WERK VAN DEN AKKER Afdeling Herentals VERVROEGEN EN VERLATEN VAN TEELTEN Lesgever: Frans Van Hout 23 01 2011 Lesverslag: Michel Peeters 1. Hulpmiddelen om teelten te vervroegen. - Z - muur, wat van het N afgeschermd. Hier moet men wachten op de veldcapaciteit ( lucht in de grond ). - Directe afdekking met: - gaatjesplastiek ( minstens 400 gaatjes per m², dit is 4% verluchting ) nadeel is het onregelmatig doorlaten van water. - acrildoek: direct aanbrengen boven de planten of op het zaaibed. luchtvochtigheid onder het dek stijgt en kunnen de zaden rotten bij een lange afdekperiode. - Plastiek kap - meer ruimte - beter te verluchten. Hoe groter het volume ( grote serre ), hoe gemakkelijker het klimaat te regelen is. - Constructie van een kap Schets Om de kap te kunnen openen voor verluchting en werkzaamheden wordt aan de zijkant, langs de ZO richting, een koord in het plastiek aangebracht. De zijkant met de koord wordt omgevouwen en dicht geniet. Voor de kap te sluiten brengt men een parkerschroef aan in de onderste beugel. Deze houdt de koord en dus de plastiek op zijn plaats. De plastiek zit tussen de twee evenwijdige beugels. Zowel gesloten - als 1
flodderplastiek komen hiervoor in aanmerking. - Koude bak - naar het Z gericht - hoe schuiner, hoe meer licht - hoe hoger de bak aan de Z - kant, hoe meer schaduw in de bak. (slechte groei ) Daarom kan men de voorkant best uit dubbel isolerende plastiekplaten maken. - Serre - uit glas - uit plastiek, geeft geen isolatie, dus gemakkelijk condens. Ook bladeren van planten die het plastiek raken bevriezen. - Hoe hoger (groter ) de serre, hoe gemakkelijker de verhouding tussen warmte en licht te regelen is. Dit is noodzakelijk om vroegheid te bekomen. - Broeilaag aan brengen - In een koude bak een broeilaag aanbrengen, beter is nog de broeibak in de serre te plaatsen - Hiervoor de bak 60 à 80 cm uitgraven en vullen met verse paardenmest. - Afdekken met 10 cm grond.( helftverteerde bladgrond en helft tuingrond ) - Een week laten broeien alvorens te zaaien of planten. - Na de teelt de paardenmest terug verwijderen. - Opkweek van plantjes in de huiskamer. Het is moeilijk om een goede verhouding te vinden tussen licht en temperatuur. Dit is absoluut noodzakelijk om stevige planten te bekomen. Bij kieming bemesten met een oplossing van 1gr/l kalknitraat. - Voorkiemen van zaden. Erwten en bonen kan men vervroegen door ze voor te kiemen in water van 25 C. - Om vroeg te kunnen oogsten moet men vroege rassen gebruiken. - vroege rassen hebben een snelle groei dus minder groeidagen. - door hun snelle groei zijn de planten minder stevig en daalt ook hun smaak. - lange dag planten zijn niet geschikt om te vervroegen. ( bv. venkel ) 2.Soorten planten om te vervroegen of te verlaten. 2.1 Aardappelen. Vroege soorten: Première; Aktiva; Eersteling; Barwina; Fresco; Lady Christel. Voorkiemen in het licht bij 8 C. Bij goed weer de plantput s morgens open en s avonds dicht. 6 kg/are potenkali. Afdekken met plastiek of acryldoek. Planten half maart. Oogsten in de helft van juni. 2.2 Kropsla. 2
Zonder risico op vorstschade kan er geplant worden vanaf half februari. De oogst is dan omstreeks half april. De kans op vorstschade op kleine slaplanten is eerder gering. Het mag gerust wat vriezen in de kas, de plantjes zullen zich hiervan vlug herstellen. Moest er toch nog een late vorstperiode komen, dek dan de plantjes af met acryldoek of plastiekfolie. In het voorjaar wordt er geplant onder beschutting tot einde maart, daarna is er de buitenteelt. In de maand maart wordt kropsla ook al buiten geplant, maar wordt afgedekt met geperforeerde plastiekfolie of acryldoek. 2.3 Veldsla. Veldsla kan eigenlijk het ganse jaar door onder glas of plastiek opgekweekt worden. Enkel bij heel strenge vorst moet u de plantjes afdekken. De teeltduur van veldsla is vrij kort en bedraagt bij zaai in september ongeveer twee maanden. Zaai eind september levert ons veldsla rond kerstmis. Willen we veldsla zaaien in november, dan bedraagt de teeltduur 4 maanden. Vorstschade bij veldsla komt alleen voor bij strenge winters, en dan nog zal de plant zich herstellen. Veldsla zaaien in het voorjaar, bvb in januari of februari om te oogsten in maart - april, is mogelijk, maar dan is de kans op opschieten ( een bloemstengel die gevormd wordt ) heel groot en moeten we op tijd oogsten. Om tijd en ruimte te sparen in de kas, kunt u ook de veldslaplantjes zaaien in kleine perspotjes of kleine bloempotjes. Er worden dan een viertal zaadjes per potje gelegd. Als de eerste echte blaadjes gevormd zijn worden ze uitgeplant op bvb 10 x 15 cm. Bij veldsla bestaan er twee rassengroepen: de roosjes en de langbladige veldsla. De roosjes zijn donkerder van kleur en de langbladige veldsla is bleker, maar geeft wel meer bladmassa. 2.4 Bloemkool. Bloemkool kan onder volledig koud glas opgekweekt worden. Er wordt gezaaid eind september - begin oktober. Doe dit bij een temperatuur van 15-20 C tot aan de kieming. Teel daarna verder koel maar met voldoende licht.zo voorkomt u dat de plantjes te veel rekken. Eerst worden de plantjes verspeend in perspotten of kleine bloempotjes. Doe dit als je de eerste echte blaadjes ziet. Plant bij vier echte blaadjes over in potten van 12 cm diameter. Zorg ervoor dat de planten voldoende kunnen opdrogen zodat er geen schimmelinfecties op de bladeren kunnen ontstaan. Vooral valse meeldauw kan een probleem vormen in het najaar. Er moet dus bijna continu gelucht worden, ook al om een te losse plant te voorkomen. Het uitplanten kan gebeuren rond de jaarwisseling tot begin februari.deze bloemkool kan dan geoogst worden in de maanden april - mei. Gedurende de volledige teelt hoeven we niet te vrezen voor vorst.door de vorst kan het wel dat er uitdroging optreedt.voorzie de planten daarom van voldoende vocht als er zich een vorstperiode aankondigt. Met vorstperiode wordt dan bedoeld dat het in de kas vriest. 2.5 Busselwortels. Deze kunnen in december of januari gezaaid worden. In principe kan vorst verdragen worden tot -6 C. Afdekken in de kas is dus maar zelden nodig. In maart - april kan dan geoogst worden. Verlating van wortelen kan ook, maar ligt iets moeilijker. Het probleem is hier de geringe lichthoeveelheid in de herfst. Daardoor hebben we in het najaar onder glas dikwijls een overvloedige loofontwikkeling en bijna geen wortelvorming. Als we zaaien begin september kunnen we nog oogsten met kerstmis. 2.6 Andijvie. Andijvie herfstteelt: zaaien augustus, planten september, oogst vanaf half november tot jan. Andijvie winterteelt: kan in een koude serre geplant worden vanaf half oktober om geoogst te worden vanaf februari. Deze plantjes zijn gezaaid half september en hebben dus voldoende temperatuur gekregen. Als er later geplant wordt moeten de andijvieplantjes opgekweekt worden bij 15 C, zoniet gaan de planten vroegtijdig opschieten. Andijvie voorjaar onder glas: zaaien maart, uitplanten 1 april. Ook hier is het weer om de plantjes warm ( 15 C ) op te kweken. 2.7 Peterselie. 3
Peterselie kan overwinterd worden in een koude serre. Bij uitplanten in september - oktober kunt u de ganse winter verse peterselie oogsten, dit tot in mei. Het is dus aan te raden de peterselieplantjes voor te kweken in pers - of bloempotjes en dan in september uit te planten. Zoniet kunt u half augustus ter plaatse zaaien in de kas of plastiektunnel. Peterselie vervroegen kunnen we door in februari voor te kweken in potjes en eind maart uit te planten onder glas. Een belangrijke techniek bij de teelt van peterselie is het voorkiemen 2.8 Snijselderij. Een aangename najaarsteelt onder glas is de spruitselder of snijselder. Als u zaait half augustus kunt u uitplanten eind oktober. Het is mogelijk met losse planten te werken als u de zaden ruim verdeelt. Zoniet moet u nadat de eerste echte blaadjes gevormd zijn verspenen in perspotten of bloempotjes. In het begin lijkt de groei niet goed te vorderen, maar bij de eerste voorjaarszon, vanaf eind januari neemt de groei sterk toe en vanaf maart kunt u oogsten. 2.9 Spinazie. Spinazie kan gezaaid worden eind oktober tot januari onder koud glas of plastiektunnel en geoogst worden vanaf eind december. De teelt is identiek aan deze van buiten. 2.10 Spitskool, broccoli, groene bloemkool. - zaaien in januari - februari - eventueel verspenen en bij vier echte blaadjes verpotten. - maart - april buiten planten. 2.11 Bonen - half maart zaaien in bloempotten, drie plantjes per 12 cm pot. Deze kunnen dan half april onder koud glas of plastiek kap uitgeplant worden, op een afstand van 40 x40.in juni kunt u al oogsten. - kies vroege rassen - bonen voorkiemen - onder plastiek kap zaaien - gekleurde zaden zijn beter bestand tegen de koude. De bonen hebben een harde schaal daarom snel oogsten. - vanaf half april buiten zaaien. - beste periode is na 10 mei. 2.12 Erwten. - in de serre in een pot van 8 cm doormeter, 5 zaden per pot in januari - februari - na het kiemen ( of voorkiemen ) koud houden in koude bak en vooral luchten. - zo bekomt men stevige planten. Noot: Men kan op een plaatsje in de serre, erwten dik zaaien Wanneer ze 15 à 20 cm hoog zijn kan men dit verse loof gebruiken in bvb lentesoep. 2.13 Radijs. Radijs onder glas is mogelijk van september tot maart met uitzondering misschien van de zaaiing vanaf eind oktober tot half december waar door gebrek aan licht de knolvorming niet goed verloopt en de bladvorming veel te sterk wordt. 2.14 Kropsla of botersla in het najaar. Om geen overlapping te hebben met de buitenteelt is de vroegste plantdatum in het najaar 1 september, dan kunnen we reeds half oktober oogsten. Gans de maand september kunt u dus gemakkelijk kropsla kweken onder glas of plastiek. Eind september geplant kan er geoogst worden begin december. Later planten verhoogt het teeltrisico als er geen verwarming is. Vanaf februari kunt u opnieuw planten onder glas. Het is moeilijker om in het najaar sla te kweken dan in het voorjaar. Er is minder licht, er is een hoge luchtvochtigheid en de kans op vorstschade is groter bij bijna volgroeide kroppen dan bij kleine slaplanten. De kroppen die we oogsten in het najaar zijn lichter en losser van structuur. De kans op witziekte ( valse meeldauw ) is groot in het najaar. Om dit te voorkomen moeten we er voor zorgen dat de sla goed kan opdrogen. Veel luchten van de kas is dan ook de boodschap in het najaar. Ook is de kans op rottingsschimmels zoals Botrytis in het najaar groot. Ook hier kunnen we veel voorkomen door er voor te zorgen dat de sla voldoende kan opdrogen na een watergiftebeurt. 4
5