ANALYSE SCOPE 3 EMISSIES UIT ARCADIS ONTWERPEN



Vergelijkbare documenten
ANALYSE SCOPE 3 EMISSIES UIT ARCADIS ONTWERPEN

Scope 3 analyse. Opgesteld in samenwerking met: Will2Sustain, adviesbureau in duurzaam ondernemen

4.A.1 Onderbouwing Scope 3 Analyse Hakker

KWALITEITSMANAGEMENTPLAN VOOR EMISSIE INVENTARIS

KWALITEITSMANAGEMENTPLAN VOOR EMISSIE INVENTARIS

Ketenanalyse. Uitstoot ingehuurde onderaannemers. van. Datum opgesteld: 16 november Auteur(s): S. Jonker (AMK Inventis)

Ketenanalyse. Uitstoot ingehuurde onderaannemers. van. Datum opgesteld: 16 november 2015 (aanpassingen oktober 2018)

Tekst in verdana of georgia CO 2 -voetafdruk Nederlandse spoorketen

KETENANALYSE RAIL ARCADIS NEDERLAND BV. 27 augustus :0.3 - Gecontroleerd

FIBV - Scope 3 Date Page 2 of 8

Ketenanalyse. Aanleg tijdelijke rijbaan. van. Datum opgesteld: 04 april S. Jonker (AMK Inventis)

SCOPE 3 analyse van GHG genererende (keten) activiteiten

ANALYSE SCOPE 3 EMISSIES ARCADIS

[2018] Inclusief strategieën ter reductie van scope3-emissie. Aannemings- en wegenbouwbedrijf Verdam B.V.

Evelien Ploos van Amstel

Emissie inventaris Brouwers Groenaannemers SCOPE 3 ANALYSE

Versie Datum Wijzigingen

Uitgevoerd door: Zienergie BV Adres: Dokter Stolteweg 2. Telefoon:

Scope 3 analyse Megaborn Traffic Development B.V.

Scope-3-analyse Robert Bosch B.V.

VERSIEBEHEER. Aangepast Omschrijving

4.A.1 Rapportage meest materiële scope III emissies

Aanleg van nutsvoorzieningen

Rapportage van de meest materiele scope 3 emissies

Meest materiële emissies (2014)

Ketenanalyse. Reduceren van primaire bouwmaterialen

Ketenanalyse Papier. Rapportage: KAP 2015 Datum: 21 augustus 2015 Opgesteld door: Rick Arts Versie: 1.1

2016/ Ketenanalyse Papier. Rapportage: KAP 2017 Datum: Opgesteld door: Monique Harmsen Versie: 1.3

Beheeraccent. Carbon footprint. Beheeraccent. Datum: Maart Pagina 1 van 14

Scope 3. CO₂-emissie analyse 2016 PQR. Rijnzathe 7. De Meern

Meest Materiële scope 3 emissies

Ketenanalyse project Kluyverweg. Oranje BV. Conform de CO 2 -Prestatieladder 3.0. Versie : Versie 1.0 Datum :

Scope III analyse 2015

Reductie. Scope 3. 4.B.1 Reductie; scope 3 Versie 1.0

Rangorde scope 3 emissies CO 2 -Prestatieladder niveau 4

Rapportage Scope 3-Emissies Geïdentificeerde en gekwantificeerde emissies conform de Corporate Value Chain (scope 3) Accounting and Reporting Standard

Rapportage Scope 3-Emissies Geïdentificeerde emissies conform de Corporate Value Chain (scope 3) Accounting and Reporting Standard

Ketenanalyse Transport

De emissie inventaris van: Holstein BV Dit document is opgesteld volgens ISO

4.A.1 KWANTIFICERING SCOPE 3 EMISSIES

Analyse Scope 3 CO 2 -emissies Van Dorp CO 2 Prestatieladder. Versie 1.3 summary

Strategisch plan. Opdrachtgever. Auteur. NBB-groep D. Doornenbal. C. Everaars, Dé CO 2 Adviseurs

ADDENDUM KETENANALYSE AUTOWEGEN

Datum: referentie: LAK code: B1508

Beheeraccent. Carbon footprint. Beheeraccent. Datum: Juni Pagina 1 van 14

Ketenanalyse Woon- Werkverkeer

Samen zorgen voor minder CO2. Johan van Dalen, ProRail Symposium Duurzame Infrastructuur, RWS 28 april 2011

De emissie inventaris van: Holstein BV Dit document is opgesteld volgens ISO

Samen naar een klimaatneutraal spoor. Frans Slats Thijs Cloosterman

Review CO 2 -studie ZOAB Rasenberg

CO 2 -PRESTATIELADDER BRANCHEGERICHTE TOELICHTING VOOR INGENIEURSBUREAUS

Scope 3 emissie inventarisatie

Beheeraccent. Carbon footprint. Beheeraccent. Datum: Juli Pagina 1 van 13

Rapportage Scope 3 Emissies

Periodieke rapportage eerste helft 2018

fr--ç FLUOR. 2).çr.z- f/ Lq ll lzo,t 2&/z /z-,7 'l i ì : ; :i., 1..S, FIBV - Scope 3 Page I of8 Getekend voor: Funct e Naam Handtekening

Rapportage Scope 3 Emissies Geïdentificeerde en gekwantificeerde emissies conform de Corporate Value Chain (scope 3) Accounting and Reporting Standard

Scope 3 emissie analyse Schindler Liften B.V. 5 december 2016

2013 Dit document is opgesteld volgens ISO

Rapportage van de meest materiele scope 3 emissies

CO₂ Emissie inventaris

Rapport 16 oktober 2014

3.A.1-2 Emissie inventaris rapport 2015

Versiebeheer. Eaton Industries (Netherlands) B.V. Ketenanalyse Xiria

Eaton Industries (Netherlands) B.V. Meest materiële Scope 3 emissies

Carbon footprint Paul Melis Boomverzorging. Carbon footprint. Paul Melis Boomverzorging. Datum: 8 augustus Augustus 2016.

Ketenanalyse stalen buispalen 2013

VolkerRail Holding CO2 Voortgangsrapportage H1 2017

Rapportage Scope 3-Emissies Geïdentificeerde emissies conform de Corporate Value Chain (scope 3) Accounting and Reporting Standard

1. INLEIDING 2. CARBON FOOTPRINT

1. INLEIDING 2. CARBON FOOTPRINT

Emissie inventaris Visser Assen. Dit document is opgesteld volgens ISO

Keuze van de uit te werken scope 3 emissieketen CO 2 -prestatieladder

3.A.1-2 Emissie inventaris rapport 2016

Carbon footprint Van Raaijen Groep BV. Carbon Footprint Van Raaijen Groep BV. Mei Pagina 1 van 13

Carbon footprint Sinke Onkruidbeheersing V.O.F.

Alfen MVO nieuws. Voortgang acties m.b.t. onze CO2 ambities

Periodieke rapportage tweede helft 2017

1. INLEIDING Rapportage

Carbon footprint Engelsman Hoveniers B.V. Carbon Footprint. Engelsman Hoveniers B.V. Pagina 1 van 13

Carbon Footprint 2e helft 2015 (referentiejaar = 2010)

Carbon footprint 2011

Jaar: 2015 Scope 1 & 2

P. DE BOORDER & ZOON B.V.

Halfjaarlijkse CO 2 rapportage 2015

Een duurzame toekomst, deel 2

Carbon footprint Engelsman Hoveniers B.V. Carbon Footprint. Engelsman Hoveniers B.V. Pagina 1 van 13

CO 2. -Ketenanalyse. Duurzaamheidsprestaties in de waardeketen. Het slimme duurzame bouwconcept. Van VolkerWessels

CO₂ Emissie inventaris e helft Januari Juni 2018

Meest Materiële emissie scope 3

Handboek CO 2 reductiesysteem. Conform niveau 5 op de CO2-prestatieladder 2.1

Carbon Footprint 1e helft 2015 (referentiejaar = 2010)

3.A.1 Carbon Footprint Rapportage Allinq Group 2017

Rapportage Scope 3-Emissies Geïdentificeerde emissies conform de Corporate Value Chain (scope 3) Accounting and Reporting Standard

Periodieke rapportage eerste helft 2017

3.A.1-2 Emissie inventaris rapport 2015

De emissie inventaris van:

CO 2. Ketenanalyse. Duurzaamheidsprestaties in de waardeketen. Het slimme duurzame bouwconcept. Van VolkerWessels

De emissie inventaris van:

Transcriptie:

ANALYSE SCOPE 3 EMISSIES UIT ARCADIS ONTWERPEN ARCADIS NEDERLAND BV 30 augustus 2012 076581396:0.1 Definitief B02015.000004.002

Inhoud 1 Inleiding... 3 1.1 Algemeen... 3 1.2 Context... 3 1.3 Aanleiding... 3 1.4 Doel... 4 1.5 Wat zijn scope 3 emissies?... 6 1.6 Aanpak... 6 1.7 Uitgangspunten... 7 2 Boundaries downstream scope 3 analyse... 9 2.1 Afbakening op basis van branchegerichte toelichting... 9 2.2 Afbakening ARCADIS Nederland BV... 9 2.3 Waardeketen ARCADIS Nederland BV... 10 2.4 Invloed van ARCADIS op de emissiegroepen... 12 3 Scope 3 emissies uit ontwerpen... 13 3.1 PMC s scope 3 emissies... 13 4 Ketenanalyse Rail... 19 4.1 Activiteiten Rail... 19 4.1.1 Initiatie... 19 4.1.2 Realisatie... 19 4.1.3 Exploitatie... 20 4.1.4 Sloop... 20 4.2 Ketenpartners... 20 4.3 Kwantificering... 21 4.4 Speerpunt 1: Energieverbruik Trein... 22 4.4.1 Ketenanalyse... 22 4.4.2 Verbeterpunten ketenanalyse... 23 4.4.3 Doelstelling 2012... 23 4.4.4 Doelstelling 2013 2015... 24 4.5 Speerpunt 2: Materiaal voor infra... 24 4.5.1 Ketenanalyse... 24 4.5.2 Verbeterpunten ketenanalyse... 25 4.5.3 Doelstelling 2012... 26 4.5.4 Doelstelling 2013 2015... 26 4.6 Speerpunt 3: Energieverbruik infra... 26 4.6.1 Ketenanalyse... 26 4.6.2 Verbeterpunten ketenanalyse... 28 4.6.3 Doelstelling 2012... 28 4.6.4 Doelstelling 2013 2015... 28 5 Ketenanalyse Autosnelwegen... 29 5.1 Activiteiten Autosnelwegen... 29 076581396:0.1 - Definitief ARCADIS 1

5.1.1 Initiatie... 29 5.1.2 Realisatie... 29 5.1.3 Exploitatie... 30 5.1.4 Sloop... 30 5.2 Ketenpartners... 30 5.3 Doelstelling 2012... 31 5.4 Doelstelling 2013 2015... 31 6 Conclusie... 33 7 Bibliografie... 35 Annex I Organigram ARCADIS NL... 37 Annex II Grafieken en tabellen... 39 Annex III Ketenanalyse Mobiliteit... 41 Annex IV Ketentabel... 43 Colofon... 45 2 ARCADIS 076581396:0.1 - Definitief

1 Inleiding 1.1 ALGEMEEN Duurzaamheid zit ARCADIS in het DNA. De missie van ARCADIS luidt namelijk: Wij willen een bijdrage leveren aan de duurzame kwaliteit van de gebouwde en natuurlijke omgeving en daarmee waarde creëren voor onze klanten, medewerkers en aandeelhouders. Deze duurzame kwaliteit is terug te vinden in onze producten en diensten, maar ook onze bedrijfsvoering is duurzaam. Zo is het voor ARCADIS Nederland B.V. (ANL) logisch dat zij op de in december 2009 door ProRail geïntroduceerde CO2 prestatieladder 1 op trede vijf te vinden is. Voor ons een bevestiging van onze intrinsieke motivatie. Een integraal onderdeel van de bedrijfsvoering en dienstverlenging van ANL is het ontwikkelen van duurzame oplossingen en het efficiënt omgaan met eindige bronnen. Voorliggend document beoogt om deze ontwikkeling uit te breiden met een verkenning van de werkgebieden van ANL op basis van mogelijk CO2 reductie potentieel en het koppelen van doelstellingen aan die gebieden waar de meeste winst te behalen valt en waar onze mogelijkheid ligt om daar invloed op te hebben. 1.2 CONTEXT Maatschappelijk verantwoord ondernemen was eerder dan de ongemakkelijke waarheid van Al Gore al een issue in het Nederlandse bedrijfsleven. De maatschappelijke aandacht heeft daarna zeker geholpen om mensen bewuster te maken van de gevolgen van menselijk handelen op het milieu. Tegelijkertijd is er meer concurrentie op prijs gekomen en worden contracten steeds vaker op de letter uitgevoerd. Dat zijn niet altijd goede ontwikkelingen voor duurzaamheid. Voor duurzaamheid is immers ook innovatie nodig en innoveren brengt risico s met zich mee. De incentive van een fictieve korting te behalen door de CO2 prestatieladder, geeft de sector dat duwtje in de rug om tóch het verschil te maken. 1.3 AANLEIDING ProRail is initiatiefnemer van de CO2 prestatieladder. Vanaf 1 december 2009 beloont ProRail hiermee bedrijven die klimaatbewust produceren door ze bij aanbestedingen een streepje voor te geven. Leveranciers worden gestimuleerd en uitgedaagd om duurzame producten aan te bieden en een duurzame bedrijfsvoering te voeren aangezien ze dan een (fictieve) korting kunnen krijgen op de aanbesteding. Sinds maart 2011 is het beheer van de ladder in handen van de Stichting Klimaatvriendelijk Aanbesteden en Ondernemen (SKAO). 1 SKAO website 076581396:0.1 - Definitief ARCADIS 3

Als onderdeel voor de certificering voor trede 5 op de Prestatieladder 2.1 dient ANL aan te tonen dat aan alle eisen van de ladder wordt voldaan. Als onderdeel daarvan maakt ANL inzichtelijk wat haar beleid is op het gebied van haar scope 1, scope 2 en scope 3 emissies. Dit document geeft aan de volgende eisen van de ladder invulling: 4.A.1. Het bedrijf heeft aantoonbaar inzicht in de meest materiële emissies uit scope 3, en kan uit deze scope 3 emissies tenminste 2 analyses van GHG genererende (ketens van) activiteiten voorleggen. 4.A.3. Tenminste 1 van de analyses uit 4.A.1 (scope 3) is professioneel ondersteund of becommentarieerd door een ter zake als bekwaam erkend en onafhankelijk kennisinstituut. 4.B.1. Het bedrijf heeft voor scope 3, op basis van 2 analyses uit 4.A.1, CO₂ reductie doelstellingen geformuleerd of bedrijf heeft voor scope 3, op basis van 2 materiële GHG genererende (ketens van) activiteiten CO₂ reductie doelstellingen geformuleerd. Er is een bijbehorend plan van aanpak opgesteld inclusief de te nemen maatregelen. Doelstellingen zijn uitgedrukt in absolute getallen of percentages ten opzichte van een referentiejaar en binnen een vastgelegde termijn. Hierbij dient opgemerkt te worden dat eis 4.A.1 ingevuld wordt door ANL aan de hand van het concept branchegerichte toelichting voor ingenieursbureaus (april 2012). Dit betekent concreet: Het bedrijf dient een rapportage te kunnen overleggen waarin het laat zien dat het haar meest materiële (dominantie, bijvoorbeeld qua CO₂-omvang) scope 3 emissies in kaart heeft gebracht. Het bedrijf heeft deze emissies in de rapportage geïdentificeerd en heeft met de hierna beschreven methode de relatieve omvang kwalitatief bepaald. Daarin dienen in principe alle categorieën upstream en downstream emissies te worden meegenomen, echter alleen emissies van zaken die door het bedrijf worden ontworpen. Doel is om op basis van indicaties voor de relatieve omvang, te komen tot een rangorde van de meest materiële scope 3 emissiebronnen die tezamen de grootste (70-80%) bijdrage leveren aan de totale scope 3 emissies van een bedrijf. Uit deze rangorde selecteert het bedrijf de onderwerpen voor twee ketenanalyses en stelt deze op 2. 1.4 DOEL Om inzicht te krijgen in de downstream CO2 emissies voert ANL een scope 3 analyse van haar waardeketen uit. Hier vallen alle indirecte CO2 emissies onder, die na aflevering (realisatie) van onze producten en diensten zijn ontstaan. In Figuur 1 is een overzicht van alle greenhouse gas (GHG) protocol scopes en emissies binnen de waardeketen weergegeven. Het doel van deze downstream scope 3 analyse is om CO2 reductiemogelijkheden voor ANL ontwerpen te identificeren, reductie doelen te stellen, en de prestaties te monitoren. Deze analyse is onderdeel van de certificering voor de Prestatieladder 2.1. Dit rapport is tevens het startpunt voor het onderzoeken van de invloed van initiatieven op de langere termijn. In hoofdstuk 5 is de ketenanalyse opgenomen voor een deel van de activiteiten van ANL waar eveneens betrekkelijk veel impact kan zijn. De periode 2013 2015 gebruiken wij om dit nader te specificeren en uit te werken. De rapportage waarin dit verder uitgewerkt wordt, leidt door het creëren van inzicht in de potentiele impact van ANL activiteiten, tot nieuwe doelstellingen in andere vakgebieden. 2 Concept branchegerichte toelichting april 2012 4 ARCADIS 076581396:0.1 - Definitief

Figuur 1. Verdeling scope 1, 2 en 3 van GHG emissies (overgenomen van WBCSD, 2011). 076581396:0.1 - Definitief ARCADIS 5

1.5 WAT ZIJN SCOPE 3 EMISSIES? Op basis van de herkomst van het broeikasgas wordt onderscheidt gemaakt in scope 1, 2 en 3 emissies (zie Tabel 1 en Figuur 1). In onderstaande tabel staat tevens welke scope analyses ARCADIS al heeft uitgevoerd. Emissie Scope Definitie Voorbeelden Directe emissies 1 Emissies van activiteiten die beheerd of uitgevoerd worden door het rapporterende bedrijf Emissie van verbranding in boilers, ovens, voertuigen, et cetera; emissies van chemische productieprocessen welke in beheer of eigendom zijn. Rapportage ARCADIS ARCADIS NEDERLAND CARBON FOOTPRINT 2010, 28 juli 2011 075711097:0.3 (en voorgaande rapportages). Indirecte emissies 2 Emissies als gevolg van de productie van ingekochte elektriciteit, stoom, Gebruik van ingekochte elektriciteit, stoom of koeling verwarming of koeling die gebruikt wordt door het rapporterende bedrijf Rapportage ARCADIS ARCADIS NEDERLAND CARBON FOOTPRINT 2010, 28 juli 2011 075711097:0.3 (en voorgaande rapportages). 3 Alle indirecte emissies, welke niet onder scope 2 vallen, die voorkomen in de waardeketen van het Productie en transport van ingekochte producten, of het gebruik van verkochte producten rapporterende bedrijf inclusief upstream en downstream emissies Rapportage ARCADIS Voorliggende rapportage Tabel 1, Overview of the scopes (overgenomen uit WBCSD, 2011) Om inzicht te krijgen in de downstream CO2 emissies van onze ontwerpen, heeft ANL een scope 3 analyse van haar waardeketen uitgevoerd. Hier vallen alle indirecte CO2 emissies onder, die na aflevering (realisatie) van onze ontwerpen zijn ontstaan. 3 In afbeelding 1 is een overzicht van alle greenhouse gas (GHG) protocol scopes en emissies binnen de waardeketen weergegeven. 1.6 AANPAK De aanpak van ANL voor het bepalen van de scope 3 reductie mogelijkheden is als volgt: 1. Bepalen top 6 van de scope 3 emissies door middel van een workshop op basis van expert judgement van de taskforce Duurzaamheid ANL. 2. Bepalen relatieve omvang (kwalitatief) aan de hand van de workshop resultaten. 3. Bepalen van de werkgebieden met de meeste CO2 reductie potentie op basis van de relatieve omvang en het draagvlak binnen de sector voor CO2 maatregelen. 4. Keten inzichtelijk maken voor de gekozen activiteiten. 5. Bepalen van doelstellingen, maatregelen en wijze van monitoring. 3 Binnen de CO2 Prestatieladder wordt enkel gekeken naar CO2 emissies. Overige broeikasgassen zijn in deze rapportage daarom buiten beschouwing gelaten. In de Branchegerichte toelichting [ref ] staat verder vermeld dat de scope 3 analyse moet worden uitgevoerd voor de CO2 emissies van onze ontwerpen. 6 ARCADIS 076581396:0.1 - Definitief

1.7 UITGANGSPUNTEN Analyse aan de hand van document handboek prestatieladder 2.1 met aanvulling van het concept branchegerichte toelichting voor Ingenieursbureaus (april 2012). Deze toelichting wordt gebruikt voor het vaststellen van de top 6, waarna ketenanalyses op basis van het rapport WBCSD worden opgesteld. Uit de branchegerichte toelichting voor Ingenieursbureaus volgt dat enkel emissies van zaken die door ANL worden ontworpen worden bekeken. Alle upstream emissies zijn geanalyseerd in het document Analyse Scope 3 emissies van 16/09/2010. Deze worden daarom niet meegenomen. Belangrijk hierbij is ook dat deze upstream emissies door ANL worden gezien als bedrijfsalgemeen. De downstream emissies zijn project specifiek. 076581396:0.1 - Definitief ARCADIS 7

8 ARCADIS 076581396:0.1 - Definitief

2 Boundaries downstream scope 3 analyse 2.1 AFBAKENING OP BASIS VAN BRANCHEGERICHTE TOELICHTING Bij de voorgaande scope analyses is gekozen voor de operational control aanpak uit het GHG protocol. Dit houdt in dat ANL de verantwoordelijkheid neemt voor 100% van de uitstoot door bedrijfsonderdelen waar zij de operationele controle over heeft. Op basis van het concept branchegerichte toelichting voor ingenieursbureau (april 2012) wordt in deze rapportage de nadruk gelegd op de scope 3 emissies die beïnvloed worden door de ontwerpen en advisering van ANL. 2.2 AFBAKENING ARCADIS NEDERLAND BV ARCADIS is georganiseerd naar de (internationale) business lines Mobiliteit, Water, Milieu & Ruimte en Gebouwen. Binnen deze divisies is gekozen voor een onderverdeling in verschillende marktgroepen om de klanten zo goed mogelijk te kunnen bedienen. In Annex I is het organigram van ANL inclusief de adviesgroepen opgenomen naast een overzicht van de eigendomssituatie van ANL per januari 2012. Mobiliteit Verkeer en vervoer Weginfra en geoinformatie Rail Knooppunten Water Waterbeheer en groene ruimte Havens en waterbouw Delta s en rivieren Milieu & ruimte Contracting Milieu en leefomgeving Ruimtelijke ontwikkeling Gebouwen Technisch advies en ontwerp Publiek Zakelijk Bouw financiën, gebouwkwaliteit en beheer Figuur 2. ANL divisies en marktgroepen. 076581396:0.1 - Definitief ARCADIS 9

2.3 WAARDEKETEN ARCADIS NEDERLAND BV Zoals veel grote ingenieursbureaus heeft ANL een breed werkterrein. ANL is een dienstverlener. Wij leveren design, advies en ingenieursdiensten aan bedrijven in binnen en buitenland. Wij realiseren projecten en programmaʹs vanaf het concept en ontwerp tot de oplevering en het beheer en zelfs sloop. ANL wordt ook vaak voor maar één of enkele fases binnen projecten en programma s ingeschakeld. ANL is actief op de gebieden van infrastructuur, water, milieu en gebouwen. De belangrijkste primaire activiteiten van ANL zijn acquisitie, ontwerp, oplevering, beheer, advisering en marketing. De downstream scope 3 emissies en de invloed die ANL hier op heeft hangen onder andere af van de fase waarin een project zich bevindt op het moment dat onze diensten worden gevraagd. Om dit beter inzichtelijk te maken, is voor ANL breed een globale waardeketen opgesteld (Tabel 3). Hierin wordt per fase/ onderdeel aangegeven welke downstream scope 3 emissie groepen een rol spelen. Binnen de verschillende divisies is ANL in een aantal fases van projecten werkzaam. In onderstaande tabel zijn deze fases opgenomen. Per fase zijn de meest relevante producten opgenomen en de mogelijke partners. De partners zijn in de eerste instantie vaak onze opdrachtgever, maar ook toeleveranciers van bijvoorbeeld veldonderzoek en aannemers die de uitvoering doen. Daarnaast is per activiteit aangegeven op welke indirecte scope 3 emissiegroepen uit Tabel 2 deze betrekking heeft. Emissiegroepen A Downstream transport en distributie B Verwerking van verkochte producten C Gebruik van verkochte producten D End-of-life treatment van verkochte producten E Downstream verhuurde eigendommen F Franchises Tabel 2. Toelichting emissiegroepen. 10 ARCADIS 076581396:0.1 - Definitief

Fase Producten Partner Emissiegroepen Initiatie Probleemverkenning Inventarisatie ambities, wensen, eisen, beleid Haalbaarheid Plan van Aanpak Rapporten (individuele onderzoeken) Scenariostudies (ontwerp en maatregelen uit individuele onderzoeken) Programma van Eisen (PvE) MER/ Vergunningen Survey Voor ontwerp/plan (ontwerp en maatregelen uit individuele onderzoeken) Definitief ontwerp/plan (ontwerp en maatregelen uit individuele onderzoeken) Bestek (ontwerp en maatregelen uit individuele onderzoeken) Realisatie Begeleiding en toezicht tijdens uitvoering (ontwerp en Exploitatie Vergunningen Sloop Sloop maatregelen uit individuele onderzoeken) Onderhoud en reparaties Beheer (evt. doorlopen van verkenningsfase tot gebruik / beheerfase) Sanering Nazorg (doorlopen van verkennings- tot realisatiefase) Opdrachtgever, publiek of privaat Opdrachtgever, publiek of privaat Opdrachtgever, publiek of privaat Bevoegd gezag Toeleveranciers Opdrachtgever, publiek of privaat Aannemer Opdrachtgever, publiek of privaat Aannemer Opdrachtgever, publiek of privaat Aannemer A B C D A B C D A B C D A B C D A B C D A B C D Tabel 3. Waardeketen ANL In onderstaande figuur is de waardeketen van een bouwwerk schematisch weergegeven. Uit deze figuur is op te maken dat de invloed op fundamentele keuzes in een project afneemt naarmate het project vordert. De kosten van een wijziging zijn daar omgekeerd evenredig aan. Kortom: hoe vroeger in het proces, hoe groter de kans dat significante verbeteringen, met invloed op de gebruiksfase, doorgevoerd worden. Figuur 3. Kosten van ontwerpwijzigingen in relatie tot de invloed op ontwerp 4 4 Overgenomen uit Jernigan, F (2007) Big BIM little BIM. Salisbury: 4site press 076581396:0.1 - Definitief ARCADIS 11

2.4 INVLOED VAN ARCADIS OP DE EMISSIEGROEPEN In onderstaande Tabel 4 is per emissiegroep de relatieve invloed van ARCADIS gegeven op de schaal groot (>>), middelgroot (>), klein (<) of te verwaarlozen (<<). Emissiegroepen Invloed ARCADIS >> > < << A Downstream transport en distributie Hoe leveren wij onze producten aan voor de volgende (levens)fase van het project? B Verwerking van verkochte producten Is er aandacht in onze producten voor de verwerking in de volgende (levens)fase? C Gebruik van verkochte producten Wat is de invloed van bijvoorbeeld ontwerpkeuzes op gebruik en onderhoudbaarheid? D End-of-life treatment van verkochte Is er rekening gehouden met producten materiaalkeuzes? E Downstream verhuurde eigendommen NVT F Franchises NVT Tabel 4. Downstream scope 3 emissiegroepen. Toelichting bij de invloed van ANL op de emissiegroepen (Tabel 4): Downstream transport en distributie (A) ANL heeft directe (middelgrote) invloed op de wijze waarop de producten aangeleverd worden voor de volgende (levens)fase van het project. Wanneer dataformaten uitwisselbaar zijn, worden processen transparanter, efficiënter en beter traceerbaar. Hierbij moet de kanttekening worden gemaakt dat de wijze waarop producten aangeleverd worden vaak een eis in het contract is. Afwijkingen hierop zijn altijd in overleg met de opdrachtgever. Verwerking van verkochte producten (B) ANL heeft (beperkte) invloed op de wijze waarop de producten worden verwerkt. Wanneer de producten met de eisen voor een project door ANL opgesteld zijn, zijn wij nooit de uitvoerende partij. Wanneer wij betrokken zijn bij de uitvoering is deze invloed uiteraard groter, maar de verantwoording en expertise van de uitvoering ligt altijd bij de aannemer. Gebruik van verkochte producten (C) De invloed van ANL op het gebruik van de door ANL verkochte producten heeft een technische en een sociaal maatschappelijke component. Immers, mobiliteitsvraagstukken hebben invloed op het verbruik en de uitstoot van voertuigen, op de robuustheid van de oplossing, maar ook op de beleving van de gebruikers en de bereikbaarheid van Nederland. Uiteraard zijn de oplossingen altijd binnen de kaders van de wetgeving. End of life treatment van verkochte producten (D) De theoretische levensduur van infrastructuur is 50 of 100 jaar. Life cycle berekeningen zijn hierop gebaseerd. In het ontwerp is een optimalisatie mogelijk om hergebruik van reststoffen na de gebruiksfase te optimaliseren. De invloed op de wijze waarop end of life van een ontwerp uitgevoerd wordt, is uiteraard minimaal. Door een afgewogen keuze van materialen is een logische keuze van end of life treatment wel te beïnvloeden, hetzij zeer beperkt en na een lange periode. 12 ARCADIS 076581396:0.1 - Definitief

3 Scope 3 emissies uit ontwerpen 3.1 PMC S SCOPE 3 EMISSIES Op 6 april 2012 heeft de Taskforce Duurzaamheid bestaande uit vertegenwoordigers van de verschillende divisies van ANL en aangevuld met enkele specialisten op basis van expert judgement een overzicht gemaakt van de diverse activiteiten van ANL en bijbehorende impact in de sector op basis van marktaandeel en CO2 gevoeligheid. De uitkomst hiervan is opgenomen in 0. In onderstaande Tabel 5 is het resultaat van deze analyse van de belangrijkste scope 3 emissies voor ANL samengevat. In Tabel 6 tot en met Tabel 9 worden deze Product Markt Combinaties (PMC s) nader toegelicht. De Top 6 downstream scope 3 emissies waar ANL de meeste invloed op heeft, hebben vooral betrekking op het ontwerpproces waarin keuzes worden gemaakt die invloed hebben op de gebruiksfase. Gezien over de levenscyclus van het ontworpen bouwwerk is daar de meeste winst te behalen. Daarnaast hebben wij in onze analyse gekeken naar het belang van de toepassing van de Ladder bij onze klanten. De divisie mobiliteit is verantwoordelijk voor grofweg de helft van de omzet van ANL. Binnen de divisie mobiliteit zijn ProRail en Rijkswaterstaat met respectievelijk ongeveer 40 en 15% de grootste klanten, welke beiden de ladder (gaan) hanteren als gunningscriterium. Het feit dat de ladder als gunningscriterium wordt gebruikt is als een belangrijke factor meegewogen voor de CO2 impact van mogelijke maatregelen aangezien dit het draagvlak voor de voorgestelde maatregelen garandeert. Om focus aan te brengen in de maatregelen en initiatieven richten wij ons in deze fase voor de uitwerking van de reductiedoelstellingen op de business unit Rail. Dit vindt zijn oorsprong in het feit dat uit de analyse blijkt dat de potentiële invloed op de uitstoot hier groot is maar ook omdat er door ANL voor de spoorsector reeds een aantal stappen zijn gezet. De ketens van de bouw én het gebruik van de railinfrastructuur zijn in hoofdstuk 4 uitgewerkt. ANL heeft de ambitie om niet op te houden bij de Railsector, maar om juist de marktgroep Rail een voorbeeld te laten zijn voor andere marktgroepen. Voor de businessunit Weg & Geo informatie is daarom in hoofdstuk 5 eveneens de ketenanalyse van bouw en gebruik opgenomen, inclusief de doelstellingen voor 2013 2015. Deze vormen de basis voor de verkenning van het stellen van reductiedoelstellingen voor de toekomst. 076581396:0.1 - Definitief ARCADIS 13

PMC s sectoren en activiteiten Ontwerp van (Rijks)wegen Ontwerp van spoorwegen Gebiedsinrichting en stedelijke infra Energievoorziening gebouw, constructies Omschrijving van activiteit waarbij CO 2 vrijkomt Relatieve belang van CO 2 belasting van de sector en invloed van de ontwerpen Potentiële invloed van het bureau op CO 2 uitstoot Overige criteria # Sector Ontwerpen Bouw < > >> Belangrijkste 5 Gebruik >> < > klant hanteert 3 Bouw < < >> en stimuleert 6 Gebruik > >> >> gebruik van de 1 ladder Gebruik >> > > 4 Gebruik >> >> > 2 Tabel 5. Relatieve omvang scope 3 emissies. 14 ARCADIS 076581396:0.1 - Definitief

Criterium Waarde Toelichting Business unit Mobiliteit Weginfra en Geo-informatie Omschrijving activiteit Bouw In het ontwerp worden afwegingen gemaakt die van invloed zijn op de bouwfase. Denk hierbij aan materiaalgebruik, maar ook mogelijkheden voor fasering of bouwlogistiek Gebruik Het ontwerp zelf is van invloed op het gebruik. Is het veilig, overzichtelijk, goede zichtlijnen, onderhoudbaar, optimale doorstroming Relatieve belang van CO 2 belasting van de sector en invloed van Sector Bouw Sector < >> De bouw heeft in vergelijking tot de gebruiksperiode een kleine bijdrage. Het aandeel van de CO 2 uitstoot van de wegen in Nederland is bijna 21%, 47% (CBS) daarvan is op autosnelwegen. de ontwerpen Gebruik Ontwerpen Bouw Ontwerpen > < De invloed in de ontwerpperiode op de bouw is redelijk via de gehanteerde bouwmethode en materiaalkeuze. De invloed van het ontwerp op het gedrag van de weggebruiker is klein. Gebruik Potentiële invloed Bouw >> ARCADIS is een belangrijke speler in de markt. van het bureau op Gebruik > CO 2 uitstoot Overige criteria De opdrachtgever voor het ontwerp van Rijkswegen is RWS, deze hanteert ook de CO 2 prestatieladder. Rangorde 5 en 3 ARCADIS heeft betrekkelijk weinig invloed in de bouwfase van een Rijksweg. De aannemer is in de lead en voert óf een ontwerp van ARCADIS uit óf betrekt ARCADIS voor specifiek advies. Het aandeel van uitstoot van het gebruik van autosnelwegen is hoog, maar het gedrag van de weggebruikers is maar ten dele te beïnvloeden met het ontwerp. Tabel 6. Toelichting PMC ontwerp van (Rijks)wegen. 076581396:0.1 - Definitief ARCADIS 15

Criterium Waarde Toelichting Businessunit Mobiliteit Rail Omschrijving activiteit Bouw In het ontwerp worden afwegingen gemaakt die van invloed zijn op de bouwfase. Denk hierbij aan materiaalgebruik, maar ook mogelijkheden voor fasering of bouwlogistiek. Gebruik Het ontwerp zelf is van invloed op het gebruik. Is het veilig, overzichtelijk, goede zichtlijnen, onderhoudbaar. Relatieve belang van CO 2 belasting van de sector en invloed van Sector Bouw Sector < > De bouw heeft in vergelijking tot de gebruiksperiode een kleine bijdrage. Het aandeel van de CO 2 uitstoot van het spoor in de gebruiksperiode in Nederland is 0,06% voor de mobiele bronnen. de ontwerpen Gebruik Daarnaast is 2% van de totale energie, opgewekt door de energiesector (34% van totale CO 2 uitstoot), voor het spoor (zie Tabel 14). Ontwerpen Bouw Ontwerpen < >> De invloed in de ontwerpperiode op de bouw is redelijk via de gehanteerde bouwmethode en materiaalkeuze. Daarnaast is de invloed van het ontwerp op het verbruik van het spoor groot. De Gebruik systemen binnen het spoor verbruiken veel energie en de keuze en constructie daarvan wordt bepaald in het ontwerp. Potentiële invloed Bouw >> ARCADIS is een belangrijke speler in de markt. van het bureau op Gebruik >> CO 2 uitstoot Overige criteria De opdrachtgever voor het ontwerp van spoorwegen is ProRail, deze hanteert ook de CO 2 prestatieladder. Rangorde 6 en 1 ARCADIS heeft betrekkelijk weinig invloed in de bouwfase van een Spoorlijn. De aannemer is in de lead en voert óf een ontwerp van ARCADIS uit óf betrekt ARCADIS voor specifiek advies. De invloed van het ontwerp op het verbruik van het spoor is groot. De systemen binnen het spoor verbruiken veel energie en de keuze en constructie daarvan wordt bepaald in het ontwerp. Tabel 7. Toelichting PMC ontwerp van spoorwegen. 16 ARCADIS 076581396:0.1 - Definitief

Criterium Waarde Toelichting Business unit Milieu & ruimte Ruimtelijke ontwikkeling; gebiedsinrichting en stedelijke infra. Omschrijving activiteit Gebruik Het ontwerp zelf is van invloed op het gebruik. Is het veilig, overzichtelijk, goede zichtlijnen, onderhoudbaar, optimale doorstroming. Relatieve belang van CO 2 belasting van de Sector >> Het aandeel van de CO 2 uitstoot van de wegen in Nederland is bijna 21%, 25% (CBS) daarvan is binnen de bebouwde kom. sector en invloed van de ontwerpen Ontwerpen > De invloed van het ontwerp op het gedrag van weggebruikers is beperkt. Keuzes in het ontwerp liggen vaak vast in bestuurlijke overeenkomsten en fysieke beperkingen. Potentiële invloed > ARCADIS heeft geen dominante rol in de markt. van het bureau op CO 2 uitstoot Overige criteria De opdrachtgever voor het ontwerp van wegen binnen de bebouwde kom zijn gemeentes. Deze hanteren op dit moment slechts zeer beperkt de CO 2 prestatieladder. Rangorde 4 Alhoewel de invloed van de sector aanzienlijk is, is de invloed van ontwerpen beperkt. Daarnaast heeft ARCADIS geen dominante rol in de markt. Tabel 8. Toelichting PMC Gebiedsinrichting en stedelijke infra. Criterium Waarde Toelichting Business unit Gebouwen Technisch advies en ontwerp van installaties voor energievoorziening. Omschrijving activiteit Gebruik Het ontwerp zelf is van invloed op het energieverbruik en kwaliteit van het binnenklimaat, onderhoudbaarheid en efficiency. Relatieve belang van CO 2 belasting van de sector en invloed van Sector >> Het aandeel van de CO 2 uitstoot stationaire bronnen bij Handel, Diensten en Overheid in Nederland is ruim 8% (CBS). Daarnaast is bijna 13% van de CO 2 uitstoot in Nederland van huishoudens. de ontwerpen Ontwerpen >> De invloed van het ontwerp op het verbruik van een gebouw is groot. De passieve maatregelen maken een belangrijk deel uit van energie besparingen. Bijna 80% van het energieverbruik in huishoudens is aardgas en is grotendeels toe te rekenen aan verwarming. Potentiële invloed > Het marktaandeel van ARCADIS is beperkt is. van het bureau op CO 2 uitstoot Overige criteria De opdrachtgever voor het ontwerp van gebrouwen is veelal privaat en hanteert de prestatieladder niet. De Rijksgebouwendienst is ook een belangrijke opdrachtgever en is voornemens de Prestatieladder toe te passen. Rangorde 2 De invloed van de sector is aanzienlijk en de invloed van het ontwerp is groot. De potentiele invloed van ARCADIS is echter matig gezien het marktaandeel. Tabel 9. Toelichting PMC Energievoorziening gebouw, constructies. 076581396:0.1 - Definitief ARCADIS 17

18 ARCADIS 076581396:0.1 - Definitief

4 Ketenanalyse Rail 4.1 ACTIVITEITEN RAIL 4.1.1 INITIATIE Het kernproces van ProRail is onder andere ontwikkeld om de uitvoering van projecten betrouwbaarder en beheerst te laten verlopen. In dit proces zijn ook de fasen voor de realisatie van een project opgenomen. Dit zijn de voorfase, de alternatievenstudiefase en de planuitwerkingsfase. In dit deel van keten is ANL een belangrijke partner van de Infraprovider ProRail. Er zijn in Nederland ook andere rail infraproviders, denk aan het Havenbedrijf Rotterdam en die van de Betuweroute en HSL. Deze partijen maken vaak gebruik van de diensten van ProRail als het gaat om het doorlopen van de initiatie en realisatiefase. In de initiatiefase wordt het project zo gedefinieerd dat de ketenpartners in de exploitatiefase (niet on ) tevreden zijn en een aannemer de klus kan uitvoeren. ProRail heeft vooralsnog niet gekozen voor Publiek Private Samenwerking (PPS). Dit is een contractvorm waarin private partijen eerder in het proces worden betrokken als partner, waardoor belangen veranderen omdat de bouwende en de beherende partij dezelfde zijn. Er is over het algemeen sprake van een klassieke Opdrachtgever Opdrachtnemer relatie. De invloed van ANL binnen deze fase is het grootst. Er worden ontwerpkeuzes gemaakt op basis van functionele eisen van de opdrachtgever. Deze keuzes hebben uiteindelijk invloed op de wijze waarop de aannemer het werk zal uitvoeren (realisatie) en hoe gebruikers verbruiken (exploitatie). Tegelijk is de absolute invloed op die vervolgfases in de keten beperkt, omdat de beïnvloeding indirect is via de keuzes in het ontwerp en in mindere mate op het gedrag (en daarmee de uitstoot) zelf. 4.1.2 REALISATIE Het eerste deel van de realisatie is de gunning van het werk aan een aannemer. Dit is het moment waar eisen door de opdrachtgever aan de bouwer worden gesteld ten aanzien van de uitvoering van het bouwen. De gunning is vaak opgedeeld in drie delen; een pre kwalificatie waarin getoetst wordt of de aankomende opdrachtnemer geschikt is om het werk uit te voeren; is de onderneming gekwalificeerd, is de liquiditeit en de capaciteit in orde? Het tweede deel is het project specifieke deel; welke aanbieder heeft de economisch meest voordelige aanbieding? De aanbieder wordt uitgedaagd het vertrouwen te wekken dat de belangen van de opdrachtgever in goede handen zijn. Een onderdeel hiervan is de prijsvorming. De CO2 prestatieladder is daar een onderdeel in, een hogere trede betekent een hogere virtuele korting en daarmee mogelijk een voordelige aanbieding. Tenslotte gaat de opdrachtgever over tot gunning waarna de bouwfase kan starten. 076581396:0.1 - Definitief ARCADIS 19