Tekenen van bogen. Cirkel- of rondboog Segmentboog met gekende pijl Korfboog met gekende overspanning Korfboog met gekende overspanning en pijl Normale spitsboog Verhoogde of verlaagde spitsboog Tudorboog.
Tekenen van bogen. Bij constructies in de schrijnwerkerij komt het regelmatig voor dat men bogen moet tekenen. Normaal moet men de constructie van bogen kennen, maar dit deel ter opfrissing. Rondboog of cirkelboog. Men tekent een horizontale/verticale lijn en zet de breedte van de boog uit vanaf de verticale. Teken dan een boog met het gekend centerpunt, zijn de het snijpunt van de verticale en de horizontale. De straal is de afstand tussen dit punt en de halve breedte van de boog. Voorbeeld. Gegeven is de overspanning 150 Zet het aanzicht op vooraanzicht en teken verticale/horizontale lijn op punt 0, 0, 0 Trek evenwijdige op 75 aan beide zijden van de verticale. Kies voor teken boog met gekend middelpunt en punt op de omtrek en geef als starthoek 0 en als eindhoek 180, selecteer het snijpunt tussen de horizontale en de verticale als middelpunt en het snijpunt van de horizontale en een van de evenwijdige als straal aan. De boog wordt getekend. Trim en wis de overtollige lijnen.
Segmentboog met gekende pijl. Gegeven de overspanning 150 en de pijl 30 Teken zoals boven de horizontale /verticale lijn op 0, 0, 0 Teken de evenwijdige op 75 aan beide zijden van de verticale. Teken nu een evenwijdige op 30 boven de horizontale. Teken een lijn tussen posities vertrekkende van het snijpunt bovenste evenwijdige met de middelste verticale naar het snijpunt van de onderste horizontale met een van de buitenste verticale. (zie boven)
Trek op deze lijn een loodlijn via loodlijn door een positie, selecteer de schuine lijn en teken de loodlijn op een willekeurige plaats op deze lijn. Verplaats nadien deze lijn naar het middelpunt van de schuine lijn. (lijn selecteren uiteinde selecteren en verplaatsen) Het snijpunt van deze lijn met de middelste verticale geeft het centerpunt van de boog. Teken nu een boog met gekend centerpunt en een punt op de omtrek. (zie rondboog) Trim en wis de overbodige lijnen
Korfboog met gekende overspanning. Bij een normale korfboog waarvan enkel de overspanning gegeven is komen de centerpunten van de beide buitenste cirkels op 1/3 van de overspanning te liggen. Teken op de gebruikelijke manier de horizontale/verticale en de breedte van de overspanning. Trim nu de horizontale lijn tot op de breedte van de overspanning. Plaats nu de centerpunten voor de beide cirkels op deze lijn via teken een gegeven aantal punten op een curve, het aantal is 3, selecteer de horizontale lijn en de punten worden geplaatst. (tekening boven rechts) Teken nu cirkels met gekend middelpunt en een punt op de omtrek vertrekkende vanuit deze punten en als straal de buitenzijde van de overspanning.
Het snijpunt van beide cirkels onderaan geeft het centerpunt van de verbindingscirkel bovenaan. Teken nu deze cirkel met aanduiden centerpunt en rakend tekendeel Centerpunt deze snijlijn en rakend deel een van de cirkels. Trim en wis alle overtollige lijnen, bogen en punten. Korfboog met gekende overspanning en pijl. De maten van overspanning en pijl zijn zoals bij de segmentboog (150, 30)
Begin de tekening zoals bij de rondboog en teken dan een evenwijdige op de maat van de pijl boven de horizontale. Verbind het snijpunt van deze evenwijdige met de middelste verticale naar het snijpunt van de eerste horizontale en de buitenste verticale, doe dit ook aan de andere zijde. (tekening boven rechts) Teken nu op de gekende maniereen cirkel met als centerpunt het snijpunt bovenaan van de beide schuine lijnen en als straal het snijpunt van de grote cirkel met de middelste verticale via cirkel met gekend middelpunt en een punt op de omtrek Trim de schuine lijnen tot aan de cirkel zodanig dat enkel de lijnstukken buiten de cirkel behouden blijven. (tekening boven rechts) Teken nu een middenloodlijn op deze schuine lijn. (zie segmentboog) Verleng deze lijnen tot voorbij de middelste verticale.
Wis nu de beide bogen en de korte schuine lijnen.(tekening boven rechts). De centerpunten van de vertrek en eindboog vindt men terug op de snijpunten van de onderste horizontale met de beide schuine lijnen, terwijl het centerpunt van de bovenste boog gevormd wordt door het snijpunt van de schuine lijnen met de middelste verticale. Trek nu op de gekende manier gekend middelpunt en een punt op de omtrek de beide korte bogen en daarna met aanduiden centerpunt en rakend tekendeel de verbindingsboog.
Wis en trim de overtollige bogen en lijnen. Normale spitsboog. Bij een normale spitsboog is de straal gelijk aan de overspanning. Teken dus de overspanning, neem een uiteinde als centerpunt en het andere uiteinde als de straal. Men kan dit tekenen als een boog of met cirkels. Trim en wis de overtollige lijnen. Verhoogde of verlaagde spitsboog. Bij een verhoogde of verlaagde spitsboog is de maat van de tophoek gegeven. De wijze van construeren is dezelfde. Bepaal de overspanning en de plaats van de tophoek vertrekkende van de horizontale/verticale lijnen. Verbind de tophoek met de uiteinden van de overspanning.
Teken op deze lijnen een middenloodlijn. Waar deze middenloodlijnen de lijn van de overspanning kruisen krijgt men de centerpunten van de bogen. Bij een verhoogde spitsboog vallen deze punten voorbij de overspanning en moet men de lijn van de overspanning verlengen. Wis en trim alle overbodige lijnen.
Tudorboog. Een tudorboog heeft als basis een korfboog maar in plaats van een boog als verbinding tussen de start en eindboog gebruikt men hier een afgezwakte vorm van een spitsboog. Teken ook hier weer de overspanning. Bepaal via teken een gegeven aantal punten op een curve, 4 punten op deze lijn. Teken verticale lijnen door deze punten. Nummer deze punten 0, 1, 2, 3, 4 Trek een cirkel met centerpunt in punt 3 en als straal de afstand tussen 1 en 3, doe hetzelfde met centerpunt in 1. De cirkels krijsen elkaar onderaan op de verticale door punt 2. Noem dit punt 5 Trek nu een lijn vanuit punt 1 door punt 5 en verleng deze tot de verticale door punt 3. Dit is punt 6. Herhaal deze bewerking vanuit punt 3, dit geeft punt 7. Wis nu de beide cirkels.
Teken een cirkel met gekend middelpunt en een punt op de omtrek vanuit punt 1 met als straal de afstand punt 0 en 1. Herhaal deze bewerking vanuit punt 3. Teken nu een cirkel met aanduiden centerpunt en rakend tekendeel en als centerpunt punt 6 de verbindingsboog tussen de startcirkel en de middelste verticale lijn. Herhaal deze bewerking vanuit punt 7 Wis en trim overbodige lijnen. Opmerking.