van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;



Vergelijkbare documenten
Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

Het Sectoraal comité van het Rijksregister, (hierna "het Comité");

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

Het Sectoraal comité voor de Federale Overheid (hierna: "het Comité"); Gelet op de aanvraag van Saris Aanhangers BV ontvangen op 22/03/2017;

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer;

Gelet op de aanvraag van het Belgische Rode Kruis ontvangen op 11/10/2011;

Het Sectoraal comité van het Rijksregister (hierna "het Comité");

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna: "WVP"), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

Het Sectoraal comité voor de Federale Overheid (hierna "het Comité");

Gelet op de aanvraag van de KFBN (hierna de aanvrager) ontvangen op 13/01/2015; Gelet op de bijkomende informatie ontvangen op 4, 9 en 12/02/2015;

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Gelet op de aanvraag van het Parlement van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ontvangen op 15/10/2013;

Gelet op de aanvraag van de gemeente Sint-Agatha-Berchem ontvangen op 20/05/2014;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna: "WVP"), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

Gelet op de aanvraag van de Federale Overheidsdienst Financiën (hierna de FOD Finanaciën) ontvangen op 17/11/2008;

Gelet op de aanvraag van de Algemene Directie Civiele veiligheid van de FOD Binnenlandse Zaken ontvangen op 13/08/2012;

Het Sectoraal comité van het Rijksregister, (hierna "het Comité");

Gelet op de aanvraag van de Voorzitter van de CFI, ontvangen op 07/02/2018; Gelet op de bijkomende inlichtingen ontvangen op 09/03/2018;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna: "WVP"), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

Het Sectoraal comité van het Rijksregister, (hierna "het Comité");

Gelet op de aanvraag van de Chef Defensie ontvangen op 23/08/2010; Gelet op de bijkomende informatie ontvangen op 16 en 24/11/2010;

Het Sectoraal comité van het Rijksregister, (hierna "het Comité");

Sectoraal comité van het Rijksregister

Het Sectoraal comité van het Rijksregister, (hierna "het Comité");

Het Sectoraal comité voor de Federale Overheid (hierna het "Comité");

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

Gelet op de aanvraag van de Directeur-generaal van de POD Maatschappelijke Integratie ontvangen op 05/12/2012;

Gelet op de aanvraag van Toerisme Vlaanderen ontvangen op 20/05/2014;

Gelet op de aanvraag van de FOD Financiën, ontvangen op 17/12/2015;

Gelet op de aanvraag van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid ontvangen op 08/07/2011;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

Gelet op de aanvraag van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid ontvangen op 28/03/2012;

Het Sectoraal comité van het Rijksregister, (hierna "het Comité");

Het Sectoraal comité van het Rijksregister (hierna "het Comité");

Fiscalité (SPW DGO7) (Waalse overheidsdienst Operationeel directotraat-generaal fiscaliteit) om

Gelet op de aanvraag van het Vlaams Subsidieagentschap voor Werk en Sociale Economie ontvangen op 25/10/2011;

Gelet op de aanvraag van het Agentschap Ondernemen, ontvangen op 09/12/2014;

Gelet op de aanvraag van de gemeente Evere (hierna de aanvrager), ontvangen op 02/02/2015; Gelet op de bijkomende informatie ontvangen op 16/03/2015

Het Sectoraal comité van het Rijksregister (hierna "het comité");

1/7. persoonlijke. du Crédit 22/07/2015; Gelet op de. van Société. aanvraag

Gelet op de aanvraag van de FOD Mobiliteit en Vervoer ontvangen op 03/11/2011;

Social Rate Investigation (Raadpleging van de contracten gas en elektriciteit en het recht op het sociaal tarief)

Gelet op de aanvraag van het Instituut voor Gerechtelijke Opleiding ontvangen op 15/03/2012;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna: "WVP"), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

Gelet op de aanvraag van de sociale huisvestingsmaatschappij - regio Bergen Toit et Moi ontvangen op 17/07/2011;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

Gelet op de bijkomende informatie ontvangen op 22/03 en 12/05/2016;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

Gelet op de aanvraag van de Algemene Directie Civiele veiligheid van de FOD Binnenlandse Zaken ontvangen op 27/09/2013;

Gelet op de herwerkte aanvraag van FAMIFED, ontvangen op 26/02/2018;

Gelet op de aanvraag van Centrum voor Informatica voor het Brusselse Gewest (CIBG), ontvangen op 18 januari 2016;

Gelet op de aanvraag van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Kind en Gezin ontvangen op 04/02/2011;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna: "WVP"), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Gelet op de aanvraag van het Vlaams Woningfonds van de Grote Gezinnen cvba ontvangen op 27/06/2011;

Gelet op de aanvraag van de gemeente Vorst (hierna de aanvrager) ontvangen op 05/12/2014;

Emploi et Recherche (DG6) van de Service Public de Wallonie (SPW) (Directie Tewerkstelling en

Gelet op de bijkomende informatie, ontvangen op 18 mei, 5 en 9 juni 2015;

Gelet op de aanvraag van de provincie Luik ontvangen op 11/02/2013;

Gelet op de bijkomende informatie ontvangen op 01 en 10/02/2012;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

Gelet op de aanvraag van Eandis System Operator cvba, ontvangen op 04/05/2016;

Gelet op de aanvraag van de Waalse regering van 23 februari Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank ontvangen op 30 mei 2006;

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling "Sociale Zekerheid"

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna: "WVP"), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

Gelet op de aanvraag van de Vlaamse Vervoersmaatschappij De Lijn, ontvangen op 14/07/2014;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 29; Advies nr 28/2013 van 17 juli 2013

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

Gelet op de aanvraag van de Orde van Vlaamse Balies, ontvangen op 31/07/2015;

Het Sectoraal comité van het Rijksregister (hierna "het comité");

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

SCSZ/06/083. Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank ontvangen op 27 april 2006; Gelet op het verslag van de heer Michel Parisse.

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Gelet op de aanvraag van de Rijksdienst voor Pensioenen ontvangen op 03/06/2014;

Gelet op de aanvraag van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (hierna de aanvrager) ontvangen op 13/11/2013;

Gelet op de aanvraag van Dhr. Vander Auwera ontvangen op 23/02/2012;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

Het Sectoraal comité van het Rijksregister, (hierna "het Comité");

Het Sectoraal comité van het Rijksregister (hierna "het Comité");

Gelet op de aanvraag van het Vlaams Agentschap Kind en Gezin ontvangen op 16 mei 2017;

Het Sectoraal comité van het Rijksregister (hierna "het comité"); Gelet op de aanvraag van van de FOD Financiën, ontvangen op 23 maart 2017;

Het Sectoraal comité van het Rijksregister (hierna "het Comité");

Gelet op de aanvraag van het Autonoom Provinciebedrijf Provinciaal Onderwijs Antwerpen, ontvangen op 15/01/2014;

Gelet op de aanvraag van het Agentschap Inspectie RWO ontvangen op 12/09/2011;

Gelet op de aanvraag van de Dienst Administratieve Vereenvoudiging ontvangen op 19/10/2010;

voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme (RN/MA/2010/130)

Transcriptie:

1/13 Sectoraal comité voor de Federale Overheid Beraadslaging FO nr 28/2012 van 6 december 2012 Betreft: machtigingsaanvraag voor mededeling aan het OCMW dat een sociaal tarief voor gaselektriciteit automatisch werd toegekend (op basis van de gegevens van de FOD Economie) in het kader van een sociaal onderzoek dat ertoe strekt bepaalde sociale rechten aan de betrokken personen toe te kennen (AF-MA-2012-065) Het Sectoraal comité voor de Federale Overheid; Gelet op de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis; Gelet op het koninklijk besluit van 17 december 2003 tot vaststelling van de nadere regels met betrekking tot de samenstelling en de werking van bepaalde sectorale comités opgericht binnen de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, inzonderheid artikel 18; Gelet op de aanvraag van het BIM ontvangen op 13/09/2012; Gelet op de aanvraag van het technisch en juridisch advies gericht aan de Federale Overheidsdienst Fedict op 23/11/2012; Gelet op het technisch en juridisch advies ontvangen op 03/12/2012; Gelet op het verslag van de Voorzitter; Beslist op 6 december 2012, na beraadslaging, als volgt:

Beraadslaging FO 28 /2012-2/13 I. ONDERWERP VAN DE AANVRAAG 1. Krachtens de programmawet van 27 april 2007, is de Federale Overheidsdienst Economie, KMO, Middenstand en Energie (hierna FOD Economie) belast met de automatische toepassing van het sociaal tarief voor de levering van elektriciteit en aardgas aan bepaalde categorieën afnemers, namelijk de beschermde, residentiële afnemers met een laag inkomen of in een onzekere situatie, zoals bedoeld in artikel 4 van de programmawet van 27 april 2007. 2. Artikel 6 van de programmawet van 27 april 2007 bepaalt dat de toepassing van het sociaal tarief voor de levering van elektriciteit en aardgas automatisch gebeurt als de noodzakelijke persoonsgegevens daarvoor beschikbaar zijn in het netwerk van de sociale zekerheid. Indien de persoonsgegevens beschikbaar zijn in het netwerk van de sociale zekerheid, vraagt de FOD Economie ze op bij de Kruispuntbank van de sociale zekerheid, middels de machtiging verleend door het sectoraal comité van de sociale zekerheid. 3. Het Sectoraal comité verleende die machtiging in de beraadslaging nr. 09/078 van 1 december 2009 met betrekking tot de mededeling van persoonsgegevens door de kruispuntbank van de sociale zekerheid aan de Federale Overheidsdienst Economie met het oog op de automatische toepassing van het sociaal tarief voor de levering van elektriciteit en aardgas voor bepaalde categorieën afnemers. 4. De hierboven vermelde beslissing machtigt de : Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid om voormelde persoonsgegevens voor het voormelde doeleinde mee te delen aan de FOD Economie, met het oog op de automatische toepassing van het sociaal tarief voor de levering van elektriciteit en aardgas aan bepaalde categorieën van afnemers, volgens de procedure beschreven in punt 1.5. voor het jaar 2010 en volgens de procedure toegelicht in punt 1.4. vanaf 1 januari 2011. 5. De procedure onder punt 1.4, wordt uitdrukkelijk beschreven in het koninklijk besluit van 28 juni 2009 betreffende de automatische toepassing van maximumprijzen voor de levering van elektriciteit en aardgas aan de beschermde residentiële afnemers met een laag inkomen of in een onzekere situatie en maakt het mogelijk de persoonsgegevens van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid te koppelen aan de gegevens van de leveranciers en beheerders van de distributienetwerken. De beraadslaging nr. 09/078 omschrijft deze procedure als volgt:

Beraadslaging FO 28 /2012-3/13 De leveranciers delen elk jaar uiterlijk op 30 september aan de FOD Economie een aantal gegevens betreffende hun eindafnemers mee (het unieke identificatienummer van de klant, de GLN-code (Global Location Number), de EAN-code van het aansluitingspunt, de naam en de voornamen,, en, indien ze daarover beschikken, het identificatienummer van de sociale zekerheid en de geboortedatum). In het begin van elk kwartaal delen de leveranciers aan de FOD Economie een actualisering van deze gegevens mee. Het Rijksregister deelt eveneens een bepaald aantal gegevens mee volgens de door het Sectoraal Comité van het Rijksregister vastgelegde voorwaarden (de naam en de voornamen, de geboortedatum, de gezinssamenstelling, het identificatienummer, ). Voor de eerste keer zou de FOD Economie de lijst van rijksregisternummers van alle eindafnemers aan de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid overmaken, zodat deze laatste deze nummers in haar verwijzingsrepertorium kan opnemen. De FOD Economie zou vervolgens driemaandelijks de lijst van rijksregisternummers van de nieuwe eindafnemers en van de ex-eindafnemers aan de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid overmaken, zodat deze laatste haar repertorium kan updaten, indien nodig de authentieke bronnen kan raadplegen en de mutaties van beschermde statuten van de eindafnemers aan de FOD Economie kan overmaken. De Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid zou dan bijgevolg per eindafnemer de volgende gegevens overmaken: 1 identificatienummer van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid; 2 aanduiding of de eindafnemer al dan niet tot de categorieën bedoeld in artikel 4 van de programmawet van 27 april 2007 behoort; 3 de informatie m.b.t. de geldigheidsduur van de aanduiding bedoeld in 2 en m.b.t. een eventuele actualisering van deze aanduiding: - begindatum van de geldigheidsduur; - einddatum van de geldigheidsduur; - datum van actualisering. De Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid zou voor elke eindafnemer een raadpleging van de gezinssamenstelling in het Rijksregister uitvoeren. De Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid zou aldus meer bepaald bij de authentieke bronnen (de Rijksdienst voor Pensioenen, de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en de federale overheidsdienst Sociale Zekerheid - Directie-generaal Personen met een

Beraadslaging FO 28 /2012-4/13 handicap) nagaan welke gezinsleden van de eindafnemers tot de categorieën bedoeld in artikel 4 van de programmawet van 27 april 2007 behoren ( ). 1 De mededeling door de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid blijft beperkt tot de loutere aanduiding dat de afnemer recht heeft op het sociaal tarief. Er wordt niet meegedeeld om welke reden en uit hoofde van welk gezinslid dat recht geopend wordt 6. Het systeem van gegevensautomatisering kan niet garanderen dat alle gerechtigden kunnen genieten van het sociaal tarief. Zij ontsnappen in bepaalde gevallen aan het informaticasysteem met als gevolg dat het recht niet geautomatiseerd is. 7. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer een afnemer bij een energieleverancier een contract ondertekent met andere persoonsgegevens dan deze die in het Rijksregister opgenomen zijn. In dit geval is het voor de FOD Economie niet mogelijk om de afnemer van het contract te linken aan het Rijksregister. Er kan geen automatisering worden doorgevoerd en het sociaal tarief kan noch aan hem, noch aan zijn familieleden toegekend worden. 8. Voor die gevallen waar geen overeenstemming werd gevonden, wordt erin voorzien dat de rechthebbende een papieren attest aan de betrokken sociale instelling kan vragen (art. 6, 4 de lid van de programmawet van 27 april 2009). II. ONDERZOEK VAN DE AANVRAAG A. ONTVANKELIJKHEID 9. De POD Maatschappelijke Integratie diende bij het Comité een verzoek in om het OCMW te elektronische toegang te verschaffen tot de persoonsgegevens die de FOD Economie bewaart. Bijgevolg stelt het Comité vast dat de gevraagde gegevens zullen gebruikt worden door het OCMW. Dit roept de vraag op of de POD Maatschappelijke Integratie bevoegd is om een aanvraag in te dienen voor rekening van het OCMW. 10. Rekening houdend met het feit dat de POD Maatschappelijke Integratie handelt als beheersinstelling van een secundair netwerk, zoals bedoeld in artikel 1, 6 van het Koninklijk besluit van 4 februari 1997 2 waar de OCMW s deel van uitmaken, stelt het 1 Zie blz. 3 van de beraadslaging van de KBSZ nr. 09/078. 2 Koninklijk besluit van 4 februari 1997 tot organisatie van de mededeling van sociale gegevens van persoonlijke aard tussen instellingen van sociale zekerheid.

Beraadslaging FO 28 /2012-5/13 Comité vast dat de POD inderdaad bevoegd is om voor rekening van de OCMW s de voorliggende machtigingsaanvraag in te dienen. B. BEVOEGDHEID 11. Krachtens artikel 36bis van de wet van 8 december 1992 vereist elke elektronische mededeling van persoonsgegevens door een federale overheidsdienst of door een openbare instelling met rechtspersoonlijkheid die onder de federale overheid ressorteert een principiële machtiging van [het bevoegde Sectoraal comité]. 12. De OCMW s willen elektronisch toegang hebben tot de persoonsgegevens die door de FOD Economie werden geregistreerd. Er vindt dus een elektronische mededeling van persoonsgegevens plaats door een federale overheidsdienst, namelijk de FOD Economie. 13. Gelet op de aanvraag is het Sectoraal comité voor de Federale Overheid bevoegd. III. TEN GRONDE 1. FINALITEITSBEGINSEL 14. Artikel 4, 1, 2 van de WVP staat uitsluitend een verwerking van persoonsgegevens toe voor welbepaalde, uitdrukkelijke omschreven en gerechtvaardigde doeleinden en bovendien kunnen die gegevens niet verder worden verwerkt op een wijze die onverenigbaar is met die doeleinden. Het Comité onderzoekt hierna of in onderhavig geval die beginsels werden nageleefd. 15. Opdat de OCMW s hun rechten beter zouden kunnen uitoefenen en hun plichten zouden kunnen vervullen, met name het artikel 60 van de wet van 8 juli 1976 van de organieke wet betreffende de OCMW s, wensen zij toegang te hebben (voor de raadpleging) tot de gegevensbank van de FOD Economie waarin de gerechtigden voor een sociaal tarief zijn opgenomen. Het OCMW heeft inderdaad krachtens dit artikel 60, 2 van deze wet, de verplichting om aan de belanghebbende alle nuttige raad en inlichtingen te verstrekken en de nodige stappen te ondernemen om hen de voordelen te verschaffen waarop zij in het kader van de Belgische of buitenlandse wetgeving aanspraak kunnen maken. 16. De OCMW s hebben dus de plicht om proactief aan de betrokkene alle informatie te verstrekken die nuttig is voor de behandeling van zijn dossier.

Beraadslaging FO 28 /2012-6/13 17. Bovendien zijn de OCMW s belast met de uitreiking van een papieren attest waarmee de rechthebbenden zijn recht op een sociaal tarief kan opeisen bij zijn gas- of elektriciteitsleverancier. Deze verplichting vloeit voort uit artikel 6 van de programmawet van 27 april 2007 en de artikelen 2 van de koninklijke besluiten van 29 maart 2012 tot vaststelling van de regels voor het bepalen van de kosten van de toepassing van de sociale tarieven door de elektriciteitsbedrijven en de tussenkomstregels voor het ten laste nemen hiervan. 18. Bepaalde rechthebbenden op een sociaal tarief behoren tot de doelgroep van de OCMW s. Het zijn dus deze instellingen die de attesten moeten afleveren wanneer de automatisering niet gewerkt heeft (zie punt 6). Omdat die doelgroep van de OCMW s een sterk veranderlijke is, is de automatisering van het recht op sociaal tarief des te moeilijker. 19. De gevraagde raadpleging streeft meerdere doelen na: - erop toe zien dat het sociaal tarief daadwerkelijk werd toegekend aan iedere rechthebbende uit de OCMW-sector. De toegang zou de maatschappelijke werkers inderdaad in staat stellen om onmiddellijk te zien of een rechthebbende al geniet van het sociaal tarief. Het is meestal zo dat de rechthebbenden zelf geen administratieve stappen ondernemen om dat tarief te verkrijgen. Als de maatschappelijk assistent snel en met zekerheid zou kunnen vaststellen of de rechthebbende of zijn gezin wel of niet van het sociaal tarief geniet, zou hij zelf de nodige stappen kunnen ondernemen indien dit nog niet het geval was. - Desgevallend bepalen om welke administratieve redenen het sociaal tarief niet is toegekend. Het kan inderdaad voorvallen dat de rechthebbende niet geniet van een sociaal tarief niettegenstaande hij in de voorwaarden is. Dit kan bijvoorbeeld het gevolg zijn van een complexe gezinssamenstelling, of omdat de persoon in kwestie geen rijksregisternummer heeft maar enkel een bisnummer, of omdat het rijksregisternummer werd vervangen, of omdat het adres van de betrokkene niet met zijn verblijfplaats overeenstemt, In die gevallen wordt bij de FOD Economie het verband niet gelegd tussen het Rijksregister en de informatie die gekend is door de energieleverancier. Op die manier zou de rechthebbende zijn identificatie- en adresgegevens kunnen verbeteren bij de energieleverancier. - Alleen bij de noodzakelijke gevallen een papieren attest afleveren.

Beraadslaging FO 28 /2012-7/13 Om te vermijden dat de OCMW s papieren attesten afleveren aan personen die reeds van hun recht genieten, moeten zijn toegang hebben tot de gegevensbank. Artikel 6 van de programmawet van 27 april 2007 bepaalt inderdaad dat de toepassing van het sociaal tarief automatisch is als de noodzakelijke gegevens hiervoor beschikbaar zijn op het netwerk van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid. Ondanks de automatische toepassing, moeten de leveranciers toch de rechthebbenden aanvaarden die met een attest aantonen dat zijn behoren tot een van de categorieën bedoeld in de wet. 20. Gelet op wat voorafgaat, beschouwt het Comité de nagestreefde doeleinden als welbepaald, uitdrukkelijk omschreven en gerechtvaardigd, zoals bedoeld in artikel 4, 1, 2 van de WVP. Nu moet worden nagegaan of krachtens diezelfde bepaling, het doeleinde verenigbaar is. 21. De artikels 7 en volgende van de programmawet van 27 april 2007 bepalen dat de FOD Economie een gegevensbank opzet met gegevens die werden meegedeeld door de energieleveranciers en gegevens ingewonnen bij de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid en het Rijksregister. De FOD coördineert tevens de uitwisseling van de gegevens die noodzakelijk zijn voor de automatische toepassing van de maximumprijzen voor de levering van gas en elektriciteit. 22. Gelet op de deze opdrachten die aan de FOD Economie werden toevertrouwd krachtens de bovenvermelde bepalingen en de rol waarmee de OCMW s werden belast krachtens de wet van 8 juli 1976 en artikel 4 van het handvest van de sociaal verzekerde 3, stelt het Comité vast dat het doeleinde van de gevraagde toegang voor de OCMW s verenigbaar is met het doeleinde van de gegevensbank die binnen de FOD Economie werd opgericht, namelijk de organisatie van de gegevensuitwisseling voor de automatische toepassing van de maximumprijzen voor energie. 2. PROPORTIONALITEITSBEGINSEL 2.1. Aard van de gegevens 23. Artikel 4, 1, 3 van de WVP bepaalt dat de persoonsgegevens toereikend, ter zake dienend en niet overmatig dienen te zijn, uitgaande van de doeleinden waarvoor zij worden verkregen en waarvoor zijn verder worden verwerkt. 3 Deze bepaling stelt vast: Onder dezelfde voorwaarden moeten de instellingen van sociale zekerheid inzake de materies die hun aanbelangen aan (ieder sociaal verzekerde) die erom verzoekt, raad geven in verband met de uitoefening van zijn rechten en het vervullen van zijn plichten en verplichtingen.

Beraadslaging FO 28 /2012-8/13 24. De eerste informatiecategorie waarvoor de POD toegang vraagt voor de OCMW s betreffen de volgende gegevens: - naam en voornaam, identificatienummer van het Rijksregister van de rechthebbende; - naam en voornaam en identificatienummer van het Rijksregister van de gezinsleden van de rechthebbende. 25. Aan de hand van die gegevens kunnen inderdaad de betrokken personen geïdentificeerd worden in de gegevensbank van de FOD Economie. De identificatie van de natuurlijke persoon en de leden van zijn gezin zijn de zoeksleutels waarmee de gezinnen die een sociaal tarief voor gas en elektriciteit hebben gekregen, geïdentificeerd kunnen worden. 26. De OCMW s en de POD Maatschappelijke Integratie beschikken over het identificatienummer van het Rijksregister van de natuurlijke persoon die een leefloon aanvraagt of het recht op maatschappelijke hulp. De OCMW s en de POD Maatschappelijke Integratie zijn gemachtigd om toegang te hebben tot het Rijksregister en om het identificatienummer van het Rijksregister te gebruiken 4. 27. Het is noodzakelijk om de gegevens van het gehele gezin op te vragen zoals opgenomen bij de FOD Economie. Het recht op een sociaal tarief is inderdaad voor het gehele gezin zelfs al is de rechthebbende niet de eindafnemer van gas en elektriciteit. 28. Het is dus noodzakelijk dat het OCMW de juiste informatie kan geven. Ingevolge de trimestriële update van de gegevens die de FOD Economie bijhoudt, is het bestaande gezin op het ogenblik dat het OCMW het sociaal onderzoek voert, misschien niet meer hetzelfde als het gezin dat drie maanden eerder bij de FOD Economie werd geregistreerd. Dit verschil kan mogelijks de uitleg zijn waarom de automatisering van het recht niet kon worden doorgevoerd. 29. De tweede categorie informatiegegevens waar de POD toegang tot wil zijn de volgende: - Identificatie van de persoon met wie de FOD Economie het contract heeft afgesloten, dankzij zijn naam, voornaam en identificatienummer van het Rijksregister. 4 Zie de koninklijke besluiten van 30 april 1993 voor wat de POD betreft, en de koninklijke besluiten van 9 december 1987 en 14 april 1988 voor wat de OCWM s betreffen.

Beraadslaging FO 28 /2012-9/13 Met deze gegevens kan worden bepaald wie de titularis van het contract is bij de energieleverancier en kan het contract voor gas of elektriciteit aan een natuurlijke persoon gelinkt worden. - Leveringsadres Met dit gegeven wordt duidelijk waar er precies wordt geleverd. Het is belangrijk te weten aan welke woning het contract is verbonden zodat kan worden bepaald of het wel degelijk de plaats betreft waar de rechthebbende woont. - Het type afgeleverde product Dit gegeven bepaalt of er gas of elektriciteit wordt geleverd. Het soort levering kan worden bepaald, zodat het sociaal tarief kan worden toegekend voor gas en elektriciteit of voor een soort energie. Het is dus voor het OCMW van belang te weten voor welke energiebron een contract werd afgesloten. - Identificatie van de geleverde dienst: naam van de leverancier, EAN code, nummer van de afnemer. Het OCMW moet toegang hebben tot deze gegevens om bij de leveranciers de onjuiste gegevens te laten verbeteren. Het is eveneens noodzakelijk om aan de rechthebbende alle noodzakelijke informatie te verstrekken alvorens zijn recht op sociaal tarief te laten ingaan. Aangezien de rechthebbende van een sociaal tarief verschillende leveranciers kan hebben in functie van het type energie, is het belangrijk te bepalen om welke leverancier het gaat. - Gegevens betreffende het recht op sociaal tarief : vermelding van het bestaan van een recht op sociaal tarief (ja/nee), begin- en einddatum van het recht. De gegevensbank vermeldt of het contract voor energielevering al dan niet onderworpen is aan een sociaal tarief. Indien dit het geval is, vermeldt de gegevensbank de begin- en einddatum van dit recht. Aan de hand van die informatie kan het OCMW weten of de automatisering al dan niet heeft plaatsgevonden. - Datum van verzending naar de energieleverancier Hier gaat het erom te weten wanneer de energieleverancier de informatie over de toepassing van het sociaal tarief heeft ontvangen. Aangezien de gegevensbank van de FOD Economie elke drie maanden wordt bijgewerkt, is het dus mogelijk dat de leverancier de informatie nog niet heeft ontvangen. Het is dus voor het OCMW noodzakelijk om toegang te hebben tot de datum zodat kan worden nagegaan of de leverancier het tarief al had kunnen toepassen.

Beraadslaging FO 28 /2012-10/13 30. Gelet op de hierboven beschreven elementen, is het Comité van oordeel dat een toegang tot de gevraagde gegevens uitgaande van de voormelde doeleinden, toereikend, ter zake dienend en niet overmatig is. 2.2. Bewaartermijn van de gegevens 31. Aangaande de bewaringstermijn van de gegevens, herinnert het Comité eraan dat de gegevens niet langer mogen worden bewaard dan de tijd die nodig is om het doeleinde te verwezenlijken waarvoor die gegevens werden ingewonnen (artikel 4, 1, 5 van de WVP). 32. Er blijkt uit de informatie die aan het Comité werd verstrekt, dat de OCMW s slechts specifieke gegevens zullen raadplegen in de gegevensbank die de FOD Economie bijhoudt. De identificatiegegevens van de betrokken personen waarmee de OCMWS hun diensten kunnen verlenen, worden bewaard in naleving van de wetgeving die betrekking heeft op de OCMW s en op het leefloon 5. 33. Het Comité neemt er akte van dat de gegevens niet bewaard worden. 2.3. Frequentie van de toegang en duur van de machtiging 34. De POD vraagt dat de OCMW s permanent toegang zouden kunnen hebben tot de gegevens. Telkens een dossier wordt geopend met vraag om bijstand, doen de OCMW s een sociaal onderzoek naar de situatie van de aanvrager. Willen de OCMW s hun wettelijke verplichtingen nakomen, dan moeten zij nagaan of alle sociale rechten waarop de aanvrager aanspraak kan maken, geopend zijn. Omdat de situatie van de aanvragers kan evolueren, wordt een toegang voor onbepaalde duur aan de OCMW s toegekend en dit zolang het programma voor sociaal tarief - dat zich baseert op de gegevens uit de gegevensbank van de FOD Economie - bestaat. 35. Het Comité stelt vast dat om de nagestreefde doeleinden te kunnen verwezenlijken, een permanente toegang voor onbepaalde duur gepast is als bedoeld in artikel 4, 1, 3 van de WVP. 5 Organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de OCMW s; wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op Maatschappelijke Integratie; wet van 2 april 1965 betreffende het ten laste nemen van de steun verleend door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.

Beraadslaging FO 28 /2012-11/13 2.4. Ontvangers en/of derden aan wie de gegevens worden verstrekt 36. De ontvangers van de gegevens zijn de maatschappelijke werkers van de OCMW s, krachtens de kwalificatievoorwaarden vastgesteld door de Koning (artikel 19, 1, 2 de lid van de wet van 26 mei 2002). Een sociaal onderzoek gaat de beslissing van het OCMW vooraf (artikel 60 van de organieke wet van 18 juli 1976 betreffende de OCMW s). In het kader van dit verplicht sociaal onderzoek, kan het OCMW iedere onderzoeksmaatregel treffen die het nodig acht. De personen die voor dit onderzoek bevoegd zijn worden aangeduid met de generieke term maatschappelijk werker. 37. Het Comité neemt er akte van dat de gegevens uitsluitend intern worden verwerkt door de OCMW s en niet aan derden zullen worden verstrekt. 3. TRANSPARANTIEBEGINSEL (art. 4, 1, 1 en 9 van de WVP) 38. Het Comité herinnert eraan dat een eerlijke gegevensverwerking een transparante verwerking is. De informatieverplichting bedoeld in artikel 9, 2 van de WVP is een van de hoekstenen voor een transparante verwerking. 39. Het Comité noteert dat de opdrachten die aan de OCMW s werden toevertrouwd krachtens de wet van 8 juli 1976 (en met name het artikel 60 2), hen verplicht de stappen te ondernemen om de betrokkenen al zijn rechten en voordelen te verschaffen waarop zij aanspraak kunnen maken in het kader van de Belgische of buitenlandse wetgeving. 40. Bovendien wordt in de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie in het artikel 19 verduidelijkt dat de betrokken ertoe gehouden is elke voor het onderzoek van zijn aanvraag nuttige inlichting en machtiging te geven en dat het centrum alle ontbrekende inlichtingen verzamelt om de rechten van de betrokkene te kunnen beoordelen wanneer de aanvrager dit niet kan doen. Artikel 6, 1, 4 van het koninklijk besluit van 11 juli 2002 bepaalt eveneens dat de aanvraagformulieren voor het recht op maatschappelijke integratie uitdrukkelijk erin voorziet dat de betrokken persoon zijn toestemming geeft aan het OCMW om de echtheid van zijn verklaring te verifiëren bij de betrokken openbare besturen. 41. Het Comité noteert dat het voeren van een sociaal onderzoek er voor de betrokken persoon toe leidt dat hij wordt ingelicht over de administratieve stappen die zullen worden genomen, met inbegrip van de toegang en de verwerking van zijn gegevens. Het Comité dringt er evenwel op aan dat de OCMW s de aanvragers voor sociale bijstand met alle middelen

Beraadslaging FO 28 /2012-12/13 inlichten over het feit dat de maatschappelijke werkers voor de vervulling van hun opdrachten van het OCMW, toegang kunnen hebben tot hun gegevens bij de openbare besturen. 4. BEVEILIGING (art. 16 van de WVP) 42. De OCMW s maken deel uit van het sociale netwerk 6 en zijn daarom onderworpen aan het koninklijk besluit van 12 augustus 1993 houdende de organisatie van de informatieveiligheid bij de instellingen van sociale zekerheid. Dit betekent dat zij beschikken over: - een consulent inzake informatiebeveiliging wiens aanstelling werd voorgelegd aan het Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid; - een beveiligingsplan waarin all maatregelen zijn opgenomen die noodzakelijk zijn voor de uitvoering ervan. 43. De beveiligingsmaatregelen die de OCMW s hebben getroffen kunnen als toereikend aanzien worden. Het Comité benadrukt bovendien dat de consulent inzake informatiebeveiliging moet nagaan of: - uitsluitend de gemachtigde personen toegang hebben tot de bedoelde gegevens; - de personen die een toegang kregen, deze uitsluitend gebruiken voor de verwezenlijking van de doeleinden vermeld onder punt 19. 44. Volledigheidshalve vestigt het Comité er ook nog de aandacht op dat iedere beveiligde gegevensstroom vereist dat er beveiligingsmaatregelen worden genomen aan beide kanten, waaronder ook de FOD Economie. Uit de documenten die de FOD Economie verstrekte, blijkt dat zij beschikken over een consulent inzake informatiebeveiliging en over een beveiligingsplan. Het Comité neemt hiervan akte. 6 Zie ook het koninklijk besluit van 4 maart 2005 tot uitbreiding van het netwerk van de sociale zekerheid tot de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, voor wat betreft hun opdrachten inzake het recht op maatschappelijke dienstverlening, met toepassing van artikel 18 van de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid.

Beraadslaging FO 28 /2012-13/13 OM DIE REDENEN, het Comité voor de Federale Overheid, machtigt de OCMW s om elektronische toegang te hebben tot gevraagde gegevens bij de FOD Economie voor de doeleinden vermeld onder punt 19, en op voorwaarde dat rekening wordt gehouden met punt 41 van deze beraadslaging. De Wnd. Administrateur, De Voorzitter, (get.) Patrick Van Wouwe (get.) Willem Debeuckelaere