Bestuursstatuut...4. Begripsbepalingen...4 Artikel 1...4

Transcriptie

1 Bestuursstatuut Datum : 3 maart 2008 Herzien : - Status : Definitief CvB : 19/05/2008 KD-PO : n.v.t. KD-VO : n.v.t. PMR : n.v.t. MR : n.v.t. GMR : n.v.t. RvT : n.v.t. Door : Bestuur De Basis en Willem van Oranje College

2

3 Inhoud Bestuursstatuut...4 Begripsbepalingen...4 Artikel College van Bestuur...4 Artikel 2 Taak...4 Artikel 3 Samenstelling en profiel...4 Artikel 4 Benoeming...5 Artikel 5 Functionering en beoordeling...5 Artikel 6 Werkwijze en taakverdeling...5 Raad van Toezicht...5 Artikel 7 Taak...5 Relatie College van Bestuur en Raad van Toezicht...6 Artikel 8 Toezicht...6 Artikel 9 Advies...6 Artikel 10 Goedkeuring...6 Artikel 11 Informatie...7 Vaststelling en wijziging College van Bestuursstatuut...7 Artikel Managementstatuut...8 Artikel Slotbepaling...8 Artikel

4 Bestuursstatuut Bestuursstatuut van de Stichting voor Protestants-Christelijk onderwijs Willem van Oranje Begripsbepalingen Artikel 1 In dit statuut wordt verstaan onder: Stichting : de Stichting voor Protestants-Christelijk onderwijs Willem van Oranje Statuten : de statuten van de Stichting College van Bestuur : bestuur van de Stichting als bedoeld in artikel 6 van de statuten Raad van Toezicht : de Raad van Toezicht van de Stichting als bedoeld in artikel 8 van de statuten College van Bestuur Artikel 2 Taak Het College van Bestuur bestuurt de Stichting en de onder de Stichting ressorterende instellingen met inachtneming van de statuten en de op basis daarvan vastgestelde regelingen, alsmede met inachtneming van de op de Stichting en de onder de Stichting ressorterende instellingen van toepassing zijnde wettelijke voorschriften en op basis daarvan vastgestelde regelingen. Het College van Bestuur treedt tevens op als centrale directie in de zin van artikel 32a 1 van de Wet op het Voortgezet Onderwijs. Artikel 3 Samenstelling en profiel Het College van Bestuur bestaat uit twee personen: de voorzitter van het College van Bestuur en een lid van het College van Bestuur. Benoeming van de bestuursleden vindt plaats aan de hand van een door de Raad van Toezicht opgesteld kwaliteitsprofiel. De protestants-christelijke identiteit van de Stichting dient herkenkbaar in dit profiel terug te komen. 1 Artikel 32a WVO: Aan het hoofd van een school die aan bij algemene maatregel van College van Bestuur te vermelden voorwaarden voldoet, kan het bevoegd gezag een centrale directie plaatsen bestaande uit ten hoogste vijf leden, waarvan er een door hem wordt benoemd tot voorzitter dan wel zonder benoeming tewerkgesteld als voorzitter. De formatie van de centrale directie omvat ten hoogste drie volledige formatieplaatsen. 4

5 Artikel 4 Benoeming De voorzitter en het lid van het College van Bestuur worden benoemd door de Raad van Toezicht. Indien zich in het College van Bestuur een vacature voordoet, stelt de Raad van Toezicht een commissie voor werving en selectie samen ter voorbereiding van een benoemingsbesluit. In deze commissie hebben ten minste zitting twee leden van de Raad van Toezicht, waaronder in beginsel de voorzitter, en leden van het College van Bestuur (behoudens bijzondere omstandigheden, dit ter beoordeling aan de Raad van Toezicht). De commissie draagt zorg voor werving en selectie van een nieuw lid van het College van Bestuur met dien verstande dat de commissie een niet-bindend benoemingsadvies uitbrengt aan de Raad van Toezicht. Artikel 5 Functionering en beoordeling Twee leden uit de Raad van Toezicht gezamenlijk houden ten minste éénmaal per jaar een functioneringsgesprek met het College van Bestuur. De Raad van Toezicht kan een beoordelingsregeling, met daarin opgenomen beoordelingssancties en criteria, opstellen voor het College van Bestuur. Beoordelingsgesprekken op basis van deze regeling met het College van Bestuur worden gevoerd door twee leden uit de Raad van Toezicht gezamenlijk. Deze leden van de Raad van Toezicht brengen een schriftelijk advies omtrent beoordeling en toepassing van beoordelingsmaatregelen uit aan de Raad van Toezicht. De beoordeling wordt vastgesteld door de Raad van Toezicht. Artikel 6 Werkwijze en taakverdeling Het College van Bestuur functioneert op basis van collegialiteit en de leden zijn op basis hiervan gezamenlijk verantwoording schuldig aan de Raad van Toezicht. Ieder lid van het College van Bestuur heeft één stem. Binnen het College van Bestuur wordt gestreefd naar unanimiteit in besluitvorming. Bij het staken der stemmen is de stem van de voorzitter doorslaggevend. In geval dat de voorzitter beslist, wordt dit ter kennisgeving schriftelijk gemeld aan de Raad van Toezicht. Het College van Bestuur verdeelt de aandachtsgebieden binnen het College van Bestuur door portefeuilleverdeling en stelt de Raad van Toezicht hiervan op de hoogte. Het College van Bestuur kan nadere regels stellen voor zijn eigen werkwijze en legt dit ter kennisgeving voor aan de Raad van Toezicht. Raad van Toezicht Artikel 7 Taak De Raad van Toezicht houdt toezicht op de Stichting en de onder de Stichting ressorterende instellingen met inachtneming van de statuten en de op basis daarvan vastgestelde regelingen, alsmede met inachtneming van de op de Stichting en de onder de Stichting ressorterende instellingen van toepassing zijnde wettelijke voorschriften en op basis daarvan vastgestelde regelingen. 5

6 Relatie College van Bestuur en Raad van Toezicht Artikel 8 Toezicht De Raad van Toezicht heeft tot taak toezicht te houden op het beleid van het College van Bestuur en op de gang van zaken binnen de Stichting en de onder de Stichting ressorterende instellingen, een en ander met het oog op de belangen van de Stichting en de onder de Stichting ressorterende instellingen. In het kader van het toezicht kan de raad het College van Bestuur informatie vragen en ter verantwoording roepen. Het staat de raad vrij om ook op andere wijze informatie te vergaren; de raad maakt hiervan melding aan het College van Bestuur. Artikel 9 Advies De Raad van Toezicht kan het College van Bestuur gevraagd en ongevraagd adviseren. Artikel 10 Goedkeuring 1. Het College van Bestuur behoeft goedkeuring van de Raad van Toezicht voor besluiten strekkende tot: a. jaarlijkse benoeming van de accountant; b. vaststelling van de begroting en de jaarstukken van de Stichting; c. aanvraag van faillissement van de Stichting en van surséance van betaling; d. vaststelling van de meerjarenbeleidsplannen van de Stichting; e. vaststelling en wijzigingen in een College van Bestuursstatuut; f. wijziging van de statuten, tot fusie van de Stichting en ontbinding van de Stichting, waaronder begrepen bestemming van een eventueel batig saldo; g. fusie, splitsing of overdracht van onder de Stichting ressorterende instellingen; h. het sluiten van overeenkomsten tot het kopen, vervreemden of bezwaren van registerzaken, alsmede het sluiten van overeenkomsten waarbij de Stichting zich als borg of hoofdelijk medeschuldenares verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidsstelling voor een schuld van derde verbindt; i. het aangaan van leningen; j. strategische samenwerkingsrelaties en/of overeenkomsten met derden; k. het aanvaarden van giften, legaten en erfstellingen (welke laatste uitsluitend onder het voorrecht van boedelbeschrijving worden aanvaard); l. belangrijke investeringen met betrekking tot het huisvestingsbeleid. 2. Besluiten als bedoeld in het vorige lid worden door het College van Bestuur aan de Raad van Toezicht voorgelegd, voorzien van een schriftelijke toelichting met vermelding van de gevolgen van het besluit. 3. Het College van Bestuur draagt er zorg voor dat de Raad van Toezicht voldoende in de gelegenheid wordt gesteld tot zorgvuldige standpuntbepaling omtrent de ter goedkeuring voorgelegde besluiten. 6

7 Artikel 11 Informatie 1. Teneinde de Raad van Toezicht in de gelegenheid te stellen zijn taken in het kader van toezicht, advisering en goedkeuring naar behoren uit te voeren, draagt het College van Bestuur er zorg voor dat de raad adequaat wordt geïnformeerd over aangelegenheden welke voor de Raad van Toezicht van belang zijn. 2. De Raad van Toezicht ontvangt periodiek een rapportage over de stand van zaken ten aanzien van het onderwijs, de financiën, het personeel, de huisvesting en overige relevante beleidsgebieden van het College van Bestuur. 3. In het kader van het in lid 1 gestelde draagt het College van Bestuur er zorg voor dat de Raad van Toezicht ten minste wordt geïnformeerd over de volgende aangelegenheden en onverminderd het bepaalde in artikel 7 lid 6 van de statuten: a. het voor de onder de Stichting ressorterende instellingen geldende (gemeenschappelijke) medezeggenschapsreglement en jaarverslag van de (gemeenschappelijke) medezeggenschapsraad; b. de voor de onder de Stichting ressorterende instellingen geldende klachtenregeling en een jaarlijks verslag van ingediende klachten bij de klachtencommissie; c. kwesties waarin de Stichting in rechte wordt betrokken of zelf gerechtelijke stappen onderneemt (externe geschillen- en beroepsprocedures daaronder begrepen) alsmede de vonnissen daarin; d. het aangaan of verbreken van duurzame samenwerkingsrelaties met andere rechtspersonen en/of instellingen onder de voorwaarden gesteld in de statuten; e. op de onder de Stichting ressorterende instellingen betrekking hebbende interne en externe kwaliteitsrapportages (waaronder begrepen inspectierapportages); f. managementletters en andere rapportages van externe accountants betreffende de Stichting of onder de Stichting ressorterende instellingen; g. aangegane financiële verplichtingen betreffende de Stichting die de waarde van ,00 te boven gaan en onder de voorwaarden gesteld in de statuten. 4. Twee leden van de Raad van Toezicht wonen ten minste éénmaal per jaar een bijeenkomst bij van het College van Bestuur met de (gemeenschappelijke) medezeggenschapsraad. Vaststelling en wijziging College van Bestuursstatuut Artikel 12 Dit bestuursstatuut, alsmede wijzigingen daarin, wordt voorbereid door het College van Bestuur in overleg met de voorzitter van de Raad van Toezicht. Het bestuursstatuut, alsmede wijzigingen daarin, wordt vastgesteld door de Raad van Toezicht. 7

8 Managementstatuut Artikel 13 Het College van Bestuur regelt de verhouding met de locatiedirecteuren in een managementstatuut. Slotbepaling Artikel 14 In de gevallen waarin dit statuut niet voorziet beslist het College van Bestuur en informeert het de Raad van Toezicht per omgaande omtrent een dergelijke beslissing. 8