Concept versie 8 SAMENWERKINGSOVEREENKOMST BEDRIJFSVOERING GEMEENTEN CULEMBORG, GELDERMALSEN EN TIEL



Vergelijkbare documenten
College van Burgemeester en Wethouders Samenwerkingsovereenkomst CGT

Raadsvoorstel. Onderwerp Businesscase Financiën, Personeel & Organisatie/ Samenwerking CGT

De colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Oldenzaal en Hengelo (hierna gezamenlijk te noemen: deelnemende gemeenten) ;

STAATSCOURANT. GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING Bedrijfsvoeringsorganisatie West Betuwe. Nr

Gemeenschappelijke regeling Breedtesportproject GO-4 Sport

Concept gemeenschappelijke regeling inzake ICT ondersteuning van de bedrijfsvoering (PIT), versie

Algemeen bevoegdhedenbesluit gemeente Geldermalsen 2016

Gezien de op grond van artikel 1 van de Wet gemeenschappelijke regelingen vereiste toestemming van de respectievelijke gemeenteraden;

de volgende gemeenschappelijke regeling vast te stellen: Gemeenschappelijke Regeling Zonder Meer Bunschoten, Leusden, Nijkerk en Putten (BLNP).

Gemeenschappelijke regeling Sallcon

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 28 mei 2019;

A. De opheffing en de liquidatie van de Gemeenschappelijke Regeling Regionale Sociale Dienst en Kredietbank Alblasserwaard/Vijfheerenlanden.

1. te besluiten tot opheffing van de gemeenschappelijke regeling (GR) LANDER per 1 januari 2016.

Verordening organisatie griffie en ondersteuning raad gemeente Maastricht

Gewijzigde gemeenschappelijke regeling Samenwerking leerplicht/rmc Zuid- en Midden-Kennemerland

Gemeenschappelijke regeling Uitvoeringsorganisatie Jeugdzorg IJsselland

64-1 GEMEENSCHAPPELIJK REGELING REGIONAAL ONDERWIJSBELEID WALCHEREN

VERORDENING OP DE ORGANISATIE VAN DE GRIFFIE (geldig vanaf )

Gemeenschappelijke Regeling Ambtelijke Samenwerking Gemeenten Boxmeer en Sint Anthonis

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING AVRI

Gemeenschappelijke regeling Uitvoeringsorganisatie Jeugdzorg IJsselland

Raadsvergadering. Onderwerp Gemeenschappelijke Regeling Regionale Dienst Werk en Inkomen (GR RDWI)

Verordening Cliëntenparticipatie Wet sociale werkvoorziening

NOTITIE Algemeen Bestuur (agendapunt 4g)

Overwegende: dat de gemeenten Asten en Helmond samenwerken op het terrein van werk en inkomen op de locatie van het Werkplein Regio Helmond;

Gemeenschappelijke Regeling. Parkstad IT

A. De opheffing en de liquidatie van de Gemeenschappelijke Regeling Regionale Sociale Dienst en Kredietbank Alblasserwaard/Vijfheerenlanden.

Samenwerkingsovereenkomst uitvoering regionaal contract- en leveranciersmanagement voor het Sociaal Domein Jeugd en Wmo, gemeenten regio Achterhoek

BESLUIT MANDAAT, VOLMACHT EN MACHTIGING HOLLAND RIJNLAND

Artikel 3. Taken voorzitter

De colleges van de gemeenten Lisse, Noordwijk en Teylingen, een ieder voor zover het zijn bevoegdheden betreft;

Regiovisie Bergen-Gennep-Mook en Middelaar

Gemeenschappelijke Regeling Bedrijfsvoeringsorganisatie Delft-Rijswijk

Agendapunt 7. Pagina 1 van 1

CONCEPT-VOORSTEL AAN DE RAAD: Raadsvergadering d.d. 19 dec 2017 NR.: RI

Dienstverlening Bedrijfsvoering (Overeenkomst Gemene rekening)

Intentieovereenkomst tussen Gemeentelijke Gezondheidsdienst (GGD) Hollands Noorden en gemeente Heerhugowaard

Onderwerp : Wijziging gemeenschappelijke regeling Afvalschap IJmond Zaanstreek(GR AIJZ).

Centrumregeling regionale samenwerking Parkstad opvang en beschermd wonen Wmo 2015

Personeelsplan. Samenwerking Leiden - Leiderdorp

O1OKT2013 GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING SHARED SERVICE CENTRUM BEDRIJFSVOERING

(CONCEPT) Gemeenschappelijke regeling Regionale samenwerking leerlingenvervoer Maastricht, Meerssen, Valkenburg en Eijsden

Besluit op de organisatie van het ambtelijk apparaat van de gemeente Zuidhorn.

Onderwerp: wijzigen van de Gemeenschappelijke Regeling Afvalschap IJmond Zaanstreek

INFORMATIEF OVERZICHT VAN DE BESLUITVORMING IN DE RAADSVERGADERING D.D. 17 juni Overzichtnr.: 05

Bijlage A bij agendapunt 11: gewijzigde TUO [AB ]

Dienstverlening W. van den Beucken

Verordening Cliëntenparticipatie Wet Sociale Werkvoorziening (Wsw)

DIENSTVERLENINGS OVEREENKOMST OMGEVINGSDIENST ACHTERHOEK

Gemeenschappelijke regeling voor het toezicht op het openbaar primair en speciaal onderwijs.

Gemeenschappelijke regeling voor het toezicht op het openbaar. primair en speciaal onderwijs te Bodegraven, Gouda, Reeuwijk en Waddinxveen.

Burgemeester en B&W-aanbiedingsformulier

Sociaal Plan. Gemeenschappelijk belastingkantoor Lococensus - Tricijn. Fase I (concept onderhandelingsakkoord)

Taakuitvoeringsovereenkomst

Raadsvoorstel. 1. Samenvatting. 2. Voorstel. Agenda nr. 4

Ter uitvoering van het besluit tot het aangaan van deze gemeenschappelijke regeling zijn

Regeling omgaan met melden vermoeden misstand of onregelmatigheid (Klokkenluidersregeling)

Bijlage 2. Voorbeeld samenwerkingsovereenkomst

Huishoudelijk reglement cliëntenraad

Aan de Ondernemingsraden en Georganiseerde Overleggen van de gemeenten Barendrecht, Albrandswaard en Ridderkerk. Datum: 26 maart 2013

Bestuursstatuut...4. Begripsbepalingen...4 Artikel 1...4

Bestuurs- en managementstatuut

Centrumregeling samenwerking DDFK-gemeenten en Leeuwarden

Gemeenschappelijke regeling. Gemeentebelastingen Kennemerland Zuid

Gemeenschappelijke regeling toezicht openbaar onderwijs gemeenten Bergen, Boxmeer, Cuijk, Gennep, Grave, Mill en Sint Hubert 2015

Managementstatuut (AB-DB model)

Verzoek om medewerking bij opheffing Stichting GMK en wijziging Gemeenschappelijke Regeling Veiligheidsregio Midden- en West Brabant

Decentrale regelgeving

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

Verordening op de auditcommissie Stichtse Vecht

Gemeenschappelijke regeling ICT-Samenwerkingsverband Noord en Midden-Limburg

Beslispunten In te stemmen met de samenwerking op gebied van IM/ICT met de gemeenten Culemborg en Tiel.

PROVINCIAAL BLAD. Vaststelling Verordening Werkgeverscommissie Statengriffie Provinciale Staten Drenthe

Registratienummer: Onderwerp: Verordening rechtspositie, mandaat- en volmachtsbesluit griffie Purmerend 2014

Intentieverklaring. De ondergetekenden: 1. Gemeente Dordrecht en. 2. Schoolbestuur A en. 3. Schoolbestuur B en. 4. et cetera

Samenwerkingsovereenkomst per wijk Impuls brede scholen, sport en cultuur

VERORDENING WERKGEVERSCOMMISSIE EX ARTIKEL 83 GEMEENTEWET. De raad van de gemeente Leeuwarden;

- verwerking dualisering en aanpassing van de huidige Gemeentewet.

BOVENGEMEENTELIJKE SAMENWERKING ICT ZUNDERT EN OOSTERHOUT

SAMENWERKINGSOVEREENKOMST 1 kabels en leidingen

Gemeente Den Haag BSD/ RIS

gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van 30 september 2008, Nr. SBC/2008/934; besluit:

MANDAAT-, VOLMACHT- EN MACHTIGINGSBESLUIT INZAKE AANSTU RING VEILIG THUIS GGD GELDERLAND-ZUID

OVEREENKOMST COMMUNICATIE- OVERLEG- EN BESLUITSTRUCTUUR Dialoogtafel HBH Utrecht GEMEENTE UTRECHT

RAADSVOORSTEL. Aan de Raad van de gemeente Hattem, Inhoud Onderwerp. : Nieuwe governance-structuur Openbaar Onderwijs Zwolle Indiener

RAADSVOORSTEL 15R R.00717

Mandaatregeling personeel Krimpen aan den IJssel

Gemeente Delft. Raadsvoorstel. Aan de gemeenteraad. Presidium Datum mei 2012 Indiener Presidium Steller. griffier tel.nr.

Reglement van de Financiële Commissie van NOC*NSF

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING REGIONAAL BUDGETBEHEER INGEVOLGE BESLUIT WONINGGEBONDEN SUBSIDIES VOOR DE REGIO ZEEUWSCH-VLAANDEREN 2006

Het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied, ieder voor zover bevoegd;

in te stellen een Stedelijk Adviesorgaan Interculturalisatie onder de navolgende bepalingen:

SAMENWERKINGSOVEREENKOMST RMC regio Rijnmond

Model Samenwerkingsovereenkomst organisatie en de vrijwilligersraad!

Zundertse Regelgeving

Kaderstellende Dienstverleningsovereenkomst Oudewater Woerden

REGLEMENT COLLEGE VAN BESTUUR ROC MONDRIAAN

CONCEPT. De ondergetekenden sub 1 en 2, hierna gezamenlijk te noemen "partijen";

Gezamenlijke klachtenregeling gemeenten Dantumadiel en Noardeast-Fryslân

Samenwerkingsovereenkomst Vrijwilligersraad Stichting Surplus 1.0

Transcriptie:

SAMENWERKINGSOVEREENKOMST BEDRIJFSVOERING GEMEENTEN CULEMBORG, GELDERMALSEN EN TIEL De gemeente Culemborg, op grond van een machtiging van haar burgemeester rechtsgeldig vertegenwoordigd door wethouder H. van Oorschot, handelende ter uitvoering van het besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Culemborg d.d... februari 2014, hierna te noemen Culemborg; De gemeente Geldermalsen, hierbij rechtsgeldig vertegenwoordigd door haar burgemeester mevrouw dr. W.M.W. de Vries, handelende ter uitvoering van het besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Geldermalsen d.d... februari 2014, hierna te noemen Geldermalsen; De gemeente Tiel, op grond van een machtiging van haar burgemeester rechtsgeldig vertegenwoordigd door wethouder L. Verspuij, handelende ter uitvoering van het besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tiel d.d. februari 2014, hierna te noemen Tiel; Overwegende, dat de colleges van Culemborg, Geldermalsen en Tiel bij respectievelijke besluiten van 7 mei 2013, 1314704/7786, 7 mei 2013, nummer 6, 7 mei 2013, nummers 2 t/m 7 besloten hebben samen te werken op het gebied van hun bedrijfsvoering; dat de gemeenteraden van Culemborg, Geldermalsen en Tiel bij respectievelijke besluiten van 11 juli 2013, 1314704/7819, 2 juli 2013 nummers 7.6 t/m 7.8, 19 juni 2013 nummers 5f1t/m2 en 5g1 t/m 5 hieraan ook hun goedkeuring hebben gegeven; dat de gemeenten met deze samenwerking als gezamenlijk te behalen voordelen nastreven: de kosten van de gemeentelijke bedrijfsvoering te verlagen; de kwaliteit ervan te verhogen; de kwetsbaarheid ervan te verminderen; kansen te bieden aan de medewerkers van deze gemeenten; dat de gemeenten de uitgangspunten voor deze samenwerking hebben vastgelegd in de Businesscase IM/ICT, de Businesscase FPO en het document Governance: sturen op wat je met elkaar wilt bereiken?, welke documenten als bijlage 1 tot en met 3 zijn opgenomen bij deze overeenkomst; dat de gemeenten beogen op zo kort mogelijke termijn een gemeenschappelijk orgaan voor bedrijfsvoeringstaken met rechtspersoonlijkheid op te richten; dat de gemeenten in 2014 zullen starten met de voorbereidingen hiervoor en daartoe deze overeenkomst aangaan, waarin zij hun wijze van samenwerking regelen tot aan de oprichting en inwerkingtreding van dit gemeenschappelijke orgaan; besluiten als volgt: Hoofdstuk 1 Begripsbepalingen Artikel 1. Begripsbepalingen In deze samenwerkingsovereenkomst wordt verstaan onder: Samenwerkingsovereenkomst versie 8, 6 februari 2014 1

a. colleges: de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Culemborg, Geldermalsen en Tiel; b. gemeenten: de aan deze samenwerking deelnemende gemeenten Culemborg, Geldermalsen en Tiel; c. Wgr: Wet gemeenschappelijke regelingen; d. bedrijfsvoeringsorganisatie: de bedrijfsvoeringsorganisatie met rechtspersoonlijkheid als bedoeld in artikel 5 van deze overeenkomst; e. aanloopperiode: de periode als bedoeld in artikel 3 van deze overeenkomst; f. moederorganisatie: de gemeente waarbij een medewerker een aanstelling heeft, dan wel in wiens opdracht een medewerker werkzaamheden verricht; g. medewerkers: medewerkers die voor de moederorganisaties werkzaamheden verrichten op het gebied van bedrijfsvoering als bedoeld in artikel 4 van deze overeenkomst; h. de businesscase(s): de businesscases op de bedrijfsvoeringsonderdelen IM en ICT van 26 april 2013 en Financiën en P&O van 6 maart 2013; i. het governancerapport: het rapport Governance: sturen op wat je met elkaar wilt bereiken? van 25 oktober 2013; j. het management: het management van de op te richten bedrijfsvoeringsorganisatie, te weten de algemeen manager/kwartiermaker en de afdelingsmanagers IM/ICT, Financiën en P&O; k. de contactfunctionaris: de functionaris van de gemeente die belast is met de afstemming tussen de moederorganisatie en het management. Hoofdstuk 2 Doel en duur overeenkomst Artikel 2. Doel van de overeenkomst Deze overeenkomst heeft als doel het vastleggen van: de afspraken die de gemeenten hanteren bij hun samenwerking in de aanloopperiode; de afspraak dat de gemeenten overeenkomstig het bepaalde in artikel 5, een regeling treffen tot het oprichten van een bedrijfsvoeringsorganisatie in de zin van de Wgr. Artikel 3. Duur van de overeenkomst 1. Deze overeenkomst wordt aangegaan voor de periode van 1 januari 2014 tot de datum van de feitelijke oprichting en inwerkingtreding van de bedrijfsvoeringsorganisatie met rechtspersoonlijkheid als bedoeld in artikel 5 van deze overeenkomst. 2. Deze overeenkomst eindigt van rechtswege op het moment dat de gemeenten de in het vorige lid bedoelde bedrijfsvoeringsorganisatie hebben opgericht en deze organisatie met de uitvoering is gestart. Hoofdstuk 3 De aard en vorm van de samenwerking Artikel 4. Gebieden van samenwerking 1. De gemeenten werken samen op het terrein van hun gemeentelijke bedrijfsvoering. 2. Zij starten hun samenwerking op dit terrein met de volgende onderdelen: a. IM/ICT; b. Financiën; c. Personeel en Organisatie. 3. De werkzaamheden die op de in lid 2 genoemde terreinen worden uitgevoerd, zijn opgenomen in bijlage 4 bij deze overeenkomst. Samenwerkingsovereenkomst versie 8, 6 februari 2014 2

4. De gemeenten kunnen besluiten hun samenwerking uit te breiden met andere bedrijfsvoeringsonderdelen. Artikel 5. Oprichting bedrijfsvoeringsorganisatie op grond van Wgr 1. De gemeenten gebruiken de aanloopperiode om hun samenwerking juridisch vorm te geven door oprichting van een bedrijfsvoeringsorganisatie met rechtspersoonlijkheid zoals bedoeld in het voorstel van wet tot Wijziging van de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wetsvoorstel nummer 33 597). 2. De gemeenten streven ernaar de oprichting van deze bedrijfsvoeringsorganisatie op zo kort mogelijke termijn te realiseren en deze organisatie uiterlijk 1 januari 2015 in werking te laten treden. 3. Voor het geval de Wijziging van de Wet gemeenschappelijke regelingen als bedoeld in lid 1 niet wordt voorzien voor 1 oktober 2014, zullen de gemeenten in eerste instantie een openbaar lichaam oprichten als bedoeld in artikel 8 van de Wgr en deze na de inwerkingtreding van de bedoelde wetswijziging wijzigen in een bedrijfsvoeringsorganisatie met rechtspersoonlijkheid. Hoofdstuk 4 De sturing van de samenwerking Artikel 6. Bestuurlijke sturing 1. Er is een stuurgroep CGT, waarin de portefeuillehouders bedrijfsvoering en de gemeentesecretarissen van de gemeenten zitting hebben. 2. De stuurgroep kiest uit haar midden een voorzitter. 3. De stuurgroep adviseert de colleges over de strategische kaders en richtlijnen voor de samenwerking en stuurt op strategisch niveau op de ontwikkeling, harmonisatie, samenhang en uitvoering ervan. 4. Met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 9 en 13, doet de stuurgroep aan de colleges een voordracht voor de algemeen manager/kwartiermaker van de op te richten bedrijfsvoeringsorganisatie. 5. Met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 9 en 13, doet de stuurgroep aan de colleges een voordracht voor de afdelingsmanagers IM/ICT, Financiën en Personeel & organisatie van de op te richten bedrijfsvoeringsorganisatie. 6. Bij iedere bijeenkomst van de stuurgroep is elk van de gemeenten ten minste vertegenwoordigd door haar gemeentesecretaris en/of haar portefeuillehouder bedrijfsvoering. 7. De algemeen manager/kwartiermaker woont de bijeenkomsten van de stuurgroep bij als secretaris en adviseur van de stuurgroep. Artikel 7. Contactfunctionarissen 1. Elk van de gemeenten wijst een contactfunctionaris aan. 2. De contactfunctionarissen adviseren de stuurgroep over de samenwerking tussen de gemeenten. 3. De contactfunctionarissen coördineren de afstemming tussen de moederorganisaties en het management over tactische aangelegenheden. 4. De wijze waarop de contactfunctionarissen met het management overleggen wordt nader uitgewerkt. Artikel 8. Managementsturing 1. De algemeen manager/kwartiermaker wordt aangestuurd door de stuurgroep. 2. De afdelingsmanagers worden aangestuurd door de algemeen manager/kwartiermaker. Samenwerkingsovereenkomst versie 8, 6 februari 2014 3

3. De medewerkers, niet zijnde algemeen manager/kwartiermaker en afdelingsmanager worden aangestuurd door de afdelingsmanagers. 4. Voor zover in de aanloopperiode voor de aansturing gebruik wordt gemaakt van een hulpstructuur, zullen de gemeenten de afspraken die zij hierover maken nader uitwerken als bedoeld in artikel 14 van de overeenkomst. Hoofdstuk 5 Het personeel en de uitvoering van werkzaamheden Artikel 9. Het management 1. Eén van de gemeenten maakt met de algemeen manager/kwartiermaker afspraken over de juridische grondslag op grond waarvan hij zijn werkzaamheden gaat uitvoeren. 2. Voor zover een afdelingsmanager niet wordt benoemd uit het personeel van de gemeenten, maakt één van de gemeenten met hem afspraken over de juridische grondslag op grond waarvan hij zijn werkzaamheden gaat uitvoeren. Artikel 10. De medewerkers 1. De medewerkers houden de rechtspositie en arbeidsvoorwaarden die zij hebben in de moederorganisatie. 2. De medewerkers hebben als standplaats het Stadskantoor van de gemeente Culemborg. 3. Elk college zorgt ervoor dat hij tijdig de nodige besluiten neemt op grond waarvan het voor alle van de onder zijn verantwoordelijkheid werkzame personen duidelijk is of deze in de aanloopperiode bedrijfsvoeringswerkzaamheden als bedoeld in artikel 4. gaan uitvoeren of werkzaamheden in de moederorganisatie. 4. Elk college zorgt ervoor dat hij de medewerkers tijdig informeert over de aansturing door het management als bedoeld in artikel 8 5. Voor zover deze overeenkomst meebrengt dat er werkzaamheden, daaronder mede begrepen leidinggeven en coördineren, worden verricht voor een andere gemeente dan de moederorganisatie, gebeurt dat op basis van een mandaat aan niet-ondergeschikten. 6. De daartoe bevoegde bestuurders van Geldermalsen en Tiel maken met de ondernemingsraden/het GO afspraken over een tegemoetkoming in de kosten die medewerkers moeten maken door wijziging van hun standplaats. Hoofdstuk 6 De huisvesting Artikel 11. Huisvesting 1. De gemeenten stellen werkplekken en faciliteiten beschikbaar voor de medewerkers. 2. De medewerkers houden zich aan de huisregels van de locatie waar zij hun werkzaamheden uitvoeren. Hoofdstuk 7 Uitgangspunten bij ICT, faciliteiten, document- en gegevensbeheer Artikel 12. Archief In de aanloopperiode is met betrekking tot de zorg voor en het toezicht op de bewaring en beheer van de archiefbescheiden de regelgeving van de betreffende gemeente van toepassing. Samenwerkingsovereenkomst versie 8, 6 februari 2014 4

Hoofdstuk 8 Financiën Concept versie 8 Artikel 13. Kosten in de aanloopperiode 1. De gemeenten zullen zo veel mogelijk hun eigen kosten dragen en deze niet met elkaar afrekenen, tenzij dat nadrukkelijk wordt overeengekomen. De gemeenten beogen hiermee te voorkomen dat zij een uren- en BTW-administratie moeten bijhouden. 2. De gemeenten zullen elkaar geen kosten in rekening brengen voor werkzaamheden die hun medewerkers voor een andere gemeente verrichten. 3. De gemeenten voegen bij deze overeenkomst een bijlage (5) met een overzicht van de fte s die zij ieder beschikbaar stellen voor de samenwerking, waarbij zij als uitgangspunt hebben genomen het aantal fte s inclusief de vacatures dat zij per 1-1-2013 hadden op het gebied van bedrijfsvoering als genoemd in artikel 4. 4. De kosten die voortvloeien uit het bepaalde in artikel 9, worden ten laste gebracht van de vacaturegelden als bedoeld in lid 3 van dit artikel. Voor zover deze niet toereikend zijn, komen zij voor gemene rekening van de gemeenten. Zij sluiten daartoe een aparte overeenkomst, die als bijlage wordt toegevoegd aan deze overeenkomst. 5. Gemeenten brengen elkaar geen kosten in rekening voor het gebruik van werkplekken en faciliteiten door medewerkers. 6. Voor zover Culemborg investeringskosten moet maken voor de huisvesting van de medewerkers van Tiel en Geldermalsen, brengt zij deze ten laste van het frictiebudget dat zij voor de samenwerking heeft bestemd. 7. Geldermalsen en Tiel brengen de in artikel 10 lid 6 genoemde tegemoetkoming ten laste van het frictiebudget dat zij ieder voor de samenwerking hebben bestemd. 8. Geldermalsen en Tiel brengen de verhuiskosten die zij moeten maken voor de in artikel 10 lid 2 genoemde standplaatswijziging ten laste van het frictiebudget dat zij ieder voor de samenwerking hebben bestemd. 9. Indien het frictiebudget als genoemd in de leden 6 tot en met 8 voor de samenwerking niet toereikend is, maken de gemeenten nadere afspraken als bedoeld in artikel 14 van deze overeenkomst. Hoofdstuk 9 Slotbepalingen Artikel 14. Wijziging of aanvulling van de overeenkomst 1. De gemeenten kunnen deze overeenkomst wijzigen of aanvullen. 2. Wijziging of aanvulling van deze overeenkomst vindt plaats bij eensluidend advies van de stuurgroep en eensluidende besluiten van de colleges. 3. Een wijziging van deze overeenkomst wordt vastgelegd in een addendum, dat aan deze overeenkomst wordt toegevoegd. Artikel 15. Uitbreiding van deelname 1. De gemeenten bepalen, dat in de aanloopperiode geen uitbreiding van deelnemers aan deze overeenkomst kan plaatsvinden. 2. Na de oprichting van de bedrijfsvoeringsorganisatie is het voor andere gemeenten mogelijk om toe te treden, mits de samenwerkingsvoordelen die de gemeenten beogen te behalen niet in het gedrang komen. 3. Toetreding tot de bedrijfsvoeringsorganisatie wordt geregeld op grond van het bepaalde in de gemeenschappelijke regeling, waar in ieder geval in zal worden geregeld, dat de gemeente die Samenwerkingsovereenkomst versie 8, 6 februari 2014 5

toetreedt, een bijdrage zal leveren aan de initiële oprichtingskosten van de gemeenschappelijke regeling. Artikel 16. Opzegging 1. De gemeenten spannen zich ervoor in om deze overeenkomst niet op te zeggen, tenzij dat in strijd is met de redelijkheid en billijkheid, bijvoorbeeld vanwege politieke besluitvorming met betrekking tot de samenwerking van de gemeenten. 2. Opzegging is slechts mogelijk per 1 januari, met inachtneming van een opzegtermijn van tenminste zes maanden en het bepaalde in lid 3 van dit artikel. 3. De eerste keer dat opzegging mogelijk is, is per 1 januari 2015. 4. De financiële gevolgen van opzegging komen voor rekening van de opzeggende gemeente. 5. Voor de vaststelling van de financiële gevolgen van opzegging wordt voorafgaande aan die opzegging door de gemeenten gezamenlijk advies gevraagd aan één onafhankelijke externe deskundige. 6. Bij de vaststelling van de financiële gevolgen zullen in ieder geval de volgende onkostenposten van de gemeenten die niet opzeggen betrokken worden: investeringskosten, frictiekosten, personele kosten, huisvestingskosten, verhuiskosten en materiële kosten. 7. Het advies van de in lid 5 genoemde deskundige is bindend. De kosten van inschakeling van de deskundige zijn voor rekening van de gemeente die opzegt. Artikel 17. Ontbinding van de overeenkomst 1. De gemeenten zullen deze overeenkomst alleen ontbinden, indien daarvoor zwaarwegende reden zijn, waaronder in ieder geval wordt begrepen de politieke besluitvorming met betrekking tot de samenwerking. 2. Ontbinding kan plaatsvinden, wanneer twee van de gemeenten, gehoord hebbende hun gemeenteraden, daartoe besluiten. 3. De financiële gevolgen van ontbinding van deze overeenkomst worden geregeld in een vaststellingsovereenkomst. 4. Deze vaststellingsovereenkomst voorziet in de verplichting van de gemeenten tot deelneming in de financiële gevolgen van de ontbinding. 5. De vaststellingsovereenkomst voorziet tevens in de gevolgen die de ontbinding van de samenwerkingsovereenkomst heeft voor de medewerkers. 6. Voor de vaststelling van de financiële gevolgen van de ontbinding wordt voorafgaande aan die ontbinding door de gemeenten gezamenlijk advies gevraagd aan een onafhankelijke externe deskundige. 7. Het advies van de in lid 6 genoemde deskundige is bindend. De kosten van inschakeling van de deskundige zijn voor rekening van de twee gemeenten die tot de ontbinding besluiten. Artikel 18. Geschillen 1. De gemeenten zullen alle geschillen die uit deze overeenkomst voortvloeien in onderling overleg oplossen. 2. Indien een geschil niet in onderling overleg kan worden opgelost, besluiten de gemeenten deze overeenkomst te ontbinden. 3. Bij deze ontbinding wordt toepassing gegeven aan het bepaalde in artikel 17 van deze overeenkomst, zij het dat de gemeenten gezamenlijk de kosten van de inschakeling van de deskundige als bedoeld in lid 7 betalen. Samenwerkingsovereenkomst versie 8, 6 februari 2014 6

Bijlagen bij deze overeenkomst 1. Businesscase IM/ICT van 26 april 2013 2. Businesscase Financiën en Personeel en Organisatie van 6 maart 2013 3. Rapport Governance, sturen op wat je met elkaar wilt bereiken? van 25 oktober 2013. 4. Overzicht van werkzaamheden op het terrein van IM/ICT, Financiën en Personeel en Organisatie. 5. Overzicht van personele bezetting per gemeente. 6. Toelichting bij de Samenwerkingsovereenkomst bedrijfsvoering gemeente Culemborg, Geldermalsen en Tiel (van 6 februari 2014) De gemeente Culemborg namens de burgemeester, de heer H. van Oorschot De gemeente Geldermalsen de burgemeester, Mevrouw dr. M.W.M. de Vries De gemeente Tiel Namens de burgemeester, de heer L. Verspuij Samenwerkingsovereenkomst versie 8, 6 februari 2014 7

Bijlage 1 Businesscase IM/ICT van 26 april 2013 Bijlage 2 Businesscase Financiën en Personeel en Organisatie van 6 maart 2013 Bijlage 3 Rapport Governance, sturen op wat je met elkaar wilt bereiken? van 25 oktober 2013 Deze bijlagen worden aan de definitieve overeenkomst toegevoegd Samenwerkingsovereenkomst versie 8, 6 februari 2014 8

Bijlage 4 Overzicht van werkzaamheden op het terrein van IM/ICT, Financiën en Personeel en Organisatie; Informatiemanagement en ICT, waaronder wordt begrepen: beleid en ontwikkeling: informatiebeleid (incl. zaakgericht werken); informatiebeveiligingsbeleid; digitaal, uniform, (geautomatiseerd), lean werken; advies en projecten: automatiseringsprojecten; ICT-middelen; lean procesmanagement; 1 e lijns advies (helpdesk); beheer: ICT: hardware, sofware & documenten; kern-/basisregistratiegegevens; management- en geo-informatie; organisatiebrede info-systemen (office, zaakgericht werken); informatiebeveiliging; post, fysiek en digitaal: registreren, verdelen, tekstverzorging; archief; abonnementen; Financiën, waaronder wordt begrepen: het uitvoeren van de financiële cyclus; beleid: het opstellen/actualiseren van financiële beleidsnota s, belastingen, BSR, BTW/BCF, algemene uitkering/projecten; advies: reguliere adviesaanvragen, toetsing/advies over B&W stukken, periodiek overleg budgetbeheer; beheer: financiële administratie, treasury, AO/IC, verzekeringen (gedeeltelijk), applicatiebeheer en financiële rapportage. Personeel en organisatie, waaronder wordt begrepen: beleid: organisatieontwikkeling, strategisch HRM beleid, ontwikkelingen/ actualiseren regelingen; advies: managementadvisering over personeel/organisatieontwikkeling, advisering over medezeggenschap, individuele advisering over arbeidsvoorwaarden, rechtspositie, mobiliteit en arbeidsomstandigheden; beheer: salaris/personeelsadministratie. Samenwerkingsovereenkomst versie 8, 6 februari 2014 9

Bijlage 5 Overzicht van personele bezetting per gemeente. Concept versie 8 Deze bijlage wordt nog toegevoegd Samenwerkingsovereenkomst versie 8, 6 februari 2014 10

Bijlage 6 Concept versie 8 Toelichting bij de Samenwerkingsovereenkomst bedrijfsvoering gemeenten Culemborg, Geldermalsen en Tiel (versie 8 van 6 februari 2014) Algemeen Met deze samenwerkingsovereenkomst wordt geregeld hoe de gemeenten met elkaar samenwerken in de periode die vooraf gaat aan de oprichting en inwerkingtreding van de bedrijfsvoeringsorganisatie. De overeenkomst heeft dus een beperkte duur. Het is de bedoeling om zo snel mogelijk een gemeenschappelijke regeling op te richten. Met het oog op het boekjaar, wordt gestreefd naar een inwerkingtreding van de bedrijfsvoeringsorganisatie per 1 januari 2015. Toelichting bij artikel 1 sub f: moederorganisatie Zolang de bedrijfsvoeringsorganisatie nog niet is opgericht en nog niet in werking is getreden, kunnen medewerkers die in CGT-verband werken, niet aangesteld worden in de nieuwe organisatie. Zij blijven dus voorlopig de rechtspositie en arbeidsvoorwaarden houden die zij nu ook bij hun gemeente hebben, maar krijgen wel een andere standplaats. Tegen die achtergrond wordt het begrip moederorganisatie gebruikt. Als we het hebben over medewerkers die in CGT-verband werken, dan worden daar ook mee bedoeld de externen, i.c. de medewerkers die op andere wijze dan op grond van een aanstelling werkzaam zijn bij één van de drie gemeenten. Het begrip moederorganisatie zegt niets over de wijze waarop medewerkers aangestuurd worden. In de moederorganisatie worden medewerkers aangestuurd door leidinggevenden, die daartoe de nodige mandaten hebben gekregen. De medewerkers die in CGT-verband werkzaamheden uitvoeren worden niet meer aangestuurd door hun oude leidinggevenden, maar door de nog aan te stellen CGTafdelingsmanagers en de algemeen manager/kwartiermaker. (Zie artikel 8 en 10 van de Samenwerkingsovereenkomst). De colleges kunnen via mandaat en/of een mandaat aan niet-ondergeschikten regelen dat het CGTmanagement leiding geeft aan medewerkers die in CGT-verband werken. Via mandaat aan nietondergeschikten kunnen de colleges ook regelen dat medewerkers werkzaamheden kunnen uitvoeren voor een andere gemeente, dan hun moederorganisatie. Toelichting bij artikel 5, Oprichting bedrijfsvoeringsorganisatie op grond van de Wgr In lid 2 wordt geregeld, dat de gemeenten er naar streven de bedrijfsvoeringsorganisatie zo snel mogelijk op te richten. Dan is er een organisatie met een bestuur, dat bevoegd is om de rechtshandelingen te verrichten. Met het oog op het boekjaar, wordt uitgegaan van een start met ingang van 1 januari 2015. Dit houdt in dat het streven is, dat de medewerkers op grond van een reorganisatie per 1 januari geplaatst worden bij de bedrijfsvoeringsorganisatie. De organisatie start op die datum met de werkzaamheden op grond van de gemeenschappelijke regeling. Met die start eindigt deze samenwerkingsovereenkomst van rechtswege. In lid 3 wordt een oplossing gegeven voor de onduidelijkheden die er nu nog zijn over de inwerkingtreding van de wijziging van de Wgr. De wet is nog steeds aanhangig in de Tweede Kamer. Alhoewel voor de inwerkingtreding de datum van 1 juli 2014 wordt genoemd, is daar nog geen Samenwerkingsovereenkomst versie 8, 6 februari 2014 11

zekerheid over. Dat betekent dat er op dit moment nog geen bedrijfsvoeringsorganisatie (GR-light) kan worden opgericht. Dat wordt in de samenwerkingsovereenkomst opgelost door op te nemen dat er een ouderwetse GR wordt opgericht (met AB en DB), die, zodra de wetswijziging in werking is getreden, wordt gewijzigd in een GR-light. Als ijkpunt is genomen de datum van 1 oktober 2014. Mocht het noodzakelijk zijn om terug te vallen op een ouderwetse GR, dan is het streven, om dat alleen terug te zien in de besturing. Voor zover de wet het toelaat, zal geanticipeerd worden op de nieuwe bepalingen over de bedrijfsvoeringsorganisatie. De Stuurgroep vindt de hierboven geschetste oplossing bezwaarlijk, omdat het risico is, dat de raden kort na elkaar twee keer toestemming moeten geven: één maal voor de oprichting van de ouderwetse GR en één maal voor de wijziging naar de GR-light. Dit terechte bezwaar kan worden opgelost door de gemeenteraden bij de oprichting ook toestemming te vragen voor de beoogde wijziging. Dat houdt overigens in dat die beoogde wijziging in concept gereed moet zijn, zodat de raden weten waar ze toestemming voor geven. Toelichting bij artikel 10 Medewerkers Medewerkers die in CGT-verband werkzaamheden uitvoeren, houden in de aanloopperiode de rechtspositie en arbeidsvoorwaarden van hun moederorganisatie. Desondanks zijn er voor de medewerkers wel de nodige wijzigingen, onder andere in de standplaats, maar ook in de aansturing. Verder kan het voorkomen dat hen op grond van hun aanstelling in algemene dienst, gevraagd zal worden andere werkzaamheden uit te voeren, hetzij in de moederorganisatie, hetzij in CGT-verband. Voor zover dat nog niet is gebeurd, zal ieder college daarover tijdig besluiten moeten nemen en de medewerkers die onder hun verantwoordelijkheid vallen daarover moeten informeren. Het gaat daarbij over de volgende punten: - de wijziging van de standplaats; - duidelijkheid of een medewerker werkzaamheden gaat uitvoering in CGT-verband of werkzaamheden gaat uitvoeren in de moederorganisatie; - voor zover medewerkers op grond van hun aanstelling of dienstverband leidinggevende, dan wel coördinerende werkzaamheden uitvoeren, moet voor hen duidelijk zijn of ze die werkzaamheden ook in CGT verband blijven uitvoeren of niet; voor zover dat niet het geval is, moeten zij weten welke werkzaamheden daarvoor in de plaats komen; - medewerkers krijgen een nieuwe leidinggevende; formeel blijven zij in de aanloopperiode onder hun moederorganisatie vallen. Zij zullen echter niet meer aangestuurd worden door hun oude leidinggevende, maar door de CGT-managers; deze aansturing door CGT-managers wordt mogelijk gemaakt op basis van mandaat en mandaat aan niet-ondergeschikten; de colleges zullen daarom hun mandaatregelingen op elkaar afstemmen en de daarvoor benodigde besluiten nemen; daarnaast zullen de colleges hun medewerkers moeten informeren over wie hun leidinggevende is in de aanloopperiode. In lid 6 van artikel 10 wordt met de bevoegde bestuurders bedoeld, de WOR bestuurder en de bestuurder die in het Georganiseerd Overleg optreedt namens de werkgever. Toelichting bij artikel 16 Opzegging Samenwerkingsovereenkomst versie 8, 6 februari 2014 12

De overeenkomst gaat ervan uit dat de gemeenten zich zullen inspannen de overeenkomst niet op te zeggen of te ontbinden. De juridische werkgroep vindt het niet verstandig om het daar bij te laten. Daarom is een aantal piketpaaltjes geformuleerd, hoe partijen in dat geval met elkaar omgaan. Artikel 16 (opzegging) moet worden gelezen in samenhang met artikel 17 (ontbinding). Artikel 16 regelt dat 1 gemeente uit de samenwerking stapt. Artikel 17 regelt dat 2 gemeenten uit de samenwerking stappen. In het laatste geval is er geen samenwerking meer mogelijk. De financiële gevolgen van de ontbinding worden daarom geregeld in een vaststellingsovereenkomst tussen de 3 gemeenten. In het geval van opzegging behoort het tot de mogelijkheden dat de 2 andere gemeenten de samenwerking voortzetten. Welk prijskaartje er aan de opzegging van de overeenkomst hangt, is mede afhankelijk van de haalbaarheid van de voortzetting van de samenwerking. Gelet op die onzekere factor, adviseert de juridische werkgroep de colleges om die financiële gevolgen pas vast te (laten) stellen, op het moment dat de opzegging zich daadwerkelijk voordoet. Om tegemoet te komen aan de opmerkingen die de Stuurgroep heeft gemaakt bij dit artikel, is lid 6 toegevoegd. Daarin wordt aangegeven welke kostenposten er in ieder geval betrokken worden bij vaststelling van de financiële gevolgen. Deze opsomming is niet uitputtend, maar biedt wel een kader voor de vaststelling. Samenwerkingsovereenkomst versie 8, 6 februari 2014 13