SCHOOLPLAN 2012-2016



Vergelijkbare documenten
Schoolondersteuningsprofiel. SO Het Mozaïek. onderbouw

RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP DE BOSSCHOOL. Onderzoeksnummer :

OPBRENGSTEN LEERLINGENZORG

Schoolondersteuningsprofiel. De Zevensprong

RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP CHRISTELIJKE BASISSCHOOL DE POORT

RAPPORT JAARLIJKS ONDERZOEK OBS DE MEANDER

DEFINITIEF RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP OBS MOLENBEEK

ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP O.B.S. DE BONGERD

H.a- gbyfe RAPPORT " ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP R.K. BASISSCHOOL DE MEULEHOOK

RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP BASISSCHOOL PATER VAN DER GELD

RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP PCBS DE RIETLANDEN

RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Basisschool t Kwekkeveld

DEFINITIEF RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP OBS DE SPRINGSCHANS

RAPPORT JAARLIJKS ONDERZOEK BASISSCHOOL DE VLIER

ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP ISLAMITISCHE BASISSCHOOL AS SOEFFAH

DEFINITIEF RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP BASISSCHOOL DE PIJLER

ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP BASISSCHOOL ROALD DAHL

DEFINITIEF RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ HET MOZAIEK SO ALMELO

RAPPORT JAARLIJKS ONDERZOEK DE VRIJE SCHOOL 'HOEKSCHE WAARD'

DEFINITIEF RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP BASISSCHOOL ST.-WILLIBRORDUS

RAPPORT JAARLIJKS ONDERZOEK SAMSAM

RAPPORT JAARLIJKS ONDERZOEK DR. HERDERSCHEESCHOOL VOOR SO/VSO-ZMLK

RAPPORT JAARLIJKS ONDERZOEK BASISSCHOOL DE MULDERSHOF

Op weg naar betekenisvol onderwijs en onderzoekend en actief leren.

RAPPORT VAN BEVINDINGEN TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK BIJ DE MARTIN LUTHER KINGSCHOOL VSO-ZML

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. basisschool De Tweemaster

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ

RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP BASISSCHOOL SEGHWAERT LOCATIE DE SPRINGPLANK

RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP BASISSCHOOL DE HEYSTER

RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP BASISSCHOOL 'T MÊÊTJE

Samenvatting. Totalen

RAPPORT JAARLIJKS ONDERZOEK BASISSCHOOL JOHANNES PAULUS

Schoolondersteuningsprofiel. De Zevensprong

RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP WILLEM VAN ORANJE

RAPPORT JAARLIJKS ONDERZOEK R.K. BASISSCHOOL CORNELIS MUSIUS

RAPPORT VAN BEVINDINGEN

ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP BASISSCHOOL JOHANNES PAULUS

RAPPORT JAARLIJKS ONDERZOEK HET DRIELUIK. BRIN-nummer : 27XJ Onderzoeksnummer : 88304

RAPPORT JAARLIJKS ONDERZOEK BASISSCHOOL 'ARMHOEFSE AKKER'

RAPPORT JAARLIJKS ONDERZOEK DE VUURBAAK. BRIN-nummer : 23UT Onderzoeksnummer : 73290

RAPPORT Onderzoek in het kader van het vierjaarlijks bezoek bij Basisschool Maria. : 's-heerenberg

RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP C.B.S. "DE BRON"

ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP BASISSCHOOL DE TOUWLADDER

RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET ONDERWIJSVERSLAG FINLANDIA

RAPPORT ONDERZOEK REKENEN-WISKUNDE C.B.S. H.H. SIMONIDESSCHOOL

KWALITEITSONDERZOEK IN HET KADER VAN HET ONDERWIJSVERSLAG 2007/2008 BASISSCHOOL DE HORST

RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP BASISSCHOOL H. HART

RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP BASISSCHOOL CANADA

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING BIJ DE PROF. DR. LEO KANNERSCHOOL. Educatieve School- en Beroepstoeleiding CURIUM

RAPPORT Onderzoek in het kader van het vierjaarlijks bezoek bij obs De Zonnewijzer

RAPPORT ONDERZOEK REKENEN-WISKUNDE OPENBARE BASISSCHOOL NOORDHOVE

RAPPORT JAARLIJKS ONDERZOEK BASISSCHOOL DE TROUBADOUR

RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP BASISSCHOOL DE WIEKEN

SCHOOLONDERSTEUNINGSPROFIEL SCHOOLJAAR Basisschool De Arnhorst. Velp

RAPPORT Onderzoek in het kader van het vierjaarlijks bezoek bij basisschool De Kreeke

RAPPORT JAARLIJKS ONDERZOEK CBS DE HOEKSTIEN

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. obs De Zeester

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KORT ONDERZOEK SPECIAAL BASISONDERWIJS. Pastoor Van Arsschool

RAPPORT VAN BEVINDINGEN

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ. CSG Het Noordik, locatie Vriezenveen

RAPPORT VAN BEVINDINGEN VIERJAARLIJKS BEZOEK. de Teldersschool

RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP R.K. BASISSCHOOL KLAVERTJE VIER

RAPPORT ONDERZOEK REKENEN-WISKUNDE BASISSCHOOL 'PATER VAN DER GELD'

Het huidige jaarplan van de Delta (BRIN 19 ML) is mede gebaseerd op het strategisch beleidsplan van stichting Proo.

RAPPORT VAN BEVINDINGEN VIERJAARLIJKS BEZOEK. De Dukdalf

RAPPORT JAARLIJKS ONDERZOEK DIJKERHOEK. BRIN-nummer : 10DG Onderzoeksnummer : 74204

RAPPORT JAARLIJKS ONDERZOEK BASISSCHOOL DE STAAIJ

RAPPORT JAARLIJKS ONDERZOEK RKBS "HET VELDHUIS"

ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP FLORASCHOOL

RAPPORT JAARLIJKS ONDERZOEK PCB PRINSES JULIANA

DEFINITIEF RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP BASISSCHOOL TWICKELO

RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP BASISSCHOOL W.SLUITER

RAPPORT PERIODIEK KWALITEITSONDERZOEK BASISSCHOOL BEATRIX

RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP REHOBOTHSCHOOL

RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP BASISSCHOOL JAN PIETERSZOON COEN

RAPPORT PERIODIEK KWALITEITSONDERZOEK RKBS 'VAN DOORN'

KWALITEITSONDERZOEK IN HET KADER VAN HET ONDERWIJSVERSLAG 2007/2008

RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP RKBS ANNE FRANK

RAPPORT JAARLIJKS ONDERZOEK BASISSCHOOL 'DE BRUG'

Jaarverslag DE DELTA

Achtergrond. Missie Onze missie op basis van deze situatie luidt:

RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP PANTA RHEI. Onderzoeksnummer :

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ O.B.S. DE LYTSE TERP

RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Kwaliteitsonderzoek Primair Onderwijs bij. de Watapanaschool

KWALITEITSBELEID

RAPPORT VAN BEVINDINGEN VIERJAARLIJKS BEZOEK. Het Veldboeket

RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP P.C. BASISSCHOOL GUSTAV HOEFER

DEFINITIEF RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP DE ARK

Omdat elk kind telt en groeit met plezier ; dat is de titel van het strategisch beleidsplan van onze Stichting Proo.

JAARPLAN Samen werken aan de toekomst! Bekkampstraat AH Hengevelde

RAPPORT JAARLIJKS ONDERZOEK 'T IEMENSCHOER EN T KORHOEN, SCHOOL VOOR SO/VSO- ZML

RAPPORT VAN BEVINDINGEN VIERJAARLIJKS BEZOEK. obs De Horn

ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP KATHOLIEK BASISONDERWIJS HENGELO-ZUID

RAPPORT ONAANGEKONDIGD KWALITEITSONDERZOEK BASISSCHOOL MISTE/CORLE

RAPPORT JAARLIJKS ONDERZOEK R.K.B.S. "SINT MAARTENSCHOOL"

FUNCTIEBESCHRIJVING LOCATIEDIRECTEUR STICHTING ZML TWOG

ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP DELFTSCHE SCHOOLVEREENIGING

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING BIJ DE DIJSSELBLOEM

RAPPORT JAARLIJKS ONDERZOEK O.B.S. DE WEZEBOOM

Plaats BRIN-nummer Onderzoeksnummer Datum schoolbezoek Rapport vastgesteld te Utrecht op

Transcriptie:

SO Het Mozaïek onderbouw specialisten in begeleiden en onderwijzen van jonge kinderen met specifieke (onderwijs) behoeften SCHOOLPLAN 2012-2016 SO, Het Mozaïek onderbouw Speenkruidpad 2 7101 CT Almelo tel : 088-010-3668 e-mail: derietpluim@mozaiektwente.nl website: www.mozaiektwente.nl

afbeelding is in bestelling

INHOUDSOPGAVE VOORWOORD 4 INLEIDING: TYPERING VAN DE SCHOOL 6 Doelgroep 6 Doelstelling 6 Schoolgegevens 7 Stichting Attendiz 8 Bestuur en management 8 Toekomstige ontwikkelingen 8 Partners in Passend onderwijs 9 HOOFDSTUK 1: VISIE EN BELEIDSVORMING 10 1.1 Missie, visie, doelen 10 1.1.1 Ons motto 10 1.1.2 Missie 10 1.1.3 Visie 11 1.1.4 Doelstelling 13 1.1.5 Ambitie 13 1.2 Beleidsvorming en Kwaliteitszorg 13 1.2.1 De evaluatiecyclus op Het Mozaïek onderbouw 14 1.2.2 Kwaliteitszorg 15 1.2.3 Bestendiging 18 1.3 Omgeving- en toekomstgerichtheid 18 1.3.1 Omgevingsgerichtheid 18 1.3.2. Toekomstgerichtheid 18 1.4 Beleidsvoornemens t.a.v visie en beleidsvorming 19 HOOFDSTUK 2: PERSONEEL 20 2.1 Integraal personeelsbeleid (IPB) 20 2.2 Instrumenten 21 2.2.1 Werving en selectie 21 2.2.2 Introductie en begeleiding 21 2.2.3 De gesprekkencyclus 21 2.2.3.1 Het doelstellingengesprek 22 2.2.3.2 Functioneringsgesprekken 22 2.2.3.3 Beoordelingsgesprekken 23 2.2.4 Groepsbezoek 23 2.2.5 Groepsbespreking 23 2.2.6 Persoonlijk Ontwikkelingsplan (POP) 23 2.2.7 Taakbeleid 24 2.2.8 Deskundigheidsbevordering 24 2.2.9 Bekwaamheidsdossier 24 2.2.10 Teambuilding 24 2.2.11 Verzuimbeleid 25 2.2.12 Stagebeleid 25 2.3 Beleidsvoornemens t.a.v personeelsbeleid 25 HOOFDSTUK 3: LEIDERSCHAP EN MANAGAMENT 27 3.1 Leiderschap 27 3.1.1 Leiderschap op SO Het Mozaïek onderbouw 28 3.2 Management 28

3.2.1 Strategisch beleidsplan, schoolplan, managementovereenkomst, Managementrapportage 28 3.2.2 Jaarverslag 28 3.2.3 Communicatie 29 3.2.4 Gesprekscyclus 29 3.3 Beleidsvoornemens t.a.v. leiderschap en management 30 HOOFDSTUK 4: CULTUUR EN KLIMAAT 31 4.1 Schoolcultuur 31 4.2 Medewerkerscultuur 31 4.3 Leerlingencultuur 32 4.4 Oudercultuur 33 4.4.1 Structurele oudercontacten 33 4.4.2 Overige oudercontacten 34 4.4.3 Inrichting van de medezeggenschap 34 4.4.4 Inzagerecht en wet op persoonsregistratie 34 4.4.5 Klachtencommissie van de VBS 35 4.4.6 Schoolcontactpersoon (SCP) 35 4.4.7 Externe vertrouwenspersoon 35 4.4.8 Ouderenquête 35 4.5 Beleidsvoornemens t.a.v. cultuur en klimaat 36 HOOFDSTUK 5: MIDDELEN EN VOORZIENINGEN 37 5.1 Huisvesting en uitrusting 37 5.1.1 Onze huisvesting 37 5.2 Financiën 37 5.2.1 Personeel 38 5.2.2 Schoolbudget 38 5.2.3 Additionele middelen 38 5.2.4 Sponsoring 38 5.3 Materieel beleid 38 5.3.1 Meerjarenplan vervanging methodes 38 5.2.3 ICT middelen 39 5.4 Beleidsvoornemens t.a.v. middelen en voorzieningen 39 HOOFDSTUK 6: MANAGEMENT VAN ONDERWIJS- EN ONDERSTEUNENDE PROCESSEN 40 6.1 Onderwijsvisie op SO het Mozaïek onderbouw 40 6.1.1 Visie op ontwikkeling van kinderen met specifieke onderwijsbehoeften 40 6.1.2 Visie op leren van jonge kinderen 40 6.1.3 Visie op de speel- en leeromgeving 41 6.1.4 Samenwerking met ouders 41 6.1.5 Samenwerking met hulpverlening 42 6.1.6 Opbrengstgericht Werken 42 6.1.7 Algemene toelatingscriteria voor (V)SO- cluster 4 42 6.1.7.1 Toelating van leerlingen die zijn opgenomen in Karakter, centrum voor kinder- en jeugdpsychiatrie te Almelo of in de Rietpluim, dagbehandeling jonge kinderen te Almelo 43 6.1.7.2 Toelating van leerlingen na afloop van de behandeling in Karakter of in de Rietpluim 43 6.1.7.3 Toelating van leerlingen die afkomstig zijn uit de regio 43 6.1.7.4 Contra-indicaties bij de toelating van leerlingen afkomstig uit de regio 43 6.2 Pedagogische huisstijl 43 6.2.1 Omgaan met agressie en incidentenregistratie 44 6.2.2 School- en klassenregels 44

6.3 Didactisch ontwerp 44 6.3.1 Leerstandaarden, onderwijsarrangementen en uitstroomrichtingen 45 6.3.2 Leerlijnen 46 6.3.3 Urenoverzicht 47 6.4 Leerstofaanbod en differentiatie 48 6.4.1 Gebruik van middelen en materialen 48 6.4.1.1 Methodeoverzicht 48 6.4.2 Sociaal emotionele ontwikkeling 49 6.4.3 Sociale cohesie en burgerschap 50 6.4.4 (Ortho)pedagogisch- en didactisch handelen 50 6.4.5 Actieve en zelfstandige rol van de kinderen 51 6.5 Leerlingenzorg 51 6.5.1 Commissie voor de Begeleiding 51 6.5.1.1 Samenstelling CVB 51 6.5.1.2 Rol van de CVB 51 6.5.2 Werken vanuit het ontwikkelingsperspectief 52 6.5.3 Groepsplan en individueel handelingsplan 53 6.5.4 Leerlingbespreking en Groepsbespreking 54 6.5.6 Leerlingvolgsysteem 57 6.6 Ondersteunende processen 57 6.7 Beleidsvoornemens t.a.v. management van onderwijs- en ondersteunende processen 58 HOOFDSTUK 7: WAARDERING 59 7.1 Personeel 59 7.2 Ouders en leerlingen 59 7.3 Maatschappij 59 7.4 Beleidsvoornemens t.a.v. waardering 59 HOOFDSTUK 8: RESULTAAT EN OPBRENGSTEN 60 8.1 Managementrapportagesysteem 60 8.2 Resultaten en Opbrengsten i.r.t. leerlingvolgsysteem 60 8.3 Resultaten kwaliteitszorg 61 8.4 Beleidsvoornemen t.a.v. resultaat en opbrengsten 62 BRONNEN 63

Voorwoord Het schoolplan van onze school geeft de schoolontwikkeling weer die nagestreefd wordt voor de periode 2012-2016. en is vastgesteld door het Bevoegd Gezag van Stichting Attendiz d.d. 01-07-2012. Anders gezegd: waar staat Het Mozaïek Almelo, afdeling onderbouw, op dit moment en waar wil de school zijn in 2016? Door dit te beschrijven in een plan willen we onszelf, de ouders, de inspectie en het bevoegd gezag duidelijkheid bieden over onze huidige uitgangspositie en verantwoording afleggen over onze plannen voor de periode tot en met medio 2016. Het Mozaïek onderbouw heeft een eigen schoolplan, net als Het Mozaïek middenbouw/bovenbouw (mb/bb). Gezien het feit dat alle kleuters van Het Mozaïek onderbouw onderwijs krijgen in de onderbouwlocatie aan het Speenkruidpad, met een eigen eindverantwoordelijke leidinggevende en een eigen onderwijsconcept, is ervoor gekozen om voor zowel Het Mozaïek SO Almelo mb/bb als Het Mozaïek SO Almelo onderbouw een eigen schoolplan te schrijven. De concepten van dit schoolplan, geschreven door de adjunct-directeur en de orthopedagoog, zijn besproken met het schoolteam en de medezeggenschapsraad. Op basis van deze besprekingen is deze versie van het schoolplan in juli 2012 tot stand gekomen. Het plan is ter instemming voorgelegd aan de medezeggenschapsraad. Het definitieve plan is toegezonden aan de inspectie en uitgereikt aan het team en de leden van de medezeggenschapsraad. Vanuit dit schoolplan wordt een managementovereenkomst opgesteld. Dit plan beschrijft op zeer concrete wijze specifieke en meetbare stappen, die we willen ondernemen gedurende een periode van 1 schooljaar (SMARTformulering). Elk schooljaar zal in de maand mei een tussenevaluatie plaatsvinden, zodat deze management overeenkomst tussentijds kan worden bijgesteld. In het laatste jaar van deze 4-jarige cyclus (2015-2016) wordt het Schoolplan door de leidinggevende en het schoolteam geëvalueerd.. Voor directie en schoolteam geeft het schoolplan richting aan de voornemens tot verandering en activiteiten. Aan de ouders bieden wij duidelijkheid en wij leggen hiermee verantwoording af aan het schoolbestuur. Het schoolplan maakt het mogelijk om gericht te evalueren. Het legt gemaakte afspraken duidelijk vast. Dit schoolplan hangt onder het Strategisch Beleidsplan van Stichting Attendiz: Ambitie op maat, dat eveneens vierjaarlijks wordt opgesteld. Aan dit strategisch beleidsplan is een planningsdocument toegevoegd waarin de stichtingsbrede beleidsvoornemens zijn gepland. De hoofdstukken van het schoolplan corresponderen met de organisatie en resultaatgebieden die door het INK worden onderscheiden, zie afbeelding hieronder. Personeel Management van onderwijsprocessen Waardering door het Personeel Visie en Beleid Leiderschap En Management Cultuur en Klimaat Management van ondersteunende processen Waardering door klanten / leveranciers Resultaat En opbrengsten Middelen en Voorzieningen Waardering door de maatschappij Pagina 4 van 65

SO Het Mozaïek, onderbouw Schoolplan 2012-2016 Alle acties en ontwikkelingen die in het schoolplan staan beschreven zijn terug te voeren naar één doel: Verbeteren van de ontwikkelingsperspectieven van elk individueel kind! Door ons te beperken tot de essentie, zal dit schoolplan een levend document blijven dat voor alle medewerkers van de school leidend zal zijn bij de uitoefening van hun werk. Het Schoolplan van Het Mozaïek onderbouw is vastgesteld door het Bevoegd Gezag van Stichting Attendiz d.d. 01-07-2012. Juli 2012 Namens het schoolteam, Judy Broekhuis Adjunct directeur SO Het Mozaïek onderbouw Pagina 5 van 65

Inleiding: typering van de school Het Mozaïek onderbouw is een school voor Speciaal Onderwijs voor leerlingen van 4 tot 8 jaar in Almelo en maakt deel uit van Stichting Attendiz. Het Mozaïek onderbouw is een neutraal-bijzondere school. Dit betekent dat de school zich niet verbonden weet met één richting of geloofsovertuiging. De school biedt plaats aan kinderen van allerlei gezindten. Daarnaast heeft Het Mozaïek onderbouw een regionale functie: kinderen uit Hellendoorn, Rijssen-Holten, Twenterand, Tubbergen, Wierden bezoeken de school. De leerlingen van Het Mozaïek onderbouw kunnen zich om uiteenlopende redenen binnen het regulier onderwijs onvoldoende ontwikkelen. Soms komen kinderen vanaf een peuterspeelzaal of dagverblijf op onze school, in sommige gevallen zijn kinderen eerst op een basisschool gestart. Doelgroep SO Het Mozaïek onderbouw richt zich enerzijds op onderwijs aan jonge risico kinderen in de leeftijd van vier tot acht jaar met een (nu nog) cluster-iv beschikking. Dit zijn kinderen met gedragsproblemen en/of ontwikkelingsproblemen in de breedste zin van het woord die in het basisonderwijs (dreigen) vast(te)lopen. Zij kenmerken zich door een grote diversiteit aan hulpvragen en onderwijsbehoeften. Anderzijds biedt Het Mozaïek onderbouw onderwijs aan jonge risico kinderen die via plaatsbekostiging de school bezoeken. Dit zijn kinderen van de kinder- en jeugdpsychiatrische kliniek van Karakter en dagbehandeling van Jarabee. Sinds augustus 2012 is er een onderwijs-zorgklas gestart op De Rietpluim. De onderwijs-zorgklas is een gezamenlijk initiatief van Jarabee en Het Mozaïek onderbouw. In het kader van Passend Onderwijs zijn we dit jaar gestart met het bieden van zowel observatieplaatsen als SBO-plaatsen (groep 1) voor kinderen vanuit het Samenwerkingsverband. Doelstelling Binnen ons onderwijs staat de ontwikkeling van kinderen centraal. Voortdurend zijn wij gericht op het stimuleren van deze ontwikkeling en het bijbrengen van vaardigheden aan kinderen. Doelstelling van ons onderwijs is om een leerling een ononderbroken ontwikkelingsproces en continuïteit te bieden in het onderwijs. Dit doen we vanuit een visie die afgestemd is op de ontwikkeling van kinderen met specifieke (onderwijs)behoeften. Voor kinderen uit de onderwijs-zorgklas geldt dat wij samen met de jeugdzorg werken vanuit één plan, met de doelstelling om het kind ononderbroken ontwikkelingskansen en continuïteit te bieden in onderwijs en hulpverlening. School en ouders zijn elkaars partner bij het scheppen van een goed schoolklimaat en hebben daarbij elk hun eigen deskundigheid. SO Het Mozaïek onderbouw hecht een grote waarde aan een goede relatie met ouders. Het personeel op SO Het Mozaïek onderbouw is deskundig op het gebied van het herkennen van en omgaan met jonge kinderen met gedrags- en/of psychiatrische problemen. Pagina 6 van 65

Schoolgegevens SO Het Mozaïek onderbouw Speenkruidpad 2 7601 CT Almelo 088010-3668 E-mail : derietpluim@mozaiektwente.nl Website : www.mozaiektwente.nl Adjunct-directeur : Judy Broekhuis Brinnummer : 00KM Schooltijden : ma., di., do., en vr. 08.30 uur-14.50 uur : woensdag 08.30 uur- 12.20 uur Leerlingenaantal vanaf 2008 t/m 2012: 1-10-2008 16-1-2009 Datum CVI OBSplaats SBOplaats Jarabee/ Rietpluim Crisis totaal 1-10-2009 31 13 44 16-1-2010 33 19 52 1-10-2010 24 16 40 16-1-2011 27 18 45 1-10-2011 17 19 36 16-1-2012 20 1 24 45 Aantal groepen: 4 Groepsgrootte: 12-15 leerlingen Pagina 7 van 65

Samenstelling team SO Het Mozaïek onderbouw kent in het schooljaar 2011-2012 12 personeelsleden, bestaande uit een leidinggevende, onderwijsgevend personeel (OP) en onderwijsondersteunend personeel (OOP). MT : adjunct-directeur. OP : leerkrachten, onderwijsassistenten, zorg coördinator OOP : schoolmaatschappelijk werk, gedragswetenschapper, schoonmaker, conciërge en secretaresse. De 12 personeelsleden verbruiken gezamenlijk 7,39 fte. Stichting Attendiz Het Mozaïek onderbouw is aangesloten bij de Stichting Attendiz. De naam Attendiz staat voor extra aandacht, attentie en zorg van A tot Z voor onze leerlingen. Stichting Attendiz verzorgt anno 2012 het speciaal en voortgezet speciaal onderwijs in de regio Twente aan ruim 1200 leerlingen. De verschillende doelgroepen en scholen van deze organisatie zijn: Jonge Risico Kinderen (De Zevensprong, Het Sloepje); Leerlingen met gedragsstoornissen (School Onder de Kap, De Bouwsteen); Leerlingen met psychische stoornissen (Het Mozaïek, Het Panta Rhei College); Langdurig Zieke Kinderen (Schutte s Bosschool); Zeer Moeilijk Lerende Kinderen (De Huifkar); Lichamelijk en/of verstandelijk beperkte kinderen (Onderwijscentrum Het Roessingh); Kinderen met gehoor- en/of spraakstoornissen (De Huizingschool, Het Maatman); Leerwerktrajecten (De Kapstok, Het Schip, Mota); Het Dienstencentrum (Ambulante begeleiding, Steunpunt Autisme). Het Dienstencentrum geeft ondersteuning aan een reguliere school die te maken heeft met een leerling die binnen één van de doelgroepen valt. De Stichting Attendiz is aangesloten bij het Regionaal Expertise Centrum (REC) Oost Nederland. Het REC verzorgt nog tot 01-08-2013 de indicatiestelling t.b.v. het speciaal onderwijs. Bestuur en Management Het Mozaïek onderbouw maakt deel uit van de Stichting Attendiz en valt onder de Raad van Toezicht hiervan. Stichting Attendiz heeft een College van Bestuur. De voorzitter van het College van Bestuur is de heer H.K. (Herman) Nijhuis. Het management bestaat uit sectordirecteuren en directeuren. Sectordirecteuren zijn verantwoordelijk voor de scholen die onder hun sector vallen. Directeuren zijn verantwoordelijk voor 1 of 2 scholen. De sectordirecteur van SO Het Mozaïek onderbouw is de heer M.P.J. (Chiel) Daanen. Toekomstige ontwikkelingen. Naar verwachting treedt met ingang van 1 augustus 2013 de Wet op Passend Onderwijs in werking. Passend Onderwijs beoogt meer leerlingen in het reguliere onderwijs op te vangen. Thuisnabij onderwijs vraagt om een aanpassing van de huidige voorzieningen voor (speciaal) onderwijs. In combinatie met de gevolgen van de landelijke verevening, vraagt dit van Stichting Attendiz en dus ook van SO Het Mozaïek onderbouw: nauwe afstemming met het samenwerkingsverband en andere ketenpartners om te kunnen anticiperen op wensen en mogelijkheden voor de toekomst. We zullen ons met de samenwerkingsverbanden moeten richten op een regionaal dekkend aanbod van passend onderwijs voor het jonge kind. Wij zullen voorbereid moeten zijn op een herinrichting van het speciaal onderwijs, met als gevolg een terugloop van het aantal schoolgebouwen en arbeidsplaatsen. Vooruitlopend hierop heeft Stichting Attendiz een vacaturestop ingesteld vanaf 1 augustus 2011. Pagina 8 van 65

Partners in Passend Onderwijs Samen met de gemeenten Hellendoorn, Rijssen-Holten, Twenterand, Tubbergen, Wierden, maar ook met partners als Jarabee Jeugdzorg en Karakter probeert SO Het Mozaïek onderbouw een dekkend onderwijs(zorg)aanbod te creëren voor jonge kinderen met specifieke onderwijsbehoeften. Wij hebben nauwe contacten met de (speciale) basisscholen in de regio, met voorschoolse voorzieningen (peuterspeelzalen en dagverblijven) en met de (jeugd)hulpverlening. De basisscholen van de genoemde gemeenten zijn verenigd in het samenwerkingsverband 23.01. Pagina 9 van 65

Hoofdstuk 1: Visie en beleidsvorming Personeel Management van onderwijsprocessen Waardering door het Personeel Visie en Beleid Leiderschap En Management Cultuur en Klimaat Management van ondersteunende processen Waardering door klanten / leveranciers Resultaat En opbrengsten Middelen en Voorzieningen Waardering door de maatschappij 1.1 Missie, visie, doelen Het Mozaïek onderbouw is een ambitieuze en resultaatgerichte school voor jonge kinderen met specifieke onderwijs- en of zorgbehoeften. Wij staan voor een veilig, gestructureerd, uitdagend en positief klimaat, waar kinderen, ouders en personeel met veel plezier komen. Wij volgen en sturen de ontwikkeling van jonge kinderen in een continu proces en passen ons onderwijsaanbod hierop aan. Door aandacht te hebben voor de brede ontwikkeling en individuele ontplooiing van het kind leggen wij een stevige basis voor het verdere ontwikkelingsproces. 1.1.1 Ons motto Dit alles is te vangen onder ons motto:.door volgen en sturen naar opbrengst en groei 1.1.2 Missie Het begrip missie heeft te maken met ons bestaansrecht. Waarom doen we wat we doen? Waarvoor staan we? Wat zijn onze waarden? Waarom zijn we er en wat willen we met ons onderwijs betekenen voor de regio en de samenleving als totaliteit. Op Het Mozaïek onderbouw willen we vanuit het kind werken aan een zo optimaal mogelijke opbrengst. Onze school is enerzijds gericht op resultaat, waarbij ieder kind er een is en de kans verdient om tot optimaal presteren te kunnen komen. Anderzijds staan wij voor optimale kansen wat betreft het stimuleren van de sociaal en Pagina 10 van 65

emotionele ontwikkeling. Door aandacht en zorg te hebben voor de totale ontwikkeling van het kind, waarbij de focus ligt bij taal en rekenen, leggen wij een stevige basis voor de verdere ontwikkeling van ieder individueel kind. Wij vinden dat de schoolomgeving waarin een kind opgroeit een belangrijke bijdrage levert aan die totale ontwikkeling van het kind. Een vriendelijk en veilig klimaat waarin ieder individu gerespecteerd wordt en we in staat zijn om met en van elkaar te leren vinden we van groot belang. De volgende items zien we hierbij als belangrijke pijlers: o Rust en regelmaat binnen de school en in de klas; o Een zo prikkelarm mogelijk, doch uitdagend en afgestemd op het jonge kind, ingericht klaslokaal en school; o Prikkels staan ten dienste van het gegeven onderwijs; o Een prettige, open school- en klassensfeer; o Voorrang voor het kindbelang; o Ouders als partners; o Aandacht voor ieder kind door te werken vanuit het Ontwikkelingsperspectief waarin aandacht is voor het aanbieden van verlengde, verkorte instructie; o Zelfstandigheid en samenwerking; o Een centrale plek voor taal en rekenen voor kleuters. Theorie van Maslow: Om zich optimaal te kunnen ontwikkelen, moeten bij ieder mens een aantal fundamentele behoeften bevredigd zijn. Figuur: piramide van A. Maslow Zelfontplooiing Volledige ontwikkeling van je kwaliteiten Behoefte aan waardering en erkenning Behoefte aan sociaal contact Respect hebben voor jezelf en krijgen van anderen, status hebben Gevoel bij anderen te horen, geaccepteerd, liever nog geliefd worden, zorgen voor/ verzorgd worden Behoefte aan veiligheid en zekerheid Geen gevaar of dreiging, rust, orde, een veilig gevoel, gezondheid Lichamelijke behoeften Eten, huis, warmte; wat je nodig hebt om in leven te blijven Interesse en nieuwsgierigheid zijn voor ieder kind, voor ieder mens drijfveren om te leren. Als er echter niet voldaan is aan de primaire behoeften, zoals veiligheid, wordt er nauwelijks geleerd. Veel kinderen op onze school kunnen zich niet optimaal ontwikkelen doordat behoeften in de onderste lagen van de piramide niet bevredigd zijn. Een cultuur van veiligheid en geborgenheid vormt daarom de basis van waaruit wij handelen. Wij willen een school zijn, waar kinderen, ouders en personeel zich veilig en geborgen voelen en waar iedereen met plezier komt. Daarnaast schenken wij veel aandacht aan het aanleren van sociale vaardigheden en een omgeving die uitdaagt om tot optimale prestaties te komen. Wij zijn ambitieus Pagina 11 van 65

en hebben hoge verwachtingen. De kwaliteit wordt vooral bepaald door het handelen van de leerkracht en het leren van het kind in de groep. De relatie tussen leerkracht en leerling kenmerkt zich door nabijheid, betrokkenheid, voorspelbaarheid, veiligheid, ondersteuning en consequent handelen. Rust, orde, regelmaat en respect zijn daarbij de fundamentele waarden van waaruit gehandeld wordt. De centrale vraag is dan ook niet alleen wat heeft dit kind nodig om zich verder te kunnen ontwikkelen, maar ook wat heeft ieder personeelslid nodig om zich verder te kunnen ontwikkelen? 1.1.3 Visie Het Mozaïek onderbouw wil boeiend, betekenisvol en passend onderwijs bieden aan jonge kinderen met specifieke onderwijs- en of zorgbehoeften en geeft invulling aan maatschappelijke vraagstukken die spelen. 1. Om goede opbrengsten te kunnen leveren, wil Het Mozaïek onderbouw kwalitatief goed onderwijs verzorgen dat boeiend, betekenisvol en passend is vanuit een lerend perspectief. Daarbij worden kinderen kansen geboden om zelf keuzes te maken in het leerproces. Behalve aandacht voor individueel leren is er aandacht voor samen leren. 2. Onderwijs is mensenwerk, waardoor de sleutel tot succes bij onze medewerkers ligt. Dit betekent dat Het Mozaïek onderbouw haar verantwoordelijkheid neemt als het gaat om het welbevinden en de professionele ontwikkeling van haar personeel. Het Mozaïek onderbouw beseft dat goed leiderschap een zeer belangrijke factor is bij schoolontwikkeling. Leiding geven in een cultuur van voortdurende verandering vraagt personen die op basis van een gedeelde visie werken aan de ontwikkeling van de leerlingen, het personeel, de school, de omgeving en de maatschappij. 3. Het Mozaïek onderbouw wil een actieve bijdrage leveren aan maatschappelijke ontwikkelingen en is voortdurend in dialoog met haar omgeving. Ouders zien wij als belangrijke partners! Visie heeft te maken met beelden en verwachtingen richting toekomst. Waar gaat het heen? Waar gaan wij heen? Hoe zien we ons zelf in de komende jaren? Welke kant willen wij als school opgaan? Wat willen we bereiken? Het gaat bij het formuleren van onze visie dus om: 1. Waar gaat het heen? (onze speerpunten) 2. Waar gaan wij heen? (onze accenten) 3. Wat is nodig om te bereiken waarvoor we willen gaan? Ad 1: Als wij de blik naar buiten richten, zijn de volgende ontwikkelingen voor onze school relevant: a. Aandacht voor de professional in de school. b. Opbrengstgerichtheid als belangrijk thema voor het hele onderwijsveld. c. Aandacht voor vakmanschap van de leerkracht d. Bevorderen van teamleren. Ad 2: Waar gaan we dus voor: a. Voor het herkennen en managen van talenten binnen onze school. Voor gerichte scholing passend bij wat de ontwikkeling (school en individu) vraagt. Voor aandacht voor de kansen die de Wet op beroepen in het onderwijs (BIO), gesprekscyclus en taakbeleid ons bieden. b. Voor het verbeteren van de taal- en rekenprestaties van onze leerlingen. We doen dit door samen te werken met de andere scholen binnen de Stichting, nascholing te volgen op het gebied van rekenen, aan te sluiten bij het leesverbeterplan van de Zevensprong in Hengelo. c. Voor het verfijnen van het directe instructiemodel. Pagina 12 van 65

d. Voor begeleiding op de werkvloer door interne/externe deskundigen die de leerkrachten, interne begeleiders en directie helpen om te werken aan persoonlijke groei. Inzetten van Video interactie begeleiding (VIB). Ad 3: Wat is naar ons inzicht nodig om te bereiken waarvoor we willen gaan: a. Onderwijskundig leiderschap met specifieke aandacht voor leerkrachtontwikkeling door klassenconsultaties en een regelmatige gesprekscyclus. b. Kwaliteitszorg die systematisch en cyclisch van aard is (groepsbesprekingen, inhoudelijke teamvergaderingen, Commissie voor Begeleiding (CvB)- overleggen, coaching). c. Een pedagogisch-didactische aanpak die zich kenmerkt door: - activiteit en zelfstandigheid van leerlingen; - het stellen van ambitieuze doelen; - doelgerichte lesaanpak; - doelgerichte jaarprogrammering; - effectieve inzet van tijd; - effectief klassenmanagement. d. Intervisie, klassenbezoeken, VIB. 1.1.4 Doelstelling Wij bieden maatwerk en expertise aan kinderen met gedrag- en/of psychiatrische stoornissen. Ons doel is om altijd in beweging te zijn om de kwaliteit van ons onderwijs aan kinderen met specifieke onderwijs- en zorgbehoeften daar waar mogelijk te verbeteren. We stellen voor ieder kind een Ontwikkelingsperspectief vast. Vanuit dit perspectief werken we aan een maximaal haalbare toerusting op zowel didactisch als op sociaal emotioneel gebied. 1.1.5 Ambitie Wij willen in samenwerking met de partners uit het veld toewerken naar een multidisciplinair onderwijs- en expertise centrum voor jonge kinderen met specifieke onderwijs(zorg)behoeften, waar thuisnabij en clusteroverstijgend onderwijsaanbod op maat geboden kan worden. 1.2 Beleidsvorming en Kwaliteitszorg Beleidsvorming voor deze planperiode -en daarmee ook direct dit schoolplan- krijgt gestalte met behulp van het INK-managementmodel. De keuze voor het INK-model is op Attendiz-niveau gemaakt. In het INK-managementmodel zijn de verschillende aandachtsgebieden in hun onderlinge samenhang weergegeven. Voor een toelichting op dit model zie bijlage 1. De hoofdstukbehandeling van dit schoolplan correspondeert met de domeinen van het INK-model. Ieder hoofdstuk van dit schoolplan opent met een afbeelding van het INK-model, om zo steeds de samenwerking met het model te verduidelijken. Om eens in de vier jaar een schoolplan te kunnen opstellen is het nodig vooraf een grondige positiebepaling uit te voeren. In onze kwaliteitszorgcyclus is de positiebepaling, de sterkte/zwakte analyse, ook als startactiviteit benoemd. In de fase voorafgaand aan het schrijven van dit schoolplan heeft een uitgebreide evaluatie plaatsgevonden op alle organisatie- en resultaatsgebieden. Pagina 13 van 65

In het INK-managementmodel is het verander- en het verbetermechanisme gebaseerd op de zgn. PDSA-cyclus. PDSA is een afkorting die staat voor de belangrijkste stappen in de cyclus: Plan: Beschrijf het verbeteronderwerp Meet de huidige situatie Onderzoek naar mogelijke oorzaken Do: Voer de verbeteractie uit Study: Bestudeer de resultaten Act: Borg de verbetering Continueer de verbetering 1.2.1 De evaluatiecyclus op Het Mozaïek onderbouw 1. Plan Alle scholen hebben een schoolplan. Het schoolplan wordt voor vier jaar vastgesteld en is gebaseerd op het INK-model. De beleidsvoornemens en streefdoelen in dit schoolplan zijn gebaseerd op: - het strategisch beleidsplan van Attendiz;- uitkomsten van enquêtes en onderzoeken. De doelen uit dit schoolplan komen terug in de managementovereenkomst die de leidinggevende afsluit met zijn sectordirecteur. Het Mozaïek onderbouw werkt planmatig aan verbeteractiviteiten. De wijze waarop hier invulling wordt gegeven is als volgt: - het opstellen van het vierjaarlijkse schoolplan met beleidsvoornemens en streefdoelen; - het opstellen van de vierjaarlijkse managementovereenkomst waarin de streefdoelen zijn vastgelegd; - het twee maal per schooljaar bespreken van een managementrapportage waarin de streefdoelen zijn vertaald in concrete actieplannen; - het onderzoeken van de effecten van de ingezette plannen en het analyseren van die gegevens t.b.v. borging, continuering en verbeteren. 2. Do De leidinggevende vertaalt de streefdoelen vanuit de managementovereenkomst in actieplannen. In deze actieplannen geeft de directeur het tijdpad aan wanneer de plannen gerealiseerd moeten zijn en tevens wie er verantwoordelijk voor is. 3. Study Twee keer per jaar levert de leidinggevende een managementrapportage aan. Via deze rapportages houdt de leidinggevende de sectordirecteur op de hoogte van de vorderingen van de actieplannen en tevens levert de directeur gegevens aan over de Pagina 14 van 65

opbrengsten van het onderwijs, de kwaliteit van het onderwijs en diverse algemene schoolgegevens. Op basis van de managementrapportages wordt in het voortgangsgesprek tussen sectordirecteur en schooldirecteur de doelrealisatie besproken. Hierbij worden ook de gegevens betrokken van onderstaande onderzoeken: Kwaliteitsonderzoek (medewerkers ouders) Leerlingenzorg Risico Inventarisatie en Evaluatie 4. Act Act wil zeggen: borg de verbetering en continueer de verbetering. Borging vindt plaats in borgingsmappen op basis van een vastgestelde Inhoudsopgave borgingsdocumenten, zie bijlage 2. De geborgde documenten worden systematisch geëvalueerd en opnieuw vastgelegd tijdens het sectormanagementoverleg, in de teamvergaderingen en in het overleg met de Commissie voor de Begeleiding. De leidinggevende informeert de verschillende belanghebbenden (medewerkers, ouders, leerlingen, bevoegd gezag, inspectie) over de kwaliteit van haar onderwijs, alsmede over de effecten van de verbeteractiviteiten. In de schoolgids neemt de leidinggevende op welke verbeteractiviteiten gepland zijn en wat het resultaat is van de verbeteractiviteiten van het afgelopen jaar. Op basis van de tweede managementrapportage maakt de (sector)directeur jaarlijks een jaarverslag. De evaluaties zoals vermeld in de managementrapportages en de uitkomsten van de diverse onderzoeken vormen mede het vertrekpunt voor de Plan fase. Op basis hiervan bepaalt de (sector)directeur na overleg met de ouders, Commissie voor de Begeleiding en externe deskundigen of het uitgevoerde beleid aanleiding geeft tot continuering, verbetering of uitbreiding. 1.2.2 Kwaliteitszorg Kwaliteitszorg is het geheel van activiteiten die de school onderneemt om de kwaliteit van het onderwijs/de school/te onderzoeken, te borgen en/of te verbeteren. Checklist kwaliteitszorg In het kader van de kwaliteitszorg wordt de navolgende checklist gehanteerd. De voorwaarden voor de zorg en kwaliteit zijn aanwezig 2.1 De schoolleiding stuurt de kwaliteitszorg aan 2.2 De kwaliteitszorg is verbonden met de visie op leren en onderwijzen en de leerlingenzorg in het schoolplan 2.3 De schoolleiding zorgt voor een professionele schoolcultuur 2.4 Bij de zorg voor kwaliteit zijn personeel, directie, leerlingen, ouders en bestuur betrokken De school zorgt systematisch voor behoud en verbetering van de kwaliteit van haar onderwijs 1.1 De school heeft inzicht in de verschillende onderwijsbehoeften van haar leerlingenpopulatie 1.2 De school hanteert een onderwijsconcept dat aansluit bij haar leerlingenpopulatie 1.3 De school evalueert jaarlijks systematisch de kwaliteit van haar opbrengsten 1.4 De school evalueert regelmatig het leren en onderwijzen 1.5 De school evalueert regelmatig de leerlingenzorg 1.6 De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten 1.7 De school borgt de kwaliteit van het leren en onderwijzen en de leerlingenzorg 1.8 De school rapporteert aan belanghebbenden inzichtelijk over de gerealiseerde kwaliteit van Pagina 15 van 65

haar onderwijs 1.9 De school waarborgt de sociale veiligheid voor leerlingen en personeel Opbrengsten 11.4 De resultaten van de leerlingen aan het einde van de schoolperiode liggen tenminste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingen mag worden verwacht. Toelichting uitwerking bij de checklist: De school evalueert jaarlijks systematisch de kwaliteit van haar opbrengsten. De school geeft blijk van activiteiten gericht op het in kaart brengen en analyseren van de vorderingen en ontwikkeling die de leerlingen behalen, als uitvloeisel van planningsgericht denken. Wijze waarop hier invulling aan gegeven wordt. Iedere school van Attendiz stelt een vierjaarlijks schoolplan op, dat correspondeert met het strategisch beleidsplan en waarin per INK-domein het schoolbeleid, de beleidsvoornemens en de streefdoelen van de school staan vermeld. Doelen zijn er op alle gebieden: didactisch, sociaalemotioneel, schoolklimaat, oudertevredenheid, tevredenheid van medewerkers en leerlingen. De streefdoelen zijn concrete (percentages), ambitieuze doelstellingen. De doelen op didactisch gebied zijn op basis van de leerstandaarden die de school heeft vastgesteld. Een leerstandaard is de expliciete norm waar een vastgesteld deel van de leerlingen aan moet voldoen (zie hoofdstuk 6). De school evalueert regelmatig het leren en onderwijzen. De school heeft afspraken gericht op het behouden van kwaliteit op een concrete en controleerbare manier vastgelegd en gaat systematisch na of betrokkenen nog overeenkomstig de afspraken handelen. Dit actief vasthouden van het bereikte heeft in ieder geval betrekking op afgesloten verbeteractiviteiten. Wijze waarop hier invulling aan gegeven wordt. Het verantwoordingsdocument kwaliteitszorg wordt jaarlijks geëvalueerd tijdens het sector managementoverleg. Twee maal per jaar levert de directeur een managementrapportage aan op basis van de vierjaarlijkse managementovereenkomst. Tenslotte trekt de school conclusies uit de evaluaties t.b.v. borging en verbetering en legt deze vast in een verslag. De school evalueert regelmatig de leerlingenzorg. De school evalueert of de leerlingenzorg beantwoordt aan de procedures en protocollen die zij in het schoolplan en/of andere schooldocumenten heeft vastgelegd. Wat betreft die doelen kan de school verwijzen naar wettelijke eisen en zelf gekozen instrumentaria. Een evaluatie omvat het meten, waarderen en analyseren in het kader van de kwaliteitsontwikkeling van de school. Uit de aanpak blijkt dat de school heeft stilgestaan bij de betrouwbaarheid van de evaluatiegegevens en het draagvlak ervoor bij de verschillende geledingen van de school. Vereist is dat een school haar leren en onderwijzen met regelmaat evalueert, dat wil zeggen dat binnen vier jaar de leerlingenzorg (nagenoeg) volledig is geëvalueerd. Ook andere belanghebbenden dan directie en team, te denken valt aan ouders/verzorgers en leerlingen, worden betrokken. De school trekt conclusies uit de (zelf)evaluatie t.b.v. borging en/of verbetering. Wijze waarop hier invulling aan wordt gegeven: - er zijn verantwoordingsdocumenten, procedures en protocollen opgesteld en geborgd m.b.t. de handelingsplannen, het werken vanuit het ontwikkelingsperspectief, de leerlingenbespreking en de rol van de Commissie voor de Begeleiding. Op deze documenten is de datum van borging en de datum van eerstvolgende evaluatie vermeld; Pagina 16 van 65

- bij de evaluatie van de leerlingenzorg zijn medewerkers en ouders betrokken middels het Kwaliteitsonderzoek. - op basis van een analyse van de evaluatiegegevens wordt de kwaliteit van de leerlingenzorg geborgd en/of leidt deze analyse tot beleidsvoornemens in het schoolplan, c.q. de managementovereenkomst. De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten. De school werkt op grond van de evaluaties beargumenteerd aan verbeteractiviteiten. De doelen ervan zijn meetbaar en concreet genoeg uitgewerkt. Met meetbaar wordt hier bedoeld dat de verbeterdoelen zijn vertaald in termen van waarneembare effecten. Met concreet wordt bedoeld dat de beoogde verbeteringen zijn uitgewerkt (in een plan van aanpak, werkplan of stappenplan). Vooraf wordt aangegeven waarom en op welke wijze de school aan de verbeteractiviteiten wil gaan werken, wie waarvoor verantwoordelijk is, wie de uitvoering op zich nemen en op welke wijze de resultaten worden vastgesteld en geëvalueerd. Daarnaast blijkt uit de rapportage en gegeven informatie dat de school feitelijk een aantal verbeteractiviteiten heeft uitgevoerd of daarmee bezig is. Tot slot bepaalt en waardeert de school de effecten van verbeteringen. Wijze waarop hier invulling aan wordt gegeven: - het opstellen van het vierjaarlijks schoolplan met beleidsvoornemens en streefdoelen; - het opstellen van de vierjaarlijkse managementovereenkomst waarin de streefdoelen zijn vastgelegd; - het twee maal per schooljaar bespreken van een managementrapportage waarin de streefdoelen zijn vertaald in concrete actieplannen; - het onderzoeken van de effecten van de ingezette plannen (leeropbrengsten, kwaliteitsonderzoek voor ouders en medewerkers) en analyseren van die gegevens t.b.v. borging, continuering en verbetering. De school borgt de kwaliteit van het leren en onderwijzen en de leerlingenzorg. De school heeft afspraken gericht op het behouden van kwaliteit op een concrete en controleerbare manier vastgelegd en gaat systematisch na of betrokkenen nog overeenkomstig de afspraken handelen. Dit actief vasthouden van het bereikte heeft in ieder geval betrekking op afgesloten verbeteractiviteiten. Wijze waarop hier invulling aan gegeven wordt: - per locatie zijn er borgingsmappen ingericht waarin verantwoordingsdocumenten, procedures en protocollen zijn opgenomen: - de borgingsmappen worden voortdurend aangevuld aan de hand van afgesloten verbeteractiviteiten; - deze documenten worden systematisch geëvalueerd tijdens het sectormanagementoverleg, tijdens de teamvergaderingen en tijdens het overleg van de Commissie voor de Begeleiding; - na deze evaluatie worden de documenten opnieuw vastgelegd en/of aangepast. De school rapporteert aan belanghebbenden inzichtelijk over de gerealiseerde kwaliteit van haar onderwijs. De school informeert de verschillende belanghebbenden (medewerkers, ouders, bevoegd gezag, inspectie) over de kwaliteit van haar onderwijs, alsmede over de effecten van de verbeteractiviteiten. Wijze waarop hier invulling aan wordt gegeven: - op basis van de tweede managementrapportage maakt iedere directeur een schooljaarverslag, waarin hij/zij verslag doet van de opbrengsten van het onderwijs, de kwaliteit van het onderwijs, de vorderingen van de ingezette ontwikkelingen en de algemene schoolgegevens; Pagina 17 van 65

- in de schoolgids neem de directeur op welke verbeteractiviteiten gepland zijn en wat het resultaat is van de verbeteractiviteiten van het afgelopen jaar. De resultaten van de leerlingen op het gebied van: - de schoolse vakken; - de sociale vaardigheden; - de emotionele ontwikkeling; liggen tijdens de schoolperiode tenminste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingen mag worden verwacht. Wijze waarop hier invulling aan wordt gegeven: Om te beoordelen of het onderwijs, de zorg en de begeleiding voldoende is geweest worden aan het einde van de schoolperiode de resultaten van de individuele leerlingen vergeleken met het eerder geformuleerde ontwikkelingsperspectief, m.n. het eindniveau en de uitstroombestemming. 1.2.3 Bestendiging Om op de hoogte te zijn of de leerlingen in de vervolgvoorziening naar verwachting functioneren, worden bij de vervolgvoorziening gedurende twee jaar na verwijzing gegevens opgevraagd. Op school- en klassenniveau worden de resultaten vergeleken met de eerder vastgestelde leerstandaard. De directeur maakt een samenvatting van de behaalde resultaten van het onderwijs. Deze samenvatting is onderwerp van gesprek tijdens het evaluatiegesprek sectordirecteur/directeur en kan aanleiding zijn tot aanpassing van het onderwijsaanbod. De directeur neemt deze samenvatting vervolgens op in de schoolgids. 1.3 Omgeving- en toekomstgerichtheid 1.3.1 Omgevingsgerichtheid Het Mozaïek onderbouw is een regionale school. Leerlingen uit de gemeenten Hellendoorn, Rijssen- Holten, Twenterand, Tubbergen en Wierden bezoeken onze school. Het Mozaïek onderbouw hecht veel waarde aan goed partnerschap en zal voortdurend en blijvend investeren in afstemming met haar partners. - Gemeenten (w.o. leerlingenvervoer) - Samenwerkingsverband - Zorginstellingen/ instanties - Onderwijsondersteunende instanties - Voorschoolse voorzieningen - Ouders/verzorgers 1.3.2. Toekomstgerichtheid Het Mozaïek onderbouw heeft te maken met het landelijk beleid rond Passend Onderwijs. Het nieuwe samenwerkingsverband 23.01 zal moeten zorgen voor een dekkend aanbod van passend onderwijs waarin voor alle leerlingen een passende onderwijsplek is. De Wet op Passend Onderwijs zal tot gevolg hebben dat aan meer leerlingen thuisnabij onderwijs kan worden geboden. Op dit moment is er vaak nog onvoldoende kennis, expertise en vaardigheden om voor jonge leerlingen met een specifieke ondersteuningsbehoefte een passende onderwijsplek te bieden. Om te anticiperen op de Wet op Passend Onderwijs, wordt er op zeer kort termijn een professionaliseringsslag van het regulier onderwijs gevraagd. Het gaat echter niet alleen om een professionaliseringsslag, maar ook om een cultuurverandering, een andere zienswijze. Het Mozaïek onderbouw zou kunnen bijdragen in de overdracht van kennis, ervaring en expertise. Pagina 18 van 65

Het is echter een utopie te denken dat dit op alle scholen binnen korte termijn gerealiseerd kan worden. Er zullen voorlopig zeker leerlingen blijven voor wie integratie in het reguliere onderwijs niet voldoende mogelijk is. Afhankelijk van de (on)mogelijkheden van thuisnabij onderwijs, zal de expertise van Het Mozaïek onderbouw in meer of mindere mate ingezet kunnen worden om jonge leerlingen met een zeer specifieke ondersteuningsbehoefte op te vangen. 1.4 Beleidsvoornemens t.a.v. visie en beleidsvorming De ambities in dit schoolplan zijn meerjarige beleidsvoornemens. Bij het maken van de managementovereenkomsten focussen we vervolgens op de vertaling ervan in SMART-doelen. Personeel onderschrijft en handelt naar de missie en visie van de school en is goed op de hoogte van de beleidsvoornemens over 4 jaar. Er wordt boeiend, betekenisvol en passend onderwijs geboden. De school heeft zich ontwikkeld tot een school voor speciaal onderwijs waar opbrengsten tellen. Hoge opbrengsten zijn het einddoel. Door middel van data sturen we daarop. Dit schoolplan vormt de basis voor samenhang, bewaking en verbetering van de kwaliteit van dat opbrengstgerichte en datagestuurde onderwijs. Het Mozaïek ziet met de ontwikkelingen van Passend Onderwijs kansen om het venster van waaruit gekeken wordt naar de ontwikkeling van het jonge kind te verbreden. We streven ernaar inhoudelijk partner te zijn voor de regionale samenwerkingsverbanden en schoolbesturen in het totaalaanbod van een passende onderwijsplek voor elk kind. Het Mozaïek onderbouw wil een partner zijn die zich onderscheidt door een groot scala aan expertise op het gebied van het jonge kind met zijn/ haar specifieke, uiteenlopende en diffuse ontwikkelingsbehoeften. Hoe denken wij Passend Onderwijs op professionele wijze te kunnen vormgeven: Clusteroverstijgend onderwijsarrangement op maat voor het jonge kind met specifieke onderwijsbehoeften. Aanbod van (flexibele) tussenvoorziening als: observatieplaatsingen, time-out/crisis voorziening, etc. in nauwe samenwerking met de Samenwerkingsverbanden. Bijdrage leveren aan de professionalisering van leerkrachten in het primair onderwijs door uitdragen van expertise op gebied van jonge risico kinderen. Vanuit de landelijke politiek wordt getracht meer samenhang tussen de stelselwijzigingen Jeugdzorg en Passend Onderwijs aan te brengen en de regionale samenwerking zoveel mogelijk te laten samenvallen: de begeleiding op basis van de gedecentraliseerde AWBZ dient aan te sluiten bij de ontwikkelingen van Passend Onderwijs. Het Mozaïek ziet daarin een kans de expertise die we in jaren met Jarabee en Karakter hebben opgebouwd, te benutten om in breder verband nauw structureel samen te werken met hulpverlening. Kenniskringen, zoals genoemd in de publicatie Werken met Kenniskringen, worden binnen Attendiz ingevoerd. Teamleden gaan deelnemen aan schooloverstijgende werkgroepen met een al dan niet tijdelijk karakter, rondom inhoudelijke thema s. Pagina 19 van 65

Hoofdstuk 2: Personeel Personeel Management van onderwijsprocessen Waardering door het Personeel Visie en Beleid Leiderschap En Management Cultuur en Klimaat Management van onder-steunende processen Waardering door klanten / leveranciers Resultaat En opbrengsten Middelen en Voorzieningen Waardering door de maatschappij Het is voor de kwaliteit van de school van belang, dat de werknemers niet alleen beschikken over lesgevende capaciteiten. Op onze school wordt veel waarde gehecht aan de professionele instelling van de werknemers, aan een juiste beroepshouding. Daarbij gaat het om de volgende ambities: 1. Wij doen de dingen samen 2. Wij zijn sterk in communiceren 3. Wij werken professioneel 4. Wij geven elkaar (positieve) terugkoppeling 5. Wij zorgen voor overleg en afstemming 6. Wij zijn open en eerlijk naar elkaar 7. Wij waarderen gezelligheid, humor en elkaar steunen Gedreven en bekwame professionals die mede sturing geven en resultaatgericht zijn, zijn kenmerkend voor de schoolcultuur van Het Mozaïek onderbouw. We zijn er samen voortdurend op gericht om (nog) betere professionals te worden. 2.1 Integraal Personeelsbeleid (IPB) Het Mozaïek onderbouw heeft te maken met het IPB van de Stichting Attendiz. Dit IPB richt zich op de ontwikkeling van de medewerkers. Goed personeel is de belangrijkste voorwaarde om goed onderwijs te realiseren, met als resultaat het verbeteren van de opbrengsten en opbrengstgericht onderwijs. Kwalitatief goed geschoold personeel is hierbij een succesfactor. De Wet op de Beroepen in het Onderwijs (wet BIO) schrijft voor dat leerkrachten, onderwijsondersteunende medewerkers en schoolleiders bekwaam moeten zijn en blijven. Zij moeten ook na hun benoeming hun bekwaamheid actueel houden en zich verder ontwikkelen. In het kader van de wet BIO zijn de beroepscompetenties vastgesteld voor leerkrachten en onderwijsassistenten. De zeven competenties zijn: 1. Interpersoonlijk competent 2. Pedagogisch competent 3. Vakinhoudelijk en didactisch competent 4. Organisatorisch competent 5. Competent in het samenwerken met collega s 6. Competent in het samenwerken met de omgeving 7. Competent in reflectie en ontwikkeling Daarnaast dienen de leerkrachten in het bezit te zijn van het diploma Master SEN dan wel bereid te zijn om dat diploma te behalen. Pagina 20 van 65

2.2 Instrumenten Het Mozaïek onderbouw hanteert diverse instrumenten voor het integraal personeelsbeleid. Deze instrumenten worden ingezet voor de verdere ontwikkeling van het personeel. Het Mozaïek onderbouw wil een levende organisatie zijn met als doel om de onderwijskwaliteit verder te versterken en te verankeren in een professionele schoolcultuur. Een professionele cultuur is een cultuur waarin kwaliteit leidend is en waarin men er primair op gericht is samen betere professionals te worden. De kernvraag bij het personeelsbeleid van Het Mozaïek onderbouw is dan ook op welke wijze elk teamlid bijdraagt aan de kwaliteitsverbetering van de school. Het Mozaïek onderbouw hanteert hierbij de volgende instrumenten. 2.2.1 Werving en selectie Voor de werving en de selectie is er door de stichting Attendiz een benoemingsbeleid opgesteld. We gaan bij werving en selectie uit van de kaders in het IPB-plan. Daarnaast is de competentie set die wij hanteren van belang voor de werving en selectie. Sollicitanten ontvangen de competentie set. Bij het sollicitatiegesprek hanteren we de STAR-methode welke gebaseerd is op onze competenties en criteria. 2.2.2. Introductie en begeleiding Nieuwe leerkrachten en onderwijsassistenten krijgen bij de start een mentor toegewezen. De mentor voert het introductiebeleid overeenkomstig met het protocol inwerken van nieuwe personeelsleden uit. Daarmee wordt de nieuwe collega op de hoogte gesteld van de missie, de visie en de ambities van Het Mozaïek onderbouw. Nieuwe leerkrachten ontwikkelen een POP dat zich richt op het leren beheersen van de criteria (competentieset) 2.2.3 De gesprekkencyclus Het fundament voor een goed personeelsbeleid wordt gevormd door heldere (resultaat) afspraken en structurele gesprekken tussen medewerker en leidinggevende. De doelstelling van deze gesprekkencyclus is tweeledig: - Enerzijds willen wij de medewerker zo goed mogelijk helpen bij het werken aan zijn professionele groei en ontwikkeling op individueel niveau. - Anderzijds willen wij zorgen dat de inbreng van iedere medewerker maximaal bijdraagt aan het realiseren van de organisatie. Daartoe is de gesprekkencyclus opgesteld en deze bestaat uit de volgende gesprekken: A. Persoonlijk Ontwikkelings Plan (POP)/Doelstellingengesprek (DG) B. Functioneringsgesprek (FG) C. Beoordelingsgesprek (BG) / Evaluatiegesprek (EG) Deze gesprekken worden ingezet om een continue ontwikkeling en groei van iedere medewerker mogelijk te maken. In een schema: POP/DG FG STRAKS Medewerker BG / EG FG NU Pagina 21 van 65

De periode waarin de gesprekkencyclus wordt afgerond, beslaat drie opeenvolgende schooljaren. Dat betekent dat in de aanvang een POP / doelstellingengesprek plaatsvindt, gevolgd door tweemaal een functioneringsgesprek en eenmaal een beoordelingsgesprek. Planning gesprekkencyclus Jaar 1 Jaar 2 Jaar 3 Doelstellingengesprek 1 e Functioneringsgesprek 2 e Functioneringsgesprek Beoordelingsgesprek Doelstellingengesprek 2.2.3.1 Het doelstellinggesprek Aan het begin van de gesprekkencyclus vindt een doelstellingengesprek plaats. Tijdens dit gesprek wordt door de leidinggevende samen met de medewerker in kaart gebracht welke ontwikkelingsdoelen er voor de duur van de gesprekkencyclus centraal zullen staan. Deze doelen zijn afgeleid van het competentieprofiel behorende bij de functiewaardering van de medewerker. Ze zijn opgenomen in het Persoonlijk Ontwikkelingsplan (POP). Het doelstellingengesprek is dus een startsein voor het werken aan specifieke ontwikkelpunten en verdere professionalisering. Van belang is het volgende voor ogen te houden: 1. De ontwikkelingsdoelstellingen moeten zowel door de medewerker (individu) als de leidinggevende (organisatie) belangrijk worden gevonden. 2. Het gesprek dient vooral om duidelijkheid te krijgen over de motivatie voor het versterken van bepaalde competenties. 3. In het gesprek gaat het ook over de ondersteuning die eventueel nodig is. De doelstelling van het POP / doelstellingengesprek is om verbeteringsacties te structureren en te concretiseren. Het POP of doelstellingengesprek is echter meer dan een plan. Het is ook een contract tussen medewerker en de directie. In dit contract doet de medewerker toezeggingen over de eigen ontwikkeling die in de komende periode wordt gerealiseerd. Tegelijkertijd doet de leidinggevende toezeggingen ten aanzien van de ondersteuning die de medewerker krijgt bij het werken aan die ontwikkeling. 2.2.3.2 Functioneringsgesprekken Na het doelstellingengesprek en vaststelling van de POP vinden er in de 3 jaarlijkse periode minimaal twee functioneringsgesprekken plaats. Deze gesprekken tussen medewerker en leidinggevende hebben als kenmerk dat er sprake is van tweerichtingsverkeer. Een functioneringsgesprek is een van te voren afgesproken en voorbereid periodiek gesprek dat: 1. Gesprekspartners informeert over de tevredenheid ten aanzien van het algehele functioneren; 2. Gericht aandacht besteedt aan de ontwikkeling van de medewerker door gerichte feedback en verbetersuggesties; 3. Een gelijkwaardige inbreng van directie en de medewerker beoogt; 4. Een evenwichtige balans tussen de organisatiedoelstellingen en de individuele doelstellingen beoogt; 5. Resulteert in afspraken ter ondersteuning van de gewenste ontwikkeling. Binnen de Attendiz scholen wordt minimaal eenmaal per jaar met elke medewerker een (functionerings)gesprek gevoerd, tenzij er sprake is van een korte tijdelijke aanstelling. Voor nieuwe medewerkers die werken met een bepaalde proeftijd, geldt dat ze minimaal 1 maand voor het verstrijken van deze proeftijd een functioneringsgesprek hebben gehad. Pagina 22 van 65

Een functioneringsgesprek wordt bij voorkeur steeds in dezelfde periode van het schooljaar gehouden. Het functioneringsgesprek kan zowel op verzoek van de direct leidinggevende als op verzoek van de medewerker plaatsvinden. 2.2.3.3 Beoordelingsgesprekken Het doel van het beoordelingsgesprek is onder andere het inzichtelijk maken van kwaliteiten van een medewerker. Er wordt binnen de gesprekscyclus van Attendiz een integrale prestatiebeoordeling voorgestaan. Dat wil zeggen dat er een verschil is tussen prestatiebeoordeling en competentiebeoordeling. Competentieafspraken en evaluaties zijn onderdeel van het POP / doelstellingengesprek of functioneringsgesprek. Echter de beoordelingen en afspraken rondom prestaties worden gerelateerd aan de bekwaamheidseisen, vastgelegd voor leerkrachten in de Wet BIO, en horen hiermee in het beoordelingsgesprek thuis. Het gaat hierbij dan om het functioneren in de huidige functie. Mede om deze reden is het beoordelingsgesprek een belangrijk onderdeel van de gesprekscyclus. Het beoordelingsgesprek is een van te voren afgesproken en voorbereid periodiek gesprek waarin: 1. informatie wordt gegeven aan de beoordeelde ten aanzien van het oordeel van de beoordelaar over de functievervulling van de beoordeelde. (in hoeverre is het handelen in overeenstemming met doelstellingen en gemaakte afspraken); 2. de beoordeling een van te voren afgesproken periode beslaat; 3. de inhoud invloed op de motivatie van een beheersbeslissing kan hebben met mogelijke rechtspositionele consequenties. 2.2.4 Groepsbezoek De directie en/of de zorgcoördinatoren kunnen bij iedere groep jaarlijks meerdere groepsbezoeken afleggen, indien nodig en gewenst in het kader van de gesprekkencyclus, zie 2.2.3. Aldus is dit aan de orde in het kader van functioneringsgesprekken en de beoordelingsgesprekken. De bezoeken in het kader van het groepsbezoek zijn bedoeld om een beeld te krijgen van de groep, de wijze waarop er gewerkt wordt en hoe de betreffende leerkracht functioneert in relatie tot de in de POP in kaart gebrachte ontwikkelingsdoelstellingen. 2.2.5 Groepsbespreking Groepsbesprekingen vinden plaats na een groepsbezoek. Hierin worden de bezoeken besproken, kunnen leerkrachten aangeven of zij ondersteuning wensen. Het groepsbezoek en de groepsbespreking maken deel uit van de functioneringsgesprekken. 2.2.6 Persoonlijk Ontwikkelingsplan (POP) Iedere werknemer stelt jaarlijks een Persoonlijk ontwikkelingsplan (POP) op. De inhoud van het Persoonlijk Ontwikkelingsplan is gericht op het onderhouden van de eigen bekwaamheid en op de ontwikkeling van competenties. Iedere werknemer geeft aan welke competenties (OP) of welke elementen van de taakomschrijving/beroepscompetenties (OOP) hij verder wil ontwikkelen, voert een doelstellingengesprek met de leidinggevende en vult daarna zijn Persoonlijke Ontwikkelingsplan (POP) in, volgens een vast format. In het kader van de planning en afspraken over de eigen ontwikkeling en professionalisering komt de uitvoering van het Persoonlijk Ontwikkelingsplan (POP) aan de orde. De voortgang en evaluatie maken deel uit van de functioneringsgesprekken. Pagina 23 van 65

2.2.7 Taakbeleid Op Het Mozaïek onderbouw krijgen alle personeelsleden elk schooljaar taken toebedeeld. De taken zijn voor OP onderverdeeld in lesgebonden taken, niet-lesgebonden taken en deskundigheidsbevordering. Ieder schooljaar wordt bekeken hoe de taken voor het beheer van de school, de werkgroepen, de schoolorganisatie en alle overige niet-lesgebonden taken verdeeld zijn. Daarbij wordt uitgegaan van de wensen en sterke kanten van de personeelsleden. Tenslotte worden er jaarlijks afspraken gemaakt over de deskundigheidsbevordering. 2.2.8 Deskundigheidsbevordering Het Mozaïek onderbouw voert een actief beleid op het gebied van deskundigheidsbevordering zowel op team- als op individueel niveau. Door structurele professionele ontwikkeling is Het Mozaïek onderbouw beter in staat om haar onderwijsdoelen te realiseren. Deskundigheidsbevordering geldt voor zowel onderwijzend als onderwijsondersteunend personeel, mits het budget het toelaat en de scholing in overeenstemming is met de ontwikkeling van de school, zoals in dit schoolplan beschreven dan wel in overeenstemming is met het Persoonlijk Ontwikkelingsplan (POP) van de individuele medewerker. Voor individuele medewerkers komt de scholing aan de orde bij de functioneringsgesprekken. Voor Het Mozaïek onderbouw gaan schoolbelangen boven individuele belangen, behalve als het gaat om scholing in verband met gedwongen herplaatsing, intern of extern. In het kader van permanente professionele ontwikkeling ligt op Het Mozaïek onderbouw het accent op het consolideren en borgen van reeds op gang gebrachte ontwikkelingen m.b.t. het primaire proces, het op peil houden en verder ontwikkelen van reeds aanwezige competenties en de verdere verdieping en uitbreiding van kennis en vaardigheden op het gebied van de sociaal-emotionele gedrags- en of psychiatrische problematiek. Jaarlijks voor de aanvang van het schooljaar wordt het deskundigheidsbevorderingsplan opgesteld. 2.2.9 Bekwaamheidsdossier Alle werknemers beschikken over een bekwaamheidsdossier. Bekwaamheidsdossiers maken deel uit van de wet Beroepen in het Onderwijs (BIO). Deze dossiers zijn centraal opgeslagen in de school. In dit dossier bevinden zich: - afschriften van diploma s en certificaten; - afschriften van aanstellingsbrieven; - de Persoonlijke Ontwikkelingsplannen (POP); - de gespreksverslagen. 2.2.10 Teambuilding Op onze school organiseren we diverse typen vergaderingen waarin we met elkaar overleggen over onderwijsinhoudelijke en of organisatorische zaken die van belang zijn voor de school en de leerkrachten. We hebben de volgende soorten overleggen: - inhoudelijke teamvergadering - onderwijsassistentenoverleg - klein zorgteam - themabijeenkomsten - (gezamenlijke)studiedagen (met Jarabee) De eenheid in het team wordt ook versterkt door de gezamenlijke momenten van nascholing en studiedagen. Ieder jaar volgt het team naast de individuele scholing- samen een aantal cursussen. We onderscheiden in het kader van teambuilding ook de meer informele communicatiemomenten. Na schooltijd en in de middagpauze wordt er gezamenlijk thee of koffie gedronken en kan er informeel met elkaar gesproken worden over zaken die op dat moment van belang zijn. Gedurende het schooljaar worden er de volgende (team)activiteiten georganiseerd: een gezellig samenzijn met Sinterklaas, de Kerst, afsluiting van het schooljaar, en een personeelsdag. Pagina 24 van 65

2.2.11 Verzuimbeleid Een zieke werknemer meldt zich ziek bij de directeur. Deze regelt de vervanging. De werknemer meldt zich ook beter bij de directeur. Bij langduriger verzuim wordt de werknemer opgeroepen bij de Arbo-arts. Bij kort veelvuldig verzuim wordt een verzuimgesprek gehouden door de directeur. Bij vermoeden van oneigenlijk verzuim wordt de Arbo-arts ingeschakeld, in overleg met de sectordirecteur. Langdurig verzuim wordt afgehandeld conform de Wet Poortwachter. De reintegratie voor wat betreft het functioneren op school valt onder de verantwoordelijkheid van de schooldirecteur. Bij ziekte wordt, naast de informele contacten door de collegae, formeel door de directeur contact onderhouden met de betrokkene. Indien de zieke werknemer daar prijs op stelt, worden er huisbezoeken afgelegd. Voor het verzuimbeleid wordt er gewerkt met het webbased programma verzuimmanager. 2.2.12 Stagebeleid Voor de aanwas van nieuwe leerkrachten, onderwijsassistenten en vanuit de verschillende functiegroepen onderwijsondersteunend personeel (OOP) vindt Het Mozaïek onderbouw het belangrijk haar bijdrage te leveren. Daartoe biedt Het Mozaïek onderbouw gelegenheid om ervaring op te doen. Jaarlijks wordt binnen het team geïnventariseerd welke leerkracht of OOP-er een stagiaire wil begeleiden. Daarbij is het mogelijk dat stagiaires schriftelijk een verzoek indienen om in aanmerking voor een stage te mogen komen. Voor de beoordeling van stagiaires maken wij gebruik van de beoordelingsinstrumenten van de opleidingsschool met inachtneming van het eigen competentieprofiel. 2.3 Beleidsvoornemens t.a.v. personeelsbeleid Het gezamenlijk interpreteren en uitdragen van een professionele leergemeenschap. - Alle medewerkers zijn in staat om in een professioneel team te functioneren. - Wij beschikken over gezamenlijke afspraken over waar we elkaar aan houden en waar we elkaar op aanspreken. Het optimaal stimuleren van teamleren: Samen komen is een begin Samen zijn is een vooruitgang Samen werken is een succes Samen leren is een feest! Wij willen leren om openlijk te reflecteren op ons handelen en ons leerproces, onze opvattingen en onze manier van leren en vervolgens de uitkomst hiervan om te zetten in acties. Daarnaast willen we open staan voor (nieuwe) ontwikkelingen binnen en buiten de school en daarop anticiperen. Opstarten van intervisie. Implementeren van het nieuwe Reglement Functioneren en Beoordelen en de Handleiding Gesprekkencyclus en Competentiemanagement van Attendiz, voor de periode 2011 2014. Dat impliceert bijvoorbeeld een nieuwe en hogere frequentie van beoordelingsgesprekken. Systematisch in kaart brengen van de kwaliteiten en vorderingen van leerkrachten en andere personeelsleden. Op dit moment is er gekozen voor het 360 graden feedbackinstrument van Van Beekveld en Terpstra. Er bestaan gedachten om als bijlage bij het bekwaamheidsdossier in de komende jaren te experimenteren met een port folio. In het portfolio verzamelt de werknemer bewijzen van zijn persoonlijke ontwikkeling. Pagina 25 van 65

Een effectieve en geïntegreerde samenwerking realiseren tussen onderwijs en zorg waarbij onderwijs leidend is. Adequate invulling van de Functiemix op onze locatie. Afspraken over gebruik van video-opnames van personeel t.b.v. hun POP tijdens de lessen, gevat in een protocol. Samenvatten en indien nodig aanvullen van alle Veiligheidsprotocollen, in een Handboek Veiligheid. Deelname van personeel aan de Kenniskringen, zoals Attendiz die gaat invoeren. Eind 2012 wordt de volgende RI&E gehouden bij Attendiz. Pagina 26 van 65

Hoofdstuk 3: Leiderschap en management Personeel Management van onderwijsprocessen Waardering door het Personeel Visie en Beleid Leiderschap En Management Cultuur en Klimaat Management van ondersteunende processen Waardering door klanten / leveranciers Resultaat En opbrengsten Middelen en Voorzieningen Waardering door de maatschappij 3.1 Leiderschap Attendiz kiest ervoor om het accent te leggen op onderwijskundig en resultaatgericht leiderschap en ambieert een lerende en professionele organisatie. Leiderschap is bepalend voor het realiseren van onze doelstellingen. Onze visie op leiderschap gaat uit van opbrengstgericht leiderschap. Opbrengstgericht leiderschap kenmerkt zich door een sterke gerichtheid op het verbeteren van de leerlingresultaten, van de instructie en van het leren van de leerlingen. De relatie tussen leerkracht en kind staat centraal. Kwaliteit van het onderwijs wordt vooral bepaald door het handelen van de leerkracht en het leren van het kind in de groep Opbrengstgericht leiderschap is het beïnvloeden van de voortgaande interactie tussen onderwijzen door de leerkracht en het leren door de leerling met betere leerresultaten als doel. De onderstaande kenmerken van opbrengstgericht leiderschap zijn de ankerpunten in de jaarlijkse gesprekscyclus van de leidinggevende met zijn/haar direct leidinggevende (sectordirecteur). Kenmerken opbrengstgericht leiderschap: Heeft een heldere visie en stelt ambitieuze doelen - het verhogen van de leerresultaten op het terrein van de basisvaardigheden van de leerlingen staat centraal; - promoot effectieve instructie ; - is nadrukkelijk betrokken bij het primaire proces in de groepen; - vertaalt de doelen van het bestuur in ambitieuze en meetbare doelen voor de eigen school. Heeft kennis om opbrengstgericht leiding te geven aan zijn team - kennis van factoren die op het niveau van de school, de groep en de leerkracht de leerlingenresultaten positief beïnvloeden; - kent de kenmerken van de leerlingenpopulatie van de school en de kwaliteit van de leerkrachten en hun ontwikkelingsmogelijkheden. Volgt en evalueert de vooruitgang planmatig - hanteert de PDSA-cyclus op alle niveaus in zijn planmatig handelen. Geeft leiding aan een onderzoeksmatige cultuur - op basis van data worden interventies bepaald en het beleid vormgegeven. Zorgt ervoor dat leerkrachten hun werk goed kunnen doen - maakt het voor leerkrachten mogelijk dat zij gericht zijn op het primaire proces: onderwijs in de basisvaardigheden. Bewaakt de samenhang en kwaliteit Pagina 27 van 65

- bewaakt de kwaliteit, niet alleen van de leerresultaten maar vooral ook van het onderwijsleerproces. 3.1.1 Leiderschap op SO Het Mozaïek onderbouw Als schooldirecteuren binnen Attendiz zijn wij schooldirecteuren en tonen daarbij primair onderwijskundig leiderschap. Ons leiderschap staat altijd in het teken van de opbrengst voor leerlingen. Dit betekent allereerst dat wij zelf verantwoordelijkheid nemen voor onze ontwikkeling en ons eigen leren, gebaseerd op onze gezamenlijke visie. Dit betekent ook dat wij investeren in de kwaliteit van onze communicatie, in teamleren en in het gezamenlijk onderzoeken van de geldigheid van onze persoonlijke overtuigingen of mentale modellen. Het Mozaïek onderbouw is een lerende organisatie, wij willen samenwerken in dezelfde richting, met dezelfde organisatiedoelen met een op elkaar afgestemde werkwijze. De leidinggevende is ervoor verantwoordelijk dat de opvattingen over doelen op organisatieniveau, groepsniveau en individueel niveau op één lijn gebracht worden. We investeren daarom bewust in de leerkracht als individu en in het team om succesvol en professioneel aan kwaliteit en kwaliteitsverbetering te werken. Wij zien het team als hefboom tot verandering met als doel: verbeteren van de opbrengsten van ons onderwijs voor elk individueel kind! Het Mozaïek onderbouw onderschrijft het belang om kinderen actief te betrekken bij het onderwijs en de gestelde onderwijsdoelen. De relatie tussen leerkracht en kind staat centraal. Kwaliteit en dus opbrengst van onderwijs wordt vooral bepaald door het handelen van de leerkracht en het leren van het kind in de groep. Op stichtingsniveau hebben wij gekozen voor opbrengstgericht werken. Voor ons betekent dat resultaatgericht leiderschap. Het leiderschap is gericht op het scheppen van voorwaarden. Dit betekent sturing geven, prioriteiten stellen en zorgen voor naleving en borging van onderwijskundige afspraken. De leidinggevende zorgt voor rust en structuur, voor de voorwaarden voor een professioneel werkklimaat onder andere door regelmatige klassenbezoeken en evaluatiegesprekken. Op deze manier laat de leidinggevende zien betrokken te zijn bij de primaire taak van de medewerkers. Van de leidinggevende wordt verwacht dat ook zij zich, net als de andere medewerkers, blijft ontwikkelen door bij- of nascholing. 3.2 Management 3.2.1 Strategisch beleidsplan, schoolplan, managementovereenkomst, managementrapportage Het INK-model is uitgangspunt bij de planvorming. De in het INK-model genoemde domeinen zijn in alle plannen en rapportages terug te vinden. Stichting Attendiz stelt vierjaarlijks een strategisch beleidsplan op. Aan dit strategische beleidsplan is een planningsdocument toegevoegd waarin de stichtingsbrede beleidsvoornemens zijn gepland. Iedere school van Attendiz stelt een vierjaarlijks schoolplan op, dat correspondeert met het strategisch beleidsplan en waarin per INK-domein het schoolbeleid, de beleidsvoornemens en de streefdoelen van de school staan vermeld. Op basis van deze streefdoelen stellen bestuur en management de managementovereenkomst voor de komende vier jaren vast. Indien nodig vindt er jaarlijks actualisatie van het managementcontract plaats. Twee keer per jaar levert de directeur een managementrapportage aan. Via deze rapportages houdt de directeur het bestuur op de hoogte van de vorderingen van de voorgenomen ontwikkelingen en tevens levert de directeur gegevens aan over de opbrengsten van het onderwijs, de kwaliteit van het onderwijs en diverse algemene schoolgegevens. 3.2.2 Jaarverslag Op basis van de tweede managementrapportage maakt iedere directeur een schooljaarverslag, waarin hij verslag doet van de opbrengsten van het onderwijs, de kwaliteit van het onderwijs, de vorderingen van de ingezette ontwikkelingen en de algemene schoolgegevens. Stichting Attendiz maakt een stichtingsbreed jaarverslag. Pagina 28 van 65

3.2.3 Communicatie Schoolplan, managementovereenkomst, managementrapportages en jaarverslag worden steeds aan team en (G)MR voorgelegd, besproken en -indien nodig- vastgesteld. Het schooljaarverslag en jaarverslag van de stichting worden naar de (G)MR, inspectie en eventuele andere belangstellenden gestuurd. 3.2.4 Gesprekscyclus De sectordirecteur houdt iedere twee maanden een formeel gesprek met de directeur. Er zijn drie soorten gesprekken: 1. Voortgangsgesprekken (VG). Deze worden gehouden aan de hand van het gespreksformulier voortgangsgesprekken. 2. Voortgangsgesprekken+ (VG+). Deze worden gehouden aan de hand van het formulier voortgangsgesprekken+. Voordat het VG+ wordt gehouden levert de directeur managementrapportage 1 in. 3. Evaluatie- en planningsgesprekken (EP). Deze worden gehouden aan de hand van het gespreksformulier evaluatie en planning. Voordat het EP wordt gehouden levert de directeur in: - Managementrapportage 2; - POP. In bovengenoemde gesprekken komt in ieder geval aan de orde: - het vaststellen en actualiseren van de vierjaarlijkse managementovereenkomst; - de voortgang van de ingezette ontwikkelingen aan de hand van de managementrapportages; - de planning van nieuwe ontwikkelingen op basis van evaluatiegegevens; - de opbrengsten van het onderwijs; - de kwaliteit van het onderwijs; - de algemene schoolgegevens; - het persoonlijk ontwikkelingsplan van de directeur. Jaarlijks wordt in de maand juni de planning voor de gesprekken en de vergaderingen voor het komende schooljaar vastgelegd door het sectormanagementteam. Tijdschema gesprekscyclus per schooljaar Door wie Wat Voor wie Voor Directeur Managementrapportage 1 Sectordirecteur Eén week voor de datum van het VG+ gesprek Sectordirecteur Tussentijdse verslaglegging College van Bestuur 1 februari Directeur Managementrapportage 2 POP Sectordirecteur Sectordirecteur Planning vergaderingen en gesprekken nieuw schooljaar Sectordirecteur Eindrapportage sector Sector managementteam College van Bestuur Sectordirecteur Sectorontwikkelingsplan Sector managementteam nieuw schooljaar College van Bestuur Sector managementteam 1juli Eén week voor de datum van het EP gesprek 15 augustus 15 augustus Directeur Schoolontwikkelingsplan Sectordirecteur 15 september Pagina 29 van 65

PLANVORMING EN MANAGEMENT RAPPORTAGESYTEEM ATTENDIZ STICHTINGS BELEID, LANDELIJKE EN REGIONALE ONTWIKKELINGEN STRATEGISCH BELEIDSPLAN PLANNINGS DOCUMENT SCHOOLBELEID, ENQUETES EN ONDERZOEKEN SCHOOLPLAN MANAGEMENT OVEREENKOMST MANAGEMENT RAPPORTAGES 3.3 Beleidsvoornemens t.a.v. leiderschap en management De leidinggevende neemt het initiatief om sturing geven aan het proces t.a.v. de samenwerking binnen Passend Onderwijs. De leidinggevende zet in de komende periode in op systematische competentieontwikkeling van leerkrachten. Het Mozaïek onderbouw kiest ervoor te investeren in het primaire proces. Dit betekent dat het OP steeds moeten worden toegerust om hun taak goed te kunnen uitvoeren. De specifieke deskundigen van Het Mozaïek onderbouw spelen in dit geheel een belangrijke rol. Zij ondersteunen de leerkracht bij het ontwikkelen van hun orthopedagogische en orthodidactische competenties en bij het vergroten van hun kennis over mogelijkheden en beperkingen van de specifieke ondersteuningsbehoefte van ieder kind en de gevolgen daarvan voor de onderwijsparticipatie. De grote uitdaging voor de komende periode is om de inzet van deskundigheid t.b.v. competentievergroting van de leraren in het kader van passend onderwijs te vergroten om daarmee de leerrendementen (opbrengsten) van de leerlingen te optimaliseren. In het scholingsplan van Het Mozaïek onderbouw, het Plan Deskundigheidsbevordering 2012-2013 hebben deze scholingsactiviteiten in het kader van het primaire proces de hoogste prioriteit. Leidinggeven in termen van onderwijskundig leiderschap is primair leidinggeven aan professionele leerkrachten die zich blijvend ontwikkelen in hun beroep. De leidinggevende bekwaamt zich verder in haar deskundigheid door het afronden van de opleiding Basisbekwaam en het volgen van cursussen. Pagina 30 van 65

Hoofdstuk 4: Cultuur en klimaat Personeel Management van onderwijsprocessen Waardering door het Personeel Visie en Beleid Leiderschap En Management Cultuur en Klimaat Management van ondersteunende processen Waardering door klanten / leveranciers Resultaat En opbrengsten Middelen en Voorzieningen Waardering door de maatschappij 4.1 Schoolcultuur Het Mozaïek onderbouw wil een voortvarende en lerende organisatie zijn met verantwoordelijkheden zo diep mogelijk in die organisatie en een klimaat waarin ruimte is voor de ontwikkeling van een professionele cultuur. Een professionele cultuur is een cultuur waarin kwaliteit leidend is. Als mens zijn we allemaal in de grond van de zaak elkaars gelijken. Als professional verschillen we van elkaar: karakters, competenties, ambities en ga zo maar door zijn verschillend. Wij zijn bereid om de verschillen die we ervaren bespreekbaar te maken met maar één doel voor ogen: verbetering van de school en daarmee het onderwijs aan de kinderen. Binnen de professionele cultuur op Het Mozaïek willen we gebruik maken van de verschillen, gebruik maken van datgene waar iemand sterk is. We zijn bereid om buiten de eigen groep te treden, zich te realiseren dat het samen moet gebeuren, waarbij je gebruik kan maken van elkaars sterke punten, vaardigheden en mogelijkheden. Kenmerkend voor een professional op Het Mozaïek onderbouw: - Handelt vanuit de visie van de school;. - Spreekt collega s aan op zijn/haar verantwoordelijkheden; - Heeft vertrouwen in elkaars professionaliteit; - Zelfreflectie en zelfkennis; - Werkt vanuit een gemeenschappelijk doel: samen zijn we beter. Communiceren is voor ons het sleutelwoord tot een succesvol klimaat binnen onze organisatie. Het gesprek en het meedenken met elkaar beschouwen wij als één van de meest waardevolle uitgangspunten. In de communicatie is de cultuur van de school te herleiden: transparant veilig laagdrempelig partnerschap. 4.2 Medewerkerscultuur In de professionele schoolcultuur voelen de teamleden zich verantwoordelijk voor de school. Het team draagt als het ware de school. Er is sprake van een gezamenlijk gedragen visie: met elkaar op één lijn wat betreft de vormgeving en inhoud van het onderwijs in de school, waarbij men zich houdt aan de gezamenlijk gemaakte afspraken. Vanuit die gezamenlijke verantwoordelijkheid en het open klimaat bevraagt men elkaar op de wijze waarop het werk wordt uitgevoerd en spreekt men elkaar aan op het zich houden aan de gezamenlijk gemaakte afspraken. Cultuur, klimaat en communicatie zijn op Het Mozaïek onderbouw geen vrijblijvende aangelegenheid: niet iets van een individuele medewerker, noch van leidinggevenden. Cultuur is een gezamenlijk gedragen gedachtengoed, die stimuleert en inspireert. Concrete uitwerkingen van onze professionele cultuur zijn: een gemeenschappelijke visie op het werk goed partnerschap professionele hiërarchie; maar ook gelijkwaardigheid als mens Pagina 31 van 65

beslissen op grond van ervaringen en deskundigheid resultaatgericht denken in mogelijkheden prioriteiten kunnen stellen elkaar aanspreken op gedrag, uitvoering van het werk binnen- en buitencirkel, professionele distantie en reflectie teamspeler gericht op ontwikkeling transparantie vertrouwen in elkaars deskundigheid Cruciaal bij de groei en het handhaven van een professionele schoolcultuur is de rol van de leidinggevende. Het gaat hierbij om persoonlijk leiderschap: leiderschap dat de teamleden ziet als professionele krachten als het gaat om de ontwikkeling van de school. De directeur prikkelt en daagt de teamleden uit om hun eigen deskundigheid te versterken. De schoolleiding stelt ook eisen aan die kwaliteit en is daarbij procesgericht: op de verdere ontwikkeling van gezamenlijke verantwoordelijkheid en de kwaliteit van het onderwijs. De leidinggevende stuurt de teamleden - visiegestuurd- aan en houdt de professionele cultuur als eindverantwoordelijke voor ogen. In het team van Het Mozaïek onderbouw zijn wij ons ervan bewust dat de schoolcultuur bepalend is voor succesvol, opbrengstgericht onderwijs aan onze specifieke en complexe doelgroep. Schoolcultuur, visie, professionaliteit komen binnen de school jaarlijks tijdens teambijeenkomsten, studiedagen en nascholingen aan de orde. Daarnaast is het een terugkomende onderlegger bij alle andere overlegvormen binnen de school. Het Mozaïek onderbouw heeft verschillende instrumenten om waardering van medewerkers te peilen. De directeur voert jaarlijks plannings- of voortgangs- of evaluatiegesprekken met alle medewerkers. Tijdens deze gesprekken wordt o.a. gesproken over het welbevinden van de betrokken medewerker, de schoolcultuur en eventuele wensen m.b.t. het Persoonlijk Ontwikkelings Plan (POP). In februari 2012 is een Kwaliteitsonderzoek door van Beekveld & Terpstra afgenomen onder de verschillende functiegroepen (MT- OP OOP- specialisten) en ouders. De school heeft als gemiddeld rapportcijfer een 8,4. De tevredenheid binnen het onderzoek is opvallend groot en er zijn nauwelijks ontwikkelpunten te noemen. Op alle punten ligt de tevredenheid boven de interne benchmark. Opvallend is dat de medewerkers over aspecten als werkklimaat en arbeidsomstandigheden zeer positief zijn. Daarnaast wordt binnen Attendiz driejaarlijks een Risico-Inventarisatie en - Evaluatie (RI&E) uitgevoerd. Een onderdeel van de RI&E is het welzijnsonderzoek waarbij aan de hand van het zogenaamde (Werkstressoren - Energiebronnen) WEB-model de belangrijkste oorzaken en gevolgen van werkstress en arbeidsplezier in kaart zijn gebracht. In 2012 wordt er opnieuw een onderzoek uitgevoerd. De resultaten/uitkomsten van de RI&E van 2012 zullen meegenomen worden in de beleidsplannen voor de komende 4 jaren. 4.3 Leerlingencultuur Ieder mens presteert het beste op een plek waar hij/zij zich veilig en in balans voelt. Voor kinderen is dit niet anders: een kind gedijt het beste in een vertrouwde en kindvriendelijke omgeving. Het pedagogisch klimaat van Het Mozaïek onderbouw wordt voor een belangrijk deel bepaald door de wijze van omgang met elkaar. Uitgangspunt is het scheppen van een klimaat waarin de leerling zich begrepen, geaccepteerd, geborgen en veilig voelt in al z n mogelijkheden en onmogelijkheden. Wij willen een school zijn waar de leerlingen met plezier naar toe gaat. Iedere leerling wordt in zijn Pagina 32 van 65

waarde gelaten, is het waard om (echt) gezien te worden, mag en kan laten zien dat hij er is, mag trots zijn op zichzelf. De ontwikkeling van de vertrouwensrelatie tussen leerkracht en leerling is daarbij een belangrijk gegeven. Die relatie kenmerkt zich door nabijheid, betrokkenheid, voorspelbaarheid, veiligheid, consequent handelen en ondersteuning. Rust, orde, netheid, regelmaat, waarden en normen zijn fundamentele waarden van waaruit gehandeld wordt. De interactie tussen leerkracht en leerling is gericht op succeservaringen. Rekening houdend met de verschillende culturele, godsdienstige en maatschappelijke achtergronden van onze ouders en leerlingen willen wij op Het Mozaïek onderbouw een veilig en open schoolklimaat stimuleren en bewaken waarin het respect voor elkaar centraal staat. Leerlingentevredenheidsonderzoek Gezien de jonge leeftijd van de leerlingen is er geen leerlingtevredenheidsonderzoek afgenomen. 4.4 Oudercultuur Ouders (verzorger(s)) mogen van leerkrachten verwachten dat ze goed onderwijs geven waarbij zij zorgdragen voor een veilig pedagogisch klimaat en werken aan een ononderbroken ontwikkelingslijn op cognitief, sociaal-emotioneel en motorisch gebied. Wij vinden het belangrijk dat ouders betrokken zijn bij het welzijn van hun kind en belangstelling hebben voor de gang van zaken op onze school. Wij stimuleren dit door ouders regelmatig over algemene schoolzaken en de vorderingen van hun kind te informeren. Een goede informatie-uitwisseling over het kind vindt plaats in een sfeer van vertrouwen en openheid. Als een kind besproken wordt, komen zowel het welbevinden als de ontwikkelingslijn van het kind aan de orde. Bij belemmeringen in de ontwikkeling van het kind beschouwen we de ouders als de eerste deskundigen. Via schoolgids, informatiebulletins, informatieavonden, oudergesprekken, intakegesprekken en onze website willen we een duidelijk beeld scheppen van wie we zijn en waar we voor staan. We scheppen daarbij openheid en ruimte voor inbreng van ouders. Via de MR en OR is inbreng van de ouders, zowel bij uitvoerende activiteiten en als het om schoolbeleid gaat, geregeld. 4.4.1 Structurele oudercontacten W at Wanneer Wie Intakegesprek Voor de aanmelding Leidinggevende Intake thuissituatie Na advies CvB Schoolmaatschappelijk deskundige Kennismakingsgesprek Voor de plaatsingsdatum Leidinggevende Telefonisch contact Na afloop eerste schooldag Leerkracht Huisbezoek (theevisite) Mimimaal één keer per jaar Leerkracht Bespreking OP (ontwikkelingsperspectief) 3 x per schooljaar Leerkracht (met discipline op afroep) Schooladviesgesprek bij verwijzing vervolg onderwijs Voor april Leerkracht(met discipline op afroep) Koffieochtenden ochtenden 5x per jaar Schoolmaatschappelijk deskundige Pagina 33 van 65

4.4.2 Overige oudercontacten Weekbrief De leerlingen krijgen een keer per week een weekbrief mee vanuit de groep. In deze weekbrief staat specifieke informatie over de groep. Oudernieuwsbrief De leerlingen krijgen een keer per maand een oudernieuwsbrief vanuit het management mee. Hierin worden ouders geïnformeerd over (onderwijsinhoudelijke) ontwikkelingen binnen en buiten de school. Informatieavond Deze avond wordt in de beginperiode van het schooljaar georganiseerd. Deze avond staat in het teken van hoe er op school en in de klas gewerkt wordt en is tevens een kennismaking met andere ouders van de groep en alle medewerkers van de school. Drie keer per schooljaar bespreken wij met ouders de ontwikkeling van de kinderen a.d.h.v. het (OP) Ontwikkelingsperspectief. Koffieochtenden Vijf keer per jaar wordt er een koffieochtend georganiseerd waar ouders informeel met elkaar van gedachten kunnen wisselen. Kijkochtenden 3x per jaar kunnen de ouders meespelen met hun kind in de groep. Aanwezigheid bij activiteiten (Sintviering, Kerst, eindfeest, verjaardag, etc.) Kennismakingsochtend Voor aanvang van het nieuwe schooljaar is er een kennismakingsochtend voor nieuwe ouders. Schoonmaakavond Aan het eind van het schooljaar wordt er een schoonmaakavond georganiseerd voor alle ouders om de materialen en het meubilair uit de groep schoon te maken. Afspraken met de directie, leerkrachten, maatschappelijk deskundige. Het is voor ouders altijd mogelijk een afspraak te maken met de betreffende personeelsleden. Ouderparticipatie. We proberen zo vaak als mogelijk ouders in te schakelen bij onderwijs- ondersteunende activiteiten, excursies en buitenschoolse activiteiten. 4.4.3 Inrichting van de medezeggenschap Ouders van Het Mozaïek onderbouw kunnen zitting nemen in de Medezeggenschapsraad (MR) en/of de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR). De (G)MR heeft als taak om de leerlingen, ouders en personeel te vertegenwoordigen in de schoolorganisatie. Zo kunnen ouders meepraten over beslissingen die henzelf en de leerlingen aangaan. De MR van Het Mozaïek onderbouw maakt vooralsnog deel uit van de MR van SO Het Mozaïek. 4.4.4 Inzagerecht en wet op persoonsregistratie. Er wordt in verband met een zo optimaal mogelijke begeleiding van de leerlingen veel vastgelegd. Dit begint al bij de toelatingsprocedure. De verslagen rond de toelatingsprocedure maken deel uit van het centrale dossier, waarin ook de persoonlijke gegevens opgenomen zijn. Na de toelating wordt het (voorlopig) OP vastgesteld en toegevoegd aan het dossier. Persoonlijke gegevens van de leerlingen en verslagen van onderzoeken en besprekingen en gesprekken worden bewaard in afgesloten dossierkasten. De medewerkers van de school en de ouders hebben op verzoek inzage in het dossier. Via vastlegging door de verschillende medewerkers van de school worden de ouders op de hoogte gesteld. Pas na schriftelijke toestemming van de ouders worden gegevens doorgestuurd naar andere scholen en instanties. Gegevens van de leerling worden tot 5 jaar na vertrek bewaard. Daarna worden ze vernietigd. Pagina 34 van 65

Bij Stichting Attendiz is een Protocol Dossiervorming ontwikkeld om op een professionele en zorgvuldige manier om te gaan met de persoonsgegevens en vertrouwelijke stukken van leerlingen. Dit protocol is een praktische uitwerking van de Wet Bescherming Persoonsgegevens (WBP), toegesneden op de scholen binnen Attendiz. De inhoud van het protocol is bekend bij de personeelsleden van Attendiz en ligt voor ouders en/of andere betrokkenen ter inzage. 4.4.5 Klachtencommissie van de VBS. Elk schoolbestuur is wettelijk verplicht er voor te zorgen dat ouders en ook personeelsleden een klacht kunnen indienen bij een klachtencommissie. Een klachtencommissie bestaat tenminste uit drie leden waaronder de voorzitter die geen deel mag uitmaken van het schoolbestuur en ook niet bij dat bestuur werkzaam mag zijn. Een lid van het schoolbestuur en of personeelslid waarover wordt geklaagd, mag nooit deel uitmaken van de klachtencommissie die de klacht behandelt. Meestal is er sprake van een regionale of landelijke klachtencommissie, maar het kan ook een commissie zijn die alleen voor dat schoolbestuur is ingesteld. Stichting Attendiz is aangesloten bij: Landelijke Klachtencommissie van de CBS Postbus 95572, 2509 CN Den Haag Telefoonnummer: 070-3315215 4.4.6 Schoolcontactpersoon (SCP) Er is op Het Mozaïek onderbouw een contactpersoon. Ouders kunnen gebruik maken van de SCP als het gaat om persoonlijke dingen en/of situaties waarin iemand zich op school niet veilig voelt. Nietveilige situaties ontstaan bij pesten, agressie, discriminatie en ongewenste intimiteiten. (met ongewenste intimiteiten bedoelen we ongewenste seksueel getinte opmerkingen en/of aanrakingen, tijdens de les, in de school of op het schoolplein). Zowel medewerkers als leerlingen kunnen deze dingen doen bij anderen, soms expres en soms niet als zodanig bedoeld. De SCP zorgt er voor dat de klacht zorgvuldig en in vertrouwen behandeld wordt. 4.4.7 Externe vertrouwenspersoon Stichting Attendiz heeft een klachtenregeling vastgesteld. Op grond hiervan kunnen ouders en leerlingen klachten indienen over gedragingen en beslissingen, of het nalaten daarvan, van het bestuur, directie en personeelsleden van de school. Als ouders klachten hebben over het onderwijs dan kunnen ze terecht bij de leerkracht of directeur. Als ouders klachten hebben over ongewenste intimiteiten, pesten, discriminatie of intimidatie dan kunnen ze in eerste instantie terecht bij de schoolcontactpersoon of de directeur. Wanneer ouders vinden dat hun klacht onvoldoende behandeld is of men wil juist een en ander buiten de school bespreken dan kunnen zij contact opnemen met de externe vertrouwenspersoon. Deze is door het bestuur benoemd. Klachten over seksuele intimidatie en seksueel misbruik, lichamelijk geweld, grove pesterijen, extremisme en radicalisering kunnen rechtstreeks gemeld worden bij de Inspectie van het Onderwijs. Voor de behandeling daarvan zijn bij de inspectie vertrouwensinspecteurs aangewezen. 4.4.8 Ouderenquête Onderdeel van het in februari 2012 afgenomen Kwaliteitsonderzoek was ook een vragenlijst voor ouders. 22 van de 45 ouders hebben deelgenomen aan het onderzoek, dat is 49 %. Deze respons is net niet genoeg om aan te nemen dat de resultaten een representatief beeld geven van de mening van ouders. Dit betekent niet dat de resultaten nietszeggend zijn, maar voorzichtigheid bij de interpretatie is vereist. Ouders geven de school als gemiddeld rapportcijfer : 8,6 Pagina 35 van 65

- Alle ouders die aan het onderzoek hebben meegewerkt zijn zeer positief over het werkklimaat. - Zeer hoge waardering op alle items, in het bijzonder op: Interactie met leerlingen - contacten met ouders informatievoorziening procedures- werkklimaat resultaten en opbrengsten. Uit de vragenlijst van ouders komen geen directe actiepunten voor Het Mozaïek onderbouw voort. 4.5 Beleidsvoornemens t.a.v. cultuur en klimaat De medewerkers op Het Mozaïek onderbouw kunnen zich vinden in de volgende beschrijvingen: Als professional op Het Mozaïek onderbouw: - handel ik vanuit de visie van de school; - draag ik bij aan een positief klimaat; - spreek ik collega s aan op zijn/haar verantwoordelijkheden; - heb ik vertrouwen in elkaars professionaliteit; - beschik ik over voldoende zelfreflectie en zelfkennis; - werk ik vanuit een gemeenschappelijk doel: samen zijn we beter. De medewerkers op Het Mozaïek onderbouw onderschrijven het belang van een professionele leeromgeving. Concreet uitgewerkt betekent dit: een gemeenschappelijke visie op het werk goed partnerschap professionele hiërarchie; maar ook gelijkwaardigheid als mens beslissen op grond van ervaringen en deskundigheid resultaatgericht denken in mogelijkheden prioriteiten kunnen stellen elkaar aanspreken op gedrag, uitvoering van het werk binnen- en buitencirkel, professionele distantie en reflectie teamspeler gericht op ontwikkeling transparantie vertrouwen in elkaars deskundigheid Cruciaal bij de groei en het handhaven van een professionele schoolcultuur Er wordt optimaal gebruik gemaakt van ieders persoonlijke competenties. De landelijke meldcode huiselijk geweld is ingevoerd. Uit het kwaliteitsonderzoek dat door van Beekveld en Terpstra is afgenomen, kwamen geen ontwikkelpunten t.a.v. ouders naar voren. Belangrijk aandachtspunt blijft de informatieverstrekking van de ontwikkeling van het kind en de ouderparticipatie We streven naar formeel georganiseerd overleg met onze ketenpartners. Pagina 36 van 65

Hoofdstuk 5: Middelen en voorzieningen Visie en Beleid Personeel Leiderschap En Management Cultuur en Klimaat Middelen en Voorzieningen Management van onderwijsprocesse n Management van ondersteunende processen Waardering door het Personeel Waardering door klanten / leveranciers Waardering door de maatschappij Resultaat En opbrengste n 5.1 Huisvesting en uitrusting. Het schoolgebouw is eigendom van Jarabee Jeugdzorg. Jarabee is verantwoordelijk voor het onderhoud aan de binnen- en buitenzijde van het gebouw. Stichting Attendiz huurt een deel van het pand. De Gemeente Almelo betaalt de huurkosten. 5.1.1 Onze huisvesting Het Mozaïek onderbouw is sinds augustus 2010 gevestigd binnen de Rietpluim, het pand van Jarabee Jeugdzorg. Het gebouw telt in totaal 5 lokalen, waarvan Attendiz er drie huurt en een speellokaal. De andere 2 lokalen bevinden zich aan de kant van Jarabee en worden in gebruik genomen door de onderwijs-zorgklas en de behandelgroep van Jarabee. De drie klassen die worden gehuurd door Attendiz hebben allen een eigen nevenruimte en schoolpleintje. De lokalen van Jarabee zijn voorzien van een badkamer en toilet. Aan de kant van Het Mozaïek onderbouw is eveneens een time-out ruimte, een berging en het kantoor van de leidinggevende en de orthopedagoog. Op de bovenverdieping bevinden zich gespreksruimtes, een spelkamer, ruimtes voor fysiotherapie/logopedie/verpleegkundige en de kantine. De kinderen van Jarabee en Het Mozaïek onderbouw maken wisselend gebruik van het grote plein waar tal van speelvoorzieningen aanwezig zijn. 5.2 Financiën Bij de fusie tot Attendiz anno 2010 was er sprake van het samengaan van drie scholengroepen tot een gezamenlijke. Na het afsluiten van het boekjaar 2010 werd duidelijk welke gevolgen die jaarrekening had voor de komende boekjaren. Bovendien zullen de financiële effecten van de stelselwijziging Passend Onderwijs in de loop van 2012 helder worden. En de daarop volgende reorganisatie van Attendiz anno augustus 2012. Gezien de talrijke onduidelijkheden zowel op landelijk, regionaal, subregionaal en Attendiz-niveau, is voorzichtigheid in financieel opzicht voor onze school geboden. Tegelijkertijd willen we blijven investeren in het uitbreiden van expertise ten behoeve van de leerlingen. Sinds het schooljaar 2011-2012 wordt er gewerkt met een heldere begroting, waarbij materieel en personeel geïntegreerd zijn en die aangeleverd wordt door de afdeling Financiën van Attendiz. Van het eigenlijke schoolbudget wordt 5% t.b.v. bestuursbureau afgedragen en 1% t.b.v. het sectorbudget van de entiteit SO Gedrag. Bij het verdelen van de middelen voor personeel is de school gehouden aan het functiehuis. Er is sprake van incidentele vormen van sponsoring (bijv. sponsorloop of giften). Deze komen direct ten goede aan de leerlingen en worden gecommuniceerd via de Nieuwsbrief. De ouderbijdrage is vrijwillig en daarover wordt jaarlijks gecommuniceerd in de Schoolgids. De ouderbijdrage wordt op een aparte rekening geboekt, waarover de penningmeester van de ouderraad het bewind voert en er jaarlijks verantwoording aflegt bij de kascontrole. Pagina 37 van 65

5.2.1 Personeel Vanaf 1 augustus 2006 worden de scholen bekostigd door middel van de Lumpsumbekostiging. Bij Lumpsumbekostiging ontvangt Stichting Attendiz een genormeerde bekostiging waaruit alle personele kosten moeten worden betaald. Van belang voor Attendiz is alle personele kosten zo goed mogelijk in de exploitatiebegroting op te nemen. Niet alleen gaat het daarbij om de structurele personele kosten (salarissen, vakantiegeld e.d.), maar ook om de individuele personele kosten (BAPO-verlof, kosten betaald ouderschapsverlof, outplacement e.d.) die bovenschools worden betaald. Jaarlijks wordt in het voorjaar het schoolformatieplan opgesteld. Op basis van een aantal criteria krijgen scholen normatief Formatie Plaats Eenheden toebedeeld. Door het inzetten van personeel verbruiken zij die Formatie Plaats Eenheden. Sinds kort wordt een klein deel van de leerlingen van Het Mozaïek gefinancierd door het samenwerkingsverband. Dit zijn de leerlingen die op basis van observatie zijn geplaatst en de leerlingen die op basis van een SBO-beschikking op Het Mozaïek onderbouw naar school gaan. Deze leerlingen blijven ingeschreven bij het samenwerkingsverband, maar krijgen onderwijs op Het Mozaïek onderbouw. Voor deze leerlingen vindt een overheveling van de kosten plaats van het samenwerkingsverband naar Het Mozaïek onderbouw. Een klein deel van de formatie van Het Mozaïek onderbouw wordt vanuit deze gelden bekostigd. 5.2.2 Schoolbudget De stichting Attendiz ontvangt gelden voor de materiële instandhouding van scholen. Volgens een opgesteld rekenmodel wordt een deel van deze gelden aan de school ter beschikking gesteld. Met het ter beschikking gestelde geld moet het onderwijs op de school worden bekostigd, Het geld is bestemd voor jaarlijkse aankopen (verbruiksmaterialen) en voor meerjarige aankopen (computers, methoden/onderwijsleerpakket, e.d.). In november wordt in overleg met de sectordirecteur de verdeling van het schoolbudget vastgesteld. De school heeft ruimte om eigen beslissingen te nemen met betrekking tot aanschaf en investeringen. 5.2.3 Additionele middelen Het Mozaïek onderbouw ontvangt gelden van het samenwerkingsverband voor leerlingen die op Het Mozaïek onderwijs krijgen, maar bij het samenwerkingsverband staan ingeschreven (zie 5.2.1). 5.2.4 Sponsoring. Het Mozaïek onderbouw doet daar waar mogelijk een beroep op de financiële ondersteuning door diverse fondsen. Het geld wordt besteed aan een van te voren vastgesteld doel. Sponsoring door bedrijven of instellingen is ook mogelijk. Sponsoring mag de inhoud van het onderwijs niet beïnvloeden. Aanvragen voor sponsoring worden getoetst door het managementteam en door de MR. 5.3 Materieel beleid 5.3.1 Meerjarenplan vervanging methodes. Aangezien Het Mozaïek onderbouw in 2008 is gestart en alle methodes nieuw zijn aangeschaft en de vervangingstermijn 8 jaar is, is er nog geen meerjarenplan vervanging opgesteld. Dit zal de komende jaren gebeuren, mede om te voorkomen dat methodes in een jaar worden vervangen. We blijven alert met betrekking tot het verschijnen van nieuwe methodes. Mochten er methodes uitkomen die zeer geschikt zijn voor onze doelgroep, dan zullen wij afwegen of we deze methode tussentijds gaan aanschaffen. Pagina 38 van 65

5.3.2 ICT middelen Het gebruik van ICT middelen is nog beperkt. Tot mei 2011 werd de ICT verzorgd door een interne ICT afdeling van Attendiz. Vanaf genoemde datum wordt de ICT verzorgd door QLICT. Deze firma ondersteunt ons niet alleen hardware matig, maar ook software matig en waar nodig onderwijskundig. Voor de methode Kleuterplein en Woordenstart hebben wij software pakketten aangeschaft, die in het schooljaar 2011-2012 geïmplementeerd zullen worden. De komende jaren zullen wij de hardware binnen school gaan uitbreiden. Zo zullen in alle lokalen digitale schoolborden worden aangebracht. Dit betekent dat de ICT infrastructuur in school zal worden uitgebreid. Dit zal een financiële investering zijn, die over een aantal jaren wordt gespreid. Ook voor het personeel en management zal dit betekenen dat men zich zal moeten professionaliseren in het gebruik van ICT middelen. De kosten van hiervan zullen worden betaald uit het nascholingsbudget. 5.4 Beleidsvoornemens t.a.v. middelen en voorzieningen In de toekomst van Passend Onderwijs zal de clusterindeling wegvallen en zullen scholen voorbereid moeten zijn op de mogelijkheid van cluster overstijgende opvang. Het is van belang om te inventariseren in hoeverre de Rietpluim voldoet aan de huisvestingseisen van deze nieuwe doelgroep. Dit beleidsvoornemen zal door het stafbureau van Attendiz worden uitgevoerd. Als in de toekomst de leerlingtelling van 01-10 leidend wordt voor de formatie van het nieuwe schooljaar, heeft dit zeer grote negatieve gevolgen voor Het Mozaïek onderbouw. Veel leerlingen worden na 1 oktober aangemeld en voor deze leerlingen komen vooralsnog geen financiële middelen binnen. De locaties met jonge kinderen worden hierdoor het meest gedupeerd. Om te voorkomen dat dit tot gevolg heeft dat er leerlingen niet geplaatst kunnen worden en er noodgedwongen een wachtlijst komt, zullen er Attendizbreed afspraken met de samenwerkingsverbanden gemaakt moeten worden voor de financiering van leerlingen die na 1 oktober aangemeld worden. In de tweede helft van 2012 vindt de Risico Inventarisatie en Evaluatie (RI&E) plaats. Dit is een driejaarlijks onderzoek. Voor 2012-2015 zal het plan van aanpak m.b.t. het technische gebouw en werkplek gebonden onderzoek, indien noodzakelijk, worden opgesteld. Het Mozaïek onderbouw zal een meerjarenplan vervanging methodes opstellen. De komende jaren wordt de hardware binnen school uitgebreid. Voor alle lokalen zullen digitale schoolborden worden aangeschaft. De financiële investering zal over een aantal jaren begrotingstechnisch worden gespreid. Voor het personeel betekent dit dat men zich zal moeten professionaliseren in het gebruik van de ICT-middelen. De kosten hiervoor zullen betaald worden uit het budget deskundigheidsbevordering. De directeur houdt zich verantwoordelijk voor de verdere ontwikkeling van de ICT infrastructuur t.b.v. het primaire proces. De school beschikt over een actueel en correct financieel management informatie systeem, waardoor invulling gegeven kan worden aan het uitgangspunt geld volgt beleid. Het leerlingvolgsysteem ParnasSys is ingevoerd en geïmplementeerd. Pagina 39 van 65

HOOFDSTUK 6: Management van primaire en secundaire processen Visie en Beleid Personeel Management van onderwijsprocessen Waardering door het Personeel Resultaat En opbrengsten Leiderschap En Management Cultuur en Klimaat Management van ondersteunende processen Waardering door klanten / leveranciers 6.1 Onderwij 6.2 6.3 Middelen en Voorzieningen Waardering door de maatschappij 6.1 Onderwijsvisie SO Het Mozaïek onderbouw Doelstelling van ons onderwijs is om een leerling een ononderbroken ontwikkelingsproces en continuïteit te bieden in het onderwijs. De brede ontwikkeling van kinderen staat centraal. Voortdurend zijn wij gericht op het stimuleren van deze ontwikkeling en het bijbrengen van vaardigheden aan kinderen. Dit doen we vanuit een visie die afgestemd is op de ontwikkeling van kinderen met specifieke (onderwijs)behoeften. 6.1.1 Visie op ontwikkeling van kinderen met specifieke onderwijsbehoeften De ontwikkeling van jonge kinderen in het algemeen verloopt grillig (sprongsgewijs) door de onderlinge beïnvloeding van de diverse ontwikkelingsgebieden. De doelgroep van onze school kenmerkt zich door (zeer) jonge kinderen met complexe ontwikkelings- en/of gedragsproblemen met grote diversiteit aan hulpvragen, die vragen om een specialistische benadering en begeleiding. Door observatie en handelingsgerichte diagnostiek wordt een duidelijker beeld verkregen van de ontwikkelingsmogelijkheden en de beïnvloedbaarheid daarvan. Wij erkennen dat ieder kind zich ontwikkelt naar eigen aard, tempo en capaciteiten. We stellen doelen die passend zijn bij de mogelijkheden en beperkingen van ieder kind en werken in de zone van de naaste ontwikkeling om deze doelen te bereiken. 6.1.2 Visie op leren van jonge kinderen We delen de mening dat spelactiviteiten de belangrijke basis vormen voor de verdere ontwikkelingsen leerprocessen. Jonge kinderen leren veelal via spel en spelen. Alles wat zij doen gebeurt spelend en daarin laten zij hun ontwikkeling zien. Bij jonge kinderen is ontwikkelen en spelen een geheel. Spelen bevordert het leren en beïnvloedt de ontwikkeling van alle ontwikkelingsdomeinen. Kinderen zijn al handelend bezig, alleen of met elkaar, in interactie met de omgeving. Alle ontwikkelingsaspecten komen daarbij aan bod. Pagina 40 van 65

Een veelzijdige persoonsontwikkeling, de zogenaamde brede ontwikkeling, wordt gezien als het hoogste doel. De specifieke materialen dagen kinderen uit om actief bezig te gaan. Jonge kinderen willen graag zelf iets doen, actief bezig zijn (handelen). Een kind kan zich (enkel) ontwikkelen in een positief klimaat en in een goed afgestemde speel- en leeromgeving. Aanbod is afgestemd op de zone van de naaste ontwikkeling Het Ontwikkelingsperspectief (zie hoofdstuk 6.5.3) is richtinggevend voor het onderwijsaanbod in de groepen. Daarnaast spelen we in de specifieke behoefte van ieder kind door verbijzondering van het onderwijs en aan te sluiten op individuele zones van de naaste ontwikkeling. Leren is zelf ervaringen, kennis, vaardigheden en inzichten opdoen met behulp van én in interactie met anderen. Daarbij sluiten we in ons aanbod zoveel mogelijk aan bij wat kinderen in de verschillende ontwikkelingsfasen bezighoudt en houden we rekening met de vaak ernstige en complexe ontwikkelingsproblemen. 6.1.3 Visie op de speel- en leeromgeving Een sterk adaptieve, afgestemde leeromgeving; Er worden binnen onze school hoge eisen gesteld aan de onderwijsomgeving. De klassen zijn enerzijds zo ingericht dat zij de kinderen uitlokken om te spelen, het sluit aan bij de belevingswereld van de kinderen. Anderzijds zijn de inrichting van de klas, de hoeken om te spelen en de manier waarop de materialen worden aangeboden overzichtelijk en gestructureerd. De kinderen vragen om een zo prikkelarm mogelijke, rustige speel- en leeromgeving, waarbij aangeboden materialen functioneel en betekenisvol zijn. Indien nodig heeft een kind een eigen werkplek. D.m.v. visuele ondersteuning in de vorm van pictogrammen, afbeeldingen en foto s, wordt de omgeving voor de kinderen gestructureerd. (Planmatig) aanbod is betekenisvol en sluit aan bij de belevingswereld van het kind: Ons onderwijs wordt planmatig aangeboden. Daarin is de leerkracht sturend, maar zorgt ten alle tijde voor betekenisvolle leersituaties, waarbij aangesloten wordt bij de belevingswereld van het jonge kind. Op deze manier wordt zowel door intentionele leeractiviteiten als door incidentele leermomenten de betrokkenheid, motivatie, competentie en autonomie van ieder kind en daarmee het leereffect vergroot. We zijn sturend in onze benadering, maar bieden ook keuzemogelijkheden aan en leren kinderen om zelf keuzes te maken. Met als doel kinderen te stimuleren tot initiatief name, zelfstandigheid en actief leren, leren met en van elkaar. 6.1.4 Samenwerking met ouders Onze school vindt de samenwerking met het eerste opvoedingsmilieu (het gezin) essentieel voor de ontwikkeling van het kind. De oudercontacten nemen een belangrijke plaats in. Zij geven ons informatie over het functioneren van hun kind in de thuissituatie en in zijn sociale omgeving. Daarnaast ondersteunen we ouders wanneer zij hierom vragen. Bij jonge kinderen is afhankelijkheid van het kind ten opzichte van de volwassene groot waardoor afstemming tussen de verschillende leefmilieus noodzakelijk en stimulerend is voor de ontwikkeling van het kind. Wij proberen de Pagina 41 van 65

samenwerking met ouders te bevorderen door: ouders uit te nodigen voor kijkmomenten in de klas, koffieochtenden, activiteiten, huisbezoeken en goede informatievoorziening. Om de behoeften te inventariseren en de tevredenheid te meten wordt er tweejaarlijks een ouderenquête gehouden. 6.1.5 Samenwerking met hulpverlening Wanneer ouders meer ondersteuning wensen, proberen wij samen met hen hiervoor een passende oplossing te zoeken. De maatschappelijk deskundige van de school kan ouders ondersteunen bij het zoeken naar passende hulp. Zij geeft informatie over welke hulp zou kunnen worden ingezet. Soms betekent dit het inschakelen van jeugdhulpverlening en/of jeugdgezondheidszorg. Wij streven ernaar de aanpak op school en de hulp in huis zo goed mogelijk op elkaar af te stemmen. Samenwerking met hulpverlening is daarbinnen erg belangrijk. 6.1.6 Opbrengstgericht Werken Opbrengstgericht werken (OGW) is het systematisch en doelgericht werken aan het maximaliseren van prestaties. Het is een werkwijze waarbij de resultaten van leerlingen direct worden benut voor de planning en de inrichting van het onderwijs. De cyclus voor Opbrengstgericht Werken vindt plaats op bovenschools niveau (bestuurder / bovenschools directeur), op schoolniveau (directeur) en op groepsniveau (leraar). Wij proberen ieder kind de kans te bieden om zich zo optimaal mogelijk te ontwikkelen. We streven er naar om onderwijs op maat voor elk kind te verzorgen. We stellen hoge eisen aan de kwaliteit van het onderwijs. Dit vraagt een professionele houding van de mensen die dit onderwijs vormgeven. Wij zullen onze uiterste best doen om voor ieder kind een zoveel mogelijk ononderbroken ontwikkelingsproces te waarborgen. De centrale vraag is steeds: Wat heeft dit kind nodig om zich zo te ontwikkelen dat hij/zij de gestelde doelen bereikt? Implementeren van opbrengstgericht werken: Onze school is volop in ontwikkeling als het gaat om opbrengstgericht werken. Het is een cultuuromslag, waarbij leerkrachten leren vanuit heldere doelen en monitoren van leerlingen het onderwijs af te stemmen op de behoefte van leerlingen. Naast de doelen op leerling en groepsniveau, zullen we in de toekomst ook op schoolniveau doelstellingen formuleren, meten en bijsturen. De implementatie van het opbrengstgericht werken is als beleidsvoornemen opgenomen. We willen in ons onderwijs inhoud geven aan opbrengst gericht werken zonder daarbij het kind met zijn specifieke onderwijsbehoeften uit het oog te verliezen. Niet het doel is de maatstaf, maar de capaciteiten en de brede ontwikkeling van het kind zijn bepalend voor de opbrengst die we nastreven. In ons Ontwikkelingsperspectief (zie hoofdstuk 6.5.3) wordt hieraan tegemoet gekomen door op basis van vastgestelde bouwstenen (specifiek afgestemd op de ontwikkeling jonge kinderen) de beschermende en belemmerende factoren van het kind in kaart te brengen. 6.1.7 Algemene toelatingscriteria voor (V)SO- cluster 4 Aangemelde leerlingen moeten voldoen aan de wettelijke toelatingscriteria, zoals vermeld in de Wet op de Expertise Centra. Voor een kind geplaatst kan worden of extra begeleiding kan krijgen vanuit de rugzak, moet er door een onafhankelijke commissie, de Commissie van Indicatiestelling (CVI), een positieve beschikking afgegeven worden. Pagina 42 van 65

6.1.7.1 Toelating van leerlingen die zijn opgenomen in Karakter, centrum voor kinder- en jeugdpsychiatrie te Almelo of in de Rietpluim, dagbehandeling jonge kinderen te Almelo. Alle kinderen die in behandeling zijn kunnen, voor zover zij niet jonger zijn dan vier jaar niet, worden ingeschreven als leerling van Het Mozaïek onderbouw. Voor deze kinderen geldt in ieder geval dat zij door de Commissie van Begeleiding toelaatbaar worden geacht op basis van plaatsbekostiging zoals aangegeven in de Wet op de Expertise Centra. 6.1.7.2 Toelating van leerlingen na afloop van de behandeling in Karakter of in de Rietpluim. Na afloop van de behandeling in Karakter of in de Rietpluim zijn er twee mogelijkheden: *de leerling voldoet aan de toelaatbaarheidscriteria en blijft aangewezen op het onderwijs zoals dat wordt aangeboden door Het Mozaïek; *de leerling gaat terug naar de vorige school of wordt doorverwezen naar een andere vorm van onderwijs. In het laatste geval gaat de leerling tot het moment van plaatsing op de nieuwe school in principe terug naar de vorige school. 6.1.7.3 Toelating van leerlingen die afkomstig zijn uit de regio SO Het Mozaïek biedt onderwijs aan jonge kinderen die een cluster 4 beschikking hebben, kinderen met gedragsproblemen en of ontwikkelingsproblemen in de breedste zin van het woord. 6.1.7.4 Contra-indicaties bij de toelating van leerlingen afkomstig uit de regio. Voorop staat dat intensieve samenwerking tussen school, ouders en eventuele externe hulpverleners noodzakelijk is om het onderwijs op Het Mozaïek een goede kans van slagen te geven. Daarnaast is Het Mozaïek niet in staat antwoord te geven op de hulpvraag van: * Leerlingen met niet meer te reguleren agressief gedrag. Indien de verwachting is dat dit gedrag niet te reguleren is door onze aanpak, dan is dit te bedreigend voor de medeleerlingen. * Leerlingen die één op één begeleiding vragen. De problematiek van sommige leerlingen met een psychiatrische stoornis is dermate ernstig dat zij puur individueel onderwijs nodig hebben. Het Mozaïek kan dit niet bieden. Het verkorten van de schooldag kan bij deze zeer problematische leerlingen soms een oplossing bieden. * Leerlingen met een te laag cognitief niveau, die onvoldoende profiteren van het geboden onderwijsconcept. 6.2 Pedagogische huisstijl Vanwege de specialistische doelgroep waarmee gewerkt wordt vraagt SO Het Mozaïek onderbouw bij het benoemen van personeel om extra vaardigheden of eigenschappen, bekwaamheidseisen die specifiek zijn voor het werken met onze doelgroep. We vinden het belangrijk, met erkenning van persoonlijke verschillen, een zekere mate van gelijkgerichtheid tussen volwassenen te ontwikkelen in de manier van omgaan met de kinderen. Naar de kinderen toe levert dit voorspelbaar gedrag op van de volwassene: onder bepaalde omstandigheden handelen de volwassenen op een gelijksoortige manier. In de beleving van het kind wordt het gedrag van de volwassenen voorspelbaar en veilig. Het hebben van een pedagogische huisstijl, geconcretiseerd in heldere afspraken, werkwijzen en houdingen maakt het mogelijk elkaar te ondersteunen in het realiseren van een goede sociaalemotionele ontwikkeling en een gezond klimaat in iedere klas. We willen een school zijn waar kinderen, ouders en personeel zich veilig en geborgen voelen en waar iedereen met plezier komt. Wij leren kinderen ervaren wat zijzelf kunnen. We komen in ons onderwijs tegemoet aan de basisbehoeften van kinderen door te werken aan: Geloof en plezier hebben in eigen kunnen (competentie) Ervaren dat mensen je waarden om wie je bent en met je om willen gaan (relatie) Pagina 43 van 65

Ervaren dat je zelfstandig en onafhankelijk iets voor elkaar kunt krijgen (autonomie) Deze drie basisbehoeften vormen het uitgangspunt van ons (orthopedagogisch) handelen. Het houdt in dat wij kiezen voor een positieve benadering van wat kinderen kunnen. Onze leerkrachten zijn van cruciaal belang. Zij hebben (onder meer) een vormende (opvoedende) taak. Zij leggen het fundament tot het goed kunnen functioneren in de maatschappij. Leerkrachten creëren daartoe een veilig en gestructureerd klimaat waarbij kinderen zich gewaardeerd en gerespecteerd voelen. Wij hechten veel waarde aan een positieve, motiverende en competente leerkracht. 6.2.1 Omgaan met agressie en incidentenregistratie Bij sommige van onze leerlingen kan sprake zijn van snel opkomende agressie, is er binnen de Mozaïekscholen het Protocol Agressie opgesteld, waarin uiteengezet wordt op welke wijze er wordt omgegaan met agressie, ter bescherming van de leerling, medeleerlingen en personeel. We voeren een actief veiligheidsbeleid met protocollen. Ons beleid is gericht op het voorkomen en aanpakken van incidenten. Daarbij is ook het Formulier Agressie-interventie en het Formulier Agressieincidentmelding ontwikkeld. Alle agressie-interventies worden geregistreerd. In het kader van verantwoord pedagogisch handelen m.b.t. het omgaan met agressie verdient de relatie leerkracht/leerling speciale aandacht omdat deze per definitie ongelijk is: de leerkracht heeft immers de taak te onderwijzen, op te voeden, de leerling heeft de taak te leren. Voorkomen moet echter worden dat de ongelijke relatie leidt tot machtsongelijkheid, waarbij de leerkracht zijn positie of fysieke overwicht gaat gebruiken c.q. misbruiken in de relatie met de leerling. De ongelijkheid dient louter gebaseerd te zijn op het verschil in deskundigheid, verschil in positie en op afspraken en regels die in overleg met elkaar gemaakt zijn. In het algemeen geldt leerlingen niet tegen hun wil aan te raken, indien de noodzaak daartoe niet aanwezig is. De ervaring leert dat het aanraken van leerlingen tegen hun wil al snel leidt tot gewoontevorming. Onder omstandigheden kan de noodzaak daartoe echter wel aanwezig zijn. Dit is het geval wanneer naar het oordeel van de leerkracht de leerling de veiligheid van medeleerlingen en/of van zichzelf en/of van leerkrachten of ander personeel in gevaar brengt. In het kader van verantwoord pedagogisch handelen dienaangaande kan het vastpakken van de leerling -volgens afgesproken techniek- adequaat zijn. M.b.t. het omgaan met agressief gedrag van leerlingen zijn niet voor alle situaties en omstandigheden richtlijnen aan te geven. Juist een teveel aan richtlijnen, regels en afspraken kan leiden tot handelingsverlegenheid. Er zijn situaties denkbaar waarin -verantwoord- gehandeld moet worden naar bevind van zaken. Achteraf wordt verklaring gegeven aan ouder(s) en aan de leidinggevende. 6.2.2 School- en klassenregels Er zijn zowel school- als klassenregels opgesteld. Deze regels zijn terug te vinden in de klassenmappen van de leerkrachten. 6.3 Didactisch ontwerp (onderwijsconcept) Het onderwijs binnen onze school is een combinatie van ontwikkelingsgericht- en programmagericht werken. Het leerstofaanbod binnen onze school is afgestemd op de belevingswereld van het jonge kind. Als uitgangspunten voor het ontwikkelingsgericht werken gelden: het geven van ruimte tot initiatief het aansluiten bij de eigen behoeften van het kind het aspect van zelfsturing en zich autonoom voelen het aanbieden van betekenisvolle activiteiten in de zin van: aansprekend, uitdagend, nieuwsgierigheid prikkelend het aansluiten bij reeds aanwezige kennis en inzichten Pagina 44 van 65

Naast deze benadering is sprake van programma gericht werken. Er vindt systematische ordening en aanbieding van leerstof plaats, gericht op de leervoorwaarden en het aanvankelijk onderwijs. Gedurende de dag wordt er gewerkt volgens een vaste structuur met vooraf geplande activiteiten. Bij veel kinderen binnen onze school is een aantal basisvoorwaarden nog niet vervuld. Het gaat dan met name om; het vrij zijn van emotionele belemmeringen ; het nieuwsgierig en ondernemend zijn; het hebben van zelfvertrouwen. Ook is bij een groot aantal kinderen sprake van basale tekorten in het handelen. Deze signalen kunnen duiden op risicofactoren die een ongunstige uitwerking hebben op de taak-/werkhouding. Risicofactoren zijn: impulsiviteit, prikkelgevoeligheid, beperkte aandacht en concentratie, gering vermogen tot planning en ordening, geringe flexibiliteit etc. Naast de basisvoorwaarden en de risicofactoren vormt de mate van betrokkenheid een belangrijk aspect. Het heeft invloed op de totale ontwikkeling van het kind. Binnen ons onderwijs neemt het werken aan de basisvoorwaarden, de betrokkenheid en de risicofactoren een belangrijke plaats in. Onder andere door het bieden van structuur, het geven van duidelijkheid en veiligheid en door te werken vanuit een uitdagend, positief pedagogisch klimaat. Het onderwijs wordt zodanig ingericht, afgestemd op de behoeften van kinderen, dat de kinderen een ononderbroken ontwikkelingsproces kunnen doorlopen. De voortgang in de ontwikkeling van de kinderen wordt m.b.v. groepshandelingsplannen geëvalueerd. Hierbij staan de leerresultaten centraal. Een goed klassenmanagement gericht op de brede ontwikkeling van kinderen en het bewaken van de leertijd, gedifferentieerde instructie gericht op effectiviteit en de verschillende leerstijlen van kinderen, maken dat kinderen de kans krijgen om de nodige kennis en vaardigheden te verwerven voor een persoonlijke groei. 6.3.1 Leerstandaarden, onderwijsarrangementen en uitstroomrichtingen De leerstandaard is de expliciete norm waar een vastgesteld deel van de kinderen aan moet voldoen. De doelen op didactisch gebied zijn op basis van de leerstandaarden die de school heeft vastgesteld. De school heeft de leerstandaard geformuleerd op basis van ervaring, de populatie, de uitstroombestemming en het ambitieniveau van de school. De onderwijsraad heeft vier standaarden geformuleerd: - onder minimum standaard - minimum standaard; het niveau dat de school minimaal wil halen met de overige leerlingen, de leerlingen die de voldoende standaard niet halen. - voldoende standaard; het niveau dat een school wil bereiken met driekwart van haar leerlingen - gevorderde standaard; het niveau voor het best scorende kwart leerlingen van de driekwart die de voldoende standaard halen. Zij kunnen naast de basisstof, die gericht is op de voldoende standaard, extra leerstof aangeboden krijgen. Onze school sluit haar onderwijs aan op deze verschillende standaarden door het onderwijs aan te bieden in één arrangement, namelijk het basisarrangement en daarbinnen te differentiëren in instructie, leertijd en materialen. Om te voorkomen dat er té vroeg in de ontwikkeling van onze kinderen cruciale keuzes worden gemaakt die het ontwikkelingsperspectief beperken, hebben wij er voor gekozen om alle kinderen tijdens de kleuterperiode te plaatsen in het basisarrangement (dit geldt dus ook voor alle kinderen die (dag)behandeling krijgen). We streven voor alle kinderen naar het behalen van de tussendoelen van groep 1 en 2. Dit bereiken we dit door convergente differentiatie. Wat betekent dat de leerstof in eerste instantie gestapeld in plaats van gedispenseerd wordt. De leerkracht biedt de kinderen extra instructie een extra leertijd, deze tijd komt bovenop de leertijd van het basisaanbod. De leerstof blijft gelijk. Ons uitgangspunt hierbij is dat dit enkel gerealiseerd kan worden door aan te sluiten bij de specifieke onderwijsbehoeften van ieder kind, door verbijzondering van het onderwijs en tevens aan te sluiten Pagina 45 van 65

op individuele zones van de naaste ontwikkeling. Dit vraagt om voortdurende differentiatie en afstemming van de leerkracht. Het verwachte uitstroomniveau voor alle kinderen is dus gelijk (ofwel niveau eind groep 1 ofwel niveau eind groep 2). Ten tijde van de groepsbesprekingen brengen we op basis van de datagegevens de ontwikkeling van iedere leerling in kaart. We kijken daarbij naar het niveau én de groei van iedere leerling, zodat we eventuele achterstanden tijdig kunnen signaleren en ons onderwijsaanbod in het groepsplan planmatig kunnen bijstellen. Kleuters staan nog aan het begin van hun onderwijsloopbaan waardoor het aantal datagegevens nog summier is. We houden op onze school één schooljaar aan als minimum waarop cruciale keuzes in het ontwikkelingsperspectief gemaakt kunnen worden. Eind groep 1 of 2 wordt middels handelingsgerichte diagnostiek (op basis van data-, onderzoeks- en observatiegegevens) in kaart gebracht wat de onderwijsbehoeften van een kind zijn. Vervolgens wordt door de CVB voor de Begeleiding (hierna te noemen CVB) beoordeeld of het basisarrangement (met differentiatie in instructie en leertijd) hieraan voldoende tegemoet kan komen of dat aanpassing van het ontwikkelingsperspectief noodzakelijk is (bijv. verlenging kleuterperiode, verwijzing andere vorm van onderwijs etc.). Tevens zal eind groep 2 een inschatting gemaakt worden van het arrangement dat een leerling nodig heeft in groep 3. 6.3.2 Leerlijnen Bij het werken vanuit een ontwikkelingsperspectief en het opstellen van groepsplannen zijn leerlijnen of leerlijnoverzichten bij methoden onmisbaar. In de leerlijnen staan per leerjaar de tussendoelen omschreven. Op onze school nemen we de leerlijnen, ontwikkeld door het SLO, als uitgangspunt omdat deze leerlijnen een uitwerking zijn van de kerndoelen speciaal onderwijs. Onze lesstof bieden we aan met behulp van de leerlijnen die het SLO ontwikkeld heeft voor het speciaal onderwijs. De (beheersings)doelen taal en rekenen zijn afgeleid van de referentieniveaus die sinds augustus 2010 van kracht zijn in het basisonderwijs (zie www.taalenrekenen.nl). Met deze doelen versterken wij de doorgaande lijn naar het vervolgonderwijs. Op verzoek van OCW heeft het SLO voor drie ontwikkelingsgebieden doelen ontwikkeld en verder uitgewerkt, namelijk voor taal, voor rekenen en voor sociaal-emotioneel. Deze doelen brengen de ontwikkelingslijn van kinderen van 2 tot 7 jaar in beeld voor de drie ontwikkelingsgebieden. Uitgangspunt voor de doelen voor taal en rekenen zijn de referentieniveaus. SLO heeft in kaart gebracht wat kinderen aan het begin van groep 1 (eind van de peuterspeelzaal/ kinderdagverblijf) en aan het eind van groep 2 bereikt zouden moeten hebben, dan wel ervaring in moeten hebben opgedaan, om uiteindelijk met vertrouwen te kunnen starten in groep 3. Door gebruik te maken van de doorlopende leerlijnen taal en rekenen streven we er naar dat de leesen rekenvaardigheden van onze kinderen worden verbeterd en dat de overgang tussen de verschillende onderwijssectoren (van onderbouw naar middenbouw) soepel verloopt. Binnen de klas is er (een groep) kinderen die meer leer- en instructietijd nodig heeft om bepaalde vaardigheden te leren dan andere kinderen. Om het ontwikkelingsperspectief voor de kleuters niet te beperken, wordt in eerste instantie leerstof gestapeld in plaats van gedispenseerd. Door gebruik te maken van convergent differentiatie biedt de leerkracht de leerling extra instructie een extra leertijd, deze tijd komt bovenop de leertijd van het basisaanbod. De leerstof blijft gelijk aan de leerlijnen van het SLO heeft ontwikkeld. Pagina 46 van 65

6.3.3 Urenoverzicht Binnen onze school vinden we een adequate en efficiënte planning van de leertijd, afgestemd op de onderwijsbehoefte van onze kinderen belangrijk. Bijna de helft van leertijd wordt besteed aan taal en rekenonderwijs. Gezien onze doelgroep is voor ons het aanbod op het gebied van de sociaalemotionele ontwikkeling net zo belangrijk. De directeur plant per groep de leertijd, verdeeld over de verschillende vakken. Op basis van deze planning maken de leerkrachten zelf elk jaar hun lesrooster. Tijdens het onderwijsleerproces bewaakt de leerkracht de effectiviteit van de werkzaamheid van alle kinderen en voorkomt onnodig verlies van onderwijstijd. Goed klassenmanagement en effectieve instructie vormen de basis voor het adequaat benutten van de leertijd. Goed klassenmanagement stimuleert zelfstandig werken waardoor de leerkracht de ruimte heeft om kinderen te begeleiden en groepsplannen uit te voeren. Bekend bij iedereen is onderstaande verdeling van de uren over de vak- en vormingsgebieden. Het is de basis voor het lesrooster dat door de leerkracht jaarlijks zelf gemaakt. Onderwijs-zorgklas Pagina 47 van 65

6.4 Leerstofaanbod en differentiatie In onze school is het leerstofaanbod afgestemd op de belevingswereld van jonge kinderen. Er wordt gewerkt met een basisaanbod (gangbaar aanbod) voor alle kinderen. Voor taal en rekenen is dit basisaanbod afgestemd op de kerndoelen van groep 1 en groep 2 van het SLO. Naast het basisaanbod sluiten aan bij individuele onderwijsbehoeften van leerlingen door differentiatie in instructie en leertijd. Daarbij stellen we een maximum van drie niveaus per klas om het organisatorisch haalbaar te houden voor de leerkracht. Het indelen van de kinderen in de drie niveaus gebeurd op basis van de datamuur. De datamuur visualiseert de opbrengsten van de klas. Wie zijn de instructieonafhankelijke leerlingen? Wie zijn de instructiegevoelige leerlingen? Wie zijn de instructieafhankelijke leerlingen? Voor het indelen van de datamuur worden enerzijds de toetsgegevens als uitgangspunt genomen. Hierbij houden we de volgende indeling aan: Instructie-onafhankelijk: niveau I Instructie-gevoelig: niveau I-II-II-IV-V Instructie-afhankelijk: niveau IV en V Anderzijds is de totale beeldvorming van het kind (bouwstenen uit het ontwikkelingsperspectief) medebepalend voor het indelen van de kinderen in de drie niveaugroepen per klas. De gegevens op de datamuur vormen de basis voor het groepsplan en de instructiebehoeften van de leerlingen, maar ook het aanbod van de verschillende middelen en materialen (zie 6.4.2.). De instructie-onafhankelijke leerlingen krijgen de verkorte instructie De instructie-gevoelige leeringen volgen de basisinstructie De instructie-afhankelijke leerlingen volgen de verkorte instructie, de basisinstructie en de verlengde instructie 6.4.1 Gebruik van middelen en materialen Kenmerkend voor het onderwijs aan deze jonge kinderen is dat het zodanig wordt aangeboden dat de ontwikkeling op verschillende gebieden geïntegreerd wordt gestimuleerd. De methode Kleuterplein vormt de basis voor ons onderwijs. Met Kleuterplein werken we doelgericht aan álle tussendoelen. Kleuterplein is meer dan alleen taal en rekenen. Ook aan motoriek, wereldoriëntatie, muziek, voorbereidend schrijven en sociaal-emotionele ontwikkeling wordt spelenderwijs, maar gericht gewerkt. Kleuterplein heeft 16 thema s in de belevingswereld van de kleuters. In elk thema komen alle ontwikkelingsgebieden en leerdoelen voor kleuters aan bod. Kleuterplein biedt daarmee een doorgaande lijn naar alle vakken en methodes van groep 3. 6.4.1.1 Methodeoverzicht Rekenen: Kleuterplein/Gecijferd Bewustzijn, Map Taal / lezen: Kleuterplein/Fonemisch Bewustzijn, Map/Software: Kleuterplein en Woordenstart Logopedie: Praatboeken (logopedie)/spraakbeeld/dgm (2007) Sociaal emotioneel: Methode Goed Gedaan/Doos vol gevoelens/bloe (7 boeken met cd, 2000-2002) Pagina 48 van 65

Muzikale vorming: Moet je doen! Handvaardigheid en tekenen: Moet je doen! Bewegingsonderwijs: Bewegingsonderwijs in het speellokaal Motorische ontwikkeling: Schrijfdans 6.4.2 Sociaal emotionele ontwikkeling Tijdens de hele schoolloopbaan van de kinderen besteden we aandacht aan de sociaal -emotionele ontwikkeling van de kinderen. Dit gebeurt gericht met behulp van de SOVA-methode en voortdurend tijdens dagelijkse situaties. Het gaat er om dat de kinderen kennis en vaardigheden niet alleen aanleren in de SOVA-lessen, maar het is veel belangrijker dat zij die ook toepassen in dagelijkse situaties op school en daarbuiten. De leerkracht gebruikt daarvoor de momenten dat het aangeleerde gedrag de kans krijgt; de kansrijke momenten. Kinderen leren om te gaan met de eigen mogelijkheden en beperkingen (zelfbeeld). Ook leren zij op een prettige wijze om te gaan met anderen (sociaal gedrag). Deze leerlijnen lopen door van de onderbouw door naar de midden- en bovenbouw. Noodzakelijke ondersteuning daarbij, vormen pictogrammen om structuur te geven aan tijd en plaats. Daardoor ontstaat rust en overzichtelijkheid als de leerling dat nodig heeft. Dit systeem van visualisering werkt preventief. Gebaseerd op het OP worden ambitieuze verwachtingen (doelen) gesteld op het gebied van de didactische ontwikkeling (taal en reken). De sociaal emotionele ontwikkeling neemt daarnaast een even zo belangrijke plek binnen ons onderwijsaanbod in. De vorderingen van het kind op de leergebiedoverstijgende vakken ( in het kader van de brede ontwikkeling van een kind met complexe problematiek), wordt als essentieel gezien voor de didactische vorderingen en het realiseren van het verwachte uitstroomperspectief. Bevordering van leergebied overstijgende kerndoelen Onze school onderscheidt zich door het uitgebreide leergebiedoverstijgende aanbod (gericht op de sociaal emotionele ontwikkeling, zelfredzaamheid, taak- en werkhouding). Het bereiken van deze doelen in het pedagogische domein zijn essentieel voor de didactische vorderingen en het realiseren van het verwachte uitstroomperspectief. Het aanbod op de leerlijn sociaal emotionele ontwikkeling staat binnen ons onderwijs centraal. Dit wordt enerzijds planmatig en doelgericht aangeboden in de SOVA-lessen gebaseerd op de methode Goed Gedaan en door gepland onderwijsactiviteiten uit de methode Kleuterplein. Anderzijds zorgt de leerkracht gedurende de hele dag voor de vertaling van dit geplande aanbod (Goed Gedaan en Kleuterplein) in dagelijkse situaties. Er vindt een voortdurende koppeling plaats tussen intentionele en incidentele leersituaties waardoor het leereffect voor het kind vergroot wordt. Er worden zoveel (planmatig) mogelijk situaties gecreëerd waarbinnen kinderen (zelfstandig of onder begeleiding) kunnen oefenen in samenwerken, wederkerigheid, communiceren en rekening houden met de ander. De ontwikkeling van een kind op deze leerlijnen wordt gevolgd middels het OntwikkelingsVolgModel Jonge Kind. Pagina 49 van 65

6.4.3 Sociale cohesie en burgerschap Onze school heeft ervoor gekozen, rekening houdend met de leeftijd van de kinderen, sociale cohesie en burgerschap niet expliciet op te nemen in het leerstofaanbod. Door ons streven naar een pedagogisch klimaat, gericht op zich veilig voelen van kinderen en het met elkaar omgaan op basis van gelijkwaardigheid en respect, stellen de leerkrachten actief burgerschap en integratie steeds impliciet aan de orde. 6.4.4 (Ortho)pedagogisch - en didactisch handelen Aan de basis van deze persoonlijke groei staat het welbevinden van de kinderen. De leerkrachten staan centraal als het gaat om het pedagogische klimaat in de klas. Zij zijn voldoende toegerust om als gedragsspecialist de ontwikkeling van de leerling en de groep te bevorderen. Een voorwaarde voor goed onderwijs, waarbinnen kinderen tot groei komen is een goede (vertrouwens-) relatie met de leerkracht. De leerkracht zorgt voor een veilig klimaat voor alle kinderen; hij kent de kinderen en zij voelen zich gekend. De leerkracht biedt veiligheid en vertrouwen door voorspelbaar, duidelijk en consequent te handelen. Het welbevinden van het kind staat voorop. Daarnaast is het handelen van de leerkracht gericht op wat jonge kinderen bezig houdt, dit vereist een intensieve interactie en een sterk (ortho)pedagogische relatie (sensitiviteit, empathie, responsiviteit). Wij zijn een school waar mensen bindingen hebben en gemotiveerd zijn om te werken met kinderen met zeer diffuse en complexe problemen. De leerkracht optimaliseert door te zorgen voor een breed, gevarieerd en flexibel onderwijsaanbod, waarin elk kind zich, afhankelijk van zijn ontwikkelingsmogelijkheden in een continu proces moet kunnen ontwikkelen. Uitgangspunt zijn de ontwikkelingsmogelijkheden en de basale ontwikkelingsbehoeften van de kinderen. Vanuit onze visie dat jonge kinderen veelal via spel en spelen leren en spelactiviteiten een belangrijke basis vormen voor de verdere ontwikkelings- en leerprocessen, is de rol van de leerkracht op dit gebied essentieel. De leerkracht zorgt dat de kans op spelen zo groot mogelijk is, omdat spelen leidt tot leerervaringen. De leerkracht neemt het initiatief voor het op gang brengen van de leerprocessen en bewaakt dat de doelen door systematische stappen (planmatig aanbod) worden bereikt. Spel vraagt om optimaal pedagogisch handelen van de leerkracht. Zij brengen positief lopende interacties tot stand, met het oog op de bevordering van de ontwikkeling van het kind. Spel wordt ingezet om de ontwikkeling van het kind te stimuleren. De omgeving is een bron van ontwikkeling wanneer de leerkracht spel begeleidt en daarbij zijn inbreng zo geeft dat deze mogelijkheden van het kind in de zone van de naaste ontwikkeling uitlokt: het kind wil deelnemen aan activiteiten maar kan dat nog niet alleen. De leerkracht helpt het kind zodanig dat het dat wel kan. In interactie met een ander is het kind meer in staat dan alleen. Dat betekent dat de leerkracht en de kinderen gezamenlijk actief zijn. Concreet houdt dit bijvoorbeeld in dat we met de kinderen de (speel)hoek gaan inrichten. We bedenken samen wat we nodig hebben en hebben als leerkracht altijd iets achter de hand om het spel op een bepaald moment te verrijken. Daarnaast observeren en begeleiden we het spel van de kinderen intensief. Dit doen we door in gesprekjes aan bod te laten komen wat nodig is voor het spel en hoe iets werkt, door in de klas het spel voor te doen of door mee te spelen als leerkracht. In het kader van opbrengstgericht werken worden specifieke kwaliteiten van onze leerkrachten gevraagd. Een effectieve leerkracht van groep 1 en 2 heeft veel kennis taal- en rekenontwikkeling van jonge kinderen en over beginnende geletterd- en gecijferdheid. Daarnaast beschikt de leerkracht in groep 1 en 2 over vaardigheden om deze gebieden goed aan te bieden aan de leerlingen. We focussen ons op de volgende onderdelen als het gaat om de kennis en vaardigheden bij leerkrachten t.a.v. opbrengstgericht werken: Pagina 50 van 65