Droog bed training
Inhoudsopgave Inleiding...4 De wektraining van Van Londen...5 De droog-bed-training bestaat uit 3 stappen...6 Stap 1: Intensieve training...7 A. Één uur voor bedtijd...7 B. Bedtijd...7 C. Ieder uur na bedtijd...8 D. Ongelukje...9 E. s Ochtends...10 Stap 2: Vervolgtraining, 2e nacht...11 A. Voor het slapen gaan...11 B. Tijdens het ongelukje...11 Stap 3: Kind is droog...12 Vragen...13 3
Inleiding U en uw kind hebben het advies gekregen om het kind een droog-bed-training te laten volgen in het ziekenhuis. In dit boekje leggen we u uit wat dat inhoudt en wat u zelf kunt doen. Alvorens een afspraak gemaakt wordt voor de training, hebben u en uw kind een kennismakingsgesprek bij de kindercontinentie verpleegkundige die de training begeleidt. In dit gesprek wordt de training uitgelegd en wordt gekeken naar de motivatie van uw kind om de training te volgen. Vervolgens wordt een opnamedatum afgesproken en hoort u wat er verder nodig is voor de opname. Ook na de ziekenhuisopname houden u en uw kind contact met de kindercontinentie verpleegkundige totdat uw kind s nachts helemaal droog is. In het ziekenhuis wordt onderstaande training gegeven. Na de klinische training komt uw kind regelmatig poliklinisch terug bij de kindercontinentie verpleegkundige om de voortgang te evalueren.
De wektraining van Van Londen Deze methode bestaat uit een intensieve training (de eerste nacht) en een vervolgtraining (begint de nacht na de intensieve training). Wat het kind leert met deze methode is, dat het kind op het moment dat het moet plassen, wakker blijft en zich realiseert dat het eruit moet om naar de wc te gaan. Het wekapparaat c.q. de plaswekker geeft het moment aan, wanneer het kind moet plassen. Doordat een bel afgaat, schrikt het kind en trekt de sluitspier aan, waardoor het stopt met plassen. Na een aantal pogingen zal het kind steeds sneller wakker worden van de wekker en na 15 of 20 keer wordt het kind wakker, voordat de bel afgaat. Het heeft geleerd de volle blaas te associëren met wakker worden en de sluitspier aangetrokken te houden. Bij deze methode wordt het gewenst gedrag, namelijk het goed hanteren van de plaswekker (uitzetten, plas ophouden, naar wc gaan) onmiddellijk beloond en het gewenste resultaat bereikt (een droog bed). Door middel van de wektraining wordt 98% van de kinderen binnen redelijk korte tijd continent (6 12 weken), terwijl de terugval gering is. 5
De droge-bed-training bestaat uit 3 stappen Stap 1 INTENSIEVE TRAINING Duurt één nacht en daarin wordt heel goed geoefend. Stap 2 VERVOLGTRAINING Begint de tweede nacht en duurt meestal tot drie maanden. Stap 3 KIND IS DROOG Wat te doen als er een ongelukje gebeurt. 6
Stap 1: Intensieve training A. Één uur voor bedtijd De trainer neemt met het kind nog eens precies door wat er gedurende de nacht gaat gebeuren. Wat gaan ze doen rond bedtijd (B), wat na ieder uur (C), wat moet het kind doen bij een ongelukje (D) en wat doen ze de volgende ochtend (E). Het kind mag een glas drinken van de drank die het gekozen heeft. De plaswekker wordt klaargelegd. B. Bedtijd Eerst de positieve oefening (twintig keer). 1. Het kind schakelt de plaswekker in. 2. Dan gaat het in bed liggen. 3. De trainer telt voor zichzelf rustig tot vijftig. Voor kinderen onder de negen jaar mag men tot twintig tellen. Oudere kinderen tellen zelf. (Sommige trainers vertellen liever een verhaaltje of doen een woordspelletje). 4. Daarna zet de trainer onverwachts de wekker aan en het kind zet hem zo snel mogelijk uit. 5. Het kind gaat naar de wc en probeert te plassen. 6. Dan gaat het terug naar bed en begint opnieuw. Plaswekker inschakelen, tot vijftig tellen, enzovoort. 7
Na de twintig positieve oefeningen mag het kind zoveel drinken als het wil van een drank die het lekker vindt (chocolademelk, appelsap, en dergelijke). Echter geen drank met koolzuur! De trainer vertelt nog een keer, dat het vannacht ieder uur gewekt zal worden. Dat hij/zij dan zelf naar de wc zal gaan en bij een ongelukje het bed zal verschonen en meteen twintig positieve oefeningen zal doen. C. Ieder uur na bedtijd Kind zo zachtjes mogelijk wekken. Trainer doet het licht aan, kind schakelt wekker uit en gaat naar de wc. Bij de wc vragen: Kun je je plas nog één uur inhouden? Ja. Geef een compliment voor de goede blaascontrole en laat het kind naar bed gaan. Nee. Vraag of het zijn plas nog even (tien tellen) kan inhouden. Geef het daar een complimentje voor. Laat het plassen en geef nog een complimentje voor het op de wc plassen. Terug bij het bed voelt het kind of de lakens nog droog zijn en vertelt de trainer wat het voelt. Als de lakens droog zijn, krijgt het kind een complimentje en moedigt de trainer het aan om ze het komende uur ook droog te houden. Als de lakens nat 8
zijn, is dat een ongelukje. De trainer moet dan aanwijzingen onder D (ongelukje) volgen. Laat het kind nog even de instructies voor het komende uur herhalen (ieder uur wakker worden, wekker uitdoen, naar de wc gaan en proberen te plassen, terug naar bed, wekker aandoen en verder slapen). Het kind mag drinken wat het wil en hoeveel het wil. Hoe voller de blaas, hoe beter het kind kan trainen. Het kind schakelt de plaswekker in en gaat weer slapen. D. Ongelukje De wekker loopt af. 1. Het kind moet even de gelegenheid worden gegeven om, zelf de wekker af te zetten. Lukt dit niet binnen één à twee minuten, dan moet het daarbij geholpen worden. De trainer moet ervoor zorgen dat het kind altijd zelf de wekker afzet. 2. Als het kind wakker is, dan vertelt de trainer op een neutrale toon dat het in bed geplast heeft. 3. Stuur het kind naar de wc om daar verder te plassen. 4. Dan volgt de verschoningsoefening. Het kind doet een schone pyjama aan, haalt de natte lakens van het bed, pakt de natte pyjama en brengt ze naar de 9
wasmand. Daarna pakt het kind de schone lakens die van te voren zijn klaargelegd en maakt het kind zelf het bed op. De trainer maakt intussen de plaswekker weer gereed en het kind doet de twintig positieve oefeningen. Het kind mag zoveel drinken als het wil en kan weer gaan slapen. De volgende avond moet het kind voor het naar bed gaan de positieve oefeningen doen. E. s Ochtends De training van de intensieve nacht eindigt rond zes uur s ochtends. Laat het kind uitslapen. Als het wakker wordt, geeft de trainer hem uitgebreid aandacht en legt daarbij de nadruk op de dingen die goed zijn gegaan. 10
Stap 2: Vervolgtraining, 2e nacht Na de intensieve trainingsnacht, is de gang van zaken als volgt: A. Voor het slapen gaan De plaswekker inschakelen. De eerste avond van de vervolgtraining beginnen met de twintig positieve oefeningen. De nachten daarna alleen als er de vorige nacht een ongelukje is geweest. Het kind wordt verteld dat het fijn is als het droog blijft en duidelijk gemaakt, dat na een ongelukje een verschoningsoefening nodig is. Het kind moet iedere avond hardop of in het hoofd vijf keer inprenten: Ik wil wakker worden van de wekker. B. Tijdens het ongelukje Plast het kind in bed s nachts, dan doet de trainer hetzelfde als tijdens de intensieve nacht: het kind wakker maken, zelf de wekker laten afzetten, naar de wc sturen, de verschoningsoefening en de twintig positieve oefeningen doen. Het kind geeft één sticker aan de trainer. 11
Stap 3: Kind is droog Als het kind veertien nachten achter elkaar droog is geweest, is de training klaar. Dit betekent: De plaswekker wordt niet meer gebruikt. De ouders gaan door met complimenten geven. Als er een ongelukje is gebeurd, dan zo snel mogelijk de verschoningsoefening doen. Inprenten blijft belangrijk, nu Ik wil droog blijven. Mocht er binnen een week twee keer een ongelukje voorkomen, dan moet stap twee (de vervolgtraining) opnieuw worden gedaan, dat wil zeggen starten met de plaswekker, totdat er weer veertien droge nachten zijn. De training wordt in overleg met de kindercontinentie verpleegkundige afgesloten.
Vragen We hopen dat dit boekje u duidelijkheid heeft gegeven over de gang van zaken rond de droge-bed-training. Mocht u toch nog vragen hebben, dan kunt u bellen naar polikliniek kindergeneeskunde: telefoonnummer (0341) 463750 De kindercontinentieverpleegkundige is op maandag, dinsdag en donderdag aanwezig, telefoonnummer (0341) 463441 13
Uitgave: Patiëntencommunicatie Vormgeving: PR&Communicatie Harderwijk, februari 2013 CAZ PY 01.02.13
Ziekenhuis St Jansdal Wethouder Jansenlaan 90 3844 DG Harderwijk Postbus 138 3840 AC Harderwijk Telefoon (0341) 463911 www.stjansdal.nl