Kruiswoordpuzzel Uilen van Nederland Wat weet jij over deze bijzondere dieren?

Vergelijkbare documenten
Uilen. Hoe vindt een uil in het donker zijn prooi?

Lees je wijzer met de ooievaar! Tekstbegrip oefenen met de vogels van Beleef de Lente

Lees je wijzer met de ijsvogel! Tekstbegrip oefenen met de vogels van Beleef de Lente

Meer over de steenuilen. Even voorstellen. Hier wonen ze

inh oud 1. Inleiding 3 2. Uilen 4 3. Nest en broeden 4. De braakbal 5. Uilen in Nederland 6. Bijgeloof en verhalen 7. Filmpjes Pluskaarten

Uilen. Inleiding. Zintuigen van de uil. De jonkies van een uil. Soorten uilen

Welke uilen en roofvogels zijn dat?

Uilenpresentatie E L S J O N K E R S G R O O T

Uilen Deze lesbrief is een uitgave van de Stichting Natuur en Milieu Educatie Hoogezand-Sappemeer. Een uitgave van Stichting NME-HS

Vogelproject Maak een poster over één van de vogels van BdL junior!

Achtergrondinformatie voor groep 3/4. Even voorstellen. Hier wonen ze. Echte natuur. Zo herken je hem

DE UILEN A L G E M E E N

Introductieles. Vogels in de klas. groep 5/6. Handleiding leerkracht. Inhoud in het kort. Kerndoelen. Lesdoelen

Introductieles. Vogels in de klas. groep 7/8. Leerkracht. Inhoud in het kort. Kerndoelen. Lesdoelen

Van ei tot vogel. Rekenen met eieren. 24, 33 & 40 kerndoel. voor de leerkracht. Instructie & Introductie. Opwarmopdracht. Junior.

Werkbundel de steenuil Iedere Limburgse gemeente adopteerde

Over de Ooievaar. 40,41 & 33,26 kerndoel. voor de leerkracht. Instructie & Introductie. Opwarmopdracht. Junior. groep 5/6

Van ei tot vogel. Rekenen met eieren. 24, 33 & 40 kerndoel. voor de leerkracht. Instructie & Introductie. Opwarmopdracht. Junior.

Nationaal Park Hoge Kempen

Introductieles. Vogels in de klas. groep 5/6. Leerkracht. Inhoud in het kort. Kerndoelen. Lesdoelen

Van ei tot vogel. Rekenen met eieren. Vogels in de klas. groep 5-6. Leerkracht. Lesduur: Inhoud in het kort. Leerdoelen: Lesdoelen: Materiaal

Weilandberichten - Een vijfling!

Weet je wel wie ik ben?

Van ei tot vogel. Rekenen met eieren. Vogels in de klas. groep 7-8. Leerkracht. Lesduur: Inhoud in het kort. Leerdoelen: Lesdoelen: Materiaal

40. De leerlingen leren in de eigen omgeving veel voorkomende planten en dieren

Cursus Uilen: Ransuil-velduil. Door Norbert Desmet

Meer over onze slechtvalken. Even voorstellen. Echte natuur

40. De leerlingen leren in de eigen omgeving veel voorkomende planten en dieren

Nationaal Park Hoge Kempen

Werkstuk Biologie De Sneeuwuil

Natuur & Milieu. educatie. Groep 7. Braakballen. Dit is een product van Stichting Vogelpark Avifauna

SPREEKBEURT MANDARIJNEEND

Wie eet wie en wie eet wat?

Broedvogelinventarisatie Ecodorp Bergen Voorjaar 2014

Wie eet wie en wie eet wat?

Honger! Het voedselweb van de slechtvalk. voor de leerkracht. Instructie & Introductie. Tips: Opwarmopdracht. Junior. groep 7/8

WOLF. Huilend roofdier

Verslag over de roofvogelstand in de. Amsterdamse Waterleidingduinen dagen later begonnen met het leggen. ongunstig en

Honger! Het voedselweb van de slechtvalk. voor de leerkracht. Instructie & Introductie. Opwarmopdracht. Nabespreking: Tips: Junior.

Over de Steenuil. 40,41 & 33,26 kerndoel. voor de leerkracht. Instructie & Introductie. Opwarmopdracht. Junior. groep 7/8

Over de Koolmees. 40,41 & 33,26 kerndoel. voor de leerkracht. Instructie & Introductie. Opwarmopdracht. Junior. groep 5/6

Honger! Het voedselweb van de slechtvalk. voor de leerkracht. Instructie & Introductie. Tips: Opwarmopdracht. Junior. groep 3/4

Steenuilenwerkgroep Noord-Holland

Tuinvogels. Meer over onze koolmezen. Even voorstellen. Hier wonen ze. Echte natuur. Meer over de koolmees

Betreft: Aanvullende informative quickscan Flora & Fauna Locatie: Wijbosscheweg 107, Schijndel Kenmerk: Tm QFF BRF Datum:

DE WOLF. Huilend roofdier

Weet je wel wie ik ben?

Bijlage VMBO-GL en TL

Oele de uil vertelt over hoe de verschillende dieren de winter doorkomen

Wie eet wie en wie eet wat?

Bijlagen. bovenbouw / 1. Inhoud

KRAAIACHTIGEN DE ZWARTE KRAAI

Het onderzoek van de burgemeester 5/6

DE HUMBOLDT PINGUÏN. Een levend kostuum

Bosuilen 34 jaar geteld in Noord-Kennemerland

Bosmuseum Gerhagen Zavelberg Tessenderlo

Tijger. Een machtige streepjeskat

LESBRIEF ROOFVOGELS VAN DICHTBIJ. Een uitgave van de Werkgroep Roofvogels Nederland

Spreekbeurten.info Spreekbeurten en Werkstukken

1. Nest. Opdracht. Hallo allemaal,

Meer over de ooievaar. Even voorstellen. Hier wonen ze. Echte natuur. Hieraan herken je hem

Werkstuk van: Paul Ostermeijer Groep: 8B School: Anne Frankschool Heemskerk KERKUILEN

Landschappelijke elementen

Lesbrief Bodemdiertjes favoriete voedsel

Mijn spreekbeurt gaat over een exotisch dier, de Koala. Ik heb de koala als onderwerp voor mijn spreekbeurt gekozen omdat

Winterboek. Met filmpjes, werkblad en puzzels. Groep 3/4. uitgave januari 2013

Informatieles Vleermuizen

Lesbrief Dierenzoekermoorden

De pinguïn. De geschiedenis van de pinguïn. Kenmerken van de pinguïn

Hier zien jullie alweer de een uitgave van ons jeugdblad. Nieuwsgierig wat de Oele nu weer heeft te vertellen. Lees maar gauw.

Weet je wel wie ik ben?

De Grote Plantenjacht

Een moeilijk woord voor Natuurbrug is Ecoduct. Wat dat nu precies is, legt de schrijver Frank van Pamelen hieronder nog eens uit.

Werkblad Vogels in de Gement

Lagadishi, Blauw-blauw, Pega pega, Toteki

Lesbrief Vlinderkleuren

SPREEKBEURT VALKPARKIET

SPREEKBEURT VINK VOGELS OVER HOUDEN VAN HUISDIEREN. l a n d e l i j k i n f o r m a t i e c e n t r u m g e z e l s c h a p s d i e r e n

Weet je wel wie ik ben?

Limburgs Landschap. natuurboekje van

SPREEKBEURT BIDSPRINKHAAN

KLARA DE KIKKER. OPDRACHT: Sommige kikkers kunnen tot 20 keer hun eigen lichaamslengte springen. Hoe ver kan jij springen?

Winterslaap. Met filmpjes, werkblad en puzzels. groep 5/6. uitgave januari 2013

Bosmuseum Gerhagen Zavelberg Tessenderlo

De Groenzoom Struweelvogels

Nieuwsbrief Vogelwerkgroep IVN Oisterwijk

De Kerkuil. lesbrief voor scholieren. Foto André Eikenaar. Illustraties Ad Swier Tekst Peter van Dam. De Kerkuil - 1

Lesbrief Bodemdiertjes favoriete voedsel

Over de Koolmees. 40,41 & 33,26 kerndoel. voor de leerkracht. Instructie & Introductie. Opwarmopdracht. Junior. groep 7/8

Lesbrief Vlinderkleuren 1

Vogelwerkgroep. de Bevelanden. Vogels. van. tuin en erf

De steenuil Een bijzonder tuingast die angstvallig wordt beschermd.

Amfibieën. Les 1 Kenmerken amfibieën en de kikker. 1. De leerkracht vertelt dat de les gaat over hoe je amfibieën kunt herkennen.

Voorbereiding post 4. Nachtbrakers Groep

Over de Ooievaar. 40,41 & 33,26 kerndoel. voor de leerkracht. Instructie & Introductie. Opwarmopdracht. Junior. groep 7/8

Winterboek. Groep 3/4

Kortom, iedere gifkikker heeft zo zijn eigen middeltjes om te zorgen dat hij genoeg te eten krijgt, zonder zelf opgegeten te worden.

DE VALKEN. HET SMELLEKEN (Falco comlumbarius) Uiterlijke kenmerken

inhoud 1. Een bijzondere vogel 2. De woonplaats 3. Soorten pinguins 4. Pinguinweetjes 5. Filmpjes Bronnen en foto s Colofon en voorwaarden

Transcriptie:

Kruiswoordpuzzel Uilen van Nederland Wat weet jij over deze bijzondere dieren? Groep Dit werkblad is geschikt voor kinderen uit de groepen 7 en 8. Introductie en instructie voor de leerkracht Middels deze les leren kinderen niet alleen om informatie in een tekst op te zoeken, maar ze leren nog meer over de vogels van Beleef de Lente junior. Op deze manier wordt begrijpend lezen een stuk leuker! Deze puzzel kan gebruikt worden als les op zich, maar het kan ook een zelfstandige verwerking zijn. Daarnaast leent deze puzzel zich ook als extra opdracht voor leerlingen die tijd over hebben. Kerndoel Deze activiteit sluit aan bij kerndoel 4. De leerlingen leren informatie te achterhalen in informatieve en instructieve teksten. Doel De kinderen leren om vragen over de tekst te beantwoorden in de vorm van een kruiswoordpuzzel. Ze leren hoe ze antwoorden kunnen vinden in een tekst. Daarnaast leren ze meer over de mooie uilen die ons land rijk is. Tijd Deze les duurt 45 minuten. Voorbereiding en benodigdheden Elke leerling heeft een kopie nodig van zowel de tekst als de vragen. Informatie voor de leerkracht Na de opwarmopdracht kunnen de kinderen zelfstandig of in tweetallen aan de slag met de tekst en het werkblad. Het is aan te raden om de tekst met de zwakkere lezers samen te lezen, zodat zij zich meer bezig kunnen houden met de inhoud van de tekst in plaats van het technische aspect van lezen. U kunt er ook voor kiezen om de tekst eerst klassikaal te lezen en de

kinderen vervolgens aan de slag te laten gaan. Dat geeft u de gelegenheid om moeilijke woorden eerst te bespreken en het voor de kinderen makkelijker is om de vragen te maken. De vragen en de tekst worden klassikaal nabesproken, omdat dan duidelijk wordt welke leesstrategieën de kinderen gebruikt hebben. Oplossing van de puzzel N.B. - Luchtenberg is natuurliefhebber en leerkracht op een basisschool, en maakt kinderen graag enthousiast over de mooie dingen die de natuur biedt.

Werkblad Oehoe De uilen van Nederland Lengte 60-75 cm, Spanwijdte 160-188 cm Deze joekel is tegenwoordig de zesde uil die in Nederland te zien is. Sinds 1996 broeden deze prachtige uilen elk jaar in ons land. Het is begonnen in een oude steengroeve in Zuid-Limburg en daarna zijn er ook op andere plaatsen oehoes gaan broeden. In 2005 waren er 5 succesvolle broedparen en in 2006 vier. De uilen leven vooral van duiven, maar eten ook egels en konijnen. Ze hebben veel ruimte en rust nodig. Kerkuil Lengte 33-39 cm, Spanwijdte 85-93 cm Deze uil lijkt veel spookachtiger dan de andere uilen. Dat komt door zijn witte sluier (gezicht) en de zwarte ogen. Bovendien zijn sommige kerkuilen ook nog eens wit op hun buik en ondervleugels. De bovenkant is geelbruin met grijze vlekjes. De kerkuil broedt graag in schuren en kerktorens. Een goede nestplaats alleen is niet voldoende. Er moet ook veel voedsel te vinden zijn (muizen). Het liefst jaagt hij langs heggen, ruige grasbermen en houtwallen. In de moderne landbouw zijn dit maar obstakels. Daarom verdwijnt dit landschap steeds meer. Daar komt nog bij dat moderne schuren en kerken niet meer geschikt zijn om te broeden. Van de minstens drieduizend broedparen in de jaren zestig van de vorige eeuw waren er eind jaren zeventig nog geen 100 meer over. Door onder andere het ophangen van nestkasten gaat het nu weer beter met de kerkuilen. De laatste jaren schommelt het aantal rond de 2000 paren. Steenuil Lengte 21-23 cm, Spanwijdte 50-56 cm De steenuil is het kleinste uiltje dat in ons land broedt. Hij is niet veel groter dan een merel. Maar met zijn uitgezette veren lijkt hij wel dikker. Het opvallendste aan een steenuil zijn de grote gele ogen. Wat ook opvalt is dat je de steenuil vrij vaak overdag kunt zien. Hij zit in de ochtend en namiddag vaak in het zonnetje lekker lui om zich heen te kijken. Als hij jongen heeft, is het met het luieren gedaan. Hij moet dan s nachts en overdag jagen om genoeg prooi aan te slepen. Het verschil tussen een mannetje steenuil en een vrouwtje is moeilijk te zien. Het vrouwtje is gemiddeld iets groter en zwaarder. Maar dat zie je er niet vanaf. Alleen bij de paring is duidelijk te zien wie wie is. Het mannetje zit dan bovenop het vrouwtje. Bosuil Lengte 37-39 cm, Spanwijdte 94-104 cm

Onze grootste algemene uil. Hij is ongeveer zo groot als een zwarte kraai. De bosuil heeft een goede schutkleur: bruin of grijs gestreept. De ogen zijn koolzwart. Omdat de bosuil een echte nachtvogel is, zul je hem vaker horen dan zien. Hij is de uil die het bekende uilengeluid maakt: hoew..woe-woe-oe-oew. Overdag zit hij doodstil op een tak of in een holle boom; roesten heet dat. Hierbij komt de schutkleur goed van pas zodat hij niet zoveel gepest wordt door andere vogels. Zoals zijn naam al zegt, komt de bosuil voor in gebieden met veel bos. Maar ze broeden ook in parken en zelfs in de stad. In Nederland broeden ongeveer 5000 paar bosuilen, meestal in een boomholte en soms in een nestkast. Bosuilen zijn felle jagers. Ze eten bijna alles wat ze te pakken kunnen krijgen. Zelfs een enkele sperwer en soortgenoten. Ransuil Lengte 35-37 cm, Spanwijdte 84-95 cm Ransuilen zijn iets kleiner dan bosuilen en hebben een paar oor -pluimen op de kop. In werkelijkheid zijn dit geen oren. De ogen zijn oranje. Het geluid is een langgerekt oe-oe-oe-oe; heel anders dan van een bosuil. Ook ransuilen zijn te vinden in de buurt van bos, vooral met naaldbomen. In de winter zoeken ransuilen elkaar op om in een groepje de dag al slapend door te brengen. Soms zitten er wel twintig of dertig bij elkaar in één boom. De ransuil is dus meer een zwerver dan de bosuil. Daarom zijn er in het ene jaar meer ransuilen dan in het andere jaar. In ons land broeden tussen de 5.000 en 6.000 paartjes. Velduil Lengte 34-42 cm, Spanwijdte 90-105 cm De velduil lijkt op de ransuil, maar zijn oorpluimen zijn veel kleiner en zijn ogen zijn geel. In Nederland broeden ongeveer 40 paar velduilen (vooral op de waddeneilanden). Toch zien veel mensen vaker een velduil dan andere uilen. Dat komt omdat velduilen vooral overdag en in de schemering jagen. Ze leven in open gebieden zoals moerassen en duinen. Van alle uilen, zwerven velduilen het meest rond. Als er weinig voedsel te vinden is, kunnen ze makkelijk honderden kilometers verder vliegen. Soms komt het voor dat daarom uilen uit Noord-Europa naar ons land komen, zodat er dan in een keer veel meer te zien zijn. Er is een verhaal van een zeeman die een velduil op zijn schip zag landen terwijl het dichtstbijzijnde land 1000 km. ver was.

Kruiswoordpuzzel uilen van Nederland Lees de tekst over de uilen van Nederland. Maak daarna de kruiswoordpuzzel. Bijna alle antwoorden zijn in de tekst te vinden, maar je mag de antwoorden ook zoeken op www.beleefdelentejunior.nl Als je de puzzel goed invult, dan lees je van boven naar beneden wat alle uilen zijn. Succes! 1. Zo noem je de veertjes rond de ogen van een uil. 2. Dit is de grootste uilensoort in Nederland. 3. Bruin/grijze uil die ongeveer zo groot is als een kraai. 4. Hier wordt het geluid van uilen vaak voor gebruikt. 5. Uil die erg veel lijkt op een ransuil. 6. Het slapen van een uil noem je. 7. Kleur ogen van een steenuil. 8. Zo noem je de afstand tussen de vleugels van vogels. 9. Hiermee grijpt een uil zijn prooi. 10. De favoriete broedplek van een kerkuil. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10.