Burgerschapsvorming
Actieve burgerschapsvorming op Kadoes Aanleiding Op 1 februari 2006 is in de Wet op het Primair onderwijs opgenomen dat scholen een actieve bijdrage leveren aan de voorbereiding van jonge mensen aan burgerschap. Onder burgerschap wordt verstaan: De wijze waarop burgers in de maatschappij staan: betrokken, mede verantwoordelijk voor de kwaliteit van de samenleving, oog voor wat mensen bindt en bijdragen aan de democratie. Vanaf 1 oktober 2006 betrekt de Inspectie de invulling die scholen geven aan actief burgerschap bij het toezicht op de kwaliteit van het onderwijs. Vanaf 1 februari 2008 wordt er door Inspectie ook een oordeel gegeven over de kwaliteit. Dit uit zich voornamelijk in het hebben van een visie, hier planmatig aan werken en verantwoording afdragen over de wijze waarop burgerschap vorm krijgt in het aanbod. Uitgangspunten voor onze school Op Kadoes zien we actief burgerschap terug in de praktijk van alledag. Onze leerlingen maken deel uit van een hechte dorpsgemeenschap, waarbij Kadoes als enige school een belangrijk deel levert aan de vorming van de kinderen uit dit dorp. Als school willen we dan ook (actief) deel uitmaken van deze dorpsgemeenschap. We zien als eventuele risico s bij de vorming van onze leerlingen als actieve burger in een multiculturele maatschappij dat zij in het dagelijks leven vrij weinig in contact komen met andere culturen. We merken dat er steeds meer kinderen te maken krijgen met echtscheidingen, samengestelde gezinnen, pestgedrag, (seksuele) intimidatie, verwaarlozing, ed. Dit kan voortkomen uit de radicalisering van onze maatschappij. Voor ons als school betekent dit dat we adequaat moeten inspringen door meer aandacht te besteden aan het ontwikkelen van de identiteit van de leerling. Bij het aanbieden van onderwijs m.b.t. actief burgerschapsvorming gaan we uit van drie hoofdthema s: 1. Staatsburgerschap (democratie); waarbij het gaat om de maatschappelijke en politieke praktijk van de democratie. Kinderen leren voornamelijk kennis over ons politieke systeem en hun rol hierin. 2. Maatschappelijk burgerschap (participatie); hierbij gaat het om de school die participeert in de gemeenschap/omgeving rond de school. Kinderen leren over de wijze waarop ze actief deel kunnen uitmaken van deze gemeenschap. 3. Schoolburgerschap (identiteit); hierbij gaat het vooral om de leerling in de school zelf, waarbij het voornamelijk gaat om de eigen identiteit, levensbeschouwing en respectvol omgaan met de ander. Deze hoofdthema s hebben we voor onze school in kaart gebracht. We gaan voornamelijk uit van de dingen die we al doen om zo actief burgerschap te bevorderen. Door het in kaart brengen hebben we ook de hiaten in beeld gebracht. Deze zullen in onze jaarplanning- en evaluatiedocument worden opgenomen. Dit alles is in onderstaande schema s opgenomen: DEMOCRATIE Laten zien hoe de democratie werkt in Nederland A. Democratie 1. (Spel)regels en afspraken in de klas, op school en thuis. In welke groepen? 1. In de schoolgids staan de regels, in de klassenmap de klassenregels. Deze worden met alle leerlingen aan het begin van het schooljaar 1. ; jaarlijks 1. Door SCOL, ons meetinstrument voor de sociaal emotionele 1. Schoolgids 2. Kadoesflits (vermelden uitslag
2. Rechten en plichten in de klas/school. 3. Meerderheid/minderheid: macht en machtsmisbruik. 4. Afspraken maken; a. Vergaderen; vergadertechnieken, rollen in de vergadering. b. Standpunt bepalen. c. Samen besluiten nemen. 5. Kritische meningsvorming: d. Discussiëren. e. Volgen van actualiteit en media. f. Eigen mening vormen 6. Conflicthantering: g. Problemen benoemen en bespreekbaar maken, oplossingen aandragen, bijdragen aan een goed gespreksklimaat. doorgenomen. Eén keer per jaar organiseren we de Veilige week, daarin komen veel sociale afspraken terug. Tijdens het schooljaar worden ze (indien nodig) herhaald. 2. Op school hanteren we het protocol van ons bestuur: Een veilige school, hierin staan de rechten en plichten. 3. Deze items genoemd bij punt 3 t/m 6 (a t/m g) komen aan bod in onze methodes/werkwijzen: a. Kinderen en hun sociale talenten, gebruikt door groep 1 t/m 8. b. Hellig Hart, methode voor Catechese en geestelijke stromingen. Gebruikt in alle groepen. c. Pestprotocol, een actieve rol van de contactpersonen vertrouwenspersoon. d. In de methode Taalactief zitten diverse lessen luistervaardig en spreekvaardig/gespreksvoering. e. Groepen 6,7 en 8 volgen het TVweekjournaal, hierover wordt naderhand gesproken en gediscussieerd. 2. ; jaarlijks 3. a., minimaal een half uur per 2 weken. De thema s worden school-breed in de Kadoesflits aangegeven. b. Idem, alleen wordt het thema niet aangegeven, maar een jaarplanning gevolgd. c. d. ; in elk thema minimaal 1 les. Er zijn jaarlijks 10 thema s. e. ; wekelijks ontwikkeling, brengen we 2x per jaar de ontwikkelingen van de leerlingen in beeld. 2. In onze kwaliteitsmeter van Beekstra en Terpstra worden leerlingen en ouders bevraagd op het veilig voelen op Kadoes. kwaliteits-meter) 3. Kadoesflits; vermelden van het behandelende thema. Burgerschapsvorming Basisschool Kadoes 1
DEMOCRATIE Laten zien hoe de democratie werkt in Nederland B. Democratische rechtstaat 1. Leren over democratie in Nederland; a. NL als republiek en monarchie b. Wetten, grondwet, mensenrechten, rechten van het kind. c. Open samenleving; persvrijheid. 2. Leren over politieke besluitvorming: a. Verkiezingen, politieke partijen. b. Landsbestuur: regering, Eerste en Tweede kamer, Prinsjesdag c. Gemeentelijk bestuur d. Europese Unie, verenigde naties. In onze methodes geschiedenis en aardrijkskunde komt de democratische rechtsstaat in de volgende hoofdstukken aan bod: Groep6: GS: hfst. 6.3 Alles wordt één (ontstaan van de Staten Generaal) AK: hfst. 2a: Hoe mensen samenleven (politieke besluitvorming) Groep7: GS: hfst. 4: Vreemde werelden (Hindoeïsme en Boeddhisme) AK:hfst. 1a: europa (immigratie) hfst. 2a Europese Unie Groep 8: GS: hfst. 2: recht op een stem (grondwet) hfst. 5: Er komen andere tijden (met name aandacht voor democratische basiswaarden en rechten van de mens) AK: hfst. 2a: Mensen onderweg (VN en rechten van het kind) In gr. 7 en 8 wordt aandacht besteed aan Prinsjesdag. De media wordt gevolgd en besproken. Groep 8 gebruikt de krant. via de jaarplanning van de methodelessen ; jaarlijks Via de toetsen bij de methoden. Rapporten van de leerlingen. Ook worden er in deze groepen Kidsweek besproken; een kinderkrant waarin regelmatig onderwerpen staan over democratisch Nederland. ;wekelijks Burgerschapsvorming Basisschool Kadoes 2
DEMOCRATIE Laten zien hoe de democratie werkt in Nederland C. Democratische basiswaarden 1. Vrijheid van meningsuiting. 2. Gelijkwaardigheid en gelijke behandeling. 3. Verdraagzaamheid en tolerantie. 4. Afwijzen van discriminatie. Deze vaardigheden worden middels de bovengenoemde methoden bij A en B door de leerlingen tijdens de lessen geoefend. Daarnaast wordt er in de klassen aandacht besteed aan de actualiteit, d.m.v. het TV-weekjournaal, de krant en andere media Zie punt A en B Zie punt A en B Zie punt A en B Burgerschapsvorming Basisschool Kadoes 3
PARTICIPATIE Laten zien hoe iedereen in een democratie kan participeren. A. Inspraak en medezeggenschap 1. Leren over vormen van inspraak: a. In de buurt: wijkverenigingen b. In de stad; gemeenteraad c. In de provincie: provinciale staten d. Op je werk; vakbond e. Publiek debat f. Belangenvereniging 2. Inspraak oefenen: a. In de klas: kiezen van taken, afspraken maken, klassenvergadering. b. Op school; leerlingenraad, schoolkrant. c. Lid worden van een club, vereniging. 1. Dit punt komt terug in onze zaakvakmethoden en actualiteiten. (zie pagina 3) 2. a. Door middel van de weektaak leren kiezen van taken. b. We werken niet met een leerlingenraad. c. De meeste kinderen zijn lid van een sportclub of andere club. Lid van de bibliotheek, ed. Ook school onderhoudt nauwe contacten met de bibliotheek en er zijn regelmatig gastlessen van sportclubs op school. Ook hier geldt dat in onze taalmethode geoefend wordt met luisteren en spreken en gesprekken voeren. a. ; wekelijks b. c. ; jaarlijks Methodetoetsen Niet gemeten Rapporten Via de jaarplanning van school worden er structureel bibliotheekbezoek gepland en gastlessen van diverse sportverenigingen zoals de schaatsclub wanneer er ijs ligt, tennis, en judo. Burgerschapsvorming Basisschool Kadoes 4
PARTICIPATIE Laten zien hoe iedereen in een democratie kan participeren. B. Verantwoordelijkheid 1. Meehelpen in de klas of op school; klasgenoten helpen, klas opruimen, schoolplein opruimen. 2. Solidariteit tonen; zieke leerlingen bijhouden, opkomen voor anderen. 3. Leren over goede doelenorganisaties: hulporganisaties (bijv. Unicef, Amnesty, Greenpeace, ed.) 4. Initiëren of meedoen aan projecten: a. Klas: organiseren van feestje of uitje b. School; organiseren van schoolfeest of actie ter verbetering van de school. c. Omgeving: activiteiten met mensen of instanties in de buurt, vrijwilligerswerk. d. Goede doelenactie, meedoen aan publieke acties (bijv. Kinderpostzegels) 1. Klassendienst, klaarzetten gymzaal en incidenteel de hal voor vieringen ed. 2. Wanneer er zieke kinderen, ouders of leerkrachten zijn worden er acties ondernomen, zoals kaart sturen, bezoek afleggen, ed 3. We nemen deel aan; Lilianefonds, Kids moving the world, Kinderpostzegels, Vastenactie (via de kerk) en bij het Vormsel en de Eerste Heilige Communie zoeken de kinderen een goed doel uit alwaar ze een deel van het gekregen geld aan afstaan. Deze organisaties en goede doelen worden dan in de klas behandeld middels lessen en/of gastsprekers. 4. Kinderen zijn actief bij: a. Niet zelf, er is wel schoolreisje, verjaardag leerkracht, jeugddriedaagse gr. 8 en eindfeest na de musical. b. Actieve deelname aan de School&Volksfeesten en Kindercarnaval in Albergen. c. Zie punt 3. Alle genoemde punten zijn structureel; wekelijks, jaarlijks of een aantal keer per jaar. Opbrengsten worden vermeld in de Kadoesflits Kadoesflits Burgerschapsvorming Basisschool Kadoes 5
IDENTITEIT Laten zien dat ieder mens anders is en dat je daar respectvol mee om gaat Wie ben ik? 1. Ontwikkelen van het zelfbeeld; karaktereigenschappen, uiterlijk, hobby s, ed. 1. a. Methode Kinderen en hun sociale talenten, b. SOVA-training c. Flip de Beer (gr. 1-2) d. Goed pedagogisch klimaat (-1 of +1) (-1 of +1) 1. a., tweewekelijks b., indien nodig. c. Elke leerling 1x per jaar. d. Dagelijkse praktijk, 1. a. SCOL b. Evaluatie SOVAtraining c. Evaluatie/ bijstellen afspraken tijdens teamvergadering d. Kwaliteitsmeter 1. a. LOVS b. Verslag evaluatie SOVA c. Notulen en aanpassing afspraken. d. Uitslag vermelden Kadoesflits 2. Reflectie op eigen achtergrond: familie, stamboom, culturele en religieuze achtergrond, nationaliteit. Religie/ levensbeschouwing 2. Methode Hellig Hart en het Communie- en Vormselproject. 2., tweewekelijks en jaarlijks in groep 4 en 8. ; 2.Communie en Vormsel worden in de werkgroepen geëvalueerd en in de ouderraadsvergaderingen. Niet 2.Verslagen v.d. werkgroepen en OR. Niet 1. Geloof: a. godsbeeld, gebedshuizen, symboliek. b. Vieringen en rituelen. 2. Stromingen: a. Christendom, Islam, Jodendom, Boeddhisme, Hindoeïsme, Humanisme 3. Godsdienstvrijheid 1. Methode Hellig Hart Schoolvieringen in de kerk Deelname gezinsvieringen (vrijblijvend) 2. Methode Hellig Hart en in gr. 7: GS methode. Methode: tweewekelijks Schoolvieringen: 5x per jaar Burgerschapsvorming Basisschool Kadoes 6
IDENTITEIT Laten zien dat ieder mens anders is en dat je daar respectvol mee om gaat Multiculturele samenleving 1. Etnische groepen op school en in de samenleving: a. Culturele gewoonten en feesten. b. Vieren van culturele feesten. 2. Integratie: allochtonen, autochtonen inburgering. 3. Nationale identiteit: a. Volkslied b. Koninginnedag c. 4/5 mei d. Nationale helden In Albergen weinig te maken met punt 1 en 2. Wel komen de kinderen door de actualiteit (Kidsweek, Nieuwsbegrip en TV-weekjournaal) in aanraking met andere culturen. 3.In de lessen aandacht voor; 4-mei (adoptiemonument, gr. 7-8) Dodenherdenking Koninginnedag (-1 of +1) (-1 of +1) ; jaarlijks Niet Niet Respect voor diversiteit 1. Waarden en normen: a. Hoe gaan we met elkaar om? b. In de klas, op school en in de samenleving. 2. Ik en de ander a. Verschillen en overeenkomsten, verplaatsen in de ander, betrokkenheid. 3. Tolerantie a. Respect, vooroordeel, stereotypen, uitsluiting, discriminatie. Bij alle 3 punten: Methode Kinderen en hun sociale talenten Schoolregels Afspraken pedagogisch klimaat Hellig Hart Vier-en gedenkhoek Zie boven Zie boven Burgerschapsvorming Basisschool Kadoes 7