Hagelandse Academie voor Muziek en Woord OEFENINGEN BOEK L2 NAAM:... Hagelandse Academie voor Muziek en woord - AMV L 2 - Oefeningenboek p. 1
Oefenblad 1 Wijzigingstekens 3-4 Oefenblad 2 Hele en halve tonen met kruisen 5 Oefenblad 3 Hele en halve tonen met mollen 6 Oefenblad 4 Met en zonder mollen, Met en zonder kruisen 7 Oefenblad 5 De toonladder van Fa groot 8 Oefenblad 6 De fa-sleutel 9 Oefenblad 7 De syncope 10 Oefenblad 8 Toontrapbenamingen 11-12 Oefenblad 9 Wij berekenen de inhoud 13 Oefenblad 10 De toonladder van Sol groot 14 Oefenblad 11 Maat 6 15 8 Oefenblad 12 Maat 6 16 8 Oefenblad 13 Oefeningen in 6 17 8 Oefenblad 14 Herhaling 18-19 Oefenblad 15 De kleine tertstoonladders 20-21 Oefenblad 16 De toonafstanden of intervallen 22-23-24 Oefenblad 17 Oefeningen op intervallen 25-26 Oefenblad 18 Oefeningen op intervallen 27 Oefenblad 19 Wij zetten alles op een rijtje 28 Oefenblad 20 Rekenen en cijferen 29-30-31 Melodisch dictee 32 Ritmisch dictee 37 Andere oefeningen 41 Oefentoets voor halfjaarlijks examen 44 Hagelandse Academie voor Muziek en woord - AMV L 2 - Oefeningenboek p. 2
Wijzigingstekens 1. Vul in. #, b en zijn... b is een m. en # is een k.. Als we zo n teken.de noot schrijven, moeten we de noot h.... of l... zingen. Een # voor de noot maakt de noot, een.. toon Een b voor de noot maakt de noot een beetje.., een.. toon is een h Een gewijzigde noot (door # of b) kan men weer herstellen door dit teken: 2. Schrijf in elke maat één si b. 3. Schrijf in elke maat één fa #. 4. Schrijf voor deze noten een b. 5. Schrijf voor deze noten een #. 6. Schrijf voor deze noten een Hagelandse Academie voor Muziek en woord - AMV L 2 - Oefeningenboek p. 3
7. Welke noot is dit? Kijk naar het voorbeeld en schrijf de naam op. 8. Welke noot klinkt het hoogst? Duid aan met een kruisje. x 9. Is de tweede noot hoger of lager dan de eerste? Schrijf een pijltje of. 10. Deze noten moeten hoger of lager klinken. Vul het juiste wijzigingsteken in. Kijk goed naar de pijltjes. Hagelandse Academie voor Muziek en woord - AMV L 2 - Oefeningenboek p. 4
Hele en halve tonen met kruisen 1. Duid in de toonladder de hele en halve tonen aan. Denk eraan: Een # verhoogt de noot met een 1/2 toon Een b verlaagt de noot met een 1/2 toon 2. Duid op de juiste manier aan: hele of halve toon. 3. Met kruisen: Duid op de juiste manier aan: hele of halve toon. 4. Schrijf de noot ernaast die een halve toon hoger ligt. 5. Schrijf de noot ernaast die een halve toon lager ligt. Hagelandse Academie voor Muziek en woord - AMV L 2 - Oefeningenboek p. 5
Hele en halve tonen met mollen 1. Even herhalen. Vul in. Denk eraan: een # voor de noot maakt de noot hoger met een toon. Een b voor de noot maakt de noot een toon lager. Tussen.... en. + tussen... en.. ligt altijd een halve toon. 2. Duid op de juiste manier aan: hele of halve toon. 3. Met mollen: Duid op de juiste manier aan: hele of halve toon. 4. Schrijf de noot ernaast die een halve toon hoger ligt. 5. Schrijf de noot ernaast die een halve toon lager ligt. Hagelandse Academie voor Muziek en woord - AMV L 2 - Oefeningenboek p. 6
Mollen en kruisen Denk eraan Een b verlaagt de noot met een 1/2 toon. Een # verhoogt de noot met een 1/2 toon. 1. Hele of halve toon? Duid op de juiste manier aan. 2. Verbeter de fouten. 1/2 toon 1 toon 1 toon 1/2 toon 3. Schrijf de tweede noot een halve of hele toon zoals gevraagd (lager). 1/2 toon 1/2 toon 1 toon 1 toon 4. Schrijf de tweede noot een halve of hele toon zoals gevraagd (hoger). 1/2 toon 1 toon 1 toon 1/2 toon Hagelandse Academie voor Muziek en woord - AMV L 2 - Oefeningenboek p. 7
De toonladder van Fa groot. 1. Weet je dit nog? Vul in. Een b is een w. Als je een b voor een noot schrijft, dan moet je die noot juist 1/2 toon..zingen. In de toonladder van fa groot moet je si aanpassen. Je moet si lager zingen en daarom zetten we hier voor een.. Omdat elke si lager moet klinken, zetten we de b aan ; dat telt dan voor de hele notenbalk. 2. Schrijf in elke maat een si b op deze notenbalk. Werk nauwkeurig!! 3. Schrijf de toonladder van Fa groot. Duid de hele en halve tonen aan. Schrijf ook de Romeinse cijfers en na de maatstreep de hoofddrieklank. Denk aan de voortekening. 4. Hoeveel si b s staan er in de volgende stukjes? Omcirkel ze eerst. Stukje 1 : si b s Stukje 2 : si b s Stukje 3 : si b s Hagelandse Academie voor Muziek en woord - AMV L 2 - Oefeningenboek p. 8
De Fa-sleutel 1. Schrijf in elke maat een fasleutel. Werk netjes binnen de notenbalk. 2. Schrijf de noten op de juiste plaats in de fasleutel. Je hoeft geen ritme te schrijven. Schrijf bij het begin eerst een fasleutel. fa sol la do la sol do fa sol la do sol fa 3. Schrijf dit lesje over in de fasleutel. 4. Schrijf dit lesje over in de solsleutel. Hagelandse Academie voor Muziek en woord - AMV L 2 - Oefeningenboek p. 9
De syncope 1. Verbind elk ritme in de linkerkolom met een ritme in de rechterkolom dat hetzelfde klinkt. 2. Schrijf op een andere manier zonder het koppelteken. = = 3. Plaats de maatstrepen. 4. Maak de som van alle noten in elk vakje. =.tellen =.tellen =.tellen =.tellen Hagelandse Academie voor Muziek en woord - AMV L 2 - Oefeningenboek p. 10
De toontrapbenamingen 1. Ken je nog de namen van de toontrapbenamingen? I... of... II.. III.... IV... of...... V... of...... VI.... VII.. VIII... of...... 2. Schrijf de toonladder van do groot. Plaats de Romeinse cijfers erbij. Vul dan de toontrappen in. Middelnoot Leidtoon Bovengrondnoot Dominant Tonica 8 Tonica Subdominant Bovenbeheersende noot Hagelandse Academie voor Muziek en woord - AMV L 2 - Oefeningenboek p. 11
4. Schrijf nu de toonladder van Fa groot. Plaats de Romeinse cijfers erbij. Vul dan de naam van de toontrap in. Hagelandse Academie voor Muziek en woord - AMV L 2 - Oefeningenboek p. 12
De inhoud berekenen 1. Hele of halve toon? Duid op de juiste manier aan. 2. Bereken de inhoud, zoek het aantal tonen en tel ze op. 3. Nu moeilijker. Bereken weer de inhoud, zoek het aantal tonen en tel ze op. Hagelandse Academie voor Muziek en woord - AMV L 2 - Oefeningenboek p. 13
De toonladder van Sol groot 1. Herhaling. Een # is een w... Als je een # voor de noot schrijft, dan moet je de noot juist 1/2 toon....zingen. In de toonladder van sol moet je aanpassen. Je moet de fa hoger zingen en daarom zetten we hiervoor een... Omdat elke fa hoger moet klinken, zetten we de # aan.... Dit telt dan voor alle fa s op die notenbalk. 2. Schrijf in elke maat een fa # op deze notenbalk. Werk nauwkeurig. 3. Schrijf de toonladder van Sol groot. Duid de hele en halve tonen aan. Schrijf ook de Romeinse cijfers en de hoofddrieklank. Denk aan de voortekening. Geef de toontrapbenaming van de la :.... do :... mi :... Welke noot is de middelnoot?..... dominant?.. tonica 8?.. 4. Hoeveel fa#-en telt het volgende stukje? Omcirkel ze eerst.. fa#-en Hagelandse Academie voor Muziek en woord - AMV L 2 - Oefeningenboek p. 14
Maat 6 met 8 1. Welke noten en rusten hebben we al geleerd in deze maat? 2. Welke rust past bij deze noot? Vul aan. = = = 3. Welke maat is fout. Duid aan met een kruisje. 4. Vul deze maten aan. Hagelandse Academie voor Muziek en woord - AMV L 2 - Oefeningenboek p. 15
Maat 6 met 8 1. Schrijf de ritmes in het juiste vak volgens het aantal tellen dat ze duren. 1 tel 2 tellen 2. Zoek in elke oefening de fout. 3. Plaats de maatstrepen. Hagelandse Academie voor Muziek en woord - AMV L 2 - Oefeningenboek p. 16
Oefeningen in 6 8 1. Trek de maatstrepen. 2. Vul aan indien nodig tot de maat vol is, liefst met maar 1 noot. Hagelandse Academie voor Muziek en woord - AMV L 2 - Oefeningenboek p. 17
Herhaling 1. In welke toonaard staat dit lesje? Toonaard van.... 2. Schrijf deze toonladder. Duid de hele en de halve tonen aan en schrijf na de maatstreep de drieklank. Denk aan de voortekening. 3. Hele of halve toon? 4. Vul deze maten aan. Hagelandse Academie voor Muziek en woord - AMV L 2 - Oefeningenboek p. 18
5. Juist of fout? Forte = heel zacht Een # verhoogt de noot met 1/2 toon Crescendo = diminuendo......... = een triool Een b maakt de noot 1 toon hoger = Grondnoot = dominant......... 6. Schrijf de toonladder van Sol groot. Duid de hele en de halve tonen aan en schrijf na de maatstreep de hoofddrieklank. 7. Verbind elk ritme in de linkerkolom met een ritme in de rechterkolom dat hetzelfde klinkt. 8. Welke maat is fout? Zet een kruisje. Hagelandse Academie voor Muziek en woord - AMV L 2 - Oefeningenboek p. 19
De kleine toonladders 1. Schrijf de toonladder van Do groot + de hoofddrieklank. De kleine tertstoonladder die bij Do groot hoort =. Schrijf de toonladder van la klein met hele en halve tonen. Schrijf de hoofddrieklank na de maatstreep. 2. Schrijf de toonladder van Fa groot + de hoofddrieklank. De kleine tertstoonladder die bij Fa groot hoort =. Schrijf de toonladder van re klein met hele en halve tonen. Schrijf de hoofddrieklank na de maatstreep. 3. Schrijf de toonladder van Sol groot + de hoofddrieklank. De kleine tertstoonladder die bij Sol groot hoort =. Schrijf de toonladder van mi klein met hele en halve tonen. Schrijf de hoofddrieklank na de maatstreep. In een grote tertstoonladder liggen de halve tonen tussen...... en... EN..... en..... noot. In een kleine tertstoonladder liggen de halve tonen tussen..... en... EN..... en..... noot. Hagelandse Academie voor Muziek en woord - AMV L 2 - Oefeningenboek p. 20
4. Vul het schema van alle gekende toonladders aan. Schrijf links de grote toonladder, rechts de parallelle kleine toonladder. Je hebt niet veel plaats. groot klein groot klein groot klein 5. In welke toonaard staan de volgende korte stukjes? Gebruik je schema hierboven. Vergeet groot of klein niet. Hagelandse Academie voor Muziek en woord - AMV L 2 - Oefeningenboek p. 21
De toonafstanden of intervallen 1. Vul de naam van de toonafstand in. Aantal toontrappen 1 toontrap 2 toontrappen 3 toontrappen 4 toontrappen 5 toontrappen 6 toontrappen 7 toontrappen 8 toontrappen Naam van de toonafstand................ 2. Geef de naam van de toonafstand. Kies uit prime- secunde- terts- kwart. 3. Geef de naam van de toonafstand. Kies uit kwint- sixt- septiem- octaaf. Hagelandse Academie voor Muziek en woord - AMV L 2 - Oefeningenboek p. 22
4. En nu allemaal door elkaar. 5. Verbind het interval links met de juiste naam rechts. KWART KWINT PRIME TERTS OCTAAF SEPTIEM SIXT SECUNDE 6. Geef de naam van het interval................ Hagelandse Academie voor Muziek en woord - AMV L 2 - Oefeningenboek p. 23
7. Schrijf de tweede noot het gevraagde interval hoger. secunde kwint kwart septiem octaaf sixt terts 8. Schrijf de tweede noot het gevraagde interval lager. septiem kwart sixt terts secunde kwint octaaf 9. Schrijf de tweede noot of. Let goed op de pijltjes. kwint sixt secunde kwart septiem prime terts octaaf octaaf septiem secunde kwint sixt secunde secunde septiem terts terts kwart kwint prime Hagelandse Academie voor Muziek en woord - AMV L 2 - Oefeningenboek p. 24
Oefeningen op intervallen 1. Kun je het volgende schema nog invullen? klein rein groot prime.. secunde.... terts.... kwart kwint.... sixt 4 t 4,5 t septiem 5 t 5,5 t octaaf.. 2. Grote of kleine secunde?.... 3. Grote of kleine terts?.... 4. Omcirkel de reine primes. 5. Geef naam, inhoud en hoedanigheid van de primes, secundes en tertsen......... Hagelandse Academie voor Muziek en woord - AMV L 2 - Oefeningenboek p. 25
6. Schrijf de noot die een kleine secunde hoger ligt erna. 7. Schrijf de noot die een grote secunde hoger ligt erna. 8. Schrijf de noot die een kleine terts hoger ligt erna. 9. Schrijf de noot die een grote terts hoger ligt erna. 10. Oefeningen op reine kwarten. Duid hele en halve tonen aan. Zoek inhoud en hoedanigheid..... 11. Oefeningen op reine kwinten. Duid hele en halve tonen aan. Zoek inhoud.... 12. Kwarten en kwinten. Duid hele en halve tonen aan. Geef naam, inhoud en hoedanigheid. Hagelandse Academie voor Muziek en woord - AMV L 2 - Oefeningenboek p. 26
Oefeningen op intervallen 1. Intervallen. Geef naam, inhoud en hoedanigheid van volgende intervallen. 2. Schrijf de gevraagde intervallen hoger of lager. Hagelandse Academie voor Muziek en woord - AMV L 2 - Oefeningenboek p. 27
We zetten alles op een rijtje 1. Zet deze notenwaarden en ritmische figuren in de juiste kolom. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. Duurt 1 tel Duurt 2 tellen Hagelandse Academie voor Muziek en woord - AMV L 2 - Oefeningenboek p. 28
Rekenen en cijferen 1. Hoeveel tellen? Maak de som van de vakjes. =....tellen =.....tellen =...tellen 2. Plaats de maatstrepen. Let goed op het maatcijfer. 3. Welke ritmen zijn hetzelfde? Verbind met een pijltje. Hagelandse Academie voor Muziek en woord - AMV L 2 - Oefeningenboek p. 29
4. Welke ritmische figuren zijn niet juist geschreven? Verbeter. 5. Vul aan. 6. Schrijf onder elke maat juist of fout. 7. Schrijf 4 verschillende ritmische figuren die 2 tellen duren. 8. Schrijf 3 verschillende ritmische figuren van 3 noten. Iedere figuur moet juist 1 tel duren. Hagelandse Academie voor Muziek en woord - AMV L 2 - Oefeningenboek p. 30
9. Bepaal de toonaard van volgende stukjes......................... Hagelandse Academie voor Muziek en woord - AMV L 2 - Oefeningenboek p. 31
Hagelandse Academie voor Muziek en woord - AMV L 2 - Oefeningenboek p. 32
Hagelandse Academie voor Muziek en woord - AMV L 2 - Oefeningenboek p. 33
Hagelandse Academie voor Muziek en woord - AMV L 2 - Oefeningenboek p. 34
Hagelandse Academie voor Muziek en woord - AMV L 2 - Oefeningenboek p. 35
Hagelandse Academie voor Muziek en woord - AMV L 2 - Oefeningenboek p. 36
Hagelandse Academie voor Muziek en woord - AMV L 2 - Oefeningenboek p. 37
Hagelandse Academie voor Muziek en woord - AMV L 2 - Oefeningenboek p. 38
Hagelandse Academie voor Muziek en woord - AMV L 2 - Oefeningenboek p. 39
Hagelandse Academie voor Muziek en woord - AMV L 2 - Oefeningenboek p. 40
Hagelandse Academie voor Muziek en woord - AMV L 2 - Oefeningenboek p. 41
Hagelandse Academie voor Muziek en woord - AMV L 2 - Oefeningenboek p. 42
Hagelandse Academie voor Muziek en woord - AMV L 2 - Oefeningenboek p. 43
Theorie in je theorieboek p. 3, 4 en 5 leren en kunnen toepassen met oefeningen tot en met p. 17. Er is een voorbeeld in het oefenboek aangeduid en extra oefeningen zijn hierbij gevoegd. Deze kunnen als oefentoets gemaakt worden. Hele en halve tonen, ook met kruisen en mollen, kunnen aanduiden (theorie p.3) in het oefenboek : p.8 en 9 nr 2/3, p.10 nr 1, p.16 nr 1 Kunnen herkennen in welke toonaard een stukje staat (Do groot, Fa groot of Sol groot) aan de hand van de voortekening en de laatste noot De 3 grote toonladders kunnen opschrijven met voortekening, romeinse cijfers, hele & halve tonen en drieklank in het oefenboek : p.8 nr 1, p.11 nr 3, p.14 nr 2, p.17 nr 3 De toontrapbenamingen kennen en in alle toonladders kunnen toepassen in het oefenboek : p.14 nr 1 en 2, p.15 nr 4, p.17 nr 3 De inhoud berekenen in het oefenboek : p.16 nr 2 en 3 Een stukje overzetten in de fasleutel in het oefenboek : p.12 nr 3 Ritmes kunnen verbinden die hetzelfde klinken in het oefenboek : p.13 nr 1 en 2 Pagina 18 en 19 in dit oefenboek kunnen volledig als herhaling gemaakt worden. 1. Schrijf de gevraagde toonladders, met Romeinse cijfers, hele en halve tonen en drieklank en geef de gevraagde toontrapbenamingen. Do groot De toontrapbenaming van de mi in deze toonladder is De toontrapbenaming van de la in deze toonladder is Fa groot In deze toonladder is de sol de.noot In deze toonladder is de do de.noot Sol groot De subdominant in deze toonladder is de noot.. De leidtoon in deze toonladder is de noot... Hagelandse Academie voor Muziek en woord - AMV L 2 - Oefeningenboek p. 44
2. In welke toonaard staan de volgende stukjes?...... 3. Duid aan: hele of halve toon. 4. Bereken de inhoud. Duid eerst aan : Hele toon halve toon anderhalve toon 5. Schrijf dit stukje over in de faslautel. 6. Verbind de ritmes die hetzelfde klinken. Hagelandse Academie voor Muziek en woord - AMV L 2 - Oefeningenboek p. 45