LESBRIEF BIJ VOORSTELLING WOLFJE VAN THEATERGROEP ARTHUR GROEP 1-2 Wolfje is voorbestemd om een SprookjesWolf te worden. Hij is namelijk de oudste zoon van de oudste zoon in de oudstezonenfamilielijn. Om SprookjesWolf te worden, moet je net als de hele familie iemand opeten. Maar wat gebeurt er als je als aanstormende SprookjesWolf besluit om geen vlees te eten? Eigenwijs zijn is soms leuk, soms lekker en ook best ingewikkeld. Wolfje is een sprookjesachtige, beeldende en muzikale voorstelling over het kiezen van je eigen pad, het maken van keuzes en de gevolgen daarvan. Wolfje is gemaakt voor kinderen van 4-9 jaar, en is ook zeer geschikt als familievoorstelling. Het is een grote zaalvoorstelling in pocketformaat en je ziet precies hoe theater wordt gemaakt. Spel: Arthur Geesing Regie: Jawi Bakker Ontwerp affiche: Vero Beauprez Lesbrief en illustraties lesbrief: Merel van Gaalen Informatie, publiciteit en verkoop: Lipman & Van Pelt http://www.lipmanvanpelt.nl
Binnenkort gaat u de voorstelling "Wolfje" zien van theatergroep Arthur. Ter voorbereiding op de voorstelling vindt u in deze lesbrief suggesties voor activiteiten met kinderen van groep 1 en 2 De voorstelling gaat over een SprookjesWolf en het is een sprookje, maar niet een sprookje zoals gebruikelijk is. Wolfje gaat op avontuur en reist door een aantal sprookjes* heen om SprookjesWolf te worden, maar dat doet hij wel op zijn eigen manier. Het verhaal gaat over het vinden van je eigen manier, over voldoen aan de verwachtingen van anderen en/of kiezen voor je eigen manier. De volgende sprookjes komen langs in de voorstelling. De sprookjes lopen in de voorstelling wel anders dan ze zijn gewend, herkennen de kinderen ze toch? Bespreek met de kinderen welke sprookjesfiguren ze kennen en vraag eventueel na de voorstelling welke sprookjesfiguren ze gezien hebben en of deze anders waren dan anders. * Roodkapje en de boze wolf (Grimm) De wolf en de zeven geitjes (Grimm) De drie biggetjes (Engels sprookje) Strootje, Boontje en Kooltje Vuur (Grimm) Strootje, Boontje en Kooltje Vuur ontsnappen aan de kookpot van een oude vrouw en gaan op avontuur, maar bij een rivier gaat het mis. Strootje legt zich neer als brug, maar als Boontje samen met Kooltje Vuur oversteekt, brandt Strootje doormidden en allen vallen ze in het water. (ook te vinden als Strohalm, Boontje en Kooltje Vuur op www.grimmstories.nl ) KRINGGESPREK OVER KIEZEN EN DE GEVOLGEN ERVAN Wolfje moet iets doen wat hij niet wil (iemand met huid en haar opeten) om SprookjesWolf te worden, wat hij wel heel graag wil. Zijn er bij jou ook dingen die je moet doen, ook al vind je ze niet leuk? Bijvoorbeeld: je warm aankleden, (iets) eten, naar bed gaan, tanden poetsen.. En waarom moet je soms kiezen om het wel doen, wat gebeurt er als je het niet doet? Je moet iedere dag wel een aantal dingen kiezen. Bijvoorbeeld wat je op je boterham wilt of welk toetje je zal nemen. Gebeurt er wat anders als je voor het een of voor het ander kiest? En bij deze keuze; als je moet kiezen tussen twee leuke feestjes of als je maar een paar vriendjes of vriendinnetjes op je verjaardag mag uitnodigen. Wat er gebeurt als je dan moet kiezen of als je niet kiest? Of als je vriendjes of vriendinnetjes iets doen wat je niet zo leuk vindt of wat niet mag; kun je dan iets anders kiezen?
Spel Tikspel; een wolf en zeven(entwintig) geitjes Teken met krijt een cirkel (van ± 1meter doorsnee) op de vloer, teken de wijzers van een klok er in. Een kind is de wolf en alle andere kinderen zijn geitjes. De wolf moet zoveel mogelijk geitjes tikken. De kinderen die in de cirkel staan, zijn veilig en ze mogen er 5 tellen in blijven (in de klok.) Hardop tellen en dan er weer uit. Geitjes die af zijn, gaan aan de kant. Wolfje moet leren wolf te zijn, hij moet daarvoor grommen; zijn vader doet het voor en wolfje doet het na. Misschien kunnen de kinderen in de klas ook geluiden (van elkaar) nadoen. Denk aan grommen, huilen als een wolf, fluiten, klappen, blazen, sissen, fluisteren, klakken, smakken enz enz. Maar ook klinkers en medeklinkers, getallen of woorden. Na de voorstelling kunnen de kinderen misschien een karakter uit de voorstelling uitbeelden in houding of gebaar, bijvoorbeeld het zoekende wolfje, het oude roodkapje, de statige vader, de dansende biggetjes, de springende geitjes; de andere kinderen moet raden welk karakter uitgebeeld wordt Poppenspel met de hele klas Maak met de klas kleine bootjes op een grote zee Wat heb je nodig: - Bootjes van papier, door de kinderen zelf gevouwen en gekleurd - Groot blauw of groen doek of blauw plastic (±2,5 x 1 meter) - Stok met zon en maan (zie onderaan volgende bladzijde) bootje vouwen : afbeelding van digischool.nl Twee of vier kinderen houden het doek aan de zijkanten of hoeken vast zodat een horizontaal vlak ontstaat.
Door om de beurt zacht omhoog en omlaag te bewegen, lijkt het op een bewegende zee. Kunnen deze vier kinderen samen een ritme vinden? Laat de kinderen samen opbouwen naar een wilde zee en dan weer naar een kalme zee. De andere kinderen lopen in een grote cirkel om het doek heen en kunnen de bootjes om de beurt door de zee laten varen. Door, net als in de voorstelling, het stokje met de zon of de maan erboven te houden, kan één kind aangeven of het dag of nacht is. Andere kinderen kunnen het geluid van de zee maken door te blazen. Misschien zijn er een paar muziekinstrumenten zoals rainmaker of belletjes die kunnen meehelpen de zeegeluiden compleet te maken. En liedjes als Berend Botje, Schuitje varen, Daar vaart een man op zee, Aatje piraatje enz. Ook uit te breiden met meeuwen aan een stokje of vissen die met de boot meezwemmen. Knip deze zon en maan uit en plak de achterkanten op elkaar met een stokje ertussen
TELLEN MET DE GEITJES Knip de losse kopjes van de geitjes uit (Zie bijlage I ) Leg de zeven geitjes in hun stapelbed (Zie Bijlage II) Er af en erbij ; Een geitje moet plassen Een geitje gaat een glaasje water drinken Een geitje is uit zijn bed gevallen Een geitje is aan het logeren Een geitje mag laat opblijven Een geitje moet zijn tanden nog poetsen Een geitje heeft zich verstopt MAAK EEN MOBILE MET DE GEITJES Nodig ; - 2 satéprikkers (punt eraf knippen) of ander kleine stokjes - plakband - dun maar stevig draad (sterk garen of nylondraad) of dun touw - lijm en schaar Bind de satéprikkers met touw of plakband kruislings aan elkaar. Leg de vellen met de 7 geitjes (bijlage I ) op elkaar, plakken en uitknippen Maak aan alle geitjes een touwtje vast, (met behulp van het blauwe lipje bovenaan); verschillende lengtes maken is leuk Bind in het midden een touw aan de satéprikkers en hang de mobile op en bind dan aan elke hoek een touwtje met een geitje eraan, let op de balans. De drie andere geitjes verdelen over de mobile. Schuif waar nodig met de touwtjes om de mobile in evenwicht te houden. Om het verhaal compleet te maken, kan de afbeelding van wolfje op het voorblad uitgeknipt worden en in het midden tussen de geitjes worden opgehangen
BIJLAGE I MVG
BIJLAGE I MVG
BIJLAGE II MVG