De uitstroom van jonge fiscalisten uit het hoger onderwijs



Vergelijkbare documenten
De uitstroom van jonge fiscalisten uit het hoger onderwijs

Monitor jonge fiscalisten 2009

Monitor jonge fiscalisten 2010

Arbeidsmarktpositie van jonge fiscalisten 2015

Arbeidsmarktpositie van jonge fiscalisten. Monitor 2013

Factsheet. HBO-Monitor De arbeidsmarktpositie van hbo-afgestudeerden

Feiten en cijfers. HBO-Monitor 2015: De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hbo. Juni 2016

Feiten en cijfers. HBO-Monitor 2013: De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hbo. juni 2014

Factsheet. HBO-Monitor De arbeidsmarktpositie van hbo-afgestudeerden

Enquêteresultaten QSK & studiekeuzetevredenheid

Peiling Flexibel werken in de techniek 2015

Feiten en cijfers. HBO-Monitor 2010: De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hbo. juli 2011

Factsheet. HBO-Monitor De arbeidsmarktpositie van hbo-afgestudeerden

Feiten en cijfers. HBO-Monitor 2014: De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hbo. April 2015

céáíéå=éå=åáàñéêë= HBO-Monitor 2012: De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hbo juni 2013

Facts & Figures. Aansluiting arbeidsmarkt

Amsterdam, juni 2015 In opdracht van Elsevier. Studie & Werk 2015

Arbeidsmarkt van jonge fiscalisten 2018

5. Onderwijs en schoolkleur

Feiten en cijfers. HBO-Monitor 2011: De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hbo. juli 2012

Steeds meer niet-westerse allochtonen in het voltijd hoger onderwijs

V erschenen in: ESB, 83e jaargang, nr. 4149, pagina 344, 24 april 1998 (datum) De arbeidsmarkt voor informatici is krap en zal nog krapper worden.

Figuur 1: Aantal gediplomeerde studenten lerarenopleidingen studiejaar (bronnen: hbo-raad en vsnu, bewerkt door sbo)

Salarissen en competenties van MBO-BOL gediplomeerden: Feiten en cijfers

Feiten en cijfers. Studentenaantallen in het hoger beroepsonderwijs

Dit onderdeel gaat over diploma s van bekostigde opleidingen. Hierbij onderscheiden we diplomarendement en het aantal diploma s.

Factsheet. Totale hbo-instroom, inschrijvingen en diploma s

Cijfermatige achtergrondinformatie ten behoeve van Slotconferentie HO-tour

Biologie, scheikunde en medische opleidingen

1. Inleiding Data Bestemming van havo- en vwo-abituriënten Relevante werkvelden... 2

Subsector pedagogische opleidingen

Onderwijs in Kaart 2018 Cijfermatige onderwijsontwikkelingen in Noord-Brabant HBO

De hbo er aan het werk

Subsector politicologie en bestuurskundige opleidingen

Uitval studenten. Sectorbeeld Onderwijs, Inspectie van het Onderwijs,

Tekorten op de ICT-arbeidsmarkt verklaard Door Has Bakker (beleidsadviseur ICT~Office)

hbo wo accountancy & fiscale economie - Keuzegids Universiteiten 2014 Keuzegids Masters

Analyse instroom

Resultaten WO-monitor 2013

Amsterdam, juni 2014 In opdracht van Elsevier. Studie & Werk Hbo ers en academici van studiejaar 2011/2012 op de arbeidsmarkt

Koninklijk Nederlands Instituut van Registeraccountants

Subsector psychologie

Jongeren op de arbeidsmarkt

Onderzoek Alumni Bètatechniek

Subsector sociale wetenschappen

Amsterdam, juni 2010 In opdracht van Elsevier Thema. Studie & werk Hbo ers en academici van studiejaar 2007/2008 op de arbeidsmarkt

Van de 293 Wageningse respondenten zijn er 109 man (37%) en 184 vrouw (63%). De gemiddelde leeftijd van de respondenten is 28 jaar.

Geen tekort aan technisch opgeleiden

Feiten en cijfers. Afgestudeerden en uitvallers in het hoger beroepsonderwijs. Mei 2015

Amsterdam, juni 2011 In opdracht van Elsevier Thema. Studie & Werk Hbo ers en academici van studiejaar 2008/2009 op de arbeidsmarkt

Veranderen van opleiding

FACTSHEET. Instroom en succes in de opleiding tot leerkracht. Platform Beleidsinformatie Mei 2013

Subsector overig. Subsector overig

Feiten en cijfers. HBO-Monitor 2009: De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hbo. juli 2010

Amsterdam, juni 2013 In opdracht van Elsevier Thema. Studie & Werk Hbo ers en academici van studiejaar 2010/2011 op de arbeidsmarkt

Afgestudeerden en uitvallers in Avans en het hoger beroepsonderwijs

Amsterdam, juni 2012 In opdracht van Elsevier Thema. Studie & Werk Hbo ers en academici van studiejaar 2009/2010 op de arbeidsmarkt

Analyse van de instroom van allochtone studenten op de pabo 1

Feiten en cijfers. Afgestudeerden en uitvallers in het hoger beroepsonderwijs. April 2016

Allochtonen op de arbeidsmarkt

Resultaten WO-monitor 2011

Samenvatting onderzoek Medewerkers in het MBO

7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs

Benchmark Axisopleidingen

Figuur 1: aandeel mannelijke studenten in instroom bij de pabo s in 2010 (bron: HBO-Raad, bewerking sbo)

Dit onderdeel gaat over diploma s van bekostigde opleidingen. Hierbij onderscheiden we diplomarendement en het aantal diploma s.

Factsheet. Samenvatting

Feiten en cijfers. Afgestudeerden en uitvallers in het hoger beroepsonderwijs. juni 2011

De hbo er aan het werk

Amsterdam, juni 2009 In opdracht van Elsevier Thema. Studie & werk Hbo ers en academici van studiejaar 2006/2007 op de arbeidsmarkt

1,4% ten opzichte van studiejaar

Mannen geven veel vaker leiding dan vrouwen

Instroom hbo afgenomen maar forse groei aantal gediplomeerden

HET APOLLO MODEL. Figuur 1: Ontwikkeling aantal studenten HBO en WO, Nederland,

HET APOLLO MODEL. Figuur 1: Ontwikkeling aantal studenten HBO en WO, Nederland,

Voltijd hbo ers sinds twee jaar weer vaker een baan binnen achttien maanden

Langdurige werkloosheid in Nederland

Feiten en cijfers. Afgestudeerden en uitvallers in het hoger beroepsonderwijs. mei 2010

Alumnionderzoek opleiding Bedrijfseconomie Hogeschool Arnhem en Nijmegen 2009

Uit huis gaan van jongeren

Amsterdam, juni 2016 In opdracht van Elsevier. Studie & Werk 2016

Veranderen van opleiding

x Verandering t.o.v. voorgaand jaar Totaal

Instroom en Inschrijvingen

Joost Meijer, Amsterdam, 2015

Feiten en cijfers. Afgestudeerden en uitvallers

Studenten aan lerarenopleidingen

Instroom hbo afgenomen maar forse groei aantal gediplomeerden

TUSSENBERICHT SELECTIE VAN VOLTIJD MASTEROPLEIDINGEN IN HET WETENSCHAPPELIJK ONDERWIJS EN STUDENTENSTROMEN

Investeren in kwaliteit Kansrijk op arbeidsmarkt. Onderzoek met impact. Hbo als emancipatiemotor. Hbo in vogelvlucht. #hbocijfers

Monitor beleidsmaatregelen Anja van den Broek

Format samenvatting aanvraag. Opmerking vooraf

Aantal medewerkers Zuidoost-Brabant

Feiten en cijfers. Afgestudeerden en uitvallers in het hoger beroepsonderwijs. juni 2008

Rotterdamse schoolverlaters op achterstand

Feiten en cijfers. Afgestudeerden en uitvallers in het hoger beroepsonderwijs. juni 2008

Instroom en inschrijvingen

Factsheet. Instroom hbo toegenomen, lichte groei aantal inschrijvingen en aantal gediplomeerden neemt gestaag toe.

TEVREDEN WERKEN IN HET PRIMAIR ONDERWIJS. Onderzoek naar de tevredenheid en werkbeleving van personeel in het primair onderwijs.

Amsterdam, juni 2015 In opdracht van Elsevier. Studie & Werk 2015

Transcriptie:

De uitstroom van jonge fiscalisten uit het hoger onderwijs

Amsterdam, mei 2006 In opdracht van de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs (NOB) De uitstroom van jonge fiscalisten uit het hoger onderwijs Djoerd de Graaf Peter Berkhout

De wetenschap dat het goed is SEO Economisch Onderzoek doet onafhankelijk toegepast onderzoek in opdracht van overheid en bedrijfsleven. Ons onderzoek helpt onze opdrachtgevers bij het nemen van beslissingen. SEO Economisch Onderzoek is gelieerd aan de Universiteit van Amsterdam. Dat geeft ons zicht op de nieuwste wetenschappelijke methoden. We hebben geen winstoogmerk en investeren continu in het intellectueel kapitaal van de medewerkers via promotietrajecten, het uitbrengen van wetenschappelijke publicaties, kennisnetwerken en congresbezoek. SEO-rapport nr. 900 ISBN 10: 90-6733-343-3 ISBN 13: 978-90-6733-343-6 Copyright 2006 SEO Amsterdam. Alle rechten voorbehouden. Het is geoorloofd gegevens uit dit rapport te gebruiken in artikelen en dergelijke, mits daarbij de bron duidelijk en nauwkeurig wordt vermeld.

Inhoudsopgave 1 Inleiding...1 2 Hoe groot is de uitstroom?...3 2.1 Instroom...4 2.2 Uitstroom...5 3 Wie zijn de jonge fiscalisten?...11 3.1 Achtergrond...11 3.2 Tijdens opleiding...12 4 Wat is de arbeidsmarktpositie van jonge fiscalisten?...13 4.1 Wat krijgen ze?...13 4.2 Wat willen ze?...16 5 Waar komen jonge fiscalisten terecht?...19 6 Conclusies en aanbevelingen...23 Bijlage: Databronnen...27

DE UITSTROOM VAN JONGE FISCALISTEN UIT HET HOGER ONDERWIJS 1 1 Inleiding In 1998 was de arbeidsmarkt van fiscalisten krap. De Nederlandse Orde van Belastingadviseurs (NOB) wilde daarom beter zicht op de arbeidsmarkt van hoog opgeleide fiscalisten die pas het hoger onderwijs hadden verlaten. SEO Economisch Onderzoek heeft destijds die arbeidsmarkt geschetst. De opzet van dat onderzoek was als volgt. De aanbodzijde - gedefinieerd als de uitstroom uit het hoger onderwijs - werd in kaart gebracht aan de hand van bestaande gegevens. De vraagzijde - gedefinieerd als de bedrijven en instellingen waar de uitstroom komt te werken - werd in kaart gebracht op basis van bestaande gegevens én interviews met grote afnemers (grote kantoren, de Belastingdienst). Vervolgens werd de spanning tussen vraag en aanbod vastgesteld. In het onderzoeksrapport werden de volgende conclusies getrokken. Er werd geconstateerd dat het vakgebied van de fiscaliteit sterk was toegenomen in complexiteit en dat de afzetmarkt voor fiscaal advies en belastingaangifte sterk was gegroeid. Bovendien werd de verwachting uitgesproken dat deze ontwikkelingen zich zouden doorzetten. Om de kennis van fiscalisten op peil te houden werd voorgesteld om een postdoctorale opleiding in het leven te roepen. Om het aanbod van fiscalisten te vergroten, werd onder andere aanbevolen om meer deeltijdwerk mogelijk te maken in de branche en jongeren al vroeg te interesseren voor het fiscale vak. Eén van de mogelijke wegen die destijds werd genoemd om jongeren te bereiken, was om schooldecanen voor te lichten. Deze voorlichting is inmiddels praktijk geworden. Overigens werd de verwachting uitgesproken dat de uitstroom uit fiscale opleidingen ook zonder extra maatregelen in de eerste jaren na 1998 zou toenemen. Deze toename heeft inderdaad plaatsgevonden, zij het niet in die mate als destijds voorspeld. Anno 2006 is de arbeidsmarkt van fiscalisten nog altijd krap. De NOB heeft daarom behoefte aan een update van het in 1998 uitgevoerde onderzoek. De wens is een aanpak in twee stappen. In de eerste stap is de aandacht gericht op de aanbodzijde, gebaseerd op direct voorhanden zijnde gegevens. Daarna wordt besloten of en zo ja welke behoefte bestaat aan een tweede stap: een onderzoek naar de vraagzijde van de markt, waarin onder andere grote werkgevers van fiscalisten worden geïnterviewd. Dit onderzoeksrapport is een verslag van de eerste stap. In tegenstelling tot in 1998 wordt in deze eerste stap dus primair een blik geworpen op de aanbodzijde van de arbeidsmarkt van jonge fiscalisten. Centraal in het onderzoek staat de vraag: Hoe heeft de uitstroom van jonge fiscalisten uit het hoger onderwijs zich in de afgelopen jaren ontwikkeld en hoe luiden de verwachtingen voor de nabije toekomst?. De aanbodzijde definiëren wij dus als de jaarlijkse uitstroom uit het hoger beroepsonderwijs (hbo) en het wetenschappelijk onderwijs (wo). Op hbo-niveau bestaat één opleiding voor fiscalisten: fiscale economie; op wo-niveau zijn er twee: fiscaal recht 1 en fiscale economie. We concentreren ons op deze drie studies, waarbij de focus ligt op de wo-opleidingen. Cijfers krijgen pas betekenis als ze in perspectief worden geplaatst. Of fiscalisten veel verdienen of niet, wordt bijvoorbeeld pas echt duidelijk als hun salaris wordt afgezet tegen het salaris van hoger opgeleiden met een vergelijkbare opleiding. We vergelijken de gegevens van de fiscalisten in dit rapport daarom op 1 Voorheen werd deze opleiding fiscaal-juridische opleiding genoemd.

2 HOOFDSTUK 1 een aantal plekken met hoger opgeleiden die een soortgelijke opleiding hebben gevolgd. Probleem daarbij is dat fiscale opleidingen zeer specifiek opleiden. Vergelijkbare opleidingen zijn daardoor nauwelijks voorhanden. Na overleg met de opdrachtgever hebben we besloten om gebruik te maken van de volgende referentieopleidingen : accountancy en de opleiding voor Management, Economie en Recht (MER) voor fiscale economie op hbo-niveau, economie voor fiscale economie op wo-niveau, en notarieel recht en Nederlands recht voor fiscaal recht. We zijn ons ervan bewust dat afgestudeerden in deze opleidingen slechts zeer beperkt concurreren met afgestudeerde fiscalisten. Het onderzoek is gebaseerd op twee databronnen: het SEO/Elsevier-bestand en jaarcijfers van de IB-Groep. In het SEO/Elsevier-onderzoek Studie & Werk wordt elk jaar een nieuw cohort van afgestudeerde hoger opgeleiden door middel van een (internet-)enquête ondervraagd over hun schoolloopbaan en hun eerste schreden op de arbeidsmarkt. De IB-Groep publiceert jaarlijks een bestand met cijfers over het aantal nieuwe inschrijvingen, de ingeschrevenen en de uitstroom uit het hoger onderwijs. De bijlage gaat nader in op deze databronnen. De opbouw van het rapport is als volgt. Het volgende hoofdstuk gaat in op hoeveel studenten een fiscale opleiding zijn gaan volgen in de afgelopen jaren en vooral op de verwachte uitstroom vanuit die opleidingen op de arbeidsmarkt in de komende jaren. Hoofdstuk 3 schetst een beeld van wie deze fiscalisten zijn. Wat is hun achtergrond, ook tijdens de opleiding? Hoofdstuk 4 beschrijft de arbeidsmarktpositie van fiscalisten. Wat zijn hun arbeidsvoorwaarden en welke arbeidsvoorwaarden wensen ze? Hoofdstuk 5 geeft weer in welke sectoren en functies fiscalisten terechtkomen. Daarmee komt in deze eerste stap van het onderzoek de vraagzijde toch zijdelings aan bod. Hoofdstuk 6 ten slotte concludeert en geeft beleidsaanbevelingen. Hoe kunnen de bevindingen van het onderzoek worden omgezet in beleid om het aanbod beter op de (grote) vraag aan te laten sluiten?

DE UITSTROOM VAN JONGE FISCALISTEN UIT HET HOGER ONDERWIJS 3 2 Hoe groot is de uitstroom? Fiscalisten worden in het academisch onderwijs gevormd aan twee verschillende faculteiten: de juridische en de economische. Gemiddeld over de afgelopen drie jaren is de verdeling van de uitstroom zo n zestig procent fiscaal jurist en veertig procent fiscaal econoom; zie Figuur 2.1. Beide vormen slechts een klein deel van het totaal aantal gediplomeerden in het wetenschappelijk onderwijs. De fiscaal juristen vormen zo n anderhalf procent van de totale uitstroom, de fiscaal economen zelfs maar een half procent. Andere opleidingen binnen dezelfde faculteiten zijn veel groter. Zo heeft circa acht procent van de afgestudeerden economie gestudeerd en tien procent Nederlands recht. Een andere vergelijkbare opleiding (zie inleiding) notarieel recht is met een kleine procent van de uitstroom ook klein. Figuur 2.1: Academisch geschoolde fiscalisten in afgelopen drie jaren fiscale economie 39% fiscaal recht 61% Bron: IB-Groep, bewerking SEO Economisch Onderzoek Ook van de afgestudeerde hbo ers maken de fiscaal economen slechts een klein deel uit, namelijk zo n half procent. Daarmee is fiscale economie een veel kleinere studie dan MER (vier procent) en ook accountancy heeft met één procent van de totale uitstroom meer afgestudeerden. Dit hoofdstuk beschrijft welke ontwikkeling de uitstroom uit de fiscale opleidingen de afgelopen jaren heeft doorgemaakt en naar verwachting de komende jaren zal doormaken (Paragraaf 2.2). Aangezien de instromers in de opleiding van nu, de uitstromers van straks zijn, werpt Paragraaf 2.1 eerst een blik op de instroom in de fiscale opleidingen.

4 HOOFDSTUK 2 2.1 Instroom Vanaf het studiejaar 2002/2003 is de structuur van het hoger onderwijs in Nederland veranderd: de bachelor-masterstructuur is ingevoerd. Deze structuur houdt in dat bachelor- en masteropleidingen worden onderscheiden. De bacheloropleiding volgt op een vooropleiding in het voortgezet onderwijs of middelbaar beroepsonderwijs. De bacheloropleiding in het wo duurt drie jaar, de masteropleiding één of twee jaar. In het hbo zijn alle vierjarige opleidingen in 2002 omgezet in vierjarige bacheloropleidingen; zie www.minocw.nl. Zowel de complete academische opleiding fiscale economie als fiscaal recht bestaan uit een driejarige bacheloropleiding en een eenjarige masteropleiding. Het begin van de bacheloropleidingen is algemeen, dat wil zeggen dat gemeenschappelijke vakken met respectievelijk andere economiestudenten en andere rechtenstudenten worden gevolgd. Gaandeweg de opleiding specialiseren studenten zich steeds verder in fiscale economie en fiscaal recht. Voor de masteropleiding fiscaal recht is de bachelor fiscaal recht vereist. 2 De bacheloropleiding fiscale economie kan uiteraard ook worden gevolgd na de bachelor fiscale economie, maar ook afgestudeerde hbo-studenten fiscale economie kunnen na het volgen van een schakelprogramma aan deze master beginnen; zie www.schoolweb.nl. 3 Figuur 2.2 geeft weer hoe de instroom in de drie fiscale opleidingen zich de afgelopen jaren heeft ontwikkeld. Het gaat hierbij om de instroom in de studies oude stijl en de instroom in de bacheloropleidingen. Figuur 2.2: Instroom van fiscalisten in het hoger onderwijs 1400 1200 1000 800 600 400 200 0 95/96 96/97 97/98 98/99 99/00 00/01 01/02 02/03 03/04 04/05 05/06 hbo - fiscale economie wo - fiscale economie wo - fiscaal recht wo - totaal fiscaal Bron: IB-Groep, bewerking SEO Economisch Onderzoek 2 Aan de Vrije Universiteit worden ook andere wo-bachelors toegelaten tot de master fiscaal recht. 3 Bij de Universiteit van Amsterdam is het mogelijk dat de examencommissie ook andere wo-bachelors toelaat.

HOE GROOT IS DE UITSTROOM? 5 Te zien is dat de instroom in fiscaal recht een grillig verloop kent. Het aantal instromers in de opleiding schommelt tussen circa 500 en 800 studenten. Na een hoogtepunt in 2003/2004 met circa 800 instromers is het aantal nieuwe studenten in de opleiding in 2005/2006 teruggelopen tot circa 600. Het aantal instromers in fiscale economie op wo-niveau vertoont wel een stijgende lijn. Nadat de opleiding jarenlang ongeveer 200 nieuwe studenten had begroet, is het aantal instromers in recente jaren gegroeid tot zo n 350. Dat betekent dat een steeds groter deel van de alle instromers in de universitaire fiscale opleidingen aan de economische faculteit gaat studeren. Na een opleving in het aantal nieuwe hbo-studenten fiscale economie eind jaren negentig, is de afgelopen jaren het aantal instromers nagenoeg stabiel: ongeveer 300. Ongeveer een kwart van de instromers in fiscaal recht gaat in deeltijd studeren. Een opvallend hoog percentage in vergelijking met andere opleidingen. Ook het percentage van de hbo ers fiscale economie dat in deeltijd gaat studeren is met ongeveer twintig procent hoog. Kennelijk bestaat er een grote behoefte aan een deeltijdopleiding onder fiscalisten in opleiding. Het zijn met name studenten die al een hbo-opleiding hebben afgerond, die ervoor kiezen om een woopleiding in deeltijd te volgen. Dat maakt het des te opvallender dat de bachelor fiscale economie op academisch niveau niet in deeltijd wordt aangeboden. Ook de master opleidingen fiscale economie wordt aan de meeste universiteiten alleen in voltijd aangeboden. Niet alle instromers halen ook de eindstreep van hun opleiding. De Graaf e.a. (2003) 4 laten zien dat tussen halverwege het eerste en het begin van het derde studiejaar ongeveer een kwart van alle wo-studenten van opleiding verandert. Bovendien vinden ook na het begin van het derde studiejaar en vooral voor de helft van het eerste studiejaar veranderingen plaats. Het is daarom niet verwonderlijk dat ongeveer 40 procent van de instromers in de drie fiscale opleidingen gedurende de opleiding uitvalt. Daarbij lijkt de uitval uit fiscaal recht wat kleiner te zijn dan de uitval uit fiscale economie op academisch niveau. 2.2 Uitstroom De fiscale opleidingen kunnen aan verschillende universiteiten en hogescholen worden gestudeerd. Op academisch niveau worden fiscale opleidingen aangeboden in Tilburg, Rotterdam, Maastricht, Amsterdam (Universiteit van Amsterdam), Groningen, Leiden en Utrecht, waarbij in de laatste twee steden alleen fiscaal recht kan worden gestudeerd. De universiteiten in de andere steden bieden zowel fiscale economie als fiscaal recht aan. Daarnaast biedt de Vrije Universiteit (VU) sinds 2002/2003 een masteropleiding fiscaal recht aan. Figuur 2.3 laat zien hoe groot het gemiddelde aandeel van de universiteiten was in de uitstroom (oude stijl en/of master) van de afgelopen drie jaren. 4 De Graaf, D., U. de Jong, J Korteweg, M. van Leeuwen en I. van der Veen (2003), Nadere analyses studentenmonitor 2002; studeren met een handicap en studieverloop in het algemeen. Onderzoek in opdracht van het ministerie van OCW. SEO-rapportnr. 711.

6 HOOFDSTUK 2 Figuur 2.3: Aandeel van de wo-instellingen in de uitstroom Fiscale economie RIJKSUNIVERSITEIT GRONINGEN 7% UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM 17% KATHOLIEKE UNIVERSITEIT BRABANT 40% UNIVERSITEIT MAASTRICHT 17% ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM 19% Fiscaal recht UNIVERSITEIT MAASTRICHT 10% RIJKSUNIVERSITEIT GRONINGEN 11% UNIVERSITEIT UTRECHT 3% KATHOLIEKE UNIVERSITEIT BRABANT 26% ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM 11% UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM 16% UNIVERSITEIT LEIDEN 23% Bron: IB-Groep, bewerking SEO Economisch Onderzoek Bij de studierichting fiscale economie is de Katholieke Universiteit Brabant (KUB) met een aandeel van veertig procent van de uitstroom verreweg de grootste. De Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR), de Universiteit Maastricht (UM) en de Universiteit van Amsterdam (UvA) hebben elk een kleine twintig procent van de uitstroom. De Rijksuniversiteit Groningen (RuG) heeft met nog geen tien procent van de uitstroom het kleinste aandeel. Ook bij fiscaal recht is de KUB het grootst. Net als aan de Universiteit Leiden studeert ongeveer een kwart van de studenten fiscaal recht aan deze instelling af. De UvA heeft ongeveer 15 procent van de uitstroom en de EUR, RuG en UM elk circa tien procent. Aan de Universiteit Utrecht, die sinds 2002/2003 fiscaal recht aanbiedt, studeert drie procent van de studenten fiscaal recht af.

HOE GROOT IS DE UITSTROOM? 7 De uitstroom uit de masteropleiding van de VU is niet terug te vinden in Figuur 2.3. De reden hiervoor is dat deze master fiscaal recht officieel binnen de opleiding Nederlands recht valt. De IB-Groep onderscheidt daardoor de uitstroom uit de masteropleiding fiscaal recht niet van de uitstroom uit de andere masteropleidingen Nederlands recht. Het is niet precies duidelijk in hoeverre ook bij andere universiteiten deze bestandsvervuiling optreedt. Oftewel, hoeveel studenten eigenlijk fiscaal recht studeren in plaats van het geregistreerde Nederlands recht. Navraag leert dat aan de VU jaarlijks ongeveer dertig studenten hun masteropleiding voltooien. Daarmee is het aandeel van de VU wat groter dan het (geregistreerde) aandeel van de Universiteit Utrecht en wat kleiner dan het aandeel van de UM. Figuur 2.4 toont het aandeel van zes hbo-instellingen in de uitstroom van fiscaal economen in de afgelopen drie jaar. Daarbij moet worden opgemerkt, dat sinds het studiejaar 2003/2004 de opleiding fiscale economie ook wordt aangeboden aan Hogeschool INHOLLAND en Hogeschool Rotterdam. Studenten die sinds die tijd zijn ingestroomd, zijn nog niet klaar met hun opleiding en dus niet terug te vinden in Figuur 2.4. Figuur 2.4: Aandeel van de hbo-instellingen in de uitstroom van fiscalisten HAAGSE HOGESCHOOL/ TH RIJSWIJK 6% HANZEHOGESCHOOL, GRONINGEN 9% HOGESCHOOL VOOR ECONOMISCHE STUDIES 9% FONTYS HOGESCHOLEN EINDHOVEN 40% SAXION HOGESCHOOL ENSCHEDE 11% HOGESCHOOL VAN ARNHEM EN NIJMEGEN 25% Bron: IB-Groep, bewerking SEO Economisch Onderzoek De Fontys Hogescholen Eindhoven leiden de meeste fiscaal economen op: zo n veertig procent, gevolgd door de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen met een kwart van de uitstroom. Saxion Hogeschool Enschede, de Hogeschool voor Economische Studies, de Hanzehogeschool Groningen en de Haagse Hogeschool/Technische Hogeschool Rijswijk (HHS/THR) verdelen de rest van de uitstroom, waarbij de HHS/THR het kleinste aandeel heeft. Figuur 2.5 toont de totale uitstroom - gesommeerd over de instellingen - uit de drie fiscale opleidingen in de afgelopen jaren. Deze uitstroom van fiscalisten is gebaseerd op de geregistreerde cijfers van de IB-Groep en zal in de praktijk dus wat hoger uitvallen vanwege de eerder gememoreerde bestandsvervuiling. Op basis van de recente instroom en de uitvalpercentages is bepaald hoe de uitstroom zich de komende jaren ongeveer zal ontwikkelen.

8 HOOFDSTUK 2 Het gaat bij de wo-opleidingen om de uitstroom uit de fiscale opleidingen volgens de oude stijl, en/of uit de masteropleidingen. De status van de master is immers het best vergelijkbaar met de opleiding oude stijl. Pas na de master is de academische opleiding echt afgerond. Doordat de bachelor-masterstructuur pas enkele jaren geleden is ingevoerd, is nog niet precies bekend hoe de doorstroom van de bachelor- naar de masterfase zal verlopen. De verwachting is dat het gros van de wo-studenten de masterfase van de eigen opleiding zal gaan volgen; zie www.studentenmonitor.nl. Figuur 2.5: Uitstroom van fiscalisten uit het hoger onderwijs: geregistreerd en prognoses 700 600 500 400 300 200 100 0 94/95 95/96 96/97 97/98 98/99 99/00 00/01 01/02 02/03 03/04 04/05 05/06 06/07 07/08 08/09 hbo - fiscale economie wo - fiscale economie wo - fiscaal recht wo - totaal fiscaal Bron: IB-Groep, bewerking SEO Economisch Onderzoek De uitstroom uit fiscaal recht is vrij constant. De afgelopen jaren schommelde deze tussen 400 en 500 studenten. In het studiejaar 2004/2005 studeerde ongeveer 400 studenten in deze studierichting af. De verwachting is dat de uitstroom de komende jaren licht zal toenemen, tot ongeveer 450 in 2008/2009. Mocht de instroom in de komende jaren niet aantrekken, dan zal de uitstroom, gezien de recente daling in de instroom, na 2008/2009 weer afnemen. De uitstroom uit fiscale economie op academisch niveau vertoont al jaren een stijgende lijn: van circa vijftig in 1994/1995 tot ongeveer 150 in 2004/2005. Naar verwachting zet deze trend zich de komende studiejaren door. In 2008/2009 zal de uitstroom ongeveer 200 bedragen. Daarmee komt de totale uitstroom uit academische fiscale opleidingen in dat studiejaar ongeveer op 650 uit. Op hboniveau heeft de uitstroom van ongeveer 100 studenten in 1994/1995 zich via een piek in 1998/1999 met 300 studenten ontwikkeld tot een uitstroom van ongeveer 200 studenten in 2004/2005. De verwachting is dat ook de komende jaren ongeveer 200 studenten per jaar zullen uitstromen. Overigens heeft de uitstroom zich wat minder rooskleurig ontwikkeld dan zoals voorspeld in het SEO-onderzoek van 1998. Daarin werd verwacht dat al in 2001/2002 de totale uitstroom van fiscalisten (fiscaal recht én fiscale economie) op wo-niveau rond de 750 zou bedragen. Dat het er minder zijn geworden zal wellicht te maken hebben met de niet verwachte teruglopende instroom in fiscaal recht. Bovendien is het daadwerkelijke aantal uitstromers misschien hoger dan geregistreerd vanwege de bestandsvervuiling. De voorspelde 200 uitstromers in 2001/2002 op hbo-niveau blijkt overigens wel te zijn uitgekomen.

HOE GROOT IS DE UITSTROOM? 9 Hoe dan ook, de uitstroom uit de academische fiscale opleidingen lijkt de komende jaren toe te nemen en de uitstroom uit hbo fiscale economie lijkt zich te stabiliseren. Daarbij is het even afwachten wat op langere termijn de gevolgen zullen zijn van de ingevoerde bachelormasterstructuur.

DE UITSTROOM VAN JONGE FISCALISTEN UIT HET HOGER ONDERWIJS 11 3 Wie zijn de jonge fiscalisten? In het vorige hoofdstuk is een indruk gegeven van de verschillende fiscale opleidingen en vooral van hoeveel studenten er in de fiscale opleidingen in- en uitstromen. Maar wie zijn die jonge fiscalisten nu eigenlijk? Dit hoofdstuk schetst een beeld van deze pasafgestudeerden. Paragraaf 3.1 gaat in op hun achtergrondkenmerken en Paragraaf 3.2 beschrijft hun curriculum vitae tot en met hun opleiding. 3.1 Achtergrond De gemiddelde leeftijd op het moment van afstuderen ligt bij studenten fiscaal recht hoger dan bij studenten die vergelijkbare opleidingen afronden, namelijk zo n 26 en een half ten opzichte van 25 en een half bij Nederlands recht en 25 jaar bij notarieel recht. Dat heeft alles te maken met het grote percentage deeltijders onder studenten fiscaal recht. Dit zijn vermoedelijk mensen die naast hun baan in deeltijd hun doctoraalbul hebben gehaald. Pas afgestudeerde fiscaal economen - die nauwelijks een mogelijkheid hebben om in deeltijd te studeren - zijn met 24 en een half gemiddeld dan ook een stuk jonger. Fiscalisten die op hbo-niveau hebben gestudeerd, studeren wel vaak in deeltijd en zijn om die reden met 25 jaar relatief oud. Ter vergelijking, studenten die net hun opleiding accountancy of MER hebben afgerond, zijn ongeveer 23 en een half. Fiscalisten zijn meestal man. Slechts een derde tot veertig procent van de afgestudeerden in de verschillende fiscale opleidingen is vrouw. Dat geldt overigens ook voor de meeste vergelijkbare studies, behalve voor de andere rechtenopleidingen. Daar is de man/vrouwverhouding andersom. Allochtonen zijn ondervertegenwoordigd in het hoger onderwijs. Al neemt hun aandeel de laatste jaren toe; zie www.statline.nl. Naar eigen zeggen is tussen 10 en 15 procent van de afgestudeerde fiscalisten allochtoon. 5 Dat is ongeveer gemiddeld. Opvallend is dat 17 procent van de afgestudeerde fiscaal economen op hbo-niveau zichzelf tot een allochtone bevolkingsgroep rekent. Een veel hoger percentage dan de circa 10 procent bij accountancy en MER. Het opleidingsniveau van de ouders geeft een indicatie van de sociale herkomst van de fiscalisten. Opvallend is dat de ouders van fiscalisten minder vaak een opleiding in het hoger onderwijs hebben genoten dan ouders van afgestudeerden in vergelijkbare opleidingen. Zo heeft ongeveer de helft van de ouders van afgestudeerden in fiscaal recht hoger onderwijs gevolgd, ongeveer tien procent minder dan ouders van afgestudeerden in Nederlands recht en notarieel recht. Bij fiscaal economen, zowel op hbo- (circa dertig procent ouders hoger opgeleid) als op wo-niveau (ongeveer 45 procent) zien we soortgelijke verschillen met vergelijkbare opleidingen. De fiscalisten behoren dus meer dan gemiddeld tot de eerste generatie hoger onderwijs binnen het gezin. 5 In Studie & Werk wordt aan de respondenten de volgende vraag gesteld: rekent u zichzelf tot een allochtone bevolkingsgroep?.

12 HOOFDSTUK 3 Tot slot van deze paragraaf laten we de studenten zelf aan het woord. In Studie & Werk wordt namelijk aan de afgestudeerden gevraagd aan te geven in hoeverre ze een aantal eigenschappen op zichzelf van toepassing vinden. De opvallendste verschillen met afgestudeerden in vergelijkbare opleidingen zijn de volgende. Fiscalisten beoordelen zichzelf als zakelijker en doortastender. Al vinden afgestudeerden in notarieel recht zichzelf nog weer wat zakelijker en doortastender dan afgestudeerden in fiscaal recht. Wat minder zijn de fiscalisten te spreken over hun inlevingsvermogen. Die eigenschap vinden ze net wat minder op zichzelf van toepassing dan dat afgestudeerden in vergelijkbare opleidingen zichzelf deze eigenschap toedichten. 3.2 Tijdens opleiding In het voortgezet onderwijs valt de toekomstige fiscalist tussen zijn klasgenoten over het algemeen niet op door zijn studieprestaties. Hun gemiddelde eindexamencijfer ligt met bijna een zeven ongeveer op het gemiddelde. Vergeleken met studenten in vergelijkbare opleidingen wijkt ook het vakkenpakket niet af van het gemiddelde. Fiscalisten kiezen ongeveer even veel alfa- en bètavakken. Wel ligt het aantal bètavakken een stuk lager dan gemiddeld in het voortgezet onderwijs. Gemiddeld bestaat het vakkenpakket van fiscalisten voor ongeveer 25 procent uit bètavakken, tegenover 35 procent voor alle academici en zo n dertig procent voor alle hbo ers. De fiscalist is kennelijk niet de grootste liefhebber van rekenen. Ook in het hoger onderwijs onderscheidt de fiscalist zich niet door hoge tentamencijfers. Het gemiddelde tentamencijfer van studenten fiscaal recht en fiscale economie is 7,0 en van studenten fiscale economie 6,9. Dat is nagenoeg gelijk aan het gemiddelde tentamencijfer van studenten in vergelijkbare opleidingen. Wel is het lager dan het gemiddelde van alle academici (7,2) en het gemiddelde van alle hbo ers (7,1) al is uiteraard niet elke opleiding even moeilijk. De gemiddelde studieduur van fiscalisten op hbo-niveau is ongeveer 4,3 jaar. Fiscalisten die hun opleiding op academisch niveau volgen, doen een kleine vijf en een half jaar over hun opleiding. Studenten die vergelijkbare opleidingen volgen, doen er bij de ene opleiding gemiddeld wat korter over en bij de andere wat langer. Of studenten werkervaring opdoen tijdens hun opleiding, kan van belang zijn voor de snelheid waarmee hij of zij een baan vindt. We onderscheiden drie soorten werkervaring. Ten eerste voor het vakgebied relevante werkervaring, ten tweede een typische studentenbijbaan en ten derde bestuurlijke ervaring, bijvoorbeeld bij een vereniging of belangengroepering. Fiscalisten blijken vaker relevante werkervaring op te hebben gedaan dan studenten met vergelijkbare opleidingen. De enige uitzondering vormen de studenten notarieel recht die nog wat vaker relevante banen hebben gehad tijdens de studie. Daarentegen - en misschien wel daardoor - hebben fiscalisten minder vaak typische studentenbanen gehad (behalve ten opzichte van studenten notarieel recht) en bestuurlijke ervaring opgedaan. Het volgende hoofdstuk gaat nader in op de arbeidsmarktpositie van fiscalisten ná hun opleiding.

DE UITSTROOM VAN JONGE FISCALISTEN UIT HET HOGER ONDERWIJS 13 4 Wat is de arbeidsmarktpositie van jonge fiscalisten? De arbeidsmarktpositie van afgestudeerde fiscalisten op academisch niveau is zeer goed. Dat was al zo ten tijde van het eerste SEO-onderzoek naar jonge fiscalisten op de arbeidsmarkt, in 1998, en dat is anno 2006 nog steeds zo. Uit de afgelopen drie jaargangen van Studie & Werk bleek dat afgestudeerden in fiscale economie en afgestudeerden in fiscaal recht zowel wat betreft de baankans, de hoogte van het salaris als de baanzekerheid tot de top tien te behoren. Andere opleidingen die het traditioneel goed doen op de arbeidsmarkt zijn opleidingen in de medische sector, zoals tandheelkunde, (dier-)geneeskunde en farmacie en technische opleidingen als econometrie. De arbeidsmarktpositie van fiscalisten op hbo-niveau is een stuk minder. De opleiding scoort zeker niet slecht in de lijstjes, maar steekt er ook niet bovenuit. Paragraaf 4.1 gaat nader in op de positie van pas afgestudeerde fiscalisten op de arbeidsmarkt. Paragraaf 4.2 beschrijft wat fiscalisten aantrekkelijk vinden in een baan. 4.1 Wat krijgen ze? Zoeken van werk Slechts vier procent van de afgestudeerde fiscalisten op academisch niveau heeft geen baan gehad in de eerste twintig maanden na afstuderen. De rest heeft allemaal gewerkt in die periode. Zo n twee derde van de fiscaal economen houdt het bij één baan, ongeveer een kwart verandert een keer van baan en vier procent is in drie of meer banen werkzaam geweest. Daarmee tonen de fiscaal economen zich honkvast. Van de afgestudeerden in fiscaal recht heeft bijvoorbeeld ongeveer 54 procent één werkgever gehad, circa een derde twee en ongeveer acht procent drie of meer werkgevers. Ook afgestudeerden in andere vergelijkbare opleidingen veranderen vaker van baan. Van de fiscaal economen op hbo-niveau heeft tien procent geen baan gehad in de eerste twintig maanden na afstuderen. Ruim de helft heeft één baan gehad, zo n dertig procent twee en zeven procent drie of meer. Daarmee zijn ze vergelijkbaar met accountants en minder vaak werkloos en honkvaster dan afgestudeerden in MER. Dat tien procent van de fiscalisten afkomstig van het hbo in de eerste 20 maanden niet heeft gewerkt, hoeft niet te betekenen dat ze geen baan hebben kunnen vinden. Bekijken we hun arbeidsmarktsituatie ná ongeveer twintig maanden dan zien we dat weliswaar slechts drie kwart aan het werk is, maar dat maar twee procent aangeeft op dat moment werkzoekend te zijn. Het blijkt dat twintig procent (weer) studeert. Van de fiscalisten afkomstig van de universiteit werkt ongeveer 95 procent, hetzij in loondienst dan wel in een eigen bedrijf. Een heel hoog percentage, ook in vergelijking met studenten die gediplomeerd zijn in vergelijkbare opleidingen; zie Figuur 4.1.

14 HOOFDSTUK 4 Figuur 4.1: De arbeidsmarktsituatie twintig maanden na afstuderen loondienst eigen bedrijf studerend/ in opleiding fiscale economie economie fiscaal recht nederlands recht werkzoekend notarieel recht anders 0% 20% 40% 60% 80% 100% Bron: SEO/Elsevier De tijd die verstrijkt tussen het moment waarop de fiscalist de bul krijgt uitgereikt en het moment waarop hij of zij begint aan de eerste baan op minimaal het niveau van de opleiding, noemen we de aansluitingsduur. Voor fiscalisten op academisch niveau bedroeg deze aansluitingsduur de afgelopen jaren ongeveer vier maanden. Zoals gemeld staan de fiscale opleidingen daarmee in de top tien van de opleidingen met de kortste aansluitingsduur. Van de soortgelijke opleidingen kent alleen notarieel recht een vergelijkbare aansluitingsduur. De zoekduur voor een baan op academisch niveau is voor afgestudeerden in Nederlands recht en economie gemiddeld ongeveer een half jaar, of zelfs wat langer. Fiscaal economen die een hbo-opleiding hebben gevolgd doen het met een gemiddelde aansluitingsduur van drie maanden zeker niet slecht, maar behoren daarmee niet tot de top. De baanzoekduur van hbo ers is gemiddeld genomen namelijk korter dan die van academici. De aansluitingsduur van afgestudeerden in MER en accountancy wijkt niet veel af van die van fiscalisten. Het is bekend dat fiscalisten in opleiding regelmatig al tijdens de studie worden benaderd door kantoren. Een dergelijke riante uitgangspositie op de arbeidsmarkt is niet voor veel anderen weggelegd. Het verklaart waarschijnlijk ook dat ongeveer drie kwart van de fiscalisten al voor het afstuderen zich oriënteert op de arbeidsmarkt. Ze worden er bijna door gedwongen door de kantoren. Van de vergelijkbare opleidingen zoeken alleen accountants vaker al voor het behalen van de bul. Waarschijnlijk door de riante uitgangspositie ondernemen fiscalisten relatief weinig verschillende zoekactiviteiten om een baan te vinden, namelijk circa twee. Dat is ongeveer een activiteit minder dan studenten met een vergelijkbare opleiding. Alleen het aantal zoekactiviteiten van accountants is vergelijkbaar. Van bijna alle zoekactiviteiten maken academisch gevormde fiscalisten minder gebruik dan studenten die zijn afgestudeerd in een vergelijkbare opleiding. Wel vinden ze vaker een baan via een stageplaats. Overigens zoeken ook fiscalisten hun baan het meest via (open) sollicitatiebrieven.