COMPETENTIES METEN. Handleiding

Vergelijkbare documenten
Antreum RAPPORT TALENTENSPECTRUM. Test Kandidaat Administratienummer: Datum: 02 Sep de heer Consultant

Persoonlijke vaardigheden / competenties 135 uitgewerkte voorbeelden. Competentiesvoorbeelden.nl versie

TESTOVERZICHT TASCNET

TESTOVERZICHT TASCNET - USG

TMA Talentenanalyse. Talent- en competentiepaspoort. Sara Berger 15 april 2013

Vergelijking tussen: Functie: General Manager Dijkhuis BV Afnamedatum: :26:42 Kandidaat: Verbaan, Jan Afnamedatum: :05:43

TMA Talentenanalyse. Talent- en competentiepaspoort. Jan Prins 7 november 2013

TMA Talentenanalyse Sara Berger

Joe Jouw Ontwikkeling Eerst

TMA Talentenanalyse. Talent- en competentiepaspoort. Paul van der Voorbeeld 13 november 2013

NL COACH CONGRES 01/12/2017

Hoe beoordeeld u de volgende competenties van de trainee: zeer goed goed voldoende net niet onvoldoende

Predictieve validiteit van Cebirtests. Studie 1: criteriumvaliditeit in de bewakingsector

6/04/2011. Gebruik Cebir Testbatterij in CLNR. Opbouw lezing. Testoverzicht. Voorstelling Firma

Marcq Coaches & Supervisors B.V. Conradstraat 38 (Groothandelsgebouw) Postbus BG Rotterdam KvK Rotterdam: btw: NL

Competentieprofiel: Voorbeeld

Paul van der Voorbeeld

Competentie Indicator Kandidaat Voorbeeld

Rapportage Competenties. Bea het Voorbeeld. Naam: Datum:

DEFINITIES COMPETENTIES

Standaardrapportage (strikt vertrouwelijk) Naam: Wouter van Straten Adviseur: Floor Meijer Datum: 15 maart 2014

TMA Talentenanalyse. Talent- en competentiepaspoort. Sara Berger 25 november T I E

ASSESSMENT The Right Profile

Rapportage Werksoorten. BIJ Voorbeeld. Naam: Datum:

TMA Talentenanalyse Sara Berger

ProfileXT Individual Profile

De informatie uit dit rapport is vertrouwelijk. Bewaar dit rapport dus op een veilige plek!

TSI TriMetrix. Victor Voorbeeld. 23 Persoonlijke Talenten

Beoordelingsformulier

Competenties op het gebied van Management en Leidinggeven

AANPASSINGSVERMOGEN - doelmatig blijven handelen door zich aan te passen aan veranderende omgeving, taken, verantwoordelijkheden en/of mensen.

Bijlage 12. Schouten & Nelissen Competentiemodel

INDIVIDUELE ONTWIKKELROUTEKAART

TH-PI Performance Indicator. Best Peter Assistant

TMA Talentenanalyse. Kandidaat-rapportage samenvatting. Demo Kandidaat 29 augustus 2011

NAAM VOORNAAM 29/10/2012

Simon Voorbeeld VERTROUWELIJK. Competentietest

Competentie Definitie % Nodig % Ontwikkeld

Beroepsmatige instelling Bij beroepsmatige instelling wordt gekeken naar wat u motiveert en welke doelstellingen u op werkgebied heeft.

Rapportage Competenties. Bea het Voorbeeld. Naam: Datum:

De volgende tests zijn afgenomen: Persoonsgegevens Aanvullende persoonsgegevens Capaciteitentest (MCT-M) Demo Kandidaat

Capaciteiten scan. Mw A. Demo. Naam. Datum assessment

RAPPORTAGE COMPETENTIEMETING BV DE DUMMY. groepen onderling vergeleken

Profiel Selector. Kiezen van competenties voor resultaten Voorbeeldrapportage P E O P L E I M P R O V E P E R F O R M A N C E

Persoonlijke rapportage van B. Smit

Maak de juiste keuze. Coaching. Selectie/Promotie. Management Ontwikkeling. Loopbaanbegeleiding. Copyright 2005 Alert Management Consultants

Kiezen van competenties voor resultaten Voorbeeldrapportage

Simon Voorbeeld VERTROUWELIJK. Competentietest

Teamrapportage

Testdatum 17 maart 2015 Naam deelnemer. Johanna Aartsen Geboortedatum 28 juni 2003 Deelnemersnummer

Rapportage. Vertrouwelijk. De volgende tests zijn afgenomen: Persoonsgegevens Aanvullende persoonsgegevens Capaciteitentest (MCT-H) Dhr. Demo.

Wat is de MBTI? TSS 2

Zap Q assessment. Individueel. Peter Voorbeeld

360 FEEDBACK 30/07/2013. Thomas Vragenlijst

Uitgebreid Rapport. Jan de Bruijn RAKNF. Kandidaatcode. Invoerdatum 14 februari Online Talent Manager Jan de Bruijn / RAKNF Pagina 1 van 5

RAPPORTAGE COMPETENTIEMETING BV DE DUMMY. alle personen

Capaciteitentest MBO. 1. Inleiding

De informatie in dit rapport is vertrouwelijk. Bewaar dit rapport dus op een veilige plek!

CULTUURBELEIDSCOÖRDINATOR

Psychologisch rapport: Competenties (strikt vertrouwelijk)

STAGES IN ARBEIDS- EN ORGANISATIEPSYCHOLOGIE: FEEDBACKINSTRUMENT

Rapport Sales 360. Test Kandidaat

Teamrapportage. Competentiematch & teampotentieel. 29 juli 2016

360 Graden onderzoek Werkwijze

Functiebeschrijving Niveau C1-C3 Niet-Leidinggevend

TMA Talentenanalyse Sara Berger

Datum: 5 september 2014

FUNCTIE- EN COMPETENTIEPROFIEL Administratief medewerker

Persoonlijke rapportage van B. Smit

TrainingU International Tel: 0031(0) E. : info@trainingu.nl. Wat is de uitdaging?

Functiebeschrijving Niveau C1-C3 Leidinggevend

2.1 'Emotioneel onbekommerd'

RAPPORT John Sample Datum:

Test naam Teamrollen van Belbin Datum Team Test Context Studie Deelnames 4/4 Resultaten over Student 1

Concept Gemeente Heemstede Lijst met omschrijving van 49-competenties

De persoonlijkheidskenmerken. succesvol D66 er. Intelligent. Evenwichtig. Open van geest. Consciëntieus. Extravert. Initiatiefrijk

Rapportage Eigenschappen. Bea het Voorbeeld. Naam: Datum:

Functieprofiel: Communicatiemedewerker stichting Opvoeden.nl

Versie september 2019

Rapport Sales Assessment

360 graden feedback competentie analyse Sarah Berger

Test naam Teamrollen van Belbin Datum Team Test Context Overige Deelnames 3/4 Resultaten over Peter Jansen

De persoonlijkheidskenmerken. succesvol D66 er. Intelligent. Evenwichtig. Open van geest. Consciëntieus. Extravert. Initiatiefrijk

TH-MI Motivation Indicator. Brown Jeremy Manager Brainwave Ltd.

Rapport Kwaliteit- & Projectmanagement 360. Test Kandidaat

Simon Voorbeeld VERTROUWELIJK. 360 Feedback Competentietest

Functieprofiel Raadslid Rijk van Nijmegen

De informatie uit dit rapport is vertrouwelijk. Bewaar dit rapport dus op een veilige plek!

Competentie Indicator. Jan de Bruijn RAKNF. Kandidaatcode. Invoerdatum 14 februari Online Talent Manager Jan de Bruijn / RAKNF Pagina 1 van 15

Inhoud. Aristoteles. Quotes over emotionele intelligentie. Rianne van de Ven Coaching & Consulting 1

De informatie in dit rapport is vertrouwelijk. Bewaar dit rapport dus op een veilige plek!

Arc-en-Ciel Functieprofiel

Transcriptie:

COMPETENTIES METEN Handleiding Het gebruik van testmateriaal is voorbehouden aan gekwalificeerden, of dient onder toezicht van gekwalificeerden te gebeuren. Het kopiëren en anderszins verwerken van testmateriaal vergroot de kans dat de validiteit van de test afneemt, doordat testmateriaal op grotere schaal en in minder gecontroleerde situaties wordt gebruikt.

Copyright 1990-2009 CEBIR nv Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm, geluidsband, elektronisch of op welke andere wijze ook en evenmin in een retrieval system worden opgeslagen zonder voorafgaandelijke schriftelijke toestemming van de uitgever.

A. INHOUD Inhoud...7 Inleiding...5 Competenties...7 1. Het begrip "competentie" 7 2. "Besluitvaardigheid" als voorbeeld 8 Functie- en competentieprofielen...13 1. Algemeen 13 2. Het functieprofiel 14 3. Het competentieprofiel 14 4. Het belang van competenties 19 5. Functieprofielen in TASC 23 Overzichten...26 1. Overzicht competenties 26 2. Overzicht testbatterijen 26

B. INLEIDING Deze handleiding bestaat uit drie delen. In een eerste deel wordt het begrip "competentie" besproken en wordt de eigenschap "besluitvaardigheid" als voorbeeld gebruikt ter verduidelijking van dit begrip. In een tweede deel bespreken we hoe verschillende subtests of schalen kunnen worden samengevoegd om diverse competenties te meten. Als illustratie worden schalen uit de tests Bfac Plus 3 en Lismo gebruikt om de gewenste competenties voor de functie van "projectleider" te meten. Er wordt ook aandacht besteed aan de relatieve waarde van een competentiescore. Deze is steeds afhankelijk van de functie waarvoor ze wordt gemeten. Door het gebruik van "functieprofielen" kunnen binnen TASC uiteenlopende competentiescores berekend worden. In een derde deel wordt er een overzicht geboden van de tests en schalen die bepaalde competenties kunnen meten. Daarna volgt er een overzicht met voorbeelden van testbatterijen voor diverse functies. Opmerking De meeste scorecombinaties berusten op het samenvoegen van normscores. Men kan hierbij voorlopig enkel gebruik maken van de normcategorie Stanine. Competenties meten 5

C. COMPETENTIES 1. Het begrip "competentie" Het begrip "competentie" betekent letterlijk "bevoegdheid". Oorspronkelijk heeft het een juridische connotatie en verwijst de term naar de bevoegdheid van een rechter. Het competent zijn tot handelen of tot oordelen, kan ook verwijzen naar "verantwoordelijkheid kunnen dragen". Iemand wordt als competent verklaard als hij volgens wettelijke definities verantwoordelijk is voor zijn daden. Een minderjarige of geesteszieke kan als incompetent verklaard worden. "Competentie" wordt soms ook in verband gebracht met "intelligentie". Sternberg plaatst de "praktische intelligentie" naast de "algemene intelligentie". Algemene intelligentie is op te vatten als de mentale basiscapaciteiten van een persoon. Praktische intelligentie wordt gebruikt om een gedragsrepertorium op te bouwen dat ingezet kan worden om problemen op te lossen. Mede door de toenemende interesse voor diverse praktische vormen van intelligentie drong de noodzaak aan een begrip zoals "competentie" zich op binnen de psychologie. Competentie in psychologische zin verwijst naar het vermogen om een taak met succes uit te voeren of een bepaald doel te bereiken. In het HR-kader heeft de term een specifieke betekenis gekregen. Hoekstra en van Sluijs geven als definitie: "Een competentie is het vermogen om effectief te presteren in een bepaald type taaksituatie of in een bepaald type probleemsituatie". Hoekstra, H.A. & van Sluijs, E. (1999), Management van Competenties. Het realiseren van HRM, Van Gorcum Competenties meten 7

2. "Besluitvaardigheid" als voorbeeld Als voorbeeld nemen we de eigenschap "besluitvaardigheid". Als "besluitvaardigheid" de vereiste competentie is, dan betekent dit dat iemand competent is indien hij besluitvaardig gedrag stelt. Wanneer stelt iemand besluitvaardig gedrag? Definitie We nemen als uitgangspunt enkele definities van het begrip "besluitvaardigheid". Volgens een bedrijf: "Het nemen van een beslissing of het vellen van een duidelijk oordeel zonder daarbij onnodig te aarzelen tussen alternatieven. Het nemen van de verantwoordelijkheid om te beslissen." Volgens Hoekstra en van Sluijs (1999, p. 34): "Een besluitvaardig iemand heeft het vermogen om beslissingen te nemen in een dilemma of een keuzesituatie." Deze definities zijn volgens ons niet volledig. We wensen in de definitie ook te wijzen op de gerichtheid van de beslissing. Onze definitie: "Het zonder onnodig aarzelen kunnen nemen van beslissingen bij keuzesituaties of dilemma's, die een positief of gunstig gevolg hebben voor de taak in kwestie of die het bereiken van het gewenste resultaat dichterbij brengen." Besluitvaardigheid vereist dus inzicht (er moet iets beslist worden), durf (ik durf de beslissing nemen) en de mogelijkheid om te reageren (ik kan de beslissing nemen). Competenties meten 8

Inzicht Durf Kunnen Tijdens het uitvoeren van een taak moet men niet voortdurend beslissingen nemen. Dit is alleen nodig als er zich op een bepaald moment een probleem stelt en/of men meerdere wegen uitkan. Door inzicht moet een persoon deze problemen kunnen identificeren en moet hij inzien dat er meerdere oplossingen mogelijk zijn. Op het ogenblik dat de persoon op basis van inzicht, kennis of ervaring inziet dat er een beslissing genomen moet worden, moet hij die ook durven en willen nemen. Men moet een beslissing ook kunnen nemen. Dit is niet altijd evident daar men rekening moet houden met de mensen en middelen die bij de beslissing betrokken zijn. Een beslissing moet ook verantwoord zijn. Het is vaak raadzaam pas te beslissen na een proces van informatieverzameling of van overleg. Er zijn echter situaties waar het snel nemen van een beslissing noodzakelijk is. Hierbij is het soms onmogelijk voldoende informatie in te zamelen. Men moet dan beslissen op basis van intuïtie en ervaring. Hoe besluitvaardig gedrag vaststellen? Waarneming Door directe waarneming. In de concrete bedrijfssituatie kan men waarnemen of de persoon een beslissing neemt en wanneer. Men kan ook vaststellen of iemand lang aarzelt of op een zeer snelle wijze beslist. Het is echter niet altijd gemakkelijk om na te gaan welk effect een beslissing heeft op de groep of de taak. Het effect kan immers goed zijn op korte termijn en nefast op lange termijn. Indien "besluitvaardigheid" als een competentie wordt gezien, moet een beslissing steeds een gunstig effect opleveren. Competenties meten 9

FDM Door het gebruik van een specifieke test Buiten de onmiddellijke waarneming kunnen we ook tests gebruiken om gedragingen te meten waaruit we competenties kunnen afleiden. De door Cebir ontwikkelde test FDM levert bijvoorbeeld een meting van "besluitvaardigheid" op. In deze test moet men zich in een bedrijfssituatie inleven en moet men beslissingen nemen op basis van vooraf aangeboden informatie. Door het combineren van metingen Om iemand als besluitvaardig te klasseren kan nagegaan worden of de persoon persoonlijkheidskenmerken heeft die noodzakelijk of gewenst zijn voor een besluitvaardig iemand. Zo moet een besluitvaardig iemand zelfverzekerd kunnen optreden, energie uitstralen en de intentie hebben om anderen die bij een beslissing betrokken zijn, te beïnvloeden. Bfac Plus 3 Deze eigenschappen kunnen we meten aan de hand van de persoonlijkheidstest Bfac Plus 3. Personen die in de test Bfac Plus 3 de combinatie "extravert" en "stabiel" behalen, hebben een karakter dat mede gekenmerkt wordt door het gemakkelijk kunnen nemen van beslissingen. Dit aspect zegt niets over de aard van de beslissing of over het effect van de beslissing. Het gaat hierbij alleen om het bezitten van een persoonlijkheid die geen moeite heeft om beslissingen te nemen. Door het afleiden uit andere metingen Of iemand waarschijnlijk besluitvaardig is, kan men soms afleiden uit andere metingen. LDS In de test LDS identificeert de meting prestatiegericht personen die ondernemend zijn, en snel en intuïtief reageren op een opportuniteit. Zij zijn sterk taak- en resultaatgericht. Er wordt aangenomen dat deze personen weinig aarzelen bij het nemen van beslissingen. Competenties meten 10

CNS GSST 1 of 2 Lismo In de test CNS bestaat de meting "oplossingsgericht onderhandelen". Ook hier kan je vermoeden dat deze meting verbonden is met het concept besluitvaardigheid. Wie zich actief inzet is doorgaans besluitvaardiger dan wie zich passief opstelt. Ook in de test GSST vinden we een meting die naar besluitvaardigheid verwijst. De meting "Beheersend" wijst er op dat men bij problemen ofwel het initiatief naar zich toetrekt ofwel dat men de nodige maatregelen neemt om anderen aan te sturen. De test Lismo zegt niet rechtstreeks iets over besluitvaardigheid. Wel kunnen we veronderstellen dat personen die veel belang hechten aan autonomie, besluitvaardiger zijn dan diegene die daar weinig belang aan hechten. Tabel1: Besluitvaardigheid en metingen Test Beslissen FDM PBS Bfac Plus 3 Ext+ Stb+ LDS Prt CNS Opl GSST 1 BE GSST 2 BE Lismo Aut Het mag duidelijk zijn dat niet al deze tests noodzakelijk zijn om de competentie besluitvaardigheid te meten. Het combineren van verscheidene metingen laat wel toe om betrouwbaardere informatie te bekomen over de te meten competentie. Wanneer metingen gecombineerd worden dient men wel op te letten voor mogelijke discrepanties (de ene meting hoog, de andere meting laag). De conclusie die men dan trekt dient voldoende genuanceerd te worden. Competenties meten 11

D. FUNCTIE- EN COMPETENTIEPROFIELEN 1. Algemeen Een functieprofiel vormt doorgaans het uitgangspunt voor het opmaken van een competentieprofiel, wat op zijn beurt de basis vormt voor het opstellen van een testbatterij. Bij het opstellen van een testbatterij zal men zich niet enkel laten leiden door de bekommernis om de competenties zo volledig mogelijk te meten, maar ook door de tijd die besteedt zal worden aan de testsessie. Functieprofiel Competentieprofiel Testbatterij Het opstellen van functieprofielen wordt sterk beïnvloed door de specifieke eisen van een bedrijf. Afhankelijk van bedrijf tot bedrijf zal éénzelfde functie anders ingekleurd worden en andere competenties vereisen. In dit deel leggen we een link tussen competenties zoals deze omschreven worden door Human Resource Managers en testresultaten die een indicator zijn voor deze competenties. Competenties meten 13

2. Het functieprofiel In het functieprofiel wordt de inhoud van een functie bondig maar toch zo volledig mogelijk omschreven. Voorbeeld: Projectleider: De projectleider staat in voor de oplossing van een probleem, vertrekkende van de probleemdefinitie tot aan de effectieve oplossing. Hij werkt tegen een vooraf bepaalde deadline. Hij heeft hiertoe een team ter beschikking dat o.a. bestaat uit een ingenieur, een architect en een business consultant. 3. Het competentieprofiel In het competentieprofiel worden de competenties beschreven waarover iemand moet beschikken om de functie met succes uit te kunnen voeren. Welke eisen worden aan de uitvoerders gesteld en welke eigenschappen moeten deze bezitten? Voorbeeld: Projectleider: De ideale projectleider scoort zeer hoog op resultaatgerichtheid en het kunnen geven van leiding. Hij beschikt over goede communicatieve vaardigheden, is zelfstandig, flexibel en resultaatgericht. Zin voor initiatief en samenwerking zijn belangrijk. Hij dient voldoende te beschikken over een probleemoplossend vermogen. Op basis hiervan kan een lijst met vereiste of gewenste competenties opgesteld worden: communicatieve kracht probleemoplossend vermogen zelfstandigheid resultaatgerichtheid zin voor initiatief flexibiliteit externe gerichtheid Competenties meten 14

samenwerking leidinggeven Elke competentie dient kort omschreven te worden om duidelijkheid te scheppen over wat er onder elk begrip verstaan wordt. Daarna wordt er nagegaan welke metingen gebruikt kunnen worden als indicator voor het al dan niet bezitten van de competentie. Voorbeeld: Hierna volgen voorbeelden van uitgewerkte competenties. Als indicator worden metingen gebruikt uit de tests Bfac Plus versie 3 en Lismo. Omschrijving Indicatoren Omschrijving 1. Communicatieve kracht In staat en bereid zijn informatie op te nemen en ideeën, meningen en feiten, in een open sfeer, helder en overtuigend aan anderen over te brengen. De persoon dient met andere woorden enerzijds extravert (gericht op anderen) en anderzijds receptief (open van geest, ideeën van anderen aanvaarden) te zijn. Bfac Plus Lismo Extraversie (Ext) Openheid van geest (Ope) Team spirit (Tim) komt alert en energiek over, is gericht op de buitenwereld is weetgierig, staat open voor nieuwe ideeën verkiest een sociale omgeving, werkt graag samen 2. Probleemoplossend vermogen In staat en bereid zijn problemen te signaleren. Problemen op basis van informatie en inzicht kunnen analyseren en beoordelen. Oplossingen kunnen aandragen die getuigen van vrijheid in denken (minder conventioneel). Competenties meten 15

Indicatoren Bfac Plus Lismo Creativiteit (OCr) Openheid van geest (Ope) Creativiteit (Cre) Achievement (Ach) is inventief, vindt gemakkelijk nieuwe oplossingen voor problemen is weetgierig, staat open voor nieuwe ideeën is op zoek naar het nieuwe, wil grenzen overschrijden getuigt van taakgerichtheid, houdt van resultaten Omschrijving 3. Zelfstandigheid In staat en bereid zijn de eigen verantwoordelijkheid op te nemen. Pragmatische beslissingen nemen, daarnaar handelen en zich daarbij bewust zijn en blijven van de gevolgen van het handelen voor anderen en de organisatie. Het gaat hier om het vermogen om, eens men een taak heeft opgenomen, deze op een verantwoordelijke wijze tot een goed einde te brengen. Indicatoren Bfac Plus Lismo Zorgvuldigheid (Csc) Emotionele stabiliteit (Stb) Organisatie (Org) Autonomie (Aut) neemt zijn/haar verantwoordelijkheid op, schenkt aandacht aan de richtlijnen, is bedachtzaam en nauwgezet is kalm en rustig, maakt zich niet onnodig zorgen plant graag eigen werkzaamheden of die van anderen wil werk op eigen wijze organiseren en eigen ritme bepalen Competenties meten 16

Omschrijving 4. Resultaatgerichtheid Er steeds naar streven werk af te leveren dat aan de afgesproken normen van kwaliteit en levertijd voldoet en het vanzelfsprekend vinden daarvoor inzet te leveren. Indicatoren Bfac Plus Lismo Zorgvuldigheid (Csc) Achievement (Ach) neemt zijn/haar verantwoordelijkheid op, schenkt aandacht aan de richtlijnen, is bedachtzaam en nauwgezet getuigt van taakgerichtheid, houdt van duidelijke resultaten Omschrijving 5. Initiatief In staat en bereid zijn uit eigen beweging kansen te signaleren, daarnaar te handelen en risico te durven nemen. Vanuit zichzelf doelgerichte activiteiten ontplooien of voorstellen daartoe doen. Indicatoren Bfac Plus Lismo Extraversie (Ext) Creativiteit (OCr) Creativiteit (Cre) komt alert en vinnig over, is gericht op de buitenwereld is inventief, vindt gemakkelijk nieuwe oplossingen voor problemen is op zoek naar het nieuwe, wil grenzen overschrijden Flexibiliteit 6. Flexibiliteit In staat en bereid zijn om in te spelen op veranderde omstandigheden en daarbij te blijven streven naar de gestelde doelen. Competenties meten 17

Indicatoren Lismo Afwisseling (Afw) Werkzekerheid (Wzh) verkiest een job met grote diversiteit aan handelingen inverse score, verkiest stabiliteit, wil een vast levenspatroon Omschrijving Indicatoren Samenwerking Indicatoren Leidinggeven 7. Externe gerichtheid In staat en bereid zijn op zoek te gaan en zich in te leven in de positie, denkwijze en behoeften van anderen. Bfac Plus Lismo Extraversie (Ext) Openheid van geest (Ope) Vriendelijk (Agr) Culturele ontwikkeling (Cul) is alert en vinnig, is gericht op de buitenwereld is weetgierig, staat open voor nieuwe ideeën is samenwerkingsgericht, meevoelend en begrijpend gaat op zoek naar nieuwe kennis, getuigt van brede interesse 8. Samenwerking In staat en bereid zijn bij te dragen aan een gemeenschappelijk resultaat. Zich vereenzelvigen met de belangen en problemen van het team en de organisatie. Bfac Plus Lismo Vriendelijk (Agr) Team spirit (Tim) is samenwerkingsgericht, meevoelend en begrijpend verkiest een sociale omgeving, werkt graag samen 9. Leidinggeven Vermogen om de eigen werkzaamheden en die van de eigen werknemers zo in te delen dat de gewenste resultaten op een efficiënte manier worden bereikt. Er in slagen teamspirit te Competenties meten 18

kweken en aandacht te hebben voor het individu. Indicatoren Bfac Plus Lismo Zorgvuldigheid (Csc) Dynamisch (EDy) Dominant (EDo) Organisatie (Org) Team spirit (Tim) Macht (Mht) neemt zijn/haar verantwoordelijkheid op, schenkt aandacht aan de richtlijnen, is bedachtzaam en nauwgezet is ondernemend en doelgericht is geneigd controle uit te oefenen over anderen plant graag de eigen werkzaamheden of die van anderen verkiest een sociale omgeving, werkt graag samen wil anderen beïnvloeden, streeft een gezagsfunctie na 4. Het belang van competenties Het is best mogelijk dat voor verschillende functies dezelfde competenties vereist zijn maar dat de belangrijkheid van de competenties verschilt. Voor functie A zal bijvoorbeeld competentie X het belangrijkste zijn en voor functie B zal bijvoorbeeld competentie Y het belangrijkste zijn. De vier functies Zo zijn de vereiste competenties voor de functie van projectleider ook gewenst voor de functies van, ingenieur, architect en business consultant. Maar het belang van elke competentie verschilt. Nadat de functies en de bijhorende competenties omschreven zijn, kan voor iedere functiegroep de belangrijkheid van iedere competentie worden vastgelegd. Aan de verschillende profielen worden gewenste scores in stanine toegewezen. Deze scores zijn tot op Competenties meten 19

zekere hoogte arbitrair en geven het relatieve belang weer dat aan de verschillende criteria wordt gehecht binnen een functie. Voorbeelden: De projectleider Projectleider De projectleider staat in voor de oplossing van een probleem, vertrekkende van de probleemdefinitie tot aan de effectieve oplossing. De ideale projectleider scoort zeer hoog (8) op resultaatgerichtheid en leidinggeven. Hij scoort hoog (7) op: communicatieve vaardigheid, zelfstandigheid, flexibiliteit en resultaatgerichtheid. Op probleemoplossend vermogen, initiatief en samenwerking scoort hij gemiddeld (5). Communicatieve kracht Probleemoplossend vermogen Zelfstandigheid Resultaatgerichtheid Initiatief Flexibiliteit Externe gerichtheid Samenwerking Leidinggeven 1 2 3 4 5 6 7 8 9 Competenties meten 20

De ingenieur Ingenieur De ingenieur houdt zich voornamelijk bezig met de technische analyse van problemen. De ideale ingenieur scoort zeer hoog (8) op probleemoplossend vermogen. Op communicatieve vaardigheid, resultaatgerichtheid, flexibiliteit, externe gerichtheid en samenwerking scoort hij hooggemiddeld (6). Op zelfstandigheid en initiatief dient hij een gemiddelde score (5) te behalen. Leidinggevendheid is in mindere mate van belang voor de ingenieur, hij mag hiervoor een lage score (2) behalen. Communicatieve kracht Probleemoplossend vermogen Zelfstandigheid Resultaatgerichtheid Initiatief Flexibiliteit Externe gerichtheid Samenwerking Leidinggeven 1 2 3 4 5 6 7 8 9 De architect Architect De architect bepaalt de grote lijnen bij het oplossen van problemen, hij levert voorstellen ter oplossing en bepaalt het draagvlak van besluiten. De ideale architect scoort zeer hoog (8) op externe gerichtheid. Hij scoort hoog (7) op communicatieve vaardigheid en resultaatgerichtheid. Op flexibiliteit en samenwerking behaalt hij een hooggemiddelde (6) score, terwijl hij op de overige criteria (probleemoplossend vermogen, zelfstandigheid, initiatief en leidinggevendheid) gemiddeld moet scoren. Competenties meten 21

Communicatieve kracht Probleemoplossend vermogen Zelfstandigheid Resultaatgerichtheid Initiatief Flexibiliteit Externe gerichtheid Samenwerking Leidinggeven 1 2 3 4 5 6 7 8 9 De business consultant Business consultant De business consultant zal de klant begeleiden in het definiëren van problemen en het bepalen van een oplossingsrichting. De ideale business consultant scoort zeer hoog (8) op communicatieve vaardigheid en externe gerichtheid. Een hoge score (7) dient hij te behalen op flexibiliteit en samenwerking. Op probleemoplossend vermogen, zelfstandigheid, initiatief en leidinggevendheid scoort hij hooggemiddeld (6), en op resultaatgerichtheid scoort hij gemiddeld (5). Communicatieve kracht Probleemoplossend vermogen Zelfstandigheid Resultaatgerichtheid Initiatief Flexibiliteit Externe gerichtheid Samenwerking Leidinggeven 1 2 3 4 5 6 7 8 9 Competenties meten 22

5. Functieprofielen in TASC Om na te gaan of een persoon aan de gewenste competenties beantwoordt, dienen de relevante testresultaten bekeken te worden. TASC biedt de mogelijkheid om snel na te gaan of aan de competentievereisten voldaan werd. Door het opbouwen van een functieprofiel kan de kwaliteit van een testresultaat snel beoordeeld worden. In een functieprofiel kunnen scores op eenvoudige wijze gecombineerd worden tot een nieuwe meting. Functieprofielen binnen Tasc zijn standaardrapporten waarin gespecificeerd wordt welke competenties gemeten worden met welke schalen. Deze standaardrapporten dienen Tasc gebruikers zelf op te stellen. Hoe een functieprofiel aangemaakt wordt, kan uitgebreid teruggevonden worden in de handleiding van het Tasc-programma Tasc Data Center (TDC). Elke competentie wordt beoordeeld op basis van de vooraf gedefinieerde competentieprofielen. Om na te gaan of de persoon communicatief is, wordt er gekeken in welke mate hij extravert, open van geest en teamgericht is. Om na te gaan of de persoon een probleemoplossende ingesteldheid heeft, wordt er gekeken in welke mate hij open van geest, creatief en prestatiegericht is. En om na te gaan of de persoon zelfstandig is, wordt er gekeken in hoeverre hij nauwgezet, emotioneel stabiel, autonoom en organiserend is. De competentiescore is een combinatie van diverse testscores. Men kan zowel scores uit éénzelfde test combineren als scores uit verschillende tests. Competenties meten 23

Voorbeeld Communicatieve kracht Uitleg rechterkolom van voorbeeld: Uit de Cebir test 'Bfac Plus 3' haalt men de score op de schaal Ext vermenigvuldigd met wegingcoëfficiënt 1, daarbij voegt men de score op de schaal Ope uit de Cebir test 'Bfac Plus 3', vermenigvuldigd met wegingsfactor 1 en daarbij voegt men eveneens de score op de schaal Tim uit de Cebir test 'Lismo', vermenigvuldigd met wegingsfactor 2. Opmerkingen: Wanneer men scores gaat combineren, moet men goed weten waarom die scores gecombineerd worden. Gecombineerde scores zijn geen zuivere metingen! Het is noodzakelijk om de tests en de schalen voldoende te kennen alvorens men in een functieprofiel gaat combineren. Ook opletten voor de tendens tot centralisatie: somscores worden gemiddelde scores. Competenties meten 24

Hieronder ziet u hoe een ingevuld functieprofiel er uit kan zien: Competenties meten 25

E. OVERZICHTEN 1. Overzicht competenties Op de hierna volgende pagina's krijgt u een overzicht van een aantal competenties met de tests en schalen die gebruikt kunnen worden om deze competenties te meten. De competenties worden ingedeeld in de volgende categorieën: - Intelligentie en aanverwanten - Observatie en reactie - Taalkennis - Persoonlijkheid: De persoon toont - Vaardigheden: De persoon kan Opm: Wanneer (persoonlijkheids)vragenlijsten als meting voor vaardigheden worden gebruikt, is het resultaat slechts een indicator voor de vaardigheid. 2. Overzicht testbatterijen Daarna worden een aantal voorbeelden gegeven van testbatterijen. Bij het samenstellen van deze batterijen is er getracht zowel aspecten van persoonlijkheid en intelligentie als noodzakelijke vaardigheden te meten. Er werd getracht testbatterijen samen te stellen die uit maximum 6 verschillende tests bestaan. Deze voorbeelden zijn niet absoluut en kunnen naar eigen wensen aangepast, uitgebreid of ingekort worden. Competenties meten 26

COMPETENTIE SPECIFICATIE INTELLIGENTIE EN AANVERWANTEN TOELICHTING TEST: SCHAAL Analytisch denkvermogen numeriek inzicht in vraagstukken ALGO: Vra Analytisch denkvermogen numeriek inzicht in vraagstukken ALGO L1A: (eenvoudiger) Nrv Analytisch denkvermogen praktisch inzicht in een concrete ORGAN: situatie Org Analytisch denkvermogen administratief inzicht in informatie ADMITA: ATj Capaciteit laaggeschoolden basisniveau diverse eenvoudige ARBED A: opdrachten Tot Driedimensionaal inzicht ruimtelijk SPACE 1: inzicht in ruimtelijke figuren Rib Geheugen associatief onthouden van betekenisvolle combinaties Tmc MEMO 2: Geheugen onmiddellijk onthouden van betekenisloze combinaties Mca MEMO 1: Geheugen spatiaal onthouden van posities MEMO 3: cor Leervermogen abstract aanleren van een codesysteem (complex) Ctj SYMBOL A: Leervermogen abstract aanleren van een codesysteem (eenvoudiger) SYMBOL B: Ctj Logisch denken deductief logische conclusies trekken CONCLUS: Ccs SUPER: Inz FACTS: Fac ARBED B: Tot SPACE 2: Rib SYMBOL BIS: Ctj CALL2: SFF LINT: InL SPACE 3: Msp KIT: G ASAT: Riz 27

Probleemanalyse numeriek inzicht in vraagstukken Probleemanalyse Probleemanalyse numeriek praktisch inzicht in vraagstukken (eenvoudiger) inzicht in een concrete situatie ALGO: Vra ALGO L1A: Nrv ORGAN: Org Redeneervermogen abstract aanvullen van letterreeksen ABALET: Ard Redeneervermogen deductief logische conclusies trekken CONCLUS: Ccs Redeneervermogen figuratief aanvullen van figuurreeksen Iad INTEL A1: Redeneervermogen numeriek aanvullen van cijferreeksen NUM: Num Redeneervermogen verbaal analogieën tussen woorden ANABO: Ana Redeneervermogen verbaal tekstbegrip CRT: TXT Redeneervermogen verbaal woordkennis in zinsverband Fwd FWT: Redeneervermogen verbaal synoniemen zoeken SYNO : Wdj Ruimtelijk inzicht 3D inzicht in ruimtelijke figuren SPACE1: Rui Ruimtelijk inzicht figuratief (2D) inzicht in figuren SAT: Sar Ruimtelijk inzicht oriëntatiezin zicht op een plattegrond ORIENT: Osp SUPER: Inz SPACE 2: Rui FDM: Fac SPACE 3: Msp ASAT: Riz 28

Vorminzicht figuratief (2D) inzicht in figuren OBSERVATIE EN REACTIE Aandacht voor Aandacht voor Concentratie Observatievermogen Observatievermogen Observatievermogen Observatievermogen Observatievermogen Observatievermogen snelle prikkels alarmsignalen bij waarneming associatie concentratie controle efficiëntie waarnemen van snelle stimuli waarnemen van gevaarsignalen waarneming van snelle stimuli ontdekken op basis van eigenschappen onthouden van snelle prikkels nauwgezette controle van een bedieningspaneel snelheid en precisie bij eenvoudige controle ontdekken van afwijkende of opvallende elementen ontdekken van betekenisvolle elementen Opmerkzaamheid synthetisch Reactiesnelheid observatie snel en juist reageren SAT: Sar POLICE 1: S OCT: ALJ POLICE: S SIGNA: Snl POLICE: S OCT: TJU APS Bis: Tnm OBSERV A: OFg DEGRAD: Obs REAC: Jui + TYD POLICE 2: S REAC: STp APS: Tcr OBSERV: OFg POLICE: St OCT: Alf REACTIME: Rea DEGRAD: Tyd 29

TAALKENNIS DUITS Taalkennis Duits contextbegrip zinnen aanvullen Taalkennis Duits Taalkennis Duits ENGELS spelling, grammatica spelling zinnen verbeteren (fouten herkennen en verbeteren) juiste schrijfwijze aanduiden Taalkennis Engels contextbegrip zinnen aanvullen Taalkennis Engels Taalkennis Engels Taalkennis Engels Taalkennis Engels FRANS spelling, grammatica herkennen en verbeteren) zinnen verbeteren (fouten juiste schrijfwijze aanduiden spelling spelling, grammatica, algemene kennis begrip, taalnuances begrijpen van gesproken taal en van geschreven basiskennis taal, kennis van gangbare uitdrukkingen Taalkennis Frans contextbegrip zinnen aanvullen ADLT 2D: Dwo ADLT 1D: Dui Ortho D: DOr ADLT 2E: Ewo ADLT 1E: Eng Ortho E: EOr GLT E: Eng BLT E: TOT ADLT 2F: Fwo 30

Taalkennis Frans Taalkennis Frans Taalkennis Frans Taalkennis Frans Taalkennis Frans NEDERLANDS spelling, grammatica zinnen verbeteren (fouten herkennen en verbeteren) ADLT 1F: Fra spelling juiste schrijfwijze aanduiden Ort Ortho F: spelling, grammatica, GLT F: algemene kennis begrip, taalnuances CdF begrijpen van gesproken basiskennis taal en van geschreven BLT F: taal, kennis van gangbare TOT uitdrukkingen spelling voorgelezen woorden juist Dictee F: schrijven DtB Taalkennis Nederlands contextbegrip zinnen aanvullen Taalkennis Nederlands Taalkennis Nederlands Taalkennis Nederlands Taalkennis Nederlands spelling, grammatica herkennen en verbeteren) zinnen verbeteren (fouten juiste antwoorden aanduiden (uitdrukkingen, algemene kennis antoniemen, hyperoniemen, synoniemen, ) spelling, grammatica, algemene kennis begrip, taalnuances begrijpen van gesproken taal en van geschreven basiskennis taal, kennis van gangbare uitdrukkingen ADLT 2N: NWo ADLT 1N: Ned ADLT 3N: LNl GLTL N: Glk BLT N: TOT 31

Taalkennis Nederlands spelling voorgelezen woorden juist schrijven Dictee N: Dtb PERSOONLIJKHEID De persoon toont Aanpassingsvermogen stress Aanpassingsvermogen normaal Ambitie Assertiviteit Autonomie beroepswaarde Beheersende rijhouding verkeersattitude Behoefte aan afwisseling beroepswaarde Behoefte aan beweging beroepswaarde Behoefte aan prestige beroepswaarde Behoefte aan werkzekerheid beroepswaarde soepel en flexibel inspelen op omstandigheden soepel en flexibel inspelen op omstandigheden GSST 1: SAA GSST 1: NAA resultaten willen behalen en aanzien verwerven LISMO: Ach + Pre opkomen voor eigen CNS: mening Ass belang hechten aan LISMO: zelfstandigheid Aut toeval trachten uit te sluiten DRIVING: door controle Ctl belang hechten aan LISMO: diversiteit Afw belang hechten aan LISMO: beweging Lic belang hechten aan LISMO: uitstraling van een functie Pre belang hechten aan stabiliteit van een functie LISMO: Wzh GSST 2: SAA, SAS, SAT GSST 2: NAA, NAS, NAT LISMO 1: Ach + Pre Bfac Plus 3: Stb + Ext VaMot: WAc, WCe CPT 3: EAs DPT: Amb CBFT: EAs 32

Besluitvaardigheid gemakkelijk beslissingen Bfac Plus 3: nemen Stb + Ext Betrouwbaarheid taakuitvoering systematisch, accuraat en Bfac Plus 3: exact werken Csc Betrouwbaarheid Betrouwbaar en loyaal DPT: TRU Collegialiteit gerichtheid op medewerkers Tim+ Alt LISMO: Constructief beroepsgedrag correct opstellen t.o.v. t.o.v. het werk en PIT: eigendommen, normen, de organisatie OCB regels en anderen Commerciële gerichtheid gerichtheid op klanten en ORGAN: concurrenten Com Communicatieve vaardigheid Bfac Plus 3: gemakkelijk contact leggen Agr + Ext Compromisgerichtheid diplomatie gerichtheid op onderhandeling en compromis Toe CNS: Conflicthantering onderhandelingsvaardigheid onderhandelingsstijl Vdh omgaan met discussie, CNS: Contactgerichtheid Bfac Plus 3: gemakkelijk contact leggen Ext + Agr Creativiteit gemakkelijk ideeën, Bfac Plus 3: alternatieven e.d. vinden Ocr Creativiteit beroepswaarde graag eigen ideeën LISMO: uitwerken Cre Culturele interesse beroepswaarde graag brede culturele LISMO: bagage verwerven Cul CPT 3: Stb+Ext CPT 3: Csc GSST 1: NON, SON SUPER: Com CPT 3: Agr+Ext LDS: Nua CPT 3: Ext+Agr CPT 3: OIv CHOICE: Cre CBFT: Stb+Ext CBFT: Csc GSST 2: NON, SON COMVA: Com CBFT: Agr+Ext CBFT: Ext+agr CBFT: OIv DIASK: OPE 33

Defensieve rijhouding verkeersattitude voorzichtige houding in het DRIVING: verkeer Vld Diplomatie gerichtheid op onderhandeling en compromis Toe CNS: Discipline plichtsgetrouw, ernstig, Bfac Plus 3: gezagsgetrouw Csc Doelgerichtheid directe gerichtheid op LDS: resultaten Prt Doorzettingsvermogen taakuitvoering blijven zoeken naar de FACIBO: oplossing Vlh Doorzettingsvermogen assertiviteit eigen mening blijven CNS: doordrukken Ass Durf risico's aandurven Bfac Plus 3: SDa Energie opgewekt Bfac Plus 3: ECh Energie bedrijvig/dynamisch Bfac Plus 3: EDy Energie temperamentvol Bfac Plus 3: Ext+ Ope+ Initiatief bij stress in handen nemen GSST 1: SBE Initiatief normaal in handen nemen GSST 1: NBE Inlevingsvermogen sociaal wensen en noden van CBFT: anderen aanvoelen AEu, ASy Klantgerichtheid wensen en noden van DIASK: LDS: Nua CBFT: CDu SUPER: PR CBFT: EAs LDS: Prt CBFT: ECh CPT 3: EDy CPT 3: Ext+ Ope+ GSST 2: SBE, SBI GSST 2: NBE, NBI CPT 3: AEu, ASy CPT 3: CDu CPT: EAs CBFT: SDa CBFT: EDy CBFT: Ext+ Ope+ LDS: Prt Bfac Plus 3: EDy 34

Kwaliteitsgerichtheid Leidinggevendheid Leidinggevendheid Algemeen Sturend anderen aanvoelen belang hechten aan resultaten persoonlijkheid die leiding moet kunnen nemen prestatiegericht, directief, dominant gedrag Leidinggevendheid Sociaal meelevend, participerend Leidinggevendheid Nuancerend compromisgericht, diplomatisch Leidinggevendheid Rationeel feitengericht, afstandelijk Luisterbereidheid verdraagzaam, open naar anderen toe Machtsdrang graag invloed uitoefenen Mensgerichtheid Motivatie Motivatie Motivatie omgang met mensen primeert bereidheid tot bijscholing bereidheid tot integratie bereidheid tot investering in een (nieuwe) functie AAV LISMO: Ach Bfac Plus 3: EDo LDS: Prt LDS: Soc LDS: Nua LDS: Sbg Bfac Plus: Agr + Ope+ LISMO: Mht LDS: Soc MOTIF: OPL MOTIF: FLE MOTIF: ACW SUPER: Lei SUPER: PR SUPER: SR SUPER: PR LISMO: Alt CBFT: EDo GSST 1: BE GSST: ON CPT 3: EDO GSST 2: BE, BI, BS Nauwgezetheid zorgvuldig, stipt Bfac Plus 3: CBFT: GSST 1: GSST 2: 35

Oog voor detail zorgvuldig, stipt GSST 1: NBH, SBH Overtuigingskracht krachtig, levenslustig, Bfac Plus 3: zelfzeker, besluitvaardig Ext+ Stb + Progressiviteit open geest fantasierijk, vernieuwingsgericht, ruimdenkend Ope Bfac Plus 3: Rationaliteit feitengericht niet afgaand op gevoelens LDS: en indrukken Rat Realiteitszin kritisch, doortastend, Bfac Plus 3: beschouwend OCt Respect voor regels zich houden aan richtlijnen, principieel NBH,SBH GSST: Respectvolle rijhouding Verkeersattitude zich houden aan de DRIVING: verkeersregels Rpt Resultaatgerichtheid resultaten willen behalen LISMO: Ach Rustige rijhouding verkeersattitude zich niet snel opwinden in DRIVING: het verkeer Foc Samenwerking samen taken aanpakken, GSST 1: elkaar ondersteunen NON, SON Samenwerking inzicht in lastige sociale SCV Coll: situaties Tam Sensitiviteit gevoelig voor omgevingsinvloeden en situaties SEt Bfac Plus 3: Sociabiliteit goedhartig, aangenaam in Bfac Plus 3: de omgang Agr CPt CPt NBH, SBH NBH, SBH GSST 2: NBH, SBH CPT 3: Ope SUPER: PR CPT 3: OCt CPT 3: CDu LDS: Prt GSST 2: NON, SON CBFT: SEt CPT 3: Agr CBFT: Ope CBFT: OCt CBFT: CDu SUPER: TP CBFT: Agr VaMot: WAc 36

Stressgevoeligheid gevoeligheid voor druk Taakgerichtheid Teamgeest Tolerantie beroepswaarde taakuitvoering en resultaat primeert een dynamisch, aangenaam team verkiezen verdraagzaam, flexibel, humaan Vasthoudendheid vastberaden, standvastig Veiligheidsattitude Veiligheidskennis Verantwoordelijkheidszin gewetensvol Volgzaamheid taakuitvoering Zakelijkheid feitengericht veiligheidsgerichtheid op de werkplek algemene veiligheidskennis en kennis van pictogrammen niet afgaand op gevoelens en indrukken Zelfbeheersing gevoelens bedwingen Zelfstandigheid beroepswaarde autonomie verkiezen Zelfstandigheid bij taakuitvoering zelf in handen nemen GSST 1: GSST 2: N versus S N versus S LDS: SUPER: Prt PR LISMO: Tim CPT 3: CBFT: ATl ATl Bfac Plus: Stb + Csc + Secur: Secur1: Vgr Att Secur1: Knl, Pic Bfac Plus 3: CPT 3: CHo CHo GSST 1 en CBFT: 2: NBH,SBH CDu LDS: SUPER: Sbg PR Bfac Plus 3: CPT 3: Stb SSc LISMO: Aut GSST 1: GSST 2: BE BE, AU CBFT: PIT: CHo Csc Bfac Plus 3: CPT 3: Ope - Agr + CDu CBFT: SSc 37

Zelfvertrouwen zelfverzekerd, vertrouwen in eigen aanpak Zin voor ontwikkeling beroepswaarde graag zichzelf ontwikkelen Zin voor organisatie beroepswaarde graag organiseren voor anderen Bfac Plus 3: SSa LISMO: Cre + Cul LISMO: Org CPT 3: SSa CBFT: SSa VaMot: BSc VAARDIGHEDEN De persoon kan... Aan boekhouding doen boekhouding balans en journaalposten PACK AB: PAC Aan boekhouding doen boekhouding balans PACK A: SAP Aan boekhouding doen boekhouding journaalposten PACK B: SJP Beslissen besluitvaardigheid PBS FDM: juiste beslissingen nemen Concentreren bij redeneren de aandacht bij de taak FACIBO: houden Con Concentreren waarneming waarneming van erg snelle POLICE: stimuli S Controleren administratief nauwgezette controle van NUMCO: een getallenlijst Gju Controleren administratief nauwgezette controle van ADM: namen Adm Controleren waarneming nauwgezette controle van OCT: een bedieningspaneel TJU 38

Coördineren organisatie taken verdelen op doordachte wijze Org ORGAN: Coördineren leiding initiatief nemen, sturen GSST 1: BE Encoderen callcenter zoek de juiste codes op en CALL: voer ze in Tot Encoderen data-invoer codes juist overtypen ENCOD: TOT Excel gebruiken rekenblad kennis van Excel EXLT: Tot Klasseren administratie plaats een element in de SORT: juiste groep. Sor Leiding geven persoonlijkheid heeft persoonlijkheidskenmerken van een leider EDo Bfac Plus 3: Leiding nemen gedrag initiatief nemen, aansturen, GSST 1: controle houden BE Managen management persoon heeft beleidsinzicht Inz SUPER: Nauwkeurig werken administratief nauwkeurige en snelle ADM: controle Adm Nauwkeurig werken waarneming nauwkeurige en snelle APS Bis: controle Tnm Nuanceren relativeren kunnen relativeren, CNS: toegeven, aanpassen Toe Onafhankelijk werken autonoom alleen werken GSST 2: AU Onderhandelen diplomatie informatie inwinnen en CNS: RAPID: POH GSST 2: BE, DR EXLT B: Exc CBFT: EDo GSST 2: BE, DR FACIBO: Adm APS: Tcr LDS: Nua LDS: Prt CPT: EDo SUPER: Lei NUMCO: Gju OCT: Tju GSST 1 en 2: AA 39

geven Inf Ondernemen Opzoeken Organiseren Overzicht houden Plannen Plannen PowerPoint gebruiken initiatief administratief plannen administratief organisatie presentatieprogramma initiatief nemen, tot actie overgaan efficiënt gebruik van een databestand taken verdelen op doordachte wijze een geheel aan informatie blijven overzien taken verdelen onder werknemers eigen werkzaamheden plannen kennis van PowerPoint Rekenen hoofdrekenen bewerkingen maken Snel werken Snel werken administratief waarneming nauwkeurige en snelle controle nauwkeurige en snelle controle Sturen normaal leiding nemen Sturen stressvol leiding nemen onder druk Tabellen en grafieken interpreteren inzicht tabellen en grafieken GSST 1: BE GSST 2: BE FACTS: ADMITA: Fac ATj ORGAN: RAPID: Org POH ORGAN: ADMITA: Org ATj ORGAN: RAPID: Pla Pla PLAN: PLN POWER: TOT Calcul Easy: Calcul B: Cal Cal ADM: NUMCO: Adm Gju APS Bis: REAC: Tnm Jui GSST 1: GSST 2: NBE NBE, NDR GSST 1: GSST 2: SBE SBE, SDR ITG: Itg SUPER: PR CALL: Tot FACTS: Fac Calcul C: Rek APS: Tcr SUPER: Lei CNS: Ass ADM: Adm SCV Chef: Tal 40

Technisch inzicht gebruiken Algemeen fysische, mechanische en TECH: technische principes Tin Tekstverwerken Word kennis van Word WORD N: Jui Typen Dactylo tekst juist en snel overtypen Dactylo: Dac Zich inleven empathie zich inleven in sociale CPT 3: situaties AEu, ASy CBFT: AEu, ASy 41

FUNCTIE TESTS Test 1 Test 2 Test 3 Test 4 Test 5 Test 6 Totaal Uren Min Aankoopverantwoordelijke Anabo Bfac Plus 3 Fdm Cns Comva Calcul C 15 22 65 21 16 23 2 42 Administratief bediende Anabo Bfac Plus 3 Admita Adm Numco Sort 15 22 34 15 12 29 2 07 Administratief directeur Anabo Bfac Plus 3 Numco Cns Super Gsst 2 15 22 12 21 96 36 3 22 Afdelingshoofd Anabo Bfac Plus 3 CNS Gsst 2 LDS Organ 15 22 21 36 21 58 2 53 Algemeen directeur Anabo Bfac Plus 3 Scv Chef Cns Gsst 2 Super 15 22 31 21 36 96 3 41 Analist Abalet Bfac Plus 3 Gsst 2 Algo Conclus ITG 35 22 36 18 18 32 2 41 Arbeider (Productie) Arbed A CPT Lismo Space 1 OCT Aps Bis 24 29 9 17 30 8 1 57 Architect Intel A1 Bfac Plus 3 Gsst 2 ASAT SAT Plan 30 22 36 30 35 15 2 48 Bankbediende Num Bfac Plus 3 Comva Admita Numco Sort 30 22 16 34 12 29 2 23 Bestuurder v/e voertuig Orient Bfac Plus 3 Signa Driving Reac Police 1 15 22 15 21 12 13 1 38 Bewaker Intel A1 Bfac Plus 3 Lismo Degrad Observ A Police 1 30 22 9 8 9 13 1 31 42

Bibliothecaris Anabo Bfac Pus 3 ADM Memo 3 Plan L2 Sort 15 10 15 10 17 29 1 36 Boekhouder Num Bfac Plus 3 Plan L2 Pack AB Numco Calcul C 30 22 17 75 12 23 2 59 Chauffeur Orient Bfac Plus 3 Signa Driving Reac Police 1 15 22 15 21 12 13 2 0 Commercieel Anabo Bfac Plus 3 Diask Cns Gsst 2 Comva 15 22 13 21 36 16 2 03 Commercieel directeur Anabo Bfac Plus 3 Scv Chef Cns Super Gsst 2 15 22 31 21 96 36 3 41 Directiesecretaresse Anabo Bfac Plus 3 Dactylo Adm Admita Sort 15 22 10 15 34 29 2 05 Elektromechanicien Intel A1 Bfac Plus 3 Asat Tech Space 1 Aps 30 22 30 22 17 8 1 42 Elektronica ingenieur Intel A1 Bfac Plus 3 Asat Conclus Algo Tech 30 22 30 18 18 22 2 20 Exportverantwoordelijke Anabo Bfac Plus 3 Numco Cns Comva Organ 15 22 12 21 16 58 2 24 Filiaalhouder Anabo Bfac Plus 3 Gsst 2 Rapid Comva Calcul C 15 22 36 43 16 23 2 35 Fiscaal adviseur Num Bfac Plus 3 Anabo Adm Numco Calcul C 30 22 15 15 12 23 1 57 Handelsvertegenwoordiger Anabo Bfac Plus 3 Plan L2 Cns Comva Calcul C 15 22 17 21 16 23 1 56 43

Helpdesk verantwoordelijke Anabo Bfac Plus 3 Call 2 Gsst 2 Comva Adm 15 22 27 36 16 15 2 11 Informaticus Abalet Bfac Plus 3 Aps Conclus Algo Symbol A 35 22 8 18 18 50 2 31 Juridisch adviseur Anabo Bfac Plus 3 CRT Cns Conclus Adm 15 22 48 21 18 15 2 19 Kassier(ster) Arbed A CPT Memo 1 APS Numco Calcul easy 24 29 13 8 12 11 1 37 Kraan- / Laadbrugbediener Arbed A CPT Orient OCT Space 1 Police 1 24 29 15 30 17 13 2 08 Laborant Abalet Bfac Plus 3 Conclus Symbol A APS Observ 35 22 18 50 8 28 2 41 Landmeter Num Bfac Plus 3 APS Conclus Space 1 SAT 30 22 8 18 17 35 2 10 Machineoperator Arbed A CPT Reac OCT APS Police 1 24 29 12 30 8 13 1 56 Machinist / fabrieksvoertuig Arbed A CPT Degrad OCT Reac Police 1 24 29 8 30 12 13 1 56 Magazijnier Arbed A CPT Numco Orient Memo 3 Secur 1 24 29 12 15 10 21 1 17 Marketing verantwoordelijke Num Bfac Plus 3 ITG Adm Comva Gsst 2 30 22 32 15 16 36 2 31 Ontwerper / tekendienst Intel A1 Bfac Plus 3 Numco Space 1 SAT APS 30 22 12 17 35 8 2 04 44

Planningsverantwoordelijke Abalet Bfac Plus 3 Adm Gsst 2 Memo1 Organ 35 22 15 36 13 58 2 59 Ploegbaas Intel A1 Bfac Plus 3 Cns Gsst 2 Scv Chef Organ 20 22 21 36 31 58 3 08 Public relations assistant Anabo Bfac Plus 3 Adm Cns Comva Organ 15 22 15 21 16 58 2 08 Secretaresse Anabo Bfac Plus 3 Admita Adm Exlt Sort 15 22 34 15 21 29 2 16 Technisch tekenaar Intel A1 Bfac Plus 3 APS ASAT SAT Space 2 30 22 8 30 35 25 2 30 Tele-operator Anabo Bfac Plus 3 Numco Call 2 Comva Adm 15 22 12 27 16 15 1 47 Tolk Anabo Bfac Plus 3 GLT ADLT 2 CRT 15 22 26 23 48 2 14 Truckchauffeur Orient Bfac Plus 3 Signa Driving Reac Police 1 15 22 15 21 12 13 1 38 Verkoopsverantwoordelijke Anabo Bfac Plus 3 Gsst 2 Cns Diask Num 15 22 36 21 13 30 2 17 Verkoper Anabo Bfac Plus 3 Comva Cns Gsst 2 Diask 15 22 16 21 36 13 2 03 Verzekeringsagent Num Bfac Plus 3 Anabo Cns Numco Comva 30 22 15 21 12 16 1 54 Verzekeringsmakelaar Num Bfac Plus 3 Anabo Cns Numco Algo 30 22 15 21 12 18 1 58 45