HET PASSIEF. Het passief wordt in het Nederlands zowel met transitieve als met intransitieve werkwoorden gebruikt:

Vergelijkbare documenten
HET WERKWOORD : DE TIJDEN

[vn.bw.] of PRONOMINALE ADVERBIA

Aantekening Nederlands Grammatica: bedrijvende en de lijdende vorm

In elke zin staat een werkwoord. Werkwoorden zijn woorden die aangeven welke handeling of toestand of welk proces in de zin centraal staat.

DE NOMINALE GROEP of NOMINALE CONSTITUENT (NC)

1.2.3 Trappen van vergelijking 20

Zoals beloofd eerst nog een herhaling van de theorie van de lijdende en de bedrijvende vorm:

Samenvatting Nederlands Grammatica en Spelling blok 2

Toets grammaticale termen met sleutel

ZIJN & HEBBEN ALS HULPWERKWOORDEN VAN TIJD

Wegwijs in de werkwoordspelling

Zinsontleden en woordbenoemen groep 7/8

Woordsoorten. De woorden in een zin kunnen in een bepaalde groep worden ingedeeld. De woordsoort geeft aan tot welke groep een woord behoort.

π (spreek uit uiltje ): hulpwerkwoorden of modale hulpwerkwoorden 46

π (spreek uit uiltje ): hulpwerkwoorden of modale hulpwerkwoorden 46

V.T.T. = Voltooid Tegenwoordige Tijd HET PERFECTUM

Z I N S O N T L E D I N G

Nederlandse Samenvatting

Ontleden. Er zijn twee manieren van ontleden: taalkundig ontleden en redekundig ontleden.

1 keer beoordeeld 4 maart 2018

TRAPPEN VAN VERGELIJKING

6.2. Boekverslag door C. 727 woorden 17 mei keer beoordeeld. Nederlands. Paragraaf 1. Dubbel op. Onjuiste herhaling

EEN SEXTANT VOOR EEN TAALSPECIALIST

Informatie cursus Sarnámi voor beginners

Grammaticaboekje NL. Om een beeld te krijgen van de inhoud: De inhoudsopgave, een paar onderwerpen en de eerste bladzijde van de trefwoorden.

Taalbeschouwelijke termen bao so 2010

Grammatica - Lijdende en bedrijvende vorm HV12

Naam: Mijn doelenboekje. Grammatica. Werelden - Eilanden - Dorpen 5 / 6 / 7 / 8.

De laat gearriveerde koerier drinkt achter een bruin bureau koude koffie. Deze jonge verpleegster huppelt meestal vrolijk door de lange gangen.

DE ONVOLTOOID TOEKOMENDE TIJD

* Mijn vader vindt dat je aan make-up niet te veel geld aan moet uitgeven.

Studiewijzer TaalCompetent

Indien je de regels uit dit bestand kunt toepassen en je kent de stappen die je in het schema moet maken, dan beheers je de werkwoordspelling goed.

[2] het tegenovergestelde van de betekenis van het basiswerkwoord

Woordsoorten. Nederlands. Aanwijzend voornaamwoord. Onderschikkend voegwoord. Persoonlijk voornaamwoord. Betrekkelijk voornaamwoord

PRINCIPES VAN DE NEDERLANDSE WOORDVOLGORDE Magda Devos, Universiteit Gent

Grammatica Zinsontleding - Uitgebreid. Ondersteunend materiaal - Uitlegkaarten Geschikt voor de groepen 7 en 8

HET ADJECTIEF (BIJVOEGLIJK NAAMWOORD) Het blijkt dat adjectieven allerlei semantische kenmerken kunnen uitdrukken. Wij illustreren de voornaamste :

IN DRIE STAPPEN NAAR EEN FOUTLOZE WERKWOORDSPELLING. werkwoordspelling.com M.Kiewit

Samenvatting Nederlands formuleren

Zin 1: Lijkt + een vriendelijke jongen: kww + naamwoordelijk deel, samen naamwoordelijk geheel (nwg). Verklaring: lijken is kww.,

8. GEZEGDE EN ONDERWERP AANDUIDEN Schrijf de gedicteerde zinnen over en duid in iedere zin aan: daarna het onderwerp

Eigen vaardigheid Taal

20 EEUWIGE STRUIKELBLOKKEN

Overzicht toetsen en oefeningen Grammatica I. Grammatica I

ondersteunende kennis

4,8. Le Présent (tegenwoordige tijd) Le passé composé. Opdracht door een scholier 744 woorden 7 januari keer beoordeeld

i.a.vanderhell-deboer ISBN

De kaartenbank.indd Sander Pinkse Boekproductie / 15:06 Pag. 47. Kaart 17. Ik heb de band lek, getekend door C. van Bree in 1991.

De bovenkamer. Josée Coenen. een kleurrijke grammatica van het Nederlands. colofon

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Werkwoorden zijn woorden die aangeven wat iets of iemand doet, is of wordt.

Inhoud. Inleiding 15. Deel 1 Spelling 18

vraag 1 Geef aan of het onderstreepte werkwoord hulpwerkwoord, koppelwerkwoord of zelfstandig werkwoord is.

Niveauproef voor Nederlands in ASO 3 de graad

PIT HAVO-2 +HAVO/VWO Onderdeel: Spelling H1 en H2 Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:

Grammatica - Tijden h3. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Benodigde voorkennis taal verkennen groep 5

Zinnen. Zinsontleding VOORBEELDPAGINA S. Bestelnr Het grote taalboek - oefenboek - Paragraaf 18 Zinsontleding.

Als muziek in je oren

instapkaarten taal verkennen

We gaan het hebben over de woordvolgorde in Engelse zinnen.

Inhoud. Extra oefeningen 68

Extra oefeningen grammaticale termen met sleutel

Visuele Leerlijn Taal

BEGINNERSCURSUS DAG 6

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

DOELGROEP Grammatica 3F is bedoeld voor leerlingen van havo/vwo en mbo 4. Het programma is geschikt voor zowel allochtone als autochtone leerlingen.

Grammatica overzicht Theme 5+6

3,7. Dubbelop: Tautologie: Pleonasme: Contaminatie: Samenvatting door een scholier 1713 woorden 8 juni keer beoordeeld.

(HULP)WERKWOORDEN VAN MODALITEIT

D of T Bingo! Ik denk dat de bemoeienis van de VS met dat land de stabiliteit ondermijnt.

Struikelblok zinsontleding: Actief en passief

In dit boekje staan verschillende mogelijkheden om iets op te lossen.

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Tussendoelen Taal: Spraak- Taalontwikkeling

DE SAMENGESTELDE ZIN ONDERWERPSZIN. ( Wie niet sterk is ),( moet ) [ slim ] { zijn }.

instapkaarten taal verkennen

Klaas Vanderspoel DE DOOD VAN RECHTER BAL 1 ACTER

Les 5 Werkwoorden 22 Les 6 De persoonsvorm van het werkwoord 24 Les 7 De, het, een 26 Les 8 Het meervoud (op -en, -s of - s) 28 Herhalingstoets 2 30

Voorwoord 9 Gebruikte afkortingen 10 Overzicht van gebruikte grammaticale termen 11

Over de verschillen en gelijkenissen tussen talen bij taalbeschouwing

GRAMMAIRE DE BASE FRANS VOOR DE LAGERE SCHOOL

Universiteit Gent Oosterse Talen en Culturen Klassiek Chinees I Vertalingen Shadick en oefeningen

Waarom een cursus Woordleer Nederlands?

LTX016B05. Nieuwe ontwikkelingen in de syntaxis. College 4

DIOCESANE PEDAGOGISCHE BEGELEIDINGSDIENST BISDOM BRUGGE

Visuele Leerlijn Spelling

Programma van Inhoud en Toetsing

(werkwoordelijk gezegde)

- De zin in een andere tijd zetten (tijdproef). - De zin vragend maken. - Van enkelvoud meervoud maken of andersom (getalproef).

Het Engels kent vier woorden om personen/zaken aan te wijzen: this / that / these / those (zie hoofdstuk 9).

Woordsoorten. Begrip Omschrijving Voorbeeld

Beknopte grammatica. voor. de cursus. Grieks van het Nieuwe Testament

Onderdeel: Grammatica zinsdelen Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

1 WOORDSOORTEN 3 2 ZINSDELEN 8

Hiermee wijs je een speciaal iemand of iets aan. Je begint met de ene zinsstructuur en maakt de zin af in een andere zinsstructuur.

Jan Heerze. Kortom. Nederlandse grammatica. Walvaboek

Transcriptie:

HET PASSIEF 1. Inleiding Het passief wordt in het Nederlands zowel met transitieve als met intransitieve werkwoorden gebruikt: 1. Het passief met transitieve werkwoorden actieve zin NC 1 + V tx + NC 2 Onderwerp lijdend voorwerp (1a) De studenten aanvaarden de nieuwe maatregelen. (2a) De studenten hebben de nieuwe maatregelen aanvaard. passieve zin NC 2 + [worden o / zijn v ] tx + door NC 1 (1b) De maatregelen worden (door de studenten) aanvaard. (2b) De maatregelen zijn (door de studenten) aanvaard. 2. Met intransitieve werkwoorden actieve zin NC 1 + V tx + [X] Onderwerp (3a) De eerstejaars protesteren heftig tegen deze nieuwe maatregelen. (4a) De eerstejaars hebben heftig geprotesteerd tegen deze nieuwe maatregelen. passieve zin ER + [worden/zijn] tx + X (3b) Er wordt (door de eerstejaars) heftig geprotesteerd tegen deze nieuwe maatregelen. () (4b) Er is (door de eerstejaars) heftig geprotesteerd tegen deze nieuwe maatregelen. () www.gramlink.be Pierre Godin (UCL/FLTR) Marc Piwnik (UCL/ILV) 1

Commentaar: De a-zinnen hierboven staan in het actief en de b-zinnen in het passief. Als we de a- en de b-zinnen vergelijken, dan blijkt: (i) met transitieve werkwoorden dat het lijdend voorwerp van de actieve zin het onderwerp (subject) wordt in de passieve zin ; dat het onderwerp (subject) van de actieve zin het handelend voorwerp wordt in de passieve zin. Dit handelend voorwerp wordt ingeleid door de prepositie door. (Vandaar dat men dat ook wel eens een door-agens noemt). Dit handelend voorwerp kan verder ook verzwegen worden (zie hieronder meer over het gebruik). (ii) met intransitieve werkwoorden dat het onderwerp (subject) van de actieve zin het handelend voorwerp wordt in de passieve zin. Dit handelend voorwerp of door-agens mag trouwens verzwegen worden (zie hieronder); dat het onderwerp in de passieve zin vervangen wordt door het woordje er. Vandaar dat er een plaatsvervangend onderwerp genoemd wordt of een plaatsonderwerp. 2. Keuze van het hulpwerkwoord In het Nederlands zijn er twee hulpwerkwoorden van het passief: 'worden' wordt gebruikt voor de onvoltooide tijden; 'zijn' voor de voltooide tijden. Vergelijk met het Engels en het Frans (die allebei maar één hulpwerkwoord van het passief kennen): (5a) Hij wordt bedreigd. (5b) Il est menacé, on le menace. (5c) He is (being) threatened. (6a) Hij is bedreigd. (6b) Il a été menacé, on l'a menacé. (6c) He has been threatened. 3. Het passief van onvoltooide en voltooide tijden (7) Alle voetbalwedstrijden worden uitgesteld. werden uitgesteld. zullen uitgesteld worden. zouden uitgesteld worden. (8) Alle voetbalwedstrijden zijn uitgesteld. waren uitgesteld. zullen uitgesteld zijn. zouden uitgesteld zijn. www.gramlink.be Pierre Godin (UCL/FLTR) Marc Piwnik (UCL/ILV) 2

Het passief bestaat uiteindelijk uit een en een : In de onvoltooide tijden: O.T.T: word/wordt/worden voltooid deelwoord O.V.T: werd/werden voltooid deelwoord O.Tk.T: zal/zullen voltooid deelwoord + worden O.V.Tk.T: zou/zouden voltooid deelwoord + worden In de voltooide tijden : V.T.T: ben(t)/is/zijn (...) voltooid deelwoord V.V.T: was/waren (...) voltooid deelwoord V.Tk.T: zal/zullen (...) voltooid deelwoord + zijn V.V.Tk.T: zou/zouden (...) voltooid deelwoord + zijn OPMERKINGEN : (i) Distributie van de verbale elementen in de verbale eindgroep: Beide volgordes zijn correct: (9) Die vraag zal zeker gesteld worden ( of: worden gesteld). (10) Ik denk dat die vraag al gesteld werd ( of: werd gesteld). (11) Ik denk dat die vraag gesteld zal worden ( of: zal worden gesteld). (ii) «Er» als plaatsvervangend onderwerp in een passieve zin In een passieve zin wordt er als plaatsvervangend onderwerp gebruikt als er geen onderwerp is in de zin (met intransitieve werkwoorden); (12a) Er werd veel gelachen en gedronken. (12b) Er werd heftig geprotesteerd tegen de nieuwe maatregelen. als het onderwerp een onbepaald substantief is. (13a) Er werden verleden jaar meer fietsen gekocht dan twee jaar geleden. (13b) Er worden in Europa steeds meer Koreaanse wagens ingevoerd. (13c) In de namiddag worden er meer regenbuien voorspeld. (iii) Als de zin een veralgemening uitdrukt, mag in plaats van een passieve zin het voornaamwoord men gebruikt worden. (14a) Er wordt gebeld (14b) *Men belt. (15a) Er wordt jaarlijks een inventaris gemaakt. (15b) Men maakt jaarlijks een inventaris. Verder heeft men nog een formeel karakter, wat niet gezegd kan worden van een passief: (16a) Hier spreekt men Nederlands. (16b) Hier wordt Nederlands gesproken. www.gramlink.be Pierre Godin (UCL/FLTR) Marc Piwnik (UCL/ILV) 3

4. Gebruik van het passief Het gebruik van het passief houdt ontegensprekelijk verband met de communicatieve intenties van de taalgebruiker. Met transitieve werkwoorden laat het passief namelijk toe dat één constituent van statuut verandert: terwijl beide constituenten, onderwerp én lijdend voorwerp, noodzakelijke (of primaire) constituenten (elementen) zijn, wordt het handelend voorwerp een secondair (of niet inherent) zinsdeel. Vergelijk eens even de vier volgende zinnen (de asterisk wijst op de nietgrammaticaliteit van een zin): (17a) De Engelsen en de Amerikanen hebben België in 1945 bevrijd. (17b) *De Engelsen en de Amerikanen hebben in 1945 bevrijd. (17c) België werd in 1945 bevrijd door de Engelsen en de Amerikanen. (17d) België werd in 1945 bevrijd. 1. Zo kan er een beroep worden gedaan op een passieve structuur als het agens (handelend voorwerp) niet vermeld hoeft te worden of kan/mag worden vermeld, bv. omdat het agens gekend is door iedereen (we kunnen dus verder zinder het te vermelden), of juist niet gekend of als de schrijver/spreker het liever niet wil vermelden. (18) Politie Den Haag bevrijdt Duitse gijzelaar [De politie in Den Haag heeft een 26-jarige Duitse gijzelaar bevrijd uit een woning in de Haagse Schilderswijk]. (18a) Een 23-jarige bewoner werd gearresteerd, evenals de hoofdverdachte, een 30-jarige Turkse drugshandelaar uit Rotterdam. [De politie in Duitsland pakte ook nog twee andere verdachten op]. (18b) De Duitser werd vorige week vrijdag ontvoerd uit Hannover en naar Den Haag gebracht. (18c) In de woning werd hij permanent vastgebonden aan een stoel en ernstig mishandeld met een honkbalknuppel. [Als hij moest slapen, gooiden de gijzelnemers de stoel omver. De Duitser kreeg geen eten en alleen wat water. Met de ontvoering wilde de Turkse hoofdverdachte een relatie uit het drugsmilieu onder druk zetten om 200.000 euro te betalen]. 2. Mutatis mutandis geldt dezelfde opmerking voor intransitieve werkwoorden, met dien verstande dat het onderwerp nu a.h.w. gedegradeerd wordt tot een niet inherent zinsdeel. Als het onderwerp niet specifiek vermeld hoeft te worden (of niet vermeld mag of kan worden), kan er heel gemakkelijk gekozen worden voor een passieve zin (zie zin (19) hieronder : (19) Verdubbeling collegegeld dreigt (19a) [Een commissie van topambtenaren adviseert de regering om het collegegeld te verdubbelen naar zo'n drieduizend euro. Dat zeggen Haagse bronnen]. Er is ontsteld gereageerd in de onderwijswereld. (19b) Er wordt gevreesd dat de toegankelijkheid van universiteit en hogescholen in gevaar komt. Als de zin dan met een plaatsbepaling begint (of met de verbale rest!), kan het plaatsvervangend er weggelaten worden en zo ontstaat er een zin zonder onderwerp: (19c) In de onderwijswereld is ontsteld gereageerd. (19d) Gevreesd wordt dat de toegankelijkheid van universiteiten en hogescholen in gevaar komt. www.gramlink.be Pierre Godin (UCL/FLTR) Marc Piwnik (UCL/ILV) 4

3. Een passieve zin wordt verder nog heel vaak gebruikt om andere communicatieve redenen. Het blijkt inderdaad dat in ongemarkeerde zinnen in het Nederlands de constituenten die links staan communicatief gezien minder belangrijk zijn dan de constituenten die aan de rechterkant van de zin staan. M.a.w. Zonder de theorie hier uit te diepen, zouden we kunnen zeggen dat het Nederlands over een communicatieve structuur beschikt waarin (los van de distributie van de verbale elementen) de constituenten van links naar rechts staan naargelang van hun communicatieve waarde. Dit staat ons bekend onder de naam: het links-rechts-principe ). Vergelijk de hieronderstaande zinnen: (20) Ondergronds xtc-laboratorium ontmanteld (20a) De politie en de opsporingsdiensten FIOD-ECD hebben in Someren in Noord- Brabant een ondergronds laboratorium voor de productie van xtc ontmanteld. (20b) Er werden twee mannen aangehouden. In (20a) heeft het agens (i.c. het onderwerp) een lagere communicatieve waarde dan het object (lijdend voorwerp). Beide elementen dragen bij tot de communicatie maar niet op dezelfde manier : het object van de communicatie (dat ook wel eens rhematisch element genoemd wordt) heeft een hogere communicatieve waarde dan het subject (zo n element wordt ook thematisch element genoemd). En in een ongemarkeerde zin staat het thematisch element vóór het rhematisch element. Het is trouwens geen toeval dat het thematische element (vanuit een formeel standpunt) definiet (bepaald) is (de politie, de opsporingsdiensten) terwijl het rhematisch element indefiniet (onbepaald) is : een ondergronds laboratorium. Het gebruik van een passieve zin beantwoordt helemaal aan deze distributie : als het ex-lijdend voorwerp thematisch is (het is dan vb. een voornaamwoord, een eigennaam of een definiet substantief) wordt in navolging van het links-rechts-principe gekozen voor een passieve zin. Soms gebeurt dat parallel met het feit dat het agens (handelend voorwerp) een hoge communicatieve waarde heeft, zoals blijkt in (21a). (21) Autobranden in Hengelo [Donderdagnacht gingen in Hengelo opnieuw twee auto's in vlammen op, nadat vorige week al veertien auto's in brand waren gestoken]. (21a) Vorig jaar werd Hengelo ook geteisterd door vijftien autobranden die nooit zijn opgelost. 4. Het kan echter óók voorkomen dat een passieve zin gebruikt wordt om het onderwerp een plaats achteraan in de zin te laten bekleden. Door deze ietwat ongebruikelijke plaats voor een onderwerp krijgt het des te meer reliëf en dus communicatieve waarde. Vaak gebeurt zoiets parallel met het gebruik van een plaatvervangend onderwerp. Een zgn. er-zin wordt dus om communicatieve redenen gebruikt : het woordje er verdrijft het onderwerp van zijn plaats vooraan in de zin en laat het een plaats achteraan bekleden conform zijn communicatieve waarde [zie (22b->d)] : (22a) [De politie en de opsporingsdiensten FIOD-ECD hebben in Someren in Noord- Brabant een ondergronds laboratorium voor de productie van xtc ontmanteld]. (22b) Er werden twee mannen aangehouden. (22c) Er werd tijdens graafwerken in Louvain-la-Neuve een vreemd voorwerp blootgelegd. [Het zou kunnen gaan om ] (22d) In Louvain-la-Neuve werd (door een bulldozer) (tijdens graafwerken) een vreemd voorwerp blootgelegd. [Het zou kunnen gaan om ]. www.gramlink.be Pierre Godin (UCL/FLTR) Marc Piwnik (UCL/ILV) 5