DEME: creating land for the future 4.B.2 Voortgangsrapportage CO 2 -reductiesysteem 2013 H2
4.B.2 Voortgangsrapportage CO2-reductiesysteem 2013 H2 Documentkenmerk: Datum: Status: RBE14-2016-RAP-204a 12-03-2014 Definitief Opgesteld door: Verificatie door: Voor akkoord: Vastgesteld door: R. (Remi) Bekker J.J. (Jeroen) Gijzen J.J. (Jeroen) Gijzen J.S.G. (Jeroen) Dekker Adviseur Bodem & Milieu Hoofd afdeling QHSE Hoofd afdeling QHSE Directievertegenwoordiger QHSE RBE14-2016-RAP-204a 2/11
Inhoudsopgave 1. Inleiding... 4 2. Voortgang CO 2 -emissies... 5 2.1 Scope 1 en 2...5 2.2 Scope 3...7 3. Voortgang ten opzichte van reductiedoelstellingen... 8 3.1 Voortgang reductiedoelstellingen per onderdeel...9 RBE14-2016-RAP-204a 3/11
1. Inleiding Onderhavige rapportage beschrijft de voortgang van de CO 2 -reductie van de Vries & van de Wiel ten opzichte van doelstellingen voor het bedrijf en de projecten waarop CO 2 -gerelateerd gunningsvoordeel verkregen is. In deze voortgangsrapportage worden de CO 2 -emissies van scope 1, 2 en 3 van het tweede halfjaar 2013 (1 juli t/m 31 december) vergeleken met de resultaten van de voorgaande jaren. Op basis hiervan kan de voortgang bepaald worden ten opzichte van de reductiedoelstellingen. Er zijn tot 31 december 2013 twee projecten verkregen op basis van CO 2 -gerelateerd gunningsvoordeel. Deze voortgangsrapportage is gericht op de CO 2 -emissie van het gehele bedrijf inclusief de twee projecten. Op projectniveau wordt de voortgang bijgehouden ten aanzien van het project. RBE14-2016-RAP-204a 4/11
2. Voortgang CO 2 -emissies Ten aanzien van het rapporteren van de CO 2 -emissies wordt onderscheid gemaakt tussen scope 1/scope 2 en scope 3. De voortgang ten aanzien van scope 1 en scope 2 wordt gerapporteerd aan de hand van het gemiddeld aantal FTE van de onderneming per jaargang. 2.1 Scope 1 en 2 Om het energieverbruik van de verschillende jaargangen met elkaar te kunnen vergelijken is het energieverbruik naar ratio gedeeld en omgerekend naar halve jaren. In onderstaande tabel zijn de resultaten tot en met de tweede helft van 2013 weergegeven. Toelichting bij onderstaande tabel: daling van de CO 2 -emissie, er is sprake van reductie stijging van de CO 2 -emissie, er is sprake van verhoging - Jaartal = heel jaar, ½ = heel jaar/2, ¼ = heel jaar/4 - H1 = eerste helft jaar, Q3 = 3 de kwartaal jaar, Q4 = 4 de kwartaal jaar Tabel 1. Voortgang CO 2-emissies per FTE, scope 1 en 2 Scope Scope 1 Scope 2 Onderdeel FTE Gas Brandstof Brandstof rijdend Brandstof varend leaseauto's materieel materieel Elektriciteit kg CO2 kg CO2 kg CO2 kg CO2 kg CO2 2010 185,0 329 4.207 17.968 54.064 2.033 2010 (1/2) 185,0 164 2.104 8.984 27.032 1.017 ± 2010-2011 3,78% -20% 1% 5% 28% -20% 2011 192,0 264 4.234 18.945 69.049 1.635 2011 (1/2) 192,0 132 2.117 9.472 34.525 818 ± 2011-2012 (H1) -1,82% 2% 26% -13% 1% 2% 2012 (H1) 188,5 134 2.674 8.217 34.718 833 ± 2012 (H1)-2012 (H2) -5,19% -5% -25% -25% -1% -4% 2012 (H2) 178,72 127 2.004 6.148 34.248 802 ± 2012 (H2)-2013 (H1) -4,87% 129% -7% 8% -27% -26% 2013 (H1) 170,02 292 1.860 6.661 25.061 593 ± 2013 (H1)-2013 (H2) -5,54% -54% 6% -39% -9% -8% 2013 (H2) 160,6 133 1.964 4.054 22.716 547 ± 2013 (H2)-2014 (H1) 2014 (H1) ± 2014 (H1)-2014 (H2) 2014 (H2) ± 2014 (H2)-2015 (H1) 2015 (H1) ± 2010-2015 -8,10% -19% -7% -55% -16% -46% De voortgang van de CO 2 -emissies is eveneens per scope en per onderdeel weergegeven in onderstaande grafiek. RBE14-2016-RAP-204a 5/11
Grafiek 1.CO 2-emissies scope 1 en 2 RBE14-2016-RAP-204a 6/11
2.2 Scope 3 Na analyse de in januari 2013 ingezet brandstofregistratie van het zelfvarend materieel, de grootste energieverbruiker uit scope 3, is gebleken dan de onnauwkeurigheden te groot zijn om een mogelijke reductie te kunnen waarnemen. Er is daarom besloten om de brandstofregistratie vanaf januari 2014 minder gedetailleerd te maken zodat deze in ieder geval een duidelijk beeld geeft van het totale verbruik en dat voor een aantal materieelstukken met goede brandstofmeters in 2014 gekeken gaat worden naar een meer gedetailleerde wijze van registratie. Hieruit volgen mogelijk verbeteringen die tot reductie kunnen lijden en daarna ook toegepast kunnen worden bij het overige materieel. RBE14-2016-RAP-204a 7/11
3. Voortgang ten opzichte van reductiedoelstellingen De reductiedoelstellingen zijn vastgelegd in het document 3.B.1 CO 2 -reductiebeleid. Om de voortgang ten opzichte van de reductiedoelstellingen te kunnen monitoren zijn er zogenaamde KPI s (kern prestatie indicatoren) vastgesteld. In onderstaande tabel is per jaar de tot dan te behalen reductiedoelstelling weergegeven met daaronder het resultaat tot en met het betreffende jaar. De reductiedoelstelling en het resultaat zijn cumulatief vanaf het basisjaar 2010 tot en met 2015. Tabel 3. Voortgang ten opzichte van reductiedoelstellingen Scope Scope 1 Scope 2 Onderdeel Gas Brandstof Brandstof rijdend Brandstof varend leaseauto's materieel materieel Elektriciteit Reductiedoelstelling t/m 2011 2% 3% 0,6% 0,6% 10% Resultaat na 2011 17% -4% -9% -33% 17% Reductiedoelstelling t/m 2012 (H1) 3% 4,5% 0,9% 0,9% 15% Resultaat na 2012 (H1) 14% -33% 4% -35% 14% Reductiedoelstelling t/m 2012 (H2) 4% 6,0% 1,2% 1,2% 20% Resultaat na 2012 (H2) -31% 7% 24% -27% 21% Reductiedoelstelling t/m 2013 (H1) 5% 7,5% 1,5% 1,5% 25% Resultaat na 2013 (H1) -78% 12% 26% 7% 42% Reductiedoelstelling t/m 2013 (H2) 6% 9,0% 1,8% 1,8% 30% Resultaat na 2013 (H2) 19% 7% 55% 16% 46% Reductiedoelstelling t/m 2014 (H1) 7% 10,5% 2,1% 2,1% 35% Resultaat na 2014 (H1) Reductiedoelstelling t/m 2014 (H2) 8% 12,0% 2,4% 2,4% 40% Resultaat na 2014 (H2) Reductiedoelstelling t/m 2015 (H1) 9% 13,5% 2,7% 2,7% 45% Resultaat na 2015 (H1) Reductiedoelstelling t/m 2015 (H2) 10% 15,0% 3,0% 3,0% 50% Resultaat na 2015 (H2) In onderstaande paragrafen worden de onderdelen uit bovenstaande tabel nader toegelicht in combinatie met een grafiek over de voortgang ten opzichte van de reductiedoelstellingen. RBE14-2016-RAP-204a 8/11
3.1 Voortgang reductiedoelstellingen per onderdeel In onderstaande grafiek is de voortgang weergegeven van de CO 2 -reductie van gas ten opzichte van de reductiedoelstellingen. Uit de grafiek blijkt dat in het tweede halfjaar van 2013 een CO 2 -reductie is behaald. Tevens verklaart dit nogmaals de negatieve piek van het eerste halfjaar van 2013 waarbij uit informatie van het KMNI blijkt dat de lente van 2013 de koudste lente in ruim 40 jaar was. Grafiek 2. Gas In onderstaande grafiek is de voortgang weergegeven van de CO 2 -reductie van leaseauto s ten opzichte van de reductiedoelstellingen. Uit de grafiek blijkt dat in het tweede halfjaar van 2013 de CO 2 -reductie stagneert. De reden hiervoor zou kunnen zijn dat er per FTE meer gereden wordt omdat de projecten steeds meer verspreid door het land zijn gelegen. Grafiek 3. Leaseauto s RBE14-2016-RAP-204a 9/11
In onderstaande grafiek is de voortgang weergegeven van de CO 2 -reductie van brandstof rijdend materieel ten opzichte van de reductiedoelstellingen. Uit de grafiek blijkt dat in het tweede halfjaar van 2013 de CO 2 -reductie zich voort zet. De reden hiervoor zou kunnen zijn dat er bewuster met machines gewerkt wordt doordat hier binnen het bedrijf meer aandacht aan wordt besteed en dat er de afgelopen jaren zuinigere machines zijn aangeschaft. Grafiek 4. Brandstof rijdend materieel In onderstaande grafiek is de voortgang weergegeven van de CO 2 -reductie van brandstof varend materieel ten opzichte van de reductiedoelstellingen. Uit de grafiek blijkt dat in het tweede halfjaar van 2013 CO 2 -reductie wordt behaald. Dit is zeer waarschijnlijk te wijten aan de aandacht die wordt besteed aan zuiniger waren, de verplichte brandstofregistratie aan boord van de schepen en minder varen in het algemeen. Grafiek 5. Brandstof varend materieel RBE14-2016-RAP-204a 10/11
In onderstaande grafiek is de voortgang weergegeven van de CO 2 -reductie van elektriciteit ten opzichte van de reductiedoelstellingen. Uit de grafiek blijkt dat in het tweede halfjaar van 2013 de CO 2 -reductie zich voort zet. De reden hiervoor zou kunnen zijn dat er bewuster met het elektriciteitsverbruik wordt omgegaan doordat hier binnen het bedrijf meer aandacht aan wordt besteed. Grafiek 6. Elektriciteit RBE14-2016-RAP-204a 11/11