke vaardigheden problemen met weg vinden op school, besef van tijd; moeite met houden van overzicht waarnemen en aandacht; moeite met het zien van het grote verband. cognitief zwak inzicht in oorzaak gevolg, tekstbegrip; moeite met flexibel denken. motorische vaardigheden houterig, traag; moeizaam en moeilijk leesbaar geschrift. sociale vaardigheden non-verbale signalen ( gebaren en gelaatsuitdrukkingen) worden niet begrepen; weinig sociaal inlevingsvermogen. Sterke kanten van kinderen met NLD: verbale vaardigheden vlug en vlot praten en lezen; zeer rijke woordenschat. geheugen verbaal geheugen: zinnen letterlijk onthouden; geheugen voor parate kennis, rijtjes en reeksen. automatiseren eens geautomatiseerd: heel vlot technisch lezen en spellen. aandacht concentratie en aandacht auditief en verbaal. 4
ASS (autisme spectrumstoornis) Volgens het diagnostisch handboek (DSM IV) is er sprake van een autistische stoornis wanneer een kind zeer ernstige problemen heeft met de interactie in de sociale situaties, met communiceren en het gedrag, de belangstelling en de activiteiten van het kind volgen een zeer beperkt, steeds herhalend patroon. Deze problematiek startte reeds in de baby- of vroege kindertijd. Ass is een pervasieve (= allesdoordringende) ontwikkelingsstoornis. Leerlingen met ASS hebben moeilijkheden op vlak van communicatie, moeilijkheden met sociale interactie en moeilijkheden op vlak van verbeelding ( ze hebben meestal weerstand tegen verandering en kunnen een repetitief gedrag en/of een bepaald interessepatroon vertonen.) Moeilijkheden op vlak van communicatie: enkele voorbeelden: bij individuen met voldoende spraak zijn er duidelijk beperkingen in het vermogen een gesprek met anderen te beginnen of te onderhouden; achterstand in of volledige afwezigheid van de ontwikkeling van gesproken taal; stereotiep en herhaald taalgebruik of eigenaardig taalgebruik. Moeilijkheden met sociale interactie:enkele voorbeelden: stoornis in het gebruik van verschillende vormen van non-verbaal gedrag, zoals oogcontact, gelaatsuitdrukkingen, lichaamshoudingen en gebaren om de sociale interactie te bepalen; er niet in slagen om met leeftijdsgenoten tot relatie te komen die passen bij het ontwikkelingsniveau of een tekort in het spontaan proberen met anderen plezier en bezigheden te delen; afwezigheid van sociale of emotionele wederkerigheid; Moeilijkheden op vlak van verbeelding, weerstand tegen verandering, repetitief gedrag en/of een bepaald interessepatroon interessepatroon: enkele voorbeelden: afwezigheid van gevarieerd of spontaan fantasiespel ( doen -alsof ) of sociaal imiterend spel ( nadoen - spel ) passend bij het ontwikkelingsniveau; duidelijk vastzitten aan bepaalde rituelen of routines; zich herhalende motorische bewegingen maken ( b.v. fladderen, heen en weer wiegen ); Dit zijn maar enkele voorbeelden en zeker niet volledig. 5
dyspraxie (DCD -- Developmental Coordination Disorder) Ontwikkelingsdyspraxie of Coördinatie-ontwikkelingsstoornis is een stoornis in de ontwikkeling van de coördinatie van bewegingen het uitvoeren van handelingen het aanleren van motorische vaardigheden het automatiseren van motorische vaardigheden Kinderen met deze stoornis kunnen meervoudige instructies moeilijk onthouden en dus ook moeilijk opvolgen en uitvoeren. Hun aandachtspanne en verwerkingscapaci-teit is trager. Het korte termijngeheugen functioneert niet zo goed. Ze vergeten wat ze 's morgens hebben gedaan. Het lange termijngeheugen is uitstekend. Bij enkelen is het enige dyspraxie probleem dat ze hebben, een probleem met schrijven. Anderen hebben leesproblemen als gevolg van dyslexie of slechte oog-hand coördinatie. Anderen hebben problemen met rekenen (dyscalculie), of lezen alleen mechanisch, zonder te begrijpen wat ze lezen (hyperlexie). Als kinderen dyspraxie gerelateerde moeilijkheden hebben zoals problemen met waarnemen, de tastzin of ruimtelijk bewustzijn, dan ligt de aanwezigheid van leerproblemen voor de hand. Dyspraxie beïnvloeden een grote groep mensen, dus er zijn mensen met 'talenten' en er zijn mensen die 'langzaam' zijn. De meerderheid heeft een gemiddelde intelligentie, maar heeft een probleem om dit uit te drukken in taal of schrijven. Kenmerken (kunnen apart of in combinatie voorkomen) Onvermogen om taken te plannen en ze uit te voeren. Problemen met de volgorde: wat eerst,in het midden en laatst. Zowel voor het organiseren van taken als vertellen van een verhaal Problemen met fijne motoriek vb. schrijven, puzzelen, veters knopen.. Problemen met de grove motoriek vb. fietsen, bal gooien en vangen, huppelen Beperkt ruimtelijk bewustzijn. Gebrek aan bewustzijn van eigen lichaam. Een gevoelige tastzin. Beperkte concentratie is mogelijk. Verlangen naar veel aandacht Overdreven emoties. Moeilijkheden met: kloklezen, kalender,omgaan met geld, weg vinden. Slechte oog-handcoördinatie. Onnauwkeurig 6
verbale dyspraxie (DVD -- developmental verbal dyspraxia) Verbale ontwikkelingsdyspraxie is een uitspraakstoornis, die te maken heeft met de spraakmotoriek. Het is een onvermogen tot het juist aansturen van de spraakspieren (tong,lippen,kaken,gezicht) bij het vormen van spraakklanken en voor het combineren van deze klanken tot lettergrepen en woorden. Hoewel een kind weet hij wil zeggen, kan hij/zij het niet goed. Ze hebben problemen met het programmeren, coördineren en controleren van de bewegingen die nodig zijn voor het spreken. Het spreken kan daardoor onverstaanbaar worden of het kind zegt een woord de ene keer wel goed en de andere keer weer niet. De oorzaak ligt in de hersenen op het niveau waar het plan om klanken en woorden uit te spreken wordt klaargemaakt. Bij verbaal dyspractische kinderen gaat het op elkaar afstemmen van spierbewegingen dus niet goed. Er is dus niets mis met de spraakspieren op zich of met de zenuwenbanen die de spieren actief maken. Kinderen met verbale dyspraxie moeten leren om de juiste klanken uit te spreken door op de juiste manier hun tong te plaatsen, lippen te ronden enz. Kenmerken Weinig of geen gebrabbel als baby. Het spreken komt laat op gang. Moeite met eten en drinken. Het spreken is onverstaanbaar. De ene keer wordt een klank of woord wel goed gezegd, een ander keer wordt een klank of woord vervormd, vervangen of weggelaten. Het kind kan bepaalde klanken niet uitspreken en gebruikt alleen die klanken die hij wel kan zeggen. Als de woorden of zinnen langer worden maakt het kind meer fouten in de uitspraak. Verstoorde intonatie: te hard, monotoon. Problemen met het maken van de bewegingen van tong, lippen, verhemelte en kaak. (mondmotoriek) 7
8