Verhuisd vanwege sloop

Vergelijkbare documenten
Woonruimteverdeling in Breda

Fact sheet Wonen in Almere. Kerncijfers

3. Minder tevreden over het wonen

Verhuisplannen en woonvoorkeuren

RESULTATEN WOONONDERZOEK PURMEREND UPDATE MAART 2015

Conclusies woningbehoefteonderzoek Reduzum

Fact sheet Wonen in Zaanstad 2017

JONGERENPEILING WONEN IN EDE

Buurtenquête hostel Leidsche Maan

Betty Boerman en Inge Huiskers, Regio Gooi en Vechtstreek. Sjoerd Zeelenberg en Elien Smeulders, RIGO Research en Advies

Kwaliteitsverbetering van de (huur)voorraad in tijden van Krimp Opwierde APPINGEDAM. Delfzijl, 21 november 2013

Verleden en toekomst in Oud-West

Fact sheet Wonen in Zaanstad (2015) Kerncijfers

Het vertrouwen in Woonwaard

25 juni 2015 Dorpsraad Waarland Bouwend Waarland Waarland Bouwt Zelf

Inventarisatie Kameraanbod Maastricht

Fact sheet Wonen in Ouder-Amstel. Kerncijfers

Gouda ligt centraal in de Randstad en is gelet op het inwonertal de 46e gemeente van Nederland. De Atlas voor

Fact sheet Wonen in Purmerend 2017

WOONWENSENONDERZOEK PARKSTAD LIMBURG

TEVREDENHEIDSONDERZOEK KETENPARTNERS SUN GRONINGEN

PERCENTAGE HOOGOPGELEIDEN BINNENSTAD

Fact sheet Wonen in Blaricum 2017

Fact sheet Wonen in Huizen 2017

Samenvatting SeysterPanel In 2011 hielden wij voor de eerste keer een groot woononderzoek. Huurders van Seyster Veste werd

Senioren en mensen met beperkingen op de woningmarkt

Bijlage 1, bij 3i Wijkeconomie

Fact sheet Wonen in Wormerland 2017

Fact sheet Wonen in Laren 2017

Fact sheet Wonen in Amstelveen. Kerncijfers

Fact sheet Wonen in Amsterdam 2017

Resultaten bewonersonderzoek, meting 2013

Voorwoord. Als bewoner van een corporatiewoning krijgt u binnenkort te maken met wijkvernieuwing.

Regio Midden-Limburg. Woningvoorraad. Doelgroepen: Totaal Doelgroepen: Sociale doelgroep

Fact sheet Wonen in Weesp 2017

Susteren-Heide - gemeente Echt-Susteren

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011

Peij-Slek - gemeente Echt-Susteren

Achterbanraadpleging. Huurdersvereniging Fijn Wonen. 8 februari 2019 Jurriën Schuurman. Achterbanraadpleging Huurdersvereniging Fijn Wonen

Overheidsmaatregelen Zesde peiling Huurderspanel Woonwaard

Fact sheet Wonen in Diemen 2017

Fact sheet Wonen in Velsen 2017

Doelgroepen TREND A variant

ONDERZOEK DOORSTROMING HUURDERS

Resultaten USP-Bewonersscan, meting 2015

Sociale kracht in Houten Burgerpeiling 2014

Evaluatieonderzoek parkeerregeling Scheveningen Hellingweg

Fact sheet Wonen in Uithoorn 2017

Fact sheet Wonen in Haarlemmermeer 2017

Fact sheet Wonen in Oostzaan 2017

De woningmarkt in Goirle ; jongeren die terug willen keren. Woonbehoefte van jongeren die terug willen verhuizen naar de gemeente Goirle

Omvang doelgroep en omvang kernvoorraad in 2008

Ospel - gemeente Nederweert

Sint Joost - gemeente Echt-Susteren

Woningmarktrapport - 4e kwartaal Gemeente Dordrecht

Voorwoord wijkvernieuwing Groningen Uw rechten. Sociaal Plan. Als bewoner van een corporatiewoning krijgt u binnenkort te maken met wijkvernieuwing.

Wijkvisie. Dubbeldam. Dordrecht. december Inleiding. Dubbeldam

Woningstichting De Gemeenschap

Fact sheet Wonen in Gooise Meren 2017

Fact sheet Wonen in Lelystad 2017

Woningmarktrapport 3e kwartaal Gemeente Rotterdam

Waardering van leefbaarheid en woonomgeving

De resultaten van het panelonderzoek samengevat:

Fact sheet Wonen in Ouder-Amstel 2017

KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK SCHOONMAAKDIENST GEMEENTE HAREN

Openbare ruimte in beeld Onderzoek naar de kwaliteit van de openbare ruimte

Mogelijkheden woningbouw Oudega Afdeling Ontwikkeling woonbeleid, d.d. 14 november 2018

Fact sheet Wonen in Heemskerk 2017

Verhuisonderzoek Drechtsteden

Woningmarktrapport - 3e kwartaal Gemeente Haarlemmermeer

Wonen in Wittevrouwenveld - Wyckerpoort. 12 Oktober 2016

Sociaal Plan wijkvernieuwing Groningen Uw rechten

Fact sheet Wonen in Amstelveen 2017

Fact sheet Wonen in Beverwijk 2017

Maria Hoop - gemeente Echt-Susteren

Dieteren - gemeente Echt-Susteren

Fact sheet Wonen in Haarlemmerliede en Spaarnwoude 2017

Tungelroy - gemeente Weert

CIJFEROPBRENGST WOONDEBAT NOVEMBER team Beleidsonderzoek en Informatiemanagement

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011

Woningmarktanalyse Gooise Meren

Wonen in Hof van Twente

Koningsbosch - gemeente Echt-Susteren

Fact sheet Wonen in Almere 2017

Parkeeronderzoek De Biezen. Resultaten bewonersenquête

Fact sheet Wonen in Heemstede 2017

Tevredenheidsonderzoek Argès mens & werk B.V.

Fact sheet Wonen in Zandvoort 2017

Contracten voor bepaalde tijd

Hoofdstuk 24 Financiële situatie

Onderzoek woningzoekenden Texel. Samenvatting. Inleiding

Doelgroepenanalyse Resto VanHarte Maastricht

BURGERPANEL CAPELLE OVER WELSTANDSVRIJ BOUWEN

FACTSHEET OUDEREN EN WONEN PURMEREND APRIL 2015

Woningmarktrapport 4e kwartaal Gemeente Amsterdam

71% van de respondenten is het helemaal eens met de stelling dat de huurprijs lager moet zijn 710 per maand.

Fact sheet Wonen in Aalsmeer 2017

Onderzoek naar mate van beschikbaarheid van (typen) sociale huurwoningen jaargang medio 2017-medio 2018

Waarom dit onderzoek?

Fact sheet Wonen in Beemster 2017

Transcriptie:

R I G O R e s e a r c h e n A d v i e s B V D e b e w o o n d e o m g e v i n g Verhuisd vanwege sloop Ervaringen en oordelen van bewoners in Maastricht

De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij RIGO Research en Advies. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning in artikelen, scripties en boeken is toegestaan mits de bron duidelijk wordt vermeld. Vermenigvuldigen en/of openbaarmaking in welke vorm ook, alsmede opslag in een retrieval system, is uitsluitend toegestaan na schriftelijke toestemming van RIGO Research en Advies. RIGO Research en Advies aanvaardt geen aansprakelijkheid voor drukfouten en/of andere onvolkomenheden.

Verhuisd vanwege sloop Ervaringen en oordelen van bewoners in Maastricht Opdrachtgever Gemeente Maastricht, Woonpunt, Servatius en Maasvallei Auteurs Lisan Wilkens André Buys Rebecca Wouters Annika Janse Foto omslag Aat Remkes Uitgave september 2009 Rapportnummer p12970 RIGO Research en Advies BV De Ruyterkade 139 1011 AC Amsterdam Telefoon 020 522 11 11 Fax 020 627 68 40 E-mail: info@rigo.nl website: http://www.rigo.nl

INHOUD Hoofdstuk 1 Inleiding 1 1.1 Aanleiding 1 1.2 Doel 1 1.3 Onderzoeksverantwoording 2 1.4 Leeswijzer 3 Hoofdstuk 2 Herstructurering in Maastricht 4 2.1 Herstructurering in plannen en beleid 4 2.2 Wijken waar gesloopt is 6 2.3 Vestigingsplek direct na herhuisvesting 7 2.4 Woonplek anno 2009 11 Hoofdstuk 3 Ervaringen van bewoners 12 3.1 De respondenten 12 3.2 Oude woonsituatie 14 3.3 Nieuwe woonsituatie 15 3.4 Vergelijking oude en nieuwe woonsituatie 18 3.5 Ervaringen met het proces 24 Hoofdstuk 4 Conclusies en aanbevelingen 31 4.1 Conclusies onderzoeksbevindingen 31 4.2 Aanbevelingen 36 Bijlagen Bijlage 1 Tabellen bewonersonderzoek 41 Bijlage 2 Vragenlijst 44 Inhoudsopgave

1 Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Aanleiding 1.2 Doel De stedelijke vernieuwing in Maastricht is al vele jaren aan de gang en ook voor de komende jaren staat er het een en ander te gebeuren. Maastricht Noordoost is een van de veertig wijken die door ex-minister Vogelaar zijn aangewezen in het kader van het Actieplan Krachtwi j- ken. In het westen van Maastricht liggen de jaren vijftig wijken Caberg en Malpertuis, waar de komende jaren de woningvoorraad grondig vernieuwd wordt in combinatie met ee n sociale aanpak. In de beginjaren van de herstructurering lag de nadruk vooral op de fysieke vernieuwing, in de loop der tijd is herstructurering onderdeel geworden van een bredere aanpak van de wijken. Verbetering van de leefbaarheid en van de maatschappelijke positie van bewoners zijn nu vaste onderdelen van de wijkaanpak als geheel. De hoofddoelstelling van de herstructurering blijft echter verbetering van de woningvoorraad. Een belangrijke voorwaarde bij herstructurering is dat de bewoners goed worden geherhui s- vest als zij moeten verhuizen vanwege sloop. Het streven is dat zij terechtkomen in een nieuwe woning en woonomgeving die vergelijkbaar is - of liever nog - beter is dan waar ze vandaan komen. Sloop is een van de manieren waarop gewerkt wordt aan verbetering van de woningvoorraad en de wijken. Voor de bewoners van de woningen die op de slooplijst staan, is het vaak een ingrijpende gebeurtenis. Zij moeten immers verhuizen omdat hun woning wordt ge sloopt. De corporaties in Maastricht zijn verantwoordelijk voor de herhuisvesting van bewoners en ra p- porteren hier jaarlijks over in het kader van de prestatieafspraken. De jaarlijkse rapportage geeft weliswaar inzicht in de herhuisvestingopgave, maar niet in de wijze waarop de herhuisvesting is gegaan en hoe de bewoners het hebben ervaren. Vanuit de bewoners en de politiek zijn vragen gesteld over de herhuisvesting en in het bijzo n- der over de gevolgen voor de bewoners. De gemeente Maastricht en de drie won ingcorporaties Woonpunt, Servatius en Maasvallei hebben gezamenlijk een onderzoek laten uitvoeren naar de ervaringen van bewoners die de afgelopen jaren (1998 t/m eerste helft 2009) zijn verhuisd vanwege sloop. De gemeente en de corporaties willen hiermee inzicht krijgen in de verhuisbewegingen en de gevolgen voor en ervaringen van de geherhuisveste bewoners. Deze informatie zal worden gebruikt om verbeteringen aan te brengen in de plannen en het proces rondom herstructurering in de komende jaren. Het doel van het onderzoek is: Een betrouwbaar beeld krijgen van de gevolgen voor en de ervaringen van bewoners die he b- ben moeten verhuizen vanwege sloop, om verbeteringen aan te brengen in de plannen en het proces van herstructurering in de komende jaren. Inleiding

2 Het onderzoek bevat twee hoofdthema s, namelijk : I. de wooncarrière van bewoners, zowel objectief (op basis van verhuisbewegingen) als subjectief. II. de mening en ervaringen van bewoners met het proces, zowel vóór als tijdens en na de sloop/ verhuizing. 1.3 Onderzoeksverantwoording Hoe zijn we te werk gegaan bij dit onderzoek? Het boven tafel krijgen van de gegevens van bewoners die zijn verhuisd vanwege sloop is een belangrijk onderdeel geweest van het onderzoek. De gemeente en de corporaties hebben ervoor gekozen om alle herstructureringsjaren mee te nemen, wat betekent dat we ook de bewoners hebben moeten achterhalen die in bijvoorbeeld 1999 zijn verhuisd. De eerste stap was het verkrijgen van de adressen van de gesloopte woningen, met daarb ij de namen van de laatste reguliere huurders. Dit zijn immers de bewoners die we wilden benad e- ren voor het onderzoek. Woonpunt, Servatius en Maasvallei hebben adressen aangeleverd van de bewoners die als laatste in de sloopwoningen woonden. Peildatum daarbij is het einde van het reguliere huurcontract. 1 De volgende stap was het verkrijgen van de adressen waar bewoners naartoe zijn verhuisd. De corporaties hebben voor zover bij hen bekend de nieuwe adressen aangeleverd. Vrijwel alle adressen van herhuisvesting zijn bekend. Ook hebben de corporaties voor zover bekend de adressen anno 2009 doorgegeven. Het grootste deel huurt nog steeds bij één van de corpor a- ties, daarvan zijn de juiste adressen bekend. Van de bewoners die niet meer bij de corporatie bekend zijn, is in de Gemeentelijke Basis Administratie (GBA) van de Gemeente Maastricht geprobeerd het huidige adres te achterh a- len. Dit is in ongeveer de helft van de gevallen gelukt. De andere helft zijn bewoners waarvan geen huidig adres in Maastricht meer achterhaald kan worden; een deel heeft Maastricht verlaten, een deel is overleden en een deel is onbekend. In totaal hebben we van circa 1.250 mensen een adres anno 2009 kunnen achterhalen. Dit zijn dus zowel bewoners die zijn geherhuisvest in de sociale huursector als bewoners die elders terecht zijn gekomen, bijvoorbeeld in een koopwoning. Aan 1.141 mensen is in juni 2009 een schriftelijke vragenlijst gestuurd. 2 De schriftelijke vragenlijst is opgesteld in samenspraak met de gemeente en de corporaties en verstuurd door de Gemeente Maastricht. De bewoners hebben ruim vier weken de tijd gekregen om de vragenlijst terug te sturen. Na drie weken is aan alle mensen een herinneringsbrief gestuurd, waarin nogmaals is gevraagd de vragenlijst terug te sturen als ze dat nog niet hadden gedaan. In onderstaande tabel staat de respons per wijk. Het gaat hier om de wijk waar de sloopwoning van de respondent stond. Alle wijken zijn over het algemeen goed vertegenwoordigd in de respons. Bewoners van Heugermerveld en Wyck (slechts 7 bewoners in de populatie) hebben relatief minder vaak gereageerd. De totale respons is 36%. voetnoot 1 2 In principe zijn alleen reguliere en geen tijdelijke - huurders in het onderzoek betrokken. Op grond van enkele opmerkingen in de teruggestuurde vragenlijsten, is echter op te maken dat het enkele malen wel een tijdelijke huurder betreft. Aan het eind van hoofdstuk 2 is een schema opgenomen hoe we gekomen zijn tot het aantal van 1.141. Verhuisd vanwege sloop

3 Tabel 1.1 Aa nta l aangeschr even bewone rs en respons per wijk Wijk Aantal verstuurde vragenlijsten Netto respons Respons % Malberg 341 129 38% Caberg 243 98 40% Heugemerveld 210 49 23% Wittevrouwenveld 176 56 32% Boschpoort 69 23 33% Mariaberg 40 17 43% Amby 18 13 72% Wyckerpoort 13 13 100% Wyck 7 0 0% overig/onbekend 24 16 68% 1.141 414 36% Aan het eind van de vragenlijst is gevraagd of respondenten eventueel benaderd willen worden voor een telefonisch interview om nog nader in te gaan op de vragen. Een deel van de respondenten heeft een telefoonnummer ingevuld. Nadat er een redelijk aantal vragenlijsten ingevuld terug was gestuurd, is begonnen met het houden van de telefonische interviews. We hebben uit de ingevulde vragenlijsten een selectie gemaakt van twintig bewoners, waarbij we gelet hebben op een redelijke verdeling naar oude corporatie. De duur van de telefonische interviews is gemiddeld een half uur. De hoofdlijnen uit de interviews zijn schriftelijk vastg e- legd. De interviews zijn gebruikt als illustratie en aanvulling op de resultaten uit de vragenlij s- ten. Het geeft weliswaar geen representatief beeld voor alle bewoners, maar ge eft een indruk van hoe individuele bewoners een herstructureringsproces beleven. Het is waarschijnlijk dat de respons op de vragenlijst hoger is geweest onder bewoners die iets aan te merken hebben op de sloop en de herhuisvesting. Hetzelfde geldt voor de citaten van bewoners, afkomstig uit de telefonische interviews en uit de opmerkingen geplaatst bij de vragenlijst. Mensen die ontevreden zijn, zijn meer geneigd om opmerkingen te maken, me n- sen die tevreden zijn laten hun opmerkingen vaker achterwege. Bovendien is ervoor gekozen om de telefonische interviews te houden met respondenten die niet over alles tevreden w a- ren. Er moet dan ook rekening mee worden gehouden dat het totale aandeel ontevreden mensen die zijn verhuisd vanwege sloop in werkelijkheid vermoedelijk wat lager ligt dan uit dit onderzoek blijkt. 1.4 Leeswijzer Hoofdstuk 2 begint met een zeer beknopte schets van de herstructurering in Maastricht in de loop der jaren en wat de belangrijkste beleidslijnen daarin zijn geweest. Vervolgens wordt inzichtelijk gemaakt waar de herstructurering (sloop) heeft plaatsgevonden en naar welke wijken bewoners zijn verhuisd. Het hoofdstuk eindigt met een beeld van de huidige woonplek. In hoofdstuk 3 staan de resultaten van de vragenlijsten en de telefonische interviews. Per thema is weergegeven wat de belangrijkste bevindingen zijn. Het hoofdstuk is voornamelijk beschrijvend van karakter, er worden nog geen conclusies getrokken. Conclusies worden pas getrokken in hoofdstuk 4. We gaan in op de hoofdthema s van dit o n- derzoek: de wooncarrière in objectieve en subjectieve zin en de ervaringen van bewoners. Het hoofdstuk besluiten we met enkele aanbevelingen voor de gemeente en de corporatie s. Inleiding

4 Hoofdstuk 2 Herstructurering in Maastricht Dit hoofdstuk geeft beknopte informatie over de achtergrond en de omvang van de herstructurering in Maastricht door de jaren heen. Hoe het begon en waar we nu staan. In de eerste paragraaf staan de belangrijkste ontwikkelingen en beleidsdocumenten beschreven. In de tweede paragraaf laten we aan de hand van de onderzoeksresultaten zien in welke wijken de sloop heeft plaatsgevonden en naar welke wijken de bewoners daarna zijn verhuisd. In de derde paragraaf gaan we in op de woonplek anno 2009. 2.1 Herstructurering in plannen en beleid De herstructurering in Maastricht is niet van gisteren. Al in 1998 is begonne n met de herstructurering. De herstructurering is nu dus ruim 10 jaar aan de gang. Woningcorporatie Servatius was in 1998 de eerste corporatie die op grotere schaal de woningvoorraad aanpakte in He u- gemerveld. De andere corporaties Woonpunt en Maasvallei zijn later gestart in de buurten waar zij bezit hebben. Sindsdien is de kwaliteit en de diversiteit van de woningvoorraad in veel buurten verbeterd. De aanpak van de woningvoorraad en de wijken in de afgelopen tien jaar, is vastgelegd in e n- kele belangrijke beleidsdocumenten. 3 Deze worden hieronder kort toegelicht. Convenant gemeente en corporaties 2000-2010 (2 maart 2000) De veranderopgave in de bestaande woningvoorraad van Maastricht is vastgelegd in het co n- venant 2000-2010 tussen de gemeente en de corporaties. De veranderopgave was gebaseerd op het eerder opgestelde Meerjarenplan Bouwen en Wonen 2000-2010. Voor de periode 2000-2010 werd destijds sloop voorzien van 2.500 woningen, naast verkoop en vervangende nieuwbouw. Per saldo zou de huurvoorraad met 500 woningen afnemen. Eveneens is in het convenant de basis gelegd voor het opstellen van integrale buurtplannen die richting geven aan de veranderopgave. In het convenant is bovendien opgenomen dat partijen moeten voorzien in een goede herhuisvesting. Daarmee moet voorkomen worden dat deze doelgroepen van de ene aan te pakken wijk worden doorgeschoven naar de volgende aan te pakken wijk. (Convenant Gemeente-Corporaties Maastricht 2000-2010, p.18) Nota Wonen in Beweging (2003) De nota beschrijft op hoofdlijnen een ontwikkelingsbeeld voor het wonen in de verschillende wijken van Maastricht. Verbetering van de kwaliteit en de opbouw van de woningvoorraad is nog steeds één van de hoofdlijnen van het woonbeleid. voetnoot 3 Daarnaast zijn er per buurt of project diverse besluiten, nota s en plannen waarin de aanpak is uitgewerkt tot concrete actiepunten en afspraken. Deze worden niet apart besproken. Verhuisd vanwege sloop

5 Het voorzien in deze kwaliteitsvraag met het gelijktijdig voorkòmen van ruimtelijke segregatie, het bieden van mogelijkheden om in de eigen wijk een betere woning te vinden en het vergroten van de keuzemogelijkheden voor de lagere inkomens is de kern van d e wens tot meer woningdifferentiatie in nu eenzijdig samengestelde woonwijken. (Nota Wonen in Beweging, p.13-14). De nota Wonen in Beweging is bedoeld als referentie voor de toekomstige kwaliteitsverbetering van bestaande buurten en nieuwbouwlocaties. In de nota is per wijk op hoofdlijnen een gewenst ontwikkelingsbeeld geschetst en specifiek de gewenste veranderingen in de voo r- raad. Het is daarmee het kader voor de verdere uitwerking van het thema wonen in Buurt- OntwikkelingsPlannen (BOP s), waarvoor in 2000 al de basis was gelegd in het convenant tu s- sen de gemeente en de corporaties. In een BOP staat de concrete kwantitatieve veranderingsopgave van de woningvoorraad, inclusief het vraagstuk van de voorzieningen. In het BOP wordt het langetermijnontwikkelingsbeeld geconfronteerd met de kortetermijnopgaven en wensen van bewoners. Een van de onderdelen van de BOP is een programma voor herhuisvesting en bijbehorende maatregelen. In de nota wordt een aantal procesvoorwaarden op een rij gezet die de kans vergrote n dat herstructurering een positief effect heeft op de sociale cohesie in een wijk. Genoemd worden het betrekken van bewoners bij de planvorming en duidelijk zijn over de toekomst van de wijk, mogelijk maken van doorstroming binnen de wijk naar een betere woning, voorkomen van te grote prijsverschillen tussen oude en nieuwe complexen en duurzaam beheer in de wijk. Charter Wijkaanpak en Wijkactieplan Maastricht Noordoost (2007/2008) In het begin van de herstructurering lag de nadruk sterk op de fysieke vernieuwing. Sindsdien is er steeds meer oog voor de noodzaak om de positie van mensen te verbeteren in maa t- schappelijke zin. Vandaar dat de wijkaanpak zich richt op de thema s wonen, w erken, leren, integreren en veiligheid. Wat betreft wonen staat in het charter dat partijen de wijken in het geheel aantrekkelijker en weerbaarder willen maken en het woningaanbod aantrekkelijker voor verschillende doelgro e- pen. Onder andere door een verschuiving van de verhouding tussen huur- en koopwoningen van 75-25% naar 60-40%. De gemeente en corporaties gaan samen zorgen voor de aanpak van een aantal wijken. In het wijkactieplan staat dit meer uitgewerkt. Concrete woningbouwpr o- jecten zijn centrumplan Wittevrouwenveld, centrumplan Nazareth, het Sarepta-plein (Limmel) en Mosa porselein (Wyckerpoort). Voor deze buurten zijn nog geen buurtontwikkelingsplannen, maar afgesproken is dat het in goed overleg gaat met de bewonersorganisaties. Nieuwe Woonvisie Gemeente Maastricht (2009-2010) In 2009/2010 wordt een nieuwe woonvisie 2010-2019 ontwikkeld door de gemeente Maastricht. Centraal thema in het woonbeleid van Maastricht is de verster king van Maastricht Woonstad. Kwalitatieve veranderingen in de bestaande woningvoorraad worden door demografische ontwikkelingen zoals krimp en vergrijzing belangrijker. Herstructurering - sloop en vervangende nieuwbouw - zal dan ook een prominente plaats in de nieuwe visie krijgen. Sociaal plan corporaties Alle drie de corporaties hebben een sociaal plan opgesteld voor huurders die vanwege sloop of grondige renovatie moeten verhuizen uit hun woning. Daarin zijn afspraken opgenomen over onder meer passende herhuisvesting, financiële tegemoetkomingen, begeleiding door de corporatie en beheer en onderhoud van de wijk tijdens en voor de sloop. Herstructurering in Maastricht

6 2.2 Wijken waar gesloopt is In tabel 2.1 is vermeld uit welke buurten de bewoners afkomstig zijn en du s ook waar de gesloopte woningen hebben gestaan. Enkele woningen in de tabel zijn overigens nog niet gesloopt (o.a. woningen van Servatius in Malberg), maar de bewoners zijn wel al verhuisd. Ook is te zien wie destijds de verhuurder was. De meeste gesloopte woningen stonden in Malberg. In deze buurt zijn in de beschouwde periode meer dan vijfhonderd woningen gesloopt, vooral voormalig bezit van Woonpunt. In vier buurten, te weten Malberg, Heugemerveld, Caberg en Wittevrouwenveld vond het gros van alle sloopgevallen plaats. In de andere buurten zijn de aantallen veel geringer. 4 tabel 2.1 A ant al gesloop te woni ngen na ar buur t en voormalig e ve rh uur der Maasvallei Servatius Woonpunt totaal Malberg 0 75 476 551 Heugemerveld 0 327 0 327 Caberg 0 160 144 304 Wittevrouwenveld 89 131 0 220 Boschpoort 0 82 0 82 Mariaberg 11 0 37 48 Amby 26 0 1 27 Wyckerpoort 0 18 0 18 Wyck 0 14 0 14 Borgharen 0 0 1 1 Belfort 1 0 0 1 totaal 127 807 659 1.593 tabel 2.2 A ant al gesloop te woni ngen na ar buur t en ja ar van he rhu isvesting bew oners 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 onb. totaal Malberg 1 72 113 78 34 64 19 67 27 76 551 Heugemerveld 23 63 37 22 31 27 90 34 327 Caberg 4 27 118 98 51 5 1 304 Wittevrouwenveld 6 77 49 10 10 19 20 22 7 220 Boschpoort 6 11 9 5 2 16 26 4 3 82 Mariaberg 16 10 11 5 6 48 Amby 1 14 12 27 Wyckerpoort 2 3 12 1 18 Wyck 2 2 2 3 5 14 Borgharen 1 1 Belfort 1 1 totaal 23 66 51 112 161 150 209 116 228 183 174 43 77 1.593 voetnoot 4 Gebruikte buurtnamen zijn conform de buurtindeling van het CBS. Verhuisd vanwege sloop

7 In tabel 2.2 is te zien dat de bewoners gespreid door de tijd uit de slooppanden zijn verhuisd. Heugemerveld loopt in de tijd voor op de andere buurten. In figuur 2-1 is te zien dat de sloop afgezien van enkele gespreide gevallen geconcentreerd is (geweest) op een beperkt aantal locaties. fig u ur 2-1 Lig g ing van de g esloop te (en vo or dee l nog te slope n) woni ngen 2.3 Vestigingsplek direct na herhuisvesting Waar zijn bewoners terechtgekomen? Verreweg de meeste van de 1.593 bewoners vonden, al dan niet op eigen kracht, een ander adres in Maastricht, namelijk 1.457 (= 91%). Een klein aantal (110 bewoners ofwel 7%) verhuisde naar een adres buiten de stad. Van 26 bewoners kon geen nieuw adres worden achte r- haald, bijvoorbeeld omdat ze bij nadere beschouwing niet zijn verhuisd maar overleden (zij waren dan wel de laatste bewoners voor de sloop). Bestemmingen buiten Maastricht waren onder meer: Heerlen (8x), Eijsden (7x), Bunde (5x) en Lanaken (9x). Verder weg vinden we bestemmingen door heel Nederland, van Stadskanaal tot Oostvoorne en van Den Helder tot Nijmegen. Ook Amsterdam (5x) en Den Haag (4x) vinden we onder de bestemmingen, evenals Alicante (Spanje) en Nador (Marokko). Van de meeste bewoners die binnen Maastricht verhuisden is bekend waar in Maastricht ze zijn gaan wonen. Slechts van 17 is dat niet bekend, bij voorbeeld omdat ze een postbus als nieuw adres hebben opgegeven. De nieuwe adressen zijn op de kaart weergegeven in figuur 2-2. Het gaat dan om de adressen direct na verhuizing uit de te slopen panden. Dat is niet per se de actuele situatie, omdat mensen inmiddels weer kunnen zijn doorverhuisd of overleden. De spreiding in figuur 2-2 is aanzienlijk groter dan in figuur 2-1. De voormalige bewoners uit de slooppanden zijn dus, voor zover ze in de stad zijn gebleven, over de gehele stad uitg e- Herstructurering in Maastricht

8 zwermd. Toch zijn er ook in de situatie na verhuizing ruimtelijke concent raties te ontdekken, naast buurten waar vrijwel niemand is gaan wonen. Dit heeft voor een belangrijk deel te maken met de beschikbaarheid van vervangende woonruimte. Zoals zal blijken zijn de meeste bewoners opnieuw in een sociale huurwoning gaan wonen. Het is dan ook niet verassend dat we ze vooral aantreffen in buurten met veel corporatiebezit. fig u ur 2-2 Adressen in M aastr icht waar de v oorm a lig e bewoners v an g eslo o pte won ingen z ijn gaan wonen Oude buurt is favoriet Het blijkt wel dat de meeste bewoners ofwel in hun eigen buurt zijn verhuisd, ofwel naar n a- bijgelegen buurten. En er is sprake van een tamelijk harde waterscheiding tussen de beide zijden van de Maas. Zo is er uit Malberg niemand naar Heugemerveld verhuisd en slechts zes huishoudens naar Wittevrouwenveld. Omgekeerd hebben er 5 verhuizingen plaatsgevonden van Heugemerveld naar Malberg (tegen 190 binnen Heugemerveld zelf). In figuur 2-3 tot en met figuur 2-6 is voor de vier buurten met de grootste sloopaantallen weergegeven waar de voormalige bewoners naartoe zijn verhuisd na de sloop. De voorkeur voor verhuizing (of herhuisvesting) over korte afstand komt hier duidelijk naar voren. Wel blijkt dat er tussen de westelijke buurten Malberg en Caberg meer uitwisseling onderling heeft plaatsgevonden dan tussen de twee buurten op de Oostelijke Maasoever. Voor bewoners uit Heugemerveld was of is Wittevrouwenveld kennelijk geen aantrekke lijk alternatief, en vice versa. Verhuisd vanwege sloop

9 fig u ur 2-3 Adresse n in Ma astric ht waar de v oorm al i g e bewoners van in M albe rg g esloopte woni ngen zij n gaa n wone n fig u ur 2-4 A dressen in M aastr icht waa r de vo ormalig e bewoners v an in Cab erg g esloop te woni ngen zij n gaa n wone n Herstructurering in Maastricht

10 fig u ur 2-5 Adressen i n M aastr icht waar de vo ormalig e bewoners va n in Heugemerveld g e- sloo pte woni ngen zij n gaa n wonen fig u ur 2-6 A dressen i n M a astric ht w aar de vo ormalige bewoners va n i n W itte vro uwenve ld g esloop te won ingen zijn gaan wonen Verhuisd vanwege sloop

11 2.4 Woonplek anno 2009 Van vrijwel alle bewoners die hebben moeten verhuizen vanwege sloop weten we waar ze direct na herhuisvesting terecht zijn gekomen (1.457+110=1.567). Een aantal van de huurders heeft Maastricht verlaten voor een andere gemeente of voor het buitenland (110), een klein deel is overleden of onbekend (26). Voor het bewonersonderzoek is nog van een behoorlijk groot deel (circa 1. 250) van deze groep het huidige adres (2009) in Maastricht achterhaald. Circa 1.040 bewoners wonen in 2009 nog in de herhuisvestingwoning, ongeveer 210 bewoners zijn inmiddels weer verhuisd. Het grootste deel woont dus nog in Maastricht, al dan niet in een huurwoning van een van de drie corporaties. Ongeveer 100 bewoners zijn collectief naar een verzorgingstehuis verhuisd in het kader van de herhuisvesting. Besloten is om deze bewoners niet te benaderen voor het bewonersonderzoek. Na het verwijderen van enkele dubbele namen en adressen zijn 1.141 bewoners aangeschreven. Herstructurering in Maastricht

12 Hoofdstuk 3 Ervaringen van bewoners In dit hoofdstuk staan de bewoners centraal die zijn verhuisd vanwege sloop. Zowel de objectieve veranderingen in hun woonsituatie als hun mening en ervaringen. Het is gebaseerd op de resultaten uit de schriftelijke vragenlijst en de telefonische interviews. 3.1 De respondenten 5 In totaal zijn in de afgelopen jaren van 1998 tot en met de eerste helft van 2009 bijna 1.600 adressen gesloopt. Alle bewoners die in deze periode zijn geherhuisvest vanwege sloop en waarvan we het adres anno 2009 hebben achterhaald, hebben een vragenlijst toegestuurd gekregen 6. In totaal is naar 1.141 adressen een vragenlijst toegestuurd en er zijn 414 ingevulde vragenlijsten retour gekomen. Dit komt neer op een netto respons van 36%. Alvorens te starten met de analyse van de antwoorden van de respondenten, eerst een aantal kenmerken van de respondenten op een rij. Vrijwel evenveel mannen (49%) als vrouwen (51%) hebben de vragenlijst ingevuld. Het grootste deel (42%) van de respondenten is tussen de 45 en 65 jaar (zie Tabel 3.1). Tabel 3.1 Leeft ij dsverdelin g responde nten Leeftijd respondent aandeel tot 30 jaar 5% 30 tot 45 jaar 18% 45 tot 65 jaar 42% 65 tot 75 jaar 16% 75 jaar en ouder 16% onbekend 2% totaal 414 Niet in alle wijken is evenveel gesloopt. In het vorige hoofd stuk hebben we al laten zien dat de sloop zich in de periode 1998-2009 concentreerde in vier buurten, te weten Malberg, Heugevoetnoot De meeste respondenten zijn alleenstaand, ruim een kwart zijn echtparen/partners zonde r- kinderen, zo n 16% ouders met kinderen en 9% eenoudergezinnen. Ruim driekwart van de respondenten heeft een huishoudinkomen beneden modaal (tot circa 1.800 netto per maand). 37% heeft een inkomen uit loondienst, bijna 30% heeft een uitkering en eveneens bijna 30% ontvangt pensioen. 5 6 In de bijlagen zijn uitgebreide tabellen opgenomen met kenmerken van de respondenten. Exclusief de bewoners van verzorgingshuizen die collectief zijn verhuisd. Verhuisd vanwege sloop

13 merveld, Wittevrouwenveld en Caberg. Ook in tijd zijn er verschillen: de eerste woningen die werden gesloopt stonden in Heugemerveld, toen volgden Wittevrouweld (en Boschpoort), Malberg en Caberg. Servatius heeft in absolute aantallen de meeste woningen gesloopt, g e- volgd door Woonpunt, Maasvallei heeft de minste woningen gesloopt. Wanneer we de netto respons naast het aantal gesloopte adressen zetten, blijkt in de eerste plaats dat bewoners die destijds in een sloopwoning woonden van Maasvallei, relatief vaker (35%) hebben gereageerd dan bewoners die destijds huurden van Woonpunt (24%) en Serv a- tius (26%). In de tweede plaats valt op dat van de vier wijken waa r het meest gesloopt is, de respons het hoogste was in Caberg (32%) en het laagste in Heugemerveld (15%). Een plausibele verklaring hiervoor is dat de sloop in Heugemerveld plaatsvond van ongeveer 1998 t/m 2005. Dit betekent dat er minder huidige adressen zijn achterhaald en mensen minder vaak reageren omdat het al zo lang geleden is. Voor Caberg geldt juist dat in 2006 en 2007 de meeste woningen zijn gesloopt en de meeste bewoners zijn verhuisd. Dit is relatief kort gel e- den en zal bij veel mensen nog vers in het geheugen liggen, waardoor mensen eerder geneigd zijn om hun mening te geven. Deze verklaring wordt bevestigd door het onderstaande overzicht. Hierin is per jaar weergegeven hoeveel woningen zijn gesloopt (einddatum huurcontract), hoeveel respondenten zeggen in dat jaar te zijn verhuisd en de netto respons op de vragenlijst en dat is vervolgens op elkaar gedeeld. Dit geeft een indicatie of de respons afha n- kelijk is van het aantal jaren dat het geleden is. Hoewel er nog behoorlijke verschillen zijn tussen de jaren, is te zien dat de respons over de laatste jaren hoger ligt dan in de eerste j a- ren van de sloop. Tabel 3.2 Sl oo p per ja ar en respons na ar jaar va n verhuiz ing Jaar Aantal gesloopte adressen Aantal aangeschreven adressen Netto respons Netto respons % aangeschreven adressen Netto respons % gesloopte adressen 1998 23 17 4 24% 17% 1999 66 52 6 12% 9% 2000 51 33 15 45% 29% 2001 112 84 25 30% 22% 2002 161 110 25 23% 16% 2003 150 106 34 32% 23% 2004 209 131 43 33% 21% 2005 116 88 27 31% 23% 2006 228 176 76 43% 33% 2007 183 154 51 33% 28% 2008 174 146 63 43% 36% 2009 43 28 25 89% 58% onbekend 77 16 20 totaal 1.593 1.141 414 36% 26% Bij de analyses van de vragenlijsten, zijn de antwoorden vergeleken voor verschillende gro e- pen. Zo hebben we gekeken of ouderen anders antwoordden dan jongeren, of er verschillen zijn tussen de wijken of de jaren, et cetera. Waar relevant gaan we in de volgende paragrafen in op de verschillen of juist de overeenkomsten. Ervaringen van bewoners

14 3.2 Oude woonsituatie Het doel van de herstructurering is het verbeteren van de totale woningvoorraad in de wijken door woningen van slechte kwaliteit te vervangen en door het eenzijdige aanbod te doorbreken. In de vragenlijst is bewoners gevraagd naar hun oude woonsituatie, zowel naar hun oude woning als naar hun oude woonomgeving. Van alle respondenten woonde bijna een derde destijds in een hoek- of een tussenwoning (ook wel rijwoning genoemd) en bijna een derde in een appartement zonder lift. Nog eens 11% heeft aangegeven in een flat te hebben gewoond. Een klein deel (11%) woonde in een appartement met lift en een paar procent in een ander type woning. Het grootste deel (37%) van de respondenten woonde vóór de sloop in een 3-kamerwoning of een 4-kamerwoning (35%), 21% woonde in een woning met 5 of meer kamers en 8% woonde in een kleine woning met maar 1 of 2 kamers. Fig uu r 3-1 Aa nta l kamers in ou de woo nsit ua tie naa r corpo rat ie 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% 8% 11% 32% 18% 43% 32% 40% 45% 30% 31% 4% 5% Woonpunt Servatius Maasvallei 5 of meer kamers 4 kamers 3 kamers 1 of 2 kamers Verhuizing vanwege sloop kan voor mensen een behoorlijk ingrijpende gebeurtenis zijn. Zeker als men al heel lang in de woning woont die gesloopt gaat worden. Opvallend is dat bijna een derde van de respondenten (29%) meer dan 20 jaar in de oude woning woonde, 9% woonde er zelfs 40 jaar of langer. Nog eens 22% woonde tussen de 10 en 20 jaar in de woning die gesloopt is. De bewoner die het langste in de oude woning woonde was een man van 84 die 78 jaar in zijn oude woning had gewoond, vanaf zijn zesde jaar dus. Een klein deel (14%) van de respondenten had al plannen om te verhuizen voordat bekend werd dat de woning gesloopt zou gaan worden. Dit had in de meeste gevallen te maken met de woning of de woonomgeving. In Figuur 3-2 en Figuur 3-3 is te zien in hoeverre de respondenten achteraf gezien tevreden waren met hun oude woning en woonomgeving. Het beeld dat hieruit naar voren komt, is dat de bewoners over het algemeen tevreden waren met hun oude woning en woonomgeving. Wat de woning betreft was men het meest tevreden over de plek/ligging van de woning: bijna driekwart (73%) was hierover (zeer) tevreden. Het minst tevreden was men over de onderhoudstoestand van de oude woning: 17% was hierover ontevreden en 7% zeer ontevreden. Aangezien het om woningen gaat die gesloopt zouden gaan worden, is het aannemelijk dat de onderhoudstoestand van de woning in veel gevallen niet meer optimaal was. Dit beeld wordt bevestigd door het antwoord op de stelling Ik vind het terecht dat mijn oude woning is ge- Verhuisd vanwege sloop

15 sloopt, want de kwaliteit was slecht. Van de respondenten is 41% het (zeer) eens met deze stelling, 20% neutraal en 39% (zeer) oneens. Fig uu r 3-2 Tevrede nhe id w oni ng in ou de woo nsit ua ti e (vó ór sloo p) Energielasten 9% 55% 24% 8% Huurprijs 19% 59% 18% 4% Ligging/ plek 22% 51% 15% 10% Grootte 15% 59% 16% 9% Onderhoudstoestand 10% 46% 20% 17% 7% 0% 20% 40% 60% 80% 100% Zeer tevreden Tevreden Neutraal Ontevreden Zeer ontevreden Over de oude woonomgeving is wat meer verdeeldheid. De voorzieningen in de oude buurt worden achteraf gezien positief beoordeeld, en ook over de contacten in de buurt is men in meerderheid positief. Echter de veiligheid en ook het uiterlijk van de oude buurt worden minder goed beoordeeld. Ruim een derde (35%) van de respondenten was (zeer) ontevreden over de veiligheid in de buurt. Uit de opmerkingen bij de vragenlijst en uit de telefonische inte r- views blijkt dat met name de periode tot de daadwerkelijke sloop als onveilig is ervaren. Steeds meer buurtbewoners verhuizen en vooral degenen die als laatst en verhuizen zien dit gebeuren. Een bewoonster uit Mariaberg die in 2006 is verhuisd was en met haar gezin een van de laatsten die weggingen uit de buurt en zegt hierover: Normaal heb je buren, dat is dan niet meer zo en dat mis je dan wel hoor. Fig uu r 3-3 Tevrede nhe id w oon omgeving in oude w oon situ atie (v óór s lo op ) Voorzieningen 24% 56% 10% 9% Contacten 19% 42% 29% 7% Veiligheid 7% 34% 24% 26% 9% Uiterlijk 11% 38% 29% 17% 5% 0% 20% 40% 60% 80% 100% Zeer tevreden Tevreden Neutraal Ontevreden Zeer ontevreden 3.3 Nieuwe woonsituatie We hebben in hoofdstuk 2 al laten zien naar welke wijken de bewoners zijn verhuisd nadat zij moesten verhuizen vanwege sloop. In de vragenlijst hebben we bewoners gevraagd naar hun nieuwe woning en woonomgeving. Er is gevraagd naar de kenmerken van en hun mening over hun nieuwe woning en woonomgeving. Ervaringen van bewoners

Van 16 Vrijwel alle respondenten (95%) zijn nadat zij uit hun oude woning moesten vertrekken omdat deze gesloopt werd, naar een huurwoning van een van de drie corporaties verhuisd. 7 Slechts 2,5% van de respondenten heeft een woning gekocht en enkelen zijn een woning van een andere verhuurder gaan huren. In Tabel 3.3 is per corporatie weergegeven waar bewoners terecht zijn gekomen nadat zij moesten verhuizen. Van de huurders van Woonpunt is het grootste deel ook weer in een huurwoning van Woonpunt gaan wonen, ook huurders van Se r- vatius zijn voor ruim driekwart gebleven bij Servatius. Bij Maasvallei is de helft van de huurders na verhuizing weer in een woning van Maasvallei terechtgekomen, de andere helft heeft een woning gevonden bij Servatius (34,1%) en Woonpunt (13,6%) of elders (2,3%). Dit lagere percentage kan onder meer te maken hebben met de kleinere omvang en minder sterke spreiding van het woningbezit van Maasvallei over de stad. Tabel 3.3 Bestemming na v erhu iz ing uit s loo pwon ing Naar Woonpunt Servatius Maasvallei anders Woonpunt 80,1% 14,7% 0,6% 4,5% 100,0% Servatius 13,5% 76,8% 2,9% 6,8% 100,0% Maasvallei 13,6% 34,1% 50,0% 2,3% 100,0% Een klein deel van de bewoners is na hun verhuizing in een nieuwbouwwoning komen te wonen, namelijk 13% (51 respondenten). Dit zijn oude huurders van alle drie de corporaties. Het zijn voornamelijk huurders die woonden in Malberg, Heugemerveld en Caberg. De grote meerderheid (87%) heeft een woning gevonden in de bestaande voorraad. Ruim 40% is komen te wonen in een rijwoning (tussen- of hoekwoning), 27% in een appartement met lift, 13% in een appartement zonder lift. Een paar respondenten hebben aangegeven te zijn verhuisd naar een senioren- of aanleunwoning, een aantal andere respondenten is verhuisd naar een p a- tiowoning of een maisonnette. Het grootste deel heeft een woning betrokken met 4 kamers (41%) en 3 kamers (37%). Toch ook nog 8% van de respondenten is naar een 1 - of 2- kamerwoning verhuisd, 14% naar een woning met 5 of meer kamers. De tevredenheid onder de respondenten over hun nieuwe woning is redelijk groot. Dit geldt vooral voor de grootte (80% [zeer] tevreden) en de ligging/plek van de woning (76% [zeer] tevreden). Ook over de onderhoudstoestand is een groot deel (zeer) tevreden (72%), 13% is (zeer) ontevreden. Een mevrouw die in 2004 in Malberg is verhuisd zegt De woning is beter onderhouden en ik heb nu een tuintje. Minst tevreden is men over de huurprijs, deze is in veel gevallen hoger geworden dan de huurprijs van de oude woning. voetnoot 7 Dit geldt uiteraard niet voor degenen die buiten Maastricht zijn gaan wonen, maar deze bewo ners zijn niet benaderd. Verhuisd vanwege sloop

17 Fig uu r 3-4 Tevrede nhe id w oni ng in nie uwe woo nsit ua tie ( ná s loo p) Energielasten 5% 50% 33% 9% Huurprijs 5% 49% 26% 15% 4% Ligging/ plek 25% 51% 14% 6% Grootte 24% 56% 11% 8% Onderhoudstoestand 18% 54% 15% 8% 5% 0% 20% 40% 60% 80% 100% Zeer tevreden Tevreden Neutraal Ontevreden Zeer ontevreden Ook over de nieuwe woonomgeving zijn de respondenten in meerderheid tevreden. Een respondent die in 2008 van Caberg naar Heer is verhuisd zegt De buurt is ook een vooruitgang, alles wat we nodig hebben is dichtbij. De buurt geeft een prettig en veilig gevoel, dat waarderen we nu nog meer. Een kwart van de respondenten is (zeer) ontevreden over de veiligheid in de buurt. Over het uiterlijk van de buurt (woningen, pleintjes, bestrating et cetera) is twee derde van de respondenten (zeer) tevreden, 15% is (zeer) ontevreden. Fig uu r 3-5 Tevrede nhe id w oon omgeving in nieuwe woonsitua tie (n á slo op ) Voorzieningen 21% 52% 14% 9% Contacten 13% 47% 28% 9% Veiligheid 9% 41% 24% 19% 6% Uiterlijk 14% 53% 18% 12% 0% 20% 40% 60% 80% 100% Zeer tevreden Tevreden Neutraal Ontevreden Zeer ontevreden Een klein deel (9%) van de respondenten heeft aangegeven nog een keer te zijn verhuisd na de eerste verhuizing vanwege de sloop. De meest genoemde reden is de woning, maar ook de samenstelling van het huishouden wordt genoemd. Enkele bewoners hebben tijdelijk in een wisselwoning gewoond en zijn daardoor nog een keer verhuisd. Een paar bewoners zijn naar een verzorgingstehuis gegaan, enkele geven als reden dat zij terug wilden naar de oude buurt. De respondenten is gevraagd of zij komende periode van plan zijn te verhuizen. Ruim 80% heeft geen plannen om te verhuizen, 11% wil over een paar jaar verhuizen en 7% binnen één jaar. Zo geeft een mevrouw van 52 jaar in het telefonische interview aan dat ze over enkele jaren weer wil verhuizen, omdat de woning volgens haar verborgen gebreken heeft. Hoewel ze er qua buurt op vooruit is gegaan (van Wittevrouwenveld naar Limmel), is de woning aanle i- ding om weer te vertrekken. Een man van 62 jaar die naar een woning van Woonpunt in Pot- Ervaringen van bewoners

Van 18 tenberg is verhuisd is van plan te verhuizen, omdat zijn nieuwe woning niet aan zijn verwachtingen voldoet, de woning is te klein. 3.4 Vergelijking oude en nieuwe woonsituatie Eén van de voorwaarden bij herstructurering is dat de bewoners goed worden geherhuisvest. Het streven van de corporaties en de gemeente is dat bewoners door de herstructurering in een vergelijkbare of betere woonsituatie terechtkomen en dat er meer keuzemogelijkheden geboden kunnen worden in de veelal eenzijdige wijken. Vandaar dat we inzicht willen krijgen in de ontwikkeling van de woonsituatie van bewoners die hebben moeten verhuizen vanwege de sloop van hun woning. Waar zijn zij terechtgekomen, zijn ze er op vooruitgegaan of juist niet? En hoe hebben ze het zelf ervaren? In het vorige hoofdstuk hebben we met kaartbeelden laten zien naar welke wijken de bewoners na verhuizing zijn vertrokken. In de volgende tabel is voor de respondenten een overzicht gegeven waar ze woonden vóór sloop en waar ze naartoe zijn verhuisd ná de sloop. Ook uit deze cijfers blijkt dat de meeste bewoners in hun eigen wijk zijn blijven wonen. Dit geldt het sterkst voor Amby en Boschpoort, al moet hierbij worden opgemerkt dat het gebaseerd is op een klein aantal respondenten. De meeste respondenten die de vragenlijst hebben ingevuld woonden voor de sloop in Malberg (129), de wijk waar in absolute zin de meeste woningen zijn gesloopt. Circa 42% van hen is in Malberg blijven wonen, een redelijk deel (9,3%) is naar de naastgelegen wijk Malpertuis gegaan, een kleiner deel naar Mariaberg (6,2%) en Nazareth en Pottenberg (beide 5,4%). Opvallend zijn de verhuizingen naar Nazareth, aangezien deze wijk aan de andere kant van de Maas ligt. De respondenten die moesten verhuizen uit Heugemerveld zijn in meer dan de helft van de gevallen (53,1%) blijven wonen in de wijk, een relatief groot deel (10,2%) is verhuisd naar Wittevrouwenveld. Overigens is een deel (7,1%) van de respondenten die moesten verhuizen uit Wittevrouwenveld terechtgekomen in Heugemerveld. Een vrouw die in 2006 is verhuisd zegt hierover De sloop vond ik onterecht, maar de buurt is veel beter en gezelliger dan de oude. Ook een redelijk deel (7,1%) van de respondenten uit Wittevrouwenveld is naar Nazareth verhuisd. Tabel 3.4 Verhu iz ing tusse n wij ken vóó r en ná sloo p Naar Malberg Heugemerveld Caberg Wittevrouwenveld Boschpoort Mariaberg Amby Wyckerpoort Malpertuis Nazareth Daalhof Pottenberg anders totaal (=100% Malberg 41,9% 0,0% 4,7% 0,8% 0,0% 6,2% 0,8% 0,0% 9,3% 5,4% 3,1% 5,4% 22,5% 129 Heugemerveld 2,0% 53,1% 2,0% 10,2% 0,0% 0,0% 0,0% 2,0% 2,0% 2,0% 2,0% 2,0% 22,4% 49 Caberg 16,3% 1,0% 40,8% 1,0% 1,0% 4,1% 0,0% 1,0% 10,2% 3,1% 5,1% 2,0% 14,3% 98 Wittevrouwenveld 1,8% 7,1% 3,6% 42,9% 0,0% 0,0% 1,8% 1,8% 0,0% 7,1% 5,4% 1,8% 26,8% 56 Boschpoort 4,3% 0,0% 0,0% 4,3% 60,9% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 4,3% 0,0% 0,0% 26,1% 23 Mariaberg 11,8% 5,9% 0,0% 0,0% 0,0% 52,9% 0,0% 0,0% 5,9% 0,0% 0,0% 11,8% 11,8% 17 Amby 7,7% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 61,5% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 30,8% 13 Wyckerpoort 0,0% 0,0% 0,0% 38,5% 0,0% 0,0% 0,0% 30,8% 7,7% 0,0% 0,0% 0,0% 23,1% 13 totaal 19,1% 8,0% 12,3% 9,3% 3,8% 5,3% 2,5% 1,8% 6,3% 4,0% 3,3% 3,3% 21,1% 398 Aan de respondenten zijn vragen gesteld over de kenmerken van de oude woning en woo n- omgeving en van de nieuwe. Door deze naast elkaar te zetten, ontstaat een beeld van de on t- wikkeling in de woonsituatie van de respondenten. In Figuur 3-6 is de verdeling van het aantal kamers weergegeven voor de oude en de nieuwe woonsituatie van de respondenten. Het aantal respondenten dat in een 4-kamerwoning woont is toegenomen, maar er zijn minder respondenten die een woning bewonen van 5 kamers of meer. Opvallend is dat ook in de nieuwe woonsituatie nog steeds een redelijk aantal een 1 - of 2-kamerwoning bewoont. Overigens hoeft een kleinere woning niet altijd een achteruitgang te betekenen. Een van de respondenten zegt De woning is kleiner, maar verder goed onderhou- Verhuisd vanwege sloop

19 den en voor twee personen groot genoeg. Ik ben nu erg tevreden met de nieuwe woning en wil er zeker niet meer weg. Fig uu r 3-6 Won inggro otte ( aan tal kamers ) in oude en nieuwe woons itu at ie 5 of meer kamers 4 kamers 3 kamers nieuw oud 1 of 2 kamers 0% 10% 20% 30% 40% 50% Er is een duidelijke verandering te zien in woningtype tussen de oude en nieuwe woonsituatie (Figuur 3-7). Het aantal respondenten dat in een appartement zonder lift woont is sterk afg e- nomen, en ook de boven-/benedenwoning komt minder vaak voor. Daarentegen zijn er veel meer respondenten die in een appartement met lift zijn komen te wonen. Ook wonen meer respondenten in een rijwoning. Hoewel het woningtype geen compleet beeld geeft van de kwaliteit van de woning, kan in algemene zin gesteld worden dat de ondervraagde bewoners als groep in het geheel erop vooruit zijn gegaan. Hierna gaan we in op de ontwikkeling van de woonsituatie, vanuit het perspectief van de bewoners zelf. Fig uu r 3-7 Won ingty pe in oude e n nie uwe woo nsit ua t ie anders boven- of benedenwoning appartement zonder lift appartement met lift nieuw oud vrijstaand of 2-onder-1- kap tussen- of hoek woning/rijwoning 0% 10% 20% 30% 40% 50% De bewoners hebben in de vragenlijst aangegeven in hoeverre ze tevreden zijn met verschillende aspecten van de woning en woonomgeving. Dit hebben ze zowel gedaan voor de oude woonsituatie als voor de nieuwe woonsituatie. Voor een aantal aspecten geldt dat er weinig verandering is te zien in de mening van bewoners. Bijvoorbeeld voor de grootte en de ligging/plek van de woning geldt dat er meer (5%) respondenten zeer tevreden zijn in de nieuwe woonsituatie vergeleken met de oude situatie. De ontevredenheid is ongeveer gelijk gebleven. Een man van 82 jaar die in Caberg in 2007 naar een ap partement met lift is verhuisd, vindt dat hij er qua woning op vooruitgegaan is, zeker met het oog op mijn leeftijd. De voorzieningen en Ervaringen van bewoners

Huurprijs Onderhoudstoestand 20 ruimtes in huis zijn een verbetering, zoals de badkamer en de keuken. De buurt is dezelfde, zodat hij zijn oude contacten nog dichtbij heeft, wat erg belangrijk voor hem is. De grootste veranderingen in de mening van bewoners wat betreft de woning, hebben betre k- king op de huurprijs en de onderhoudstoestand van de woning. De tevredenheid over de o n- derhoudstoestand (Figuur 3-8) is sterk toegenomen. Een vrouw die met haar gezin in 2005 van Caberg naar Nazareth is verhuisd zegt hierover De staat en het onderhoud van de woning zijn beter, en er is meer ruimte voor de twee kinderen, zowel binnen als buiten. Wat betreft de tevredenheid over de huurprijs is een tegenovergesteld beeld te zien ( Figuur 3-9). Bijna een vijfde (19%) van de respondenten is hierover (zeer) ontevreden in de nieuwe woonsituatie, terwijl dit eerst op 4% lag. Dit heeft ermee te maken dat veel bewoners naar een woning zijn verhuisd met een hogere huurprijs. Verschillende malen hebben respondenten in de vragenlijst opmerkingen gezet over de hogere huurprijs. Zo schrijft een van hen kort en krachtig te kleine wc, te hoge huurprijs. Een ander schrijft: Er is verteld dat we niet meer zouden betalen. Maar het is 520.ip.v. 400 euro. We hadden geen andere keus. Een andere respondent is zeer ontevreden over de hogere energielasten: Ik ben van een flat met cv naar een flat met gashaard gegaan. De flat is niet geïsoleerd en met enkele beglazing en rotte kozijnen. Hierdoor heb ik een hoge energierekening en moet 618 euro bijbetalen, terwijl ik andere jaren geld terugkreeg. Fig uu r 3-8 Vergeli jki ng tevredenhe id onde rh ouds toestand oude e n nieuwe woonsituat ie nieuw 18% 54% 15% 8% 5% oud 10% 46% 20% 17% 7% 0% 20% 40% 60% 80% 100% Zeer tevreden Tevreden Neutraal Ontevreden Zeer ontevreden Fig uu r 3-9 Vergeli jki ng tevredenhe id huu rpr i js ou de e n nie uwe woo nsit uat ie nieuw 5% 49% 26% 15% 4% oud 19% 59% 18% 4% 0% 20% 40% 60% 80% 100% Zeer tevreden Tevreden Neutraal Ontevreden Zeer ontevreden In het sociaal plan van Woonpunt en Maasvallei zijn afspraken opgenomen over huurgewe n- ning. Dit houdt in dat bewoners die in hun nieuwe woning meer huur moeten betalen (na huursubsidieverrekening), een gewenningsperiode van 2 jaar krijgen waarmee wordt voork o- men dat mensen na de verhuizing direct met huurverhoging geconfronteerd worden. Het ee r- Verhuisd vanwege sloop

Veiligheid Uiterlijk 21 ste jaar krijgen zij het verschil tussen de oude en nieuwe huur voor 100% terug, het tweede jaar voor 50%, met een maximum van 1.000 over die twee jaren. In bepaalde gevallen maken huurders geen aanspraak op huurgewenning, bijvoorbeeld als ze ervoor kiezen om naar een dure huurwoning (boven de huurtoeslaggrens) te verhuizen. Ook worden openstaande schulden verrekend met de huurgewenning. Maasvallei past de huurgewenning al vanaf ongeveer 2001 toe, Woonpunt vanaf ongeveer 2002. In de vragenlijst en tijdens de telefonische inte r- views is enkele keren opgemerkt dat men niet bekend was met de huurgewenningsregeling of er geen gebruik van heeft kunnen maken. Dit zijn deels huurders die een nieuwe woning van Servatius zijn gaan huren, Servatius heeft namelijk geen huurgewenning. Een mevrouw uit Mariaberg die in 2006 uit een woning van Woonpunt is verhuisd met haar gezin naar een woning van Servatius een paar straten verder, heeft geen huurgewenning gekregen. De hogere huur is een tegenvaller, het is toch twee weken boodschappen. Wat betreft de woonomgeving is de tevredenheid van d e respondenten met name toegenomen ten aanzien van het uiterlijk/inrichting van de buurt en de veiligheid (Figuur 3-10 en Figuur 3-11). Bewoners zagen hun oude buurt achteruitgaan in de periode tot de sloop, en zien hun nieuwe buurt daardoor als een verbetering. Men vindt de nieuwe omgeving prettiger, rustiger en veiliger. Veel mensen zijn niet al te ver van hun oude huis komen te wonen, wat in sommige gevallen betekent dat dezelfde overlast hen parten speelt. Een bewone r die van Caberg naar Mariaberg is verhuisd schrijft Ben tevreden, maar heb nog steeds overlast van junks uit de vorige buurt. Fig uu r 3-10 Vergelij ki ng tevredenheid uiterli jk buur t oude e n nie uwe woo nsit ua t ie nieuw 14% 53% 18% 12% 3% oud 11% 38% 29% 17% 5% 0% 20% 40% 60% 80% 100% Zeer tevreden Tevreden Neutraal Ontevreden Zeer ontevreden Fig uu r 3-11 Vergelij ki ng tevredenheid ve il ig heid buur t ou de en nieuwe woonsitu atie nieuw 9% 41% 24% 19% 6% oud 7% 34% 24% 26% 9% 0% 20% 40% 60% 80% 100% Zeer tevreden Tevreden Neutraal Ontevreden Zeer ontevreden Naast de specifieke aspecten is bewoners gevraagd een rapportcijfer te geven over hun oude en nieuwe woning en hun oude en nieuwe woonomgeving. Dit geeft vanuit het perspectief Ervaringen van bewoners

22 van de bewoners zelf een indruk van de stap die zij (verplicht) hebben gemaakt in hun wooncarrière. Het gemiddelde rapportcijfer van alle respondenten voor de nieuwe en oude woning en woonomgeving staat in onderstaande tabel. Zowel de woning als de woonomgeving wordt hoger gewaardeerd in de nieuwe woonsituatie, na de verhuizing. Het gemiddelde cijfer voor de woning gaat van een 6,7 naar een 7,5, het gemiddelde cijfer voor de woonomgeving van een 6,7 naar een 7,4. Gemiddeld hebben bewoners naar hun mening een stap vooruit gezet in hun wooncarrière. Tabel 3.5 Gemid deld ra pp o rtcijfer ou de en nieuwe woning en w oon omgevi ng oud nieuw woning 6,7 7,5 woonomgeving 6,7 7,4 Eveneens is gekeken naar het verschil tussen de rapportcijfers, dus welk cijfer gaf men voor de oude woning en woonomgeving en welk cijfer voor de nieuwe. Het blijkt dat meer dan de helft (58%) een hoger rapportcijfer heeft gegeven voor de nieuwe woning, de meeste respo n- denten hebben 1 of 2 punten hoger gegeven, één op de vijf heeft zelfs 3 of meer punten h o- ger gegeven. Toch heeft ook bijna een kwart (23%) een lager cijfer gegeven voor de nieuwe woning vergeleken met de oude woning, 10% zelfs 3 of meer punten lager. Ongeveer een vijfde vindt dat ze er noch op vooruit, noch op achteruit zijn gegaan qua woning en geef t hetzelfde cijfer voor de nieuwe woning als voor de oude woning. Voor de woonomgeving heeft ruim een kwart (27%) hetzelfde cijfer gegeven, 49% heeft een hoger cijfer gegeven en 24% een lager cijfer. Het grotere deel dat hetzelfde cijfer heeft gegeven, is deels te verklaren doordat een deel van de bewoners in dezelfde buurt is blijven wonen. Tabel 3.6 Verschi l ra pp ortc ij fers oude en nie uwe woon situ atie achteruitgang gelijk vooruitgang woning 23% 19% 58% 100% woonomgeving 24% 27% 49% 100% Hoewel (ruim) de helft van de respondenten dus te kennen heeft gegeven dat ze erop vooruit zijn gegaan qua woning en woonomgeving, is toch bijna een kwart van mening dat ze erop achteruit zijn gegaan. Dit percentage is vrij hoog, aangezien een van de voorwaarden bij de herstructurering is ervoor te zorgen dat bewoners er niet op achteruitgaan in hun woonsituatie. De mensen die vinden dat ze erop achteruit zijn gegaan qua woning zijn op zich redelijk verspreid over de wijken. De wijken waar (relatief) wat meer ontevredenheid is, zijn Amby, Mariaberg, Pottenberg en Wittevrouwenveld. Figuur 3-12 en Figuur 3-13 laten ook de verschillen in rapportcijfers zien, maar hier is de verdeling van de cijfers in beeld gebracht. De nieuwe woning is veel vaker beoordeeld met een 8, 9 of 10. De nieuwe woonomgeving is veel vaker beoordeeld met een 7, 8 of 9. Voor de oude woning gaf 21% van de respondenten een 5 of lager, voor de nieuwe woning nog maar 9%. En andersom in de oude situatie gaf 34% een 8 of hoger voor de woning, in de nieuwe situatie is dat 57%. Verhuisd vanwege sloop