KK 08-29 tariefstelling 2008 Opvangvorm organisatie met meer kinderopvangvormen Betreft contract tarieven/prijzen Inleiding 1. De klacht De oudercommissie klaagt er over dat houder in zijn reactie op het advies, d.d. 27 oktober 2008, heeft nagelaten voldoende te motiveren waarom het belang van de kinderopvang zich verzet tegen opvolging van het advies. De oudercommissie heeft in haar brief, d.d. 10 oktober aan houder geadviseerd: - om de prijs voor de verlengde opvang voor dagopvang en buitenschoolse opvang op hetzelfde niveau te houden als het tarief voor de reguliere dagopvang, respectievelijk buitenschoolse opvang. - om ouders te laten betalen voor de opvang die zij daadwerkelijk afnemen; oudercommissie kan niet akkoord gaan met de urenmiddeling die houder wil gaan invoeren; zij is van mening dat dit niet conform de Wet Kinderopvang is. Oudercommissie stelt in haar klacht dat houder de bedrijfseconomische noodzaak van het hogere tarief voor de verlengde opvang in zijn reactie op het advies onvoldoende heeft aangetoond. 2. Samenvatting Ter zitting is gebleken dat de oudercommissies gezamenlijk hebben opgetrokken in het adviestraject. Dit heeft geleid tot een identiek advies van de oudercommissies van xxx en xxx en xxx. De oudercommissie van xxx heeft niet geadviseerd over de prijswijziging, maar heeft, evenals de beide andere oudercommissies, negatief geadviseerd over de middeling van dagen in de naschoolse opvang. In verband met de leesbaarheid van deze uitspraak zal de term het advies worden gebezigd terwijl wordt bedoeld de adviezen van de oudercommissies. Houder heeft op 12 september 2008 schriftelijk advies gevraagd aan oudercommissies over het voorgenomen besluit tarieven en diensten 2009. Oudercommissie heeft in de brief, d.d. 10 oktober 2009 aan houder laten weten dat
zij negatief adviseert over de voorgenomen tariefwijziging. Houder heeft gereageerd op het advies van de oudercommissie in zijn brief van 27 oktober 2008. Houder laat oudercommissie in de brief weten dat hij zijn voorgenomen besluit, ondanks het negatieve advies, ten uitvoer zal brengen. Oudercommissie heeft op 8 december 2008 een aantal vragen voorgelegd aan de Klachtenkamer. Op verzoek van de Klachtenkamer heeft oudercommissie in haar brieven van 18 januari en 15 februari 2009 een nadere toelichting gegeven op de klacht. Uittreksel 3. Ten aanzien van de klacht Standpunt van de oudercommissie Oudercommissie stelt zich op het standpunt dat houder in zijn reactie onvoldoende ingaat op haar argumentatie voor het negatieve advies over de tarieven en producten 2009. Oudercommissie heeft negatief geadviseerd over het hogere uurtarief dat houder wil rekenen voor de verlengde openingstijden. Oudercommissie is van mening dat houder onvoldoende motiveert waarom hij afwijkt van het advies om de verlengde openingstijden tegen hetzelfde tarief aan te bieden als de overige opvanguren. Houder volstaat in zijn reactie met de mededeling dat er minder bezetting is gedurende de verlengde openingstijden waardoor de bedrijfskosten niet kunnen worden gecompenseerd. Dit is te mager, houder heeft niet inzichtelijk gemaakt dat een hoger tarief voor de verlengde openingstijden bedrijfseconomisch noodzakelijk is. Oudercommissie heeft verder geadviseerd om aan ouders de uren te bereken waar zij ook daadwerkelijk gebruik van maken. Houder heeft in zijn reactie aangegeven dat de uurtarieven te hoog zouden worden bij een gedifferentieerde urentoerekening. Oudercommissie neemt het standpunt van de belangenvereniging voor ouders in de kinderopvang (BOINK) over dat de kosten van niet daadwerkelijk afgenomen uren niet in aanmerking komen voor kinderopvangtoeslag. Standpunt houder Houder stelt zich op het standpunt dat hij in zijn adviesaanvraag, d.d. 12 september 2008, uitgebreid (ook cijfermatig) inzicht heeft gegeven in de omvang, de beweegredenen en de consequenties van zijn voorgenomen besluit. Houder is verder van mening dat hij alleen kan slagen in een motivering van zijn besluit om af te wijken van het negatieve advies als oudercommissie de argumentatie die aan haar advies ten grondslag ligt ook uit de doeken doet. Dit heeft zij nu juist in
onvoldoende mate gedaan. Desalniettemin heeft houder in zijn brief van 27 oktober 2008 aan de oudercommissie aangegeven dat het belang van de kinderopvang zou worden geschaad als de openingstijden van de locatie onder druk zouden komen te staan als gevolg van extra flexibiliteit in de dienstverlening aan ouders. Verder is houder van mening dat het middelen van opvanguren toegestaan is binnen de Wet kinderopvang en de geldende regels. Houder baseert zich daarbij op het standpunt van de MOgroep. Bevindingen en oordeel van de Klachtenkamer De Klachtenkamer heeft zich op basis van de in het schriftelijk traject van hoor en wederhoor door partijen overgelegde stukken alsmede op basis van hetgeen door partijen ter zitting naar voren is gebracht een oordeel gevormd over de klacht. De Klachtenkamer heeft daarbij de klacht in twee klachtonderdelen geknipt: - het advies over de tariefstelling van de verlengde openingsuren - het advies over de middeling van uren Ten aanzien van gedifferentieerd tarief verlengde openingsuren De Klachtenkamer heeft vastgesteld dat oudercommissie in haar advies de voorgenomen prijsstelling van de reguliere openingsuren voor de kinderdagopvang en de BSO, respectievelijk 5,30 en 5,70, niet ter discussie heeft gesteld. Oudercommissie heeft alleen een negatief advies uitgebracht over het hogere tarief voor de verlengde openingsuren. Houder heeft de bedrijfseconomische noodzaak hiervan voor de oudercommissie onvoldoende aangetoond om positief op dit onderdeel te adviseren. Oudercommissie stelt dat houder ook in zijn reactie op het advies onvoldoende heeft gemotiveerd dat de tariefstelling voor de verlengde uren hoger moet zijn dan het reguliere uurtarief. Houder volstaat in zijn reactie met de vaststelling dat de geringere bezetting tijdens de verlengde openingstijden een hogere uurprijs vragen teneinde de bedrijfskosten te kunnen compenseren. Houder heeft ter zitting aan de Klachtenkamer laten weten dat hij van mening is dat de financiële stukken niet voor de oudercommissie beschikbaar zijn. De oudercommissie gaf ter zitting aan dat zij bij de beoordeling van de tariefstelling tevens wil kijken naar de kostenstructuur. Hierin heeft organisatie ook in zijn reactie op het advies te weinig inzicht geboden. De Klachtenkamer heeft kunnen vaststellen dat oudercommissie in haar advies op dit onderdeel expliciet heeft vermeld dat door het ontbreken van jaarcijfers en begroting bij haar niet aangetoond is dat een prijsverhoging op de verlengde uren noodzakelijk is. Hiermee heeft oudercommissie aan houder aangegeven op welke
wijze zij overtuigd kan worden; door een bedrijfseconomische onderbouwing. De Klachtenkamer stelt vast dat houder in zijn reactie hierop niet is ingegaan. Houder heeft de gevraagde bedrijfs-economische onderbouwing niet willen leveren. Het argument van houder dat financiële stukken niet zo maar beschikbaar kunnen worden gesteld aan de oudercommissie wordt niet door de Klachtenkamer overgenomen. De Klachtenkamer is van oordeel dat informatie die naar het oordeel van houder geheim is als zodanig kan worden aangeboden aan de oudercommissie. Het Reglement Oudercommissie biedt met artikel 12, lid 2 sub a en lid 3 expliciet de mogelijkheid om van de oudercommissie geheimhouding te vragen. Ten aanzien van de middeling van uren De berekeningssystematiek (middeling van uren) voor de kosten van kinderopvang die aan ouders wordt door berekend is op zich geen adviesplichtige aangelegenheid volgens de Wet Kinderopvang. De Klachtencommissie heeft dit klachtonderdeel derhalve in eerste instantie niet ontvankelijk verklaard. Hierop heeft de oudercommissie beargumenteerd bezwaar aangetekend. De oudercommissie gaf in haar brief aan de klachtenkamer, d.d. 15 februari 2009, aan dat er een connectie is tussen de prijs van de kinderopvang en het middelen van uren. De Klachtenkamer heeft dit klachtonderdeel op basis van de argumentatie van de oudercommissie in behandeling genomen en een oordeel over de ontvankelijkheid opgeschort tot na de hoorzitting. Ter zitting is de Klachtenkamer gebleken dat het systeem van het middelen van uren ook reeds in 2008 werd gehanteerd. Oudercommissie heeft in haar advies aan houder geen bezwaar gemaakt tegen de tariefstelling voor de reguliere opvanguren en heeft daarin evenmin de samenhang tussen prijs en middeling van uren vermeld. Ter zitting gaf oudercommissie aan dat zij vooral bezwaar heeft tegen de systematiek om uren te middelen, niet zo zeer tegen de gewijzigde tariefstelling. De connectiteit tussen de prijs van de BSO en de middeling van uren is voor de Klachtenkamer onvoldoende aannemelijk gemaakt door de oudercommissie. De klachtenkamer komt op basis van bovenstaande tot de conclusie dat het klachtonderdeel over de berekeningssystematiek (het middelen van uren) niet ontvankelijk is. De Klachtenkamer zal over het onderhavige klachtonderdeel derhalve geen uitspraak doen. Uitspraak 4. Uitspraak De Klachtenkamer is van oordeel dat de onder 1 genoemde klacht, voor wat betreft het onderdeel over de gedifferentieerde tariefstelling van de verlengde openingsuren, gegrond is op basis van de onder 3 geformuleerde bevindingen en oordelen. Het klachtonderdeel over het middelen van uren is naar het oordeel van de Klachtenkamer niet ontvankelijk. Status behandeld