ECO/NNECT Voorstel waarborging brandveiligheid Roel Derkx SATIJNplus Architecten de Wijk van Morgen b.v.
Het gebouw Eco/nnect binnen de Wijk van Morgen is door Cauberg Huygen (Linda Gelissen) getoetst op brandveiligheid. Deze toetsing had betreking op rookcompartmentering, vluchtwegen en blusinstallaties. Hierbij zijn een aantal complicaties naar voren gekomen welke hieronder uitgebreid beschreven zijn. Knelpunten ontvluchting: Loopafstanden/rookcompartimentering De maximale loopafstand binnen een rookcompartiment bedraagt op verblijfsgebiedniveau, uitgaande van bezettingsgraadklasse B1, B2 of B3, maximaal 30 / 1,5 = 20 meter. Hieraan wordt in de onderhavige situatie niet voldaan. Het pand dient derhalve opgedeeld te worden in rookcompartimenten. Tussen twee rookcompartimenten dient een rookwerendheid van minimaal 30 minuten te worden gerealiseerd. Aandachtspunt hierbij zijn de aanwezigheid van diverse vides. Vluchtroutes Vanuit een rookcompartiment dient in twee richtingen te kunnen worden gevlucht. Deze vluchtroutes mogen nergens samenvallen en tussen de vluchtroutes dient een WBDBO van 30 minuten aanwezig te zijn. In de onderhavige situatie kan bij ontvluchting vanaf de eerste verdieping geen twee onafhankelijke vluchtroutes worden gerealiseerd. Er dient derhalve een tweede vluchtroute te worden gecreëerd (afgescheiden middels 30 minuten WBDBO). Vrije doorgang In het huidige ontwerp is slechts sprake van twee uitgangen (één op de begane grond en één op de tweede verdieping). Hiermee kan niet voldaan worden aan de minimaal vereiste doorgangsbreedte. Hoeveel aanvullende uitgangen noodzakelijk zijn is afhankelijk van de indeling in verblijfsruimten en bezettingsgraadklasses. Doorstroom en opvangcapaciteit De doorstroom en opvangcapaciteit is mogelijk een knelpunt (afhankelijk van de gewenste bezettingsgraadklasse). Dit kan echter pas beoordeeld worden nadat het gebouw is ingedeeld in rookcompartimenten en nadat een tweede vluchtroute is gecreëerd. Opgemerkt wordt dat de huidige trap (op grond van op en aantrede zoals aangegeven op tekening) niet voldoet aan de eisen zoals gesteld in het Bouwbesluit (tabel 2.28b, trap kolom B). Overige aandachtspunten: Brandwerendheid draagconstructie: In de onderhavige situatie zijn de volgende eisen van toepassing in het kader van sterkte bij brand: o o o een bouwconstructie, waarvan het bezwijken, leidt tot het onbruikbaar worden van een rookvrije vluchtroute, moet minimaal 30 minuten in stand blijven (in de onderhavige geldt dit tevens voor het dakterras op de 2e verdieping) conform artikel 2.9, lid 4 van het Bouwbesluit wordt een uiterste grenstoestand van de hoofddraagconstructie van een gebruiksfunctie, waarvan een vloer van een verblijfsgebied hoger ligt dan 5 m boven het meetniveau, gedurende 90 minuten niet overschreden bij de volgens NEN 6072 bepaalde bijzondere belastingscombinaties die optreden bij brand; wanden met een vereiste bepaalde WBDBO (30 minuten) dienen tevens gedurende deze periode in stand te blijven om zodoende de vereiste WBDBO conform artikel 2.106 van het Bouwbesluit te kunnen garanderen; Geadviseerd wordt om in een zo vroeg mogelijk stadium de constructeur te laten controleren of aan bovenstaande eisen wordt voldaan. Installaties In het pand dient conform het Bouwbesluit en Gebruiksbesluit noodverlichting en vluchtrouteaanduiding te worden aangebracht. Verder zijn de volgende installaties vereist: BMI Conform het Gebruiksbesluit dient uitgaande van een bijeenkomstfunctie het gebouw voorzien te worden van een gecertificeerde brandmeldinstallatie (cf NEN 2535) met gedeeltelijke bewaking en doormelding naar de brandweer (hoogste vloer v/d gebruiksfunctie ligt hoger dan 5 meter boven het meetniveau) en een ontruimingsinstallatie (cf. NEN 2575). Voor bovengenoemde installaties dient een PvE opgesteld te worden door een hiertoe gecertificeerd bureau. Brandslanghaspels In het gebouw dienen brandslanghaspels te worden voorzien. De slanglengte van een brandslanghaspel mag maximaal 30 meter bedragen. Bij het bepalen van de loopafstand dient de loopafstand in een verblijfsgebied met 1,5 meter vermenigvuldigd te worden. De brandslanghaspels dienen in een dekkend patroon te worden aangebracht, waarbij rekening gehouden mag worden met de slanglengte vermeerderd met 5 m.
Vraag & voorstel De vraag (eis) is dat er minimaal één extra (nood)uitgang geplaatst dient te worden op de begane grond en de 1e verdieping om aan de norm te voldoen van de twee-zijdige vluchtroute. De aanwezige trap (hoofd stijgpunt) behoort tot de 1e vluchtroute van de 2. Om deze reden moet deze trap zich in een afgescheiden rookcompartiment begeven. Dit houdt in dat dit stijgpunt incl. de vide s (sparingen 1e verd.-vloer) afschermd moet kunnen worden tijdens brand. Deze wering zal aan een minimum van 30min. wbdbo moeten voldoen. Het ontnemen van het open karakter van het gebouw is binnen de ontwerpgedachte niet wenselijk. Om deze open verbindingen in stand te houden is gezocht naar een gepaste oplossing. De eis is dat met de maatgevende bezettingsgraadklasse B2 de loopafstand tot een ander rookcompartiment (als zijnde buiten) in zwaarst wegende situatie niet meer dan 20 meter mag bedragen. Met de in achtneming van de boven beschreven eisen, wordt bij deze een voorstel aangedragen waarbij het open karakter in stand blijft en extra kosten t.a.v. brandscheidende constructies beperkt worden.
Grond vrij houden van gebouw min. 850mm (min. breedte vluchtweg) hoogte min. 2300mm (min. hoogte vluchtweg) NOODTRAP vanuit 1e verd. 17 meter 14 meter 16 meter 15 meter Entree uitvoeren als
Grond vrij houden van gebouw min. 850mm (min. breedte vluchtweg) hoogte min. 2300mm (min. hoogte vluchtweg) NOODTRAP naar B.G. 15 meter 16 meter tot uitgang 2e verd. 17 meter
Toegang uitvoeren als 11 meter 8 meter 18 meter 11 meter Toegang uitvoeren als
Grond vrij houden van gebouw min. 850mm (min. breedte vluchtweg) hoogte min. 2300mm (min. hoogte vluchtweg)
Conclusie Het voorstel gebaseerd op de aangegeven knelpunten vanuit Cauberg Huygen zal in deze opzet voldoen. Om hier een uitsluitsel over te kunnen geven is het wenselijk dit voorstel met de inhoudsdeskundige vanuit Cauberg Huygen te bespreken. Iedere verdieping (alle vallend binnen één rookcompartiment) is vanuit meerdere punten te ontvluchten. Deze vluchtroutes zijn alle uitgezet met een maximum van 20 meter waaraan ruim wordt voldaan. Middels de voorgestelde ingrepen kan het open karakter gehandhaafd worden. Tevens zullen deze ingrepen kosten technisch lager uitkomen dan wanneer brandwerende constructies voorzien moeten worden, waarbij de openheid / transparantie zoveel mogelijk benaderd wordt. De plaatsing van de brandslanghaspels is niet verwerkt in het voorstel vanwege de complexiteit van slanglengten en overlappingen. Het is daarvoor wenselijk dat ook dit onderdeel besproken wordt met de inhoudsdeskundige.