Prentenboek: Plotter wil niet zwemmen Hilde Schuurmans Illustrator: Hilde Schuurmans Uitgeverij: Clavis Woorden uit prentenboek: Zelfstandig naamwoorden: - de zwemles - de thermometer - het plekje - de zwemtas - de badmeester - het monster - het smoesje - het plannetje - de duw - het zwembandje - de duikbril - de oplossing Werkwoorden: - mompelen - zwemmen - mopperen - geruststellen - knipogen - vertrekken - verstoppen - proberen - toejuichen Functiewoorden: - bang - heerlijk - nat - vervelend - bezorgd - nieuwsgierig - verschrikkelijk - opgelucht - onverstandig - spijt Uitdrukkingen: - dat ziet er niet best uit - ben je zover? - stel je voor - het valt mee - ziezo Extra woorden bij de lessenserie: - het toegangskaartje - het zwemdiploma - de badjas - de badmuts - de wedstrijdbeker - het kleedhokje - het diepe - de troostprijs - duiken - drijven
Lessenserie bij Plotter wil niet zwemmen. Dag 1: Het boek wordt eerst bekeken. Vragen die gesteld worden zijn: - Wat is de titel van het boek? - Wat is een kaft? Kun je het aanwijzen? - Wat is de rug van een boek? Kun je het aanwijzen? - Waar staat de titel? Hoe herken je deze? - Waarom staat de titel ook op de rug van het boek? - Waar kun je zien wie het boek heeft geschreven of wie de tekeningen heeft gemaakt? - Wie weet een moeilijk woord voor schrijver? - Wie weet een moeilijk woord voor tekenaar? Daarna wordt het boek filmisch gelezen. De leerlingen vertellen, aan de hand van de platen uit het prentenboek, waar zij denken dat het verhaal over gaat. Dit wordt in korte, maar correcte zinnen verteld. Wanneer dit voor de leerling te moeilijk is, zegt de leerkracht de correcte zin voor en de leerling herhaalt deze. Vragen die gesteld kunnen worden zijn: - Wat zie je op de plaat? - Hoe zal Plotter zich hier voelen? - Waarom denk je dat? - Welke dieren zijn er op deze plaat nog meer belangrijk? Waarom denk je dat? Dag 2: Uit de materialenbak worden de volgende voorwerpen gehaald: - het toegangskaartje van het zwembad - het zwemdiploma - de badjas - woordkaart van de badmuts - de wedstrijdbeker - de troostprijs - de zwemtas - de duikbril De leerlingen bedenken wat deze materialen met elkaar te maken hebben. Daarna wordt er bedacht hoe daar een toneelstukje mee gemaakt kan worden. - Waar zal het toneelstuk zich afspelen? - Wie doen er allemaal mee in het verhaal? - Hoe verdelen we de materialen? Wie krijgt bijvoorbeeld de duikbril? Waarom? De leerkracht schrijft de verhaallijn die de kinderen bedenken op en stuurt daarin, waar nodig. Het verhaal wordt uitgespeeld. Als afsluiting wordt het boek voorgelezen. Dag 3: In deze les wordt er extra geoefend met de aangeboden zelfstandig naamwoorden. De leerkracht wijst op de platen de verschillende woorden aan en de leerling geeft aan wat er te zien is. Hierbij wordt er bij het uitspreken van elk woord gebruik gemaakt van het bijbehorende lidwoord.
Bladzijde 7-8 - de thermometer Bladzijde 11-12 - de zwemtas Bladzijde 13-14 - het kleedhokje - de badmuts Bladzijde 15-16 - het monster Bladzijde 17-18 - het diepe - het plannetje - de duikbril Bladzijde 23-24 - de zwemband Als afsluiting wordt het prentenboek voorgelezen. Dag 4: De leerkracht biedt een aantal werkwoordkaartjes ondersteboven aan. Elke leerling mag steeds één kaartje kiezen. De leerling leest welk woord erop staat en wanneer deze dat niet kan lezen fluistert de leerkracht dit in zijn oor. Daarna speelt de leerling het woord uit, maar hij mag het woord niet noemen. Wanneer uitbeelden te moeilijk is, mag er ook een beschrijving van het woord gegeven worden. De anderen proberen te raden welk werkwoord er uitgebeeld of beschreven wordt. De woorden die op de verschillende kaartjes staan: - duiken - drijven - mompelen - zwemmen - mopperen - geruststellen - knipogen - vertrekken - verstoppen - toejuichen Deze kaartjes zijn in de materialenbak terug te vinden. Als afsluiting worden de kopieën van het prentenboek op volgorde gelegd. De leerlingen bedenken welke plaat als eerste moet en welke volgt. Aan de hand van de platen vertellen de leerlingen het verhaal in korte, maar correcte zinnen, na. Wanneer een zin niet klopt geeft de leerkracht de correcte zin aan en deze wordt dan door de leerling herhaald. Bovengenoemde kopieën zijn in de materialenbak terug te vinden.
Materialenlijst bij Plotter wil niet zwemmen. Dag 1: - Prentenboek Plotter wil niet zwemmen Hilde Schuurmans Dag 2: - Prentenboek Plotter wil niet zwemmen - Hilde Schuurmans - Toegangskaartje van het zwembad - Zwemdiploma - Badjas - Woordkaard van de badmuts - Wedstrijdbeker - Troostprijs - Zwemtas - Duikbril Dag 3: - Prentenboek Plotter wil niet zwemmen - Hilde Schuurmans Dag 4: - Prentenboek Plotter wil niet zwemmen - Hilde Schuurmans - Werkwoordkaartjes - Kopieën van de illustraties uit het boek.
toejuichen duiken drijven mompelen zwemmen mopperen geruststellen knipogen vertrekken verstoppen