rekenkamer Centrale onderzoeksvraag Aan Provinciale Staten van de provincie Zuid-Holland 19 mei /GM/067

Vergelijkbare documenten
16 april april 2012

Waarom wachten op jeugdzorg? Onderzoeksopzet

Kind centraal of cijfers centraal? Wat zeggen de wachtlijstcijfers over de prestaties in de jeugdzorg?

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Gedeputeerde Staten HK Haarlem. Betreft: beleidsinformatie jeugdzorg. Geachte leden,

KWARTAALINFORMATIE Jeugdzorg Zuid-Holland e kwartaal versie 13/3/15

randstedelijke rekenkamer

Verkoop kavels Dolderseweg

23 augustus /AH/098. Onderzoeksopzet vervolgonderzoek onderhoud Wegen en Kunstwerken

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 2 november 2009

KADERBRIEF BELEIDSKADER JEUGD

201 1 om uur. Verzenddatum. Paraaf Provinciesecretaris Ff v,kw

27 maart /AH/032

GEKOMEN 2 3 %&#T 2 2 MRT Onderwerp Rapportage wachtlijsten en vraag-aanbod jeugdzorg Zuid-Holland 2010 vierde kwartaal

Jeugdzorg in Gelderland april 2009


Doel van deze notitie Informeren over de te maken keuzes in het provinciaal jeugdzorgbeleid in de periode tot de transitie jeugdzorg.

Rapportage Jeugdzorg derde kwartaal 2006

AFSPRAKENKADER MINISTER VOOR JEUGD EN GEZIN EN IPO OVER DE AANPAK EN DE FINANCIERING VAN DE JEUGDZORG IN 2010 EN 2011

Financieel toezicht gemeenschappelijke regelingen. Onderzoeksopzet

Ontwerp. Uitvoeringsprogramma Jeugdzorg 2013

ONDERZOEKSOPZET VERVOLGONDERZOEK OP EIGEN KRACHT

Jeugdzorg in Gelderland september 2011

Bestuurlijke afspraken in het kader van de voorbereiding transitie Jeugdzorg

Commissie Zorg, Welzijn en Cultuur

Financieel toezicht op gemeenschappelijke regelingen

Vérian T.a.v. de Raad van bestuur Postbus BG Apeldoorn

Zorgen voor de veiligheid van pleegkinderen: Beleidsanalyse van De Bascule, zorglijn Therapeutische pleegzorg

N.B. Voor Haaglanden geldt dat de taken die in dit plaatje bij de provincie liggen de verantwoordelijkheid zijn van het stadsgewest Haaglanden.

Grondbeleid EHS. Provincie Zuid-Holland. Onderzoeksopzet

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Onderbesteding in de provincie Noord-Brabant; deelonderzoek bij de jaarstukken 2008

Rekenkamercommissie Wijdemeren

Rapportage wachtlijsten jeugdzorg 2004

Antwoorden op kamervragen van het Kamerlid Lambrechts over de opvang van jongeren in particuliere en niet erkende opvanghuizen.

Geheimhouding. Onderzoeksopzet

ONDERZOEKSPLAN TOEGANKELIJKHEID STEMBUREAUS

Vervolgonderzoek 2013 naar de reden van wachten van Zuid-Hollandse cliënten

PROGRAMMA JEUGDZORG STATENCOMMISSIE ZORG WELZIJN CULTUUR 4 APRIL 2006

Onderzoek naar de veiligheid van jongeren die wachten op geïndiceerde jeugdzorg

Beleidsinformatie Jeugdwet

Plan van aanpak Onderzoek kwaliteit raadsvoorstellen. Mei 2018

TWB Thuiszorg met aandacht T.a.v. de Raad van bestuur Postbus BC Roosendaal

Aankondiging onderzoek 'Normbedragen jeugdbescherming en jeugdreclassering'

Weten wat er verandert in de jeugdhulp in 2015? Deze lijst geeft antwoord op de meest gestelde vragen.

Datum Bijlage Uw kenmerk Ons kenmerk 30 augustus /AH/102

11 november /AW/098

Tweede Kamer der Staten-Generaal

in uw brief blijkt dat ten tijde van het invullen van de vragenlijst dat u nog

Zorgen voor de veiligheid van pleegkinderen: Beleidsanalyse van Rubicon Jeugdzorg

Ons kenmerk Inlichtingen bij Doorkiesnummer Den Haag DJB/JZ juni 2007

Onderzoeksplan decentralisatie Jeugdzorg

Informatienota voor de raad

Zicht op kwaliteit van zorg Op basis van uw toelichting is de toelichting het aandachtspunt bij dit onderdeel verwijderd.

Rekenkamercommissie. Onderzoeksopzet effectuering aanbevelingen rekenkameronderzoeken rekenkamercommissie Oss

Onderzoeksplan 2007 Rekenkamercommissie Kempengemeenten

Risico- indicatoren Maart 2014

opzet onderzoek aanbestedingen

Per abuis is het vastgesteld rapport in de vorige brief niet meegezonden. Bijgaand ontvangt u het vastgesteld rapport voor Careyn, Breda.

GGD Drenthe T.a.v. de directie Postbus AC Assen. Datum 31 juli 2014 Onderwerp Vastgesteld rapport Toezichtonderzoek Jeugdgezondheidszorg

Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad. 11 september 2017 U Lbr. 17/050 (070)

ONDERZOEKSPROTOCOL REKENKAMERCOMMISSIE GEMEENTE RIJSWIJK 2019

Stichting Thuiszorg en Maatschappelijk werk Rivierenland T.a.v. de Raad van bestuur Postbus HB Tiel

Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus EA Den Haag. der Staten-Generaal T (070)

onderzoeksopzet handhaving

Gemeente Amsterdam T.a.v. de gemeenteraad Postbus Amsterdam. Geachte leden van de gemeenteraad,

Opvolging aanbevelingen 2017

Inspraakrapport bij Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Den Haag 2015

DECENTRALISATIE JEUGDZORG TRANSITIE, BESPARING EN TRANSFORMATIE

Onderzoek Invoering nieuwe WMO per 2015

Beoordeling doelstellingen conceptbegroting

Vereniging Gehandicapten Nederland T.a.v. de heer drs. H.G. Ouwerkerk Postbus AK UTRECHT. Indicatiestelling licht verstandelijk gehandicapten

Provinciaal gesubsidieerd jeugdzorgaanbod. Provincie Noord-Holland

GGD Amsterdam T.a.v. de directie Postbus CE Amsterdam

Wat zijn de feiten rondom de jeugdzorg in Zeeland? Wat zijn de feiten rondom de jeugdzorg in Zeeland?

Cliëntgegevens. Aan de leden van de Provinciale Staten. Nr.: /51/A.31, W Groningen, 16 december 2004

Zicht op veiligheid kind bij start netwerkpleegzorg. Rapportage implementatie protocol netwerkpleegzorg

Vereniging van Nederlandse Gemeenten BAOZW Annelies Schutte en Wim Hoddenbagh

GGD Fryslân T.a.v. de directie Postbus BK Leeuwarden

opvolgingsonderzoek re-integratie en voortijdig schoolverlaten

opzet quick scan financiële risico s decentralisatie jeugdzorg

randstedelijke rekenkamer ^ cvulat^d Noor«jHollanii t.itfc-rht *'!Ljrtï-Hu!(and

Informatiebrochure. Wet op de jeugdzorg. Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Zorg voor Jeugd Raadsinformatieavond. 22 januari /02/2013 1

Jeugdzorg in Brabant. Statencommissie Zorg Welzijn Cultuur 19 oktober 2007

Provinciaal opdrachtgeverschap voor uitvoering VTH-taken bij majeure risicobedrijven. Onderzoeksopzet

Maatschappelijk belang van de Wet op de Jeugdzorg. Aan de leden van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Zorg voor jeugdigen in Nederland

Nieuwsbrief Decentralisatie Jeugdzorg

Hieronder treft u de reactie van de inspectie naar aanleiding van uw brief van 13 mei jl. (met kenmerk: /DvdL/sh).

Factsheet gemeente Westland

Samenwerken aan integrale jeugdzorg

GGD IJsselland T.a.v. de directie Postbus BL Zwolle. Datum 30 juni 2014 Onderwerp Reactie rapport Toezichtonderzoek Jeugdgezondheidszorg

2D I! , Algemene Rekenkamer. van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport BEZORGEN. De Voorzitter van de Tweede Kamer der

Zorgen voor het bedreigde kind. Onderzoek naar de samenwerking tussen Raad voor de Kinderbescherming en Bureau Jeugdzorg

.., Algemene Rekenkamer. BEZORGEN De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Gen era a Binnenhof AA Den Haag

Beheer sporthallen en sportparken

Transitie Jeugdzorg. Door José Vianen; Adviseur

Monitor Experimenten Ambulante Jeugdzorg zonder indicatie

Opvolging aanbevelingen 2019

Transcriptie:

rekenkamer Aan Provinciale Staten van de provincie Zuid-Holland Datum Bijlage Uw kenmerk Ons kenmerk 19 mei 2011 201 1/GM/067 Onderwerp Aankondiging onderzoek (On)verantwoord wachten op jeugdzorg Geachte leden van Provinciale Staten, Rekenkamer Amsterdam, Rekenkamer Den Haag, Rekenkamer Oost-Nederland en de Randstedelijke Rekenkamer hebben besloten gezamenlijk een onderzoek uit te voeren naar de manier waarop door de provincies en grootstedelijke regio s (GSR s) wordt gerapporteerd over het aantal kinderen dat (on)verantwoord langer dan negen weken wacht op jeugdzorg. Het betreft een onderzoek waarin alle provincies en GSR s zullen worden aangeschreven om een zo breed mogelijk beeld te kunnen schetsen. De directe aanleiding voor het onderzoek zijn het eerdere onderzoek Kind centraal of cijfers centraal? van de Randstedelijke Rekenkamer, het Afsprakenkader jeugdzorg 2010-2011 en de eerste voortgangsrapportage begin november 2010 over de uitvoering van het Afsprakenkader. Het onderzoek zal een relatief korte doorlooptijd kennen met als resultaat een beknopt rapport in de vorm van een rekenkamerbrief. Wij streven ernaar, vanwege de aankomende rapportage aan het Rijk over de uitvoering van het Afsprakenkader jeugdzorg, de rekenkamerbrief in het vierde kwartaal van 2011 op te leveren. In deze aankondigingsbrief wordt in het kort de aanpak van het onderzoek beschreven. Centrale onderzoeksvraag Wordt door de provincies en GSR s op een deugdelijke en eenduidige manier gerapporteerd over het aantal kinderen dat (on)verantwoord langer dan negen weken wacht op jeugdzorg? Achtergrond (on)verantwoord wachten op jeugdzorg De afgelopen jaren is door de overheid flink geïnvesteerd in het terugdringen van de wachtlijsten in de jeugdzorg. Sinds 2006 is meer dan 200 miljoen extra overheidsgeld

reken kamer beschikbaar gesteld om ervoor te zorgen dat kinderen binnen negen weken de zorg krijgen die zij nodig hebben, Kinderen die langer dan negen weken moeten wachten op de aanvang van de zorg komen op een wachtlijst te staan. In 2009 heeft de Randstedelijke Rekenkamer voor de Randstadprovincies onderzoek gedaan naar de afspraken die de provincies eind 2008 met het Rijk hadden gemaakt om de wachtlijsten weg te werken. De uitkomsten van dat onderzoek benadrukken het belang van betrouwbare cijfers bij de sturing op en verantwoording over beleid en geven aanleiding om nog eens goed naar de huidige afspraken en wachtlijstcijfers te kijken. Eind 2009 hebben de provincies en GSR s nieuwe afspraken met het Rijk gemaakt over de aanpak en de financiering van de jeugdzorg in 2010 en 2011. De inzet is dat kinderen binnen negen weken worden geholpen. Langer wachten kan, als dat volgens Bureau Jeugdzorg voor de betreffende jongere inhoudelijk verantwoord is. De provincies moeten jaarlijks uiterlijk op 1 oktober aan het Rijk rapporteren over de uitvoering van de afspraken. Begin 2010 is de voormalig minister voor Jeugd en Gezin door de Tweede Kamer gevraagd voorbeelden te geven van situaties waarin het inhoudelijk verantwoord is om een kind langer dan negen weken te laten wachten op jeugdzorg. De minister heeft hierop aangegeven dat het bijvoorbeeld verantwoord is om langer dan negen weken te wachten wanneer: een kind dat op pleegzorg wacht tijdelijk bij opa en oma kan wonen totdat er een goede match met een pleeggezin is gemaakt; of de overbruggingszorg die is ingezet dusdanig succesvol is, dat het verantwoord is om met de eerst geïndiceerde zorg te wachten. Uit de reactie van de minister is af te leiden dat het verantwoord langer wachten eerder uitzondering dan regel moet zijn. Uit de eerste voortgangsrapportage van VWS begin november 2010 aan de Tweede Kamer blijkt dat op 1 juli 2010 ruim 2.850 kinderen wachtten op jeugdzorg en dat op 1 september 2010 nog niet 1% daarvan (18 kinderen) onverantwoord langer dan negen weken wachtte. De rekenkamers vragen zich af of dit overeenkomt met de inzet van het Afsprakenkader en de voorbeelden van verantwoord wachten die de voormalig minister voor Jeugd en Gezin begin 2010 gaf. Uit het bovenstaande blijkt dat de provincies en GSR s al eerder informatie over (onverantwoorde) wachtlijsten hebben aangeleverd aan het Rijk. De tot nu toe door ons geraadpleegde informatie levert echter een aantal vragen op. In dit onderzoek vragen wij daarom om aanvullende informatie en een nadere toelichting. Belang van het onderzoek De vraag die nu voor ligt is of de provincies en GSR s deugdelijk en eenduidig rapporteren over het aantal kinderen dat (on)verantwoord wacht op jeugdzorg. Voor de kinderen in de jeugdzorg is het belangrijk dat zij niet onverantwoord lang hoeven te wachten op de zorg. Met dit onderzoek willen de rekenkamers inzicht geven in de kwaliteit van de rapportage hierover. 2

rekenkamer Alleen als helder is wat de omvang en betekenis is van onverantwoorde wachtlijsten, kunnen immers effectieve maatregelen worden genomen om dit zoveel mogelijk te voorkomen. Zeker met het oog op de aankomende overdracht van verantwoordelijkheden naar de gemeenten in de periode 2014-201 6, is het van belang dat de stand van zaken in de jeugdzorg op een juiste manier wordt weergegeven. Tot die tijd is de provincie verantwoordelijk voor een adequate aansturing van de sector. Afbakening van het onderzoek Het onderzoek richt zich op de provinciaal gefinancierde jeugdzorg verstandelijk gehandicapten (jeugd-lvg), jeugd geestelijke gezondheidszorg (jeugd-ggz) en zorg verleend op lokaal niveau onder de verantwoordelijkheid van gemeenten vallen buiten het onderzoek. 1. De zorg voor licht Kinderen die provinciaal gefinancierde jeugdzorg nodig hebben, doorlopen verschillende stappen voordat de zorg daadwerkelijk kan aanvangen. De volgende figuur laat de processtappen van de provinciaal gefinancierde jeugdzorgketen zien tot en met het moment dat de behandeling is afgelopen en het kind naar huis kan of andere zorg volstaat. In de figuur zijn op hoofdlijnen de diverse (mogelijke) wacht- en doorlooptijden met cijfers aangegeven. Andere zorg! beëindiging zorg Bureau Jeugdzorg -r r Instelling Jeugd t enopvoedhulp jg nrne 3 :i:hi:::z! Figuur Mogelijke wacht- en doorlooptijden in de provinciaal gefinancierde jeugdzorgketen De afspraak uit het Afsprakenkader over het (on)verantwoord wachten op jeugdzorg heeft betrekking op wachttijd 3: de tijd tussen het indicatiebesluit van Bureau Jeugdzorg en de aanvang van de hulpverlening bij de instelling voor Jeugd en Opvoedhulp (voorheen zorgaanbieders). Dit onderzoek richt zich dan ook uitsluitend op wachttijd 3. Specifiek richt het onderzoek zich op de manier waarop door de provincies en GSR s wordt gerapporteerd over Het begrip provinciaal gefinancierde jeugdzorg wordt ook gebruikt voor de grootstedelijke regios, aangezien deze in de Wet op de jeugdzorg gelijkgesteld zijn aan de provincies. 3

r e kc n ka mc r het aantal kinderen dat (on)verantwoord langer dan negen weken wacht op de aanvang van de hulpverlening. Werkwijze en beoordeling Allereerst zullen wij de provincies en GSR s vragen aan te geven op welke manier wordt gerapporteerd over het aantal kinderen dat (on)verantwoord langer dan negen weken wacht op jeugdzorg. De reacties van de provincies en GSR s vormen het startpunt voor het onderzoek. Vervolgens zullen wij voor het onderzoek relevante documenten bestuderen (zoals afspraken met het Rijk en bijbehorende verantwoordingsrapportages). Ten slotte wordt, indien noodzakelijk, aanvullende informatie bij de provincies en GSR s opgevraagd. Om te kunnen bepalen of de manier waarop door de provincies en GSR s wordt gerapporteerd over het aantal kinderen dat (on)verantwoord wacht deugdelijk en eenduidig is, zijn deze begrippen uitgewerkt in de volgende normen. Deugdelijke rapportage. De rapportage over het aantal kinderen dat (on)verantwoord langer dan negen weken op jeugdzorg wacht is gebaseerd op een door Bureau Jeugdzorg bij indicatiestelling gemaakte inschatting of het al dan niet verantwoord is voor het kind om langer dan negen weken te wachten op jeugdzorg. Bureau Jeugdzorg moet deze inschatting maken op basis van vastgestelde inhoudelijke criteria (factoren die een rol spelen bij de urgentiebepaling). Doordat de indicatiestelling een momentopname betreft is het belangrijk dat Bureau Jeugdzorg bekijkt of de situatie van een kind verandert en bewaakt dat de jeugdzorg tijdig wordt ingezet. 2 NB: Wij zullen op basis van de uitkomsten van dit onderzoek oordeel geven over de inhoudelijke criteria die Bureau Jeugdzorg bij de urgentiebepaling hanteert, maar deze wel inzichtelijk maken. Eenduidige rapportage. Voor het landelijk beeld worden de cijfers van de provincies en GSR s bij elkaar opgeteld. De gegevens moeten dus op dezelfde manier tot stand zijn gekomen. De provincies moeten dit op elkaar hebben afgestemd. Deze norm is gebaseerd op de door het Nederlands Jeugdinstituut ontwikkelde methode Standaard Taxatie Emst van de Problematiek (STEP), Landelijk zijn afspraken gemaakt over het gebruik van STEP door de Bureaus Jeugdzorg. Bureau Jeugdzorg moet bij het nemen van het indicatiebesluit de urgenbe van de zorg inschatten, Hierbij moet worden aangegeven hoe lang de chént zonder hulp kan zonder dat het probleem verergert c.q. uitstel van hulp schadelijke gevolgen heeft voor de cliënt. Als er reeds zorg wordt of is verleend, moet worden aangegeven hoe urgent eventuele vervolghulp is. 4

reken kamer Planning van het onderzoek De planning van het onderzoek is opgenomen in onderstaande tabel. Planning van het onderzoek Opstellen onderzoeksopzet mei 2011 Aankoncligingsbrief Uitvoeren onderzoek mei - juli 2011 Nota van bevindingen Formuleren conclusies en augustus - september2011 Bestuurlijke nota (rekenkamerbrief) aanbevelingen Publicatie na september 201 1 Eindrapport (rekenkamerbriet) + persbericht Mocht u vragen hebben over het onderzoek, dan kunt u contact opnemen met de projectleider, mevrouw L. Voetee (tel. 020 5818577). Hoogachtend, dr. Gerth Molenaar dr.ir. Ans Hoenderdos Metselaar MBA directielid Randstedelijke Rekenkamer bestuurder/directeur Randstedelijke Rekenkamer 5