Words of life Een studie over de woorden van Jezus
Words of life Introduction Bijbelstudie methodiek 1. The Word Joh 1 2. In gesprek Joh 2 en 3 3. Waarom Words of life? 4. De zaligsprekingen Matt 5:1-16 5. De wet Matt 5:17-48 6. Gerechtigheid wat van God komt Matt 6:1-18 7. Treasure hunt Matt 6:19-34 8. Objection your honor Matt 7:1-12 9. Highway to heaven Matt 7:13-28 10. Freely you receive, freely give Matt 10 11. De Dienstbare Leider Johannes 13 12. De Weg, de Waarheid, en het Leven Johannes 14 13. De Wijnstok Johannes 15 14. De Pleitbezorger Johannes 16 15. De Vriend Johannes 17 16. Het koninkrijk Matt 13 17. The 7 Woes Matt 23 18. Evaluatie
Introduction The first thing that God ever did, was to speak. Just before Jesus started his ministry, He went to John the Baptist to get baptised and the Holy Spirit decended on him in the form of a dove. After that, the father spoke to him and said, You are my beloved son in whom I am well pleased. This confirmed the identity and calling of Jesus. Jesus often healed people by speaking a word, and when he asked Jesus why they followed him, Peter answered, Where will we go? You have the words of life. I believe that if we study the words and teachings of Jesus, it has the power to bring life to our souls. The way to get the best out of the study For preparation, I suggest that you read the passage for that week, then reread it asking yourself the following questions: What did Jesus say? Why did Jesus say it? How does it apply to my life? While you read through the scriptures, have a pen and ruler with you to make notes and underline what you find important. I suggest that you read the Bible with intention, which means that you don t just read to get through the chapter that you have to read through for that week, but try to read concentrated with the idea of learning something. This is to make things clearer as you read. At the end of the preparation for the group study, write down one of the verses that spoke to you heart in the Memorisation box, and try to learn it by heart. When you come together as a group, I suggest that you start by taking time to share what you have learnt from God s Word. Then, when you have finished sharing the things that you have learnt with each other, dive into God s word together and use one of the outlined methods to study the truths given to us. To finish your time together, I suggest that you try to apply what you have learned to your own context, and pray for each other, so that the words that Jesus spoke, may bring life to your soul.
Bijbelstudie methodiek Vijf stappen methode voor Bijbelstudie Een bijbelstudiemethode, wanneer je alleen of met een kring bijbelstudie doet, bevat de vijf belangrijkste bijbelstudieprincipes: i) ledereen doet mee met elke stap! ii) Eerst delen wat je begrijpt en wat je aanspreekt. iii) Met vragen worstelen. iv) Gods Woord met het gewone leven in verband brengen. v) God een persoonlijk antwoord geven. Stap 1. LEES. Neem beurten de kring rond en lees het bijbelgedeelte. Stap 2. ONTDEK. Vraag: "Welke waarheid in dit gedeelte is belangrijk voor ie?" "Waarom?" Alternatieve vragen: "Welke waarheid interesseert je?" "Waarom?" "Welke waarheid spreekt je aan, raakt je denken of je gevoel?" "Waarom?" Schrijf je gedachten op. Neem beurten de kring rond en wissel je ontdekkingen uit. Stap 3. VRAAG. Vraag: "Welke vraag zou jij aan de kring willen stellen?" Formuleer je vraag zo duidelijk mogelijk op papier. (Stel open en specifieke vragen, geen ja/nee-vragen). Neem beurten de kring rond en maak een lijstje van de vragen. Bespreek de vragen een voor een en probeer zoveel mogelijk antwoorden op de vragen te vinden. Stap 4. DOE (praktijk) Vraag: "Welke waarheden in dit gedeelte ziin relevant en zouden vandaag de dag toegepast kunnen worden?" Maak, door te brainstormen in de kring, een lijstje van relevante waarheden en hoe zij eventueel toegepast zouden kunnen worden in het leven. Dit zijn allemaal 'mogelijke toepassingen'. Schrijf daama op wat God wil dat jij met een van die waarheden gaat doet. Dit is een 'persoonlijke toepassing', een zaak tussen jou en God, die je mag meedelen aan anderen als je dat wilt. Stap 5. BIDDEN (praktijk) Vraag: Hoe zou je op God willen reageren? (Je zou een kort gebed tot God in een of twee zinnen op kunnen schrijven) Neem beurten de kring rond om in een of twee zinnen kort te bidden. Geef God een antwoord (een response) op wat je gelezen, gehoord of geleerd hebt.
De Vers Methode voor Bijbelstudie De vers (analytische) methode voor bijbelstudie is de studie van een bijbelvers in zijn verband. Het "vers" mag ook wel uit 2 of 3 opeenvolgende verzen bestaan, die samen een gedachte vormen, zoals bijvoorbeeld Mattheus 28:18-20. Niet alle vragen kunnen in ieder bijbelgedeelte beantwoord worden. De vragen zijn leidraden voor de studie en de bespreking. 1. LEES 2. OBSERVATIE 'Observeren' betekent hier nauwkeurig aandacht geven aan de feiten. a. Context. Wat is de kleinst mogelijke context van het vers? De 'context' van een vers bestaat uit het gedeelte voor en/of na het vers, dat helpt om het vers zijn juiste betekenis te geven. Noteer het begin en eindpunt van de context. Wat zijn jouw redenen voor deze verdeling? Bestudeer de context. Schrijf het zo kort mogelijk op. b. Personen. Wie zijn de personen (God, mensen, enz) en hoe worden zij beschreven? c. Gebeurtenissen. Wat wordt gezegd en gedaan? Op welke manier? d. Waarom. Waarom worden deze dingen gezegd en gedaan? e. Waartoe. Wat zijn de gevolgen of het effect van wat er gezegd of gedaan wordt? f. Woorden en zinsdelen. Welke woorden/zinsdelen vragen om uitleg? Schenk vooral aandacht aan werkwoorden, zelfstandige naamwoorden, voegwoorden en herhalingen. 3. UITLEG 'Uitleggen' betekent hier dat we een poging doen de bijbel uit te leggen zoals God het oorspronkelijk bedoeld heeft. Hierbij is het belangrijk niet direct je eigen vooroordelen of mening te gebruiken voor je uitleg, maar zo dicht mogelijk bij de tekst te blijven. Probeer de onderstaande vragen daarom zo objectief mogelijk te beantwoorden. Het uitwisselen van je uitleg met anderen helpt om scherp te krijgen waar het om gaat in het bijbelgedeelte. a. Betekenis. Hoe moeten bovengenoemde woorden en zinsdelen (2.f) uitgelegd worden? (Gebruik een woordenboek en andere vertalingen). b. Cultuur. i) De historische context, zoals we die hier gebruiken, beschrijft wat er gebeurde. Met de culturele context bedoelen we hier de reacties van God en de mensen op de gebeurtenissen en de beschrijving van wat er volgens God moet gebeuren. ii) Na de zondeval bevat de culturen van alle volken ook slechte elementen. Bij zijn eerste komst is Christus gekomen om zijn koninkrijk en de cultuur van zijn koninkrijk op aarde te vestigen (Bergrede en gelijkenissen). Christus is gekomen om alle zondige aspecten van alle culturen op aarde te veranderen en om de cultuur van Gods koninkrijk te vestigen! Dat wordt alles pas volmaakt bij zijn wederkomst!
iii) Wat is in dit bijbelgedeelte historisch en wat is hier cultureel? Welke dingen zijn hier bevolen, die in onze eigen cultuur moeten veranderen? Welke dingen passen juist in de cultuur van het bijbelgedeelte? De bedoeling van het onderscheid historie/ cultuur is dat je, door de tekst goed te plaatsen in zijn context, meer inzicht krijgt in wat God ons vandaag wil zeggen, in of met dit bijbelgedeelte. c. Geadresseerden. i) Wie bedoelt God hier aan te spreken: *alle mensen op aarde, *alle gelovigen op aarde, *een specifieke groep mensen, *of alleen een specifiek individu? ii) In het licht van de Nieuwe Testament openbaring, hoe gaat wat er gezegd en gedaan is in vervulling aan de geadresseerden? d. Nadruk. De centrale gedachte of nadruk is dat woord of zinsdeel waar de rest om draait. Waar ligt de nadruk in dit vers? i) Ligt de nadruk op het geven van onderricht? Let daarbij op de zelfstandige naamwoorden. Formuleer het onderricht. ii) Ligt de nadruk op het stimuleren tot actie? Let daarbij op de werkwoorden. Formuleer het gebod of de aanmaning. iii) Ligt de nadruk op het beschrijven van geschiedenis? Is het een goed of slecht voorbeeld? Als het een goed voorbeeld is, dan MAG je het navolgen, zonder het aan andere mensen op te leggen. Als het een slecht voorbeeld is, dan MAG je het NIET navolgen. iv) Ligt de nadruk op een belofte of een profetie? (zie later). e. Tekst verwiizingen. Een 'tekstverwijzing' is een ander bijbelgedeelte, dat helpt om dit bijbelgedeelte uit te leggen. i) Het werpt meer licht op het onderwerp. ii) Het geeft een goed of slecht voorbeeld van het onderwerp. iii) Het geeft een tegengesteld standpunt. f. Vragen. Welke vragen zou jij willen stellen? g. Conclusies. Een 'conclusie' is een samenvattende stelling, die volgt uit de studie van de tekst. Je conclusies zijn de bouwstenen voor je persoonlijke overtuigingen. 4. TOEPASSINGEN Een 'toepassing' is een bijbelse waarheid dat jij relevant maakt voor een specifiek aspect van je leven. Het beschrijft een of ander manier waarop jij God kan verheerlijken, door toe te laten dat zijn Woord invloed heeft op hoe je leeft. Wat verlangt God dat jij i) weet, ii) gelooft, iii) bent, iv) of doet? Wat verlangt God dat de mensen in het algemeen weten, geloven, zijn of doen? a. Mogelijke toepassingen. Brainstorm met elkaar als groep over de mogelijke toepassingen in dit Bijbelgedeelte. Maak een korte lijst. b. Persoonliike toepassing. Kies daarna als persoon een van de mogelijke toepassingen en schrijf op wat God wilt dat jij weet, gelooft, bent of doet. Doet dat alleen als God je leidt om iets toe te passen (Lucas 11:28). Zorg dat jouw persoonlijke toepassing realistisch en praktisch blijft. Probeer de meeste persoonlijke toepassingen binnen een week uit te voeren. c. Gebed als antwoord. Welk antwoord op Gods Woord wil jij geven? Neem beurten de kring rond om een enkele zin of een paar zinnen tot God te bidden.
5. PRESENTATIE Een 'presentatie' is een praktische en creatieve manier om de waarheid of waarheden in dit Bijbelgedeelte, die jij hebt gevonden, aan andere mensen door te geven. a. Onderricht /preek. Geef aan de groep een kort (30 seconden) onderricht of een korte preek, dat de waarheid duidelijk weergeeft. b. Getuigenis/verhaal. Vertel aan de groep een getuigenis of een verzonnen verhaal, dat de waarheid illustreert. c. Tekening/illustratie. Maak een tekening of illustratie, dat de waarheid illustreert. Toon het en leg het uit aan de groep. d. Gedicht/lied. Maak een gedicht of componeer een lied, dat de waarheid doorgeeft. Draag het voor of zing het aan de groep. e. Mime/drama. Bedenk een mime of drama, dat de waarheid doorgeeft. Voer het uit voor de groep. f. Titel/parafrase. Een 'tite!' is een frase dat helpt om de hoofdgedachte van dit Bijbelgedeelte te identificeren en te onthouden. Een 'parafrase' is een weergave van dit gedeelte in je eigen woorden. Gebruik creatieve woorden om een pakkende titel voor dit gedeelte te verzinnen. Geef je redenen waarom jij deze titel gekozen hebt. Herschrijf dit bijbelgedeelte in je eigen woorden. Probeer de hoofdgedachte van de schrijver weer te geven.
1. Dear John Joh 1:1-18
2. In gesprek Joh 2-3
3. Waarom Words of life? Gen 1:1-3; 6; 9; 14; 20; 24 Joh 1:1 Joh 6:25-70
4. De zaligsprekingen Matt 5:1-16
5. De Wet Matt 5:17-48
6. Gerechtigheid wat van God komt Matt 6:1-18
7. Treasure hunt Matt 6:19-34
8. Objection, your honour Matt 7:1-12
9. Highway to heaven Matt 7:13-28
10. Freely you receive, freely give Matt 10
11. De dienstbare leider Johannes 13
12.De Weg, de Waarheid, en het Leven Johannes 14
13. De Wijnstok Johannes 15
14. De Pleitbezorger Johannes 16
15. De Vriend Johannes 17
16. Het koninkrijk Matt 13 Mark 4:1-34
17. The 7 woes Matt 23
18. Evaluatie