Inhoud Voorwoord 5 Inleiding 7 1 Arbeidsomstandigheden 11 1.1 Kwaliteit van arbeid 12 1.2 Veiligheid, gezondheid en welzijn 15 1.3 De Arbowet 21 1.4 Samenvatting 24 2 Arbobeleid 26 2.1 Arbobeleid 27 2.2 Het arbozorgsysteem 29 2.3 Ziekteverzuimbeleid 38 2.4 Bedrijfshulpverlening 43 2.5 Samenvatting 45 3 Overleg en samenwerking 47 3.1 Rechten en plichten 48 3.2 Inschakelen van externe deskundigen 53 3.3 Samenwerking en overleg 55 3.4 Invloed van de leidinggevende 59 3.5 Samenvatting 62 4 Risico s inventariseren 64 4.1 De onderwerpen van de risico-inventarisatie 65 4.2 Wie, wanneer en hoe vaak? 69 4.3 Methode van aanpak 70 4.4 Algemene thema s 76 4.5 Handelingsthema s 82 4.6 Managementthema s 126 4.7 Samenvatting 132 Bijlage 1 Checklist Arbozorg 137 Bijlage 2 Checklist Algemene voorzieningen 138 Bijlage 3 Checklist Geluid 140 Bijlage 4 Checklist Verlichting 141 Bijlage 5 Checklist Klimaat 142 Bijlage 6 Checklist Gassen, dampen en stoffen 143 INHOUD 9
Bijlage 7 Checklist Lichamelijke belasting 146 Bijlage 8 Checklist Werkplekinrichting 147 Bijlage 9 Checklist Gereedschap, werktuigen en machines 148 Bijlage 10 Checklist Trillingen 149 Bijlage 11 Checklist Bedieningsmiddelen 150 Bijlage 12 Checklist Visuele informatie 151 Bijlage 13 Checklist Functie-inhoud en werkdruk 152 Bijlage 14 Checklist Werk- en rusttijden 153 Werkblad 1 Planning van de opdrachten 154 Werkblad 2 Checklist geluid 157 Werkblad 3 Machinechecklist 158 Werkblad 4 Bedrijfskenmerken 159 Begrippenlijst 162 Trefwoordenlijst 165 10 ARBOZORG BINNEN DE PAARDENHOUDERIJ
1 Arbeidsomstandigheden Oriëntatie Ingeborg heeft het tijdens haar beroepspraktijkvorming op de manege van Arno de Vries niet naar haar zin gehad. Ze moest helpen bij het lossen van een dubbele aanhanger hooibalen, waardoor ze last van haar rug heeft gekregen. De Vries is een norse en chagrijnige baas die alleen maar orders uitdeelt. Ingeborg mocht alleen maar rotklusjes doen. Tijdens haar beroepspraktijkvorming heeft ze niet één keer lesgegeven, terwijl ze dit het liefst doet. Er waren nauwelijks koffie- en lunchpauzes, en s avonds was ze altijd later klaar dan afgesproken. Ingeborg heeft in de hele periode zelfs niet één keer een complimentje gehad, terwijl ze, zeker in het begin, toch echt haar best heeft gedaan. Fig. 1.1 Het gebruik van ergonomisch verantwoord materiaal helpt klachten voorkomen. Mensen besteden een groot deel van hun leven aan werk. Het werk dat je verricht en de omstandigheden waaronder dat werk wordt uitgevoerd hebben invloed op je gezondheid en welzijn. Zorg voor de kwaliteit van werk, of anders gezegd: zorg voor de arbeidsomstandigheden, is daarom belangrijk. Niet alleen voor degenen die het werk uitvoeren, de werknemers, zijn goede arbeidsomstandigheden belangrijk. Ook de werkgevers hebben belang bij een bedrijf waar mensen gezond en tevreden zijn en waar ze veilig kunnen werken. In dit hoofdstuk wordt achtereenvolgens behandeld de kwaliteit van arbeid en de factoren die dat bepalen (paragraaf 1.1), de hoofdcategorieën van arbozorg, veiligheid, gezondheid en welzijn (paragraaf 1.2), de Arbowet en de rechten en plichten met betrekking tot de arbeidsomstandigheden (paragraaf 1.3). ARBEIDSOMSTANDIGHEDEN 11
Oriënterende opdracht 1.1 Waar gaat dit hoofdstuk over? Als je aan een heel nieuw onderwerp begint, is het goed om je af te vragen wat je al van dat onderwerp weet. Alle nieuwe informatie over het onderwerp kun je dan makkelijker onthouden.zoals je in de oriëntatie hebt gelezen gaat hoofdstuk 1 over arbeidsomstandigheden. In deze opdracht ga je na wat je daar al van weet. Soms zit die kennis wat dieper weggestopt. Als je samenwerkt met anderen helpt dat om alles wat je al van het onderwerp weet los te maken. Daarom maak je deze opdracht met z n tweeën of drieën. a Zet midden op een groot vel met grote letters arbeidsomstandigheden. Als je dit woord leest, aan welke onderwerpen denk je dan nog meer? Noem om de beurt een onderwerp. Zet die onderwerpen rondom arbeidsomstandigheden. Zet onderwerpen die bij elkaar horen vlak bij elkaar. b Verbind de onderwerpen die direct met elkaar te maken hebben met pijlen. Je hebt nu een schema. c Lees nu het hoofdstuk globaal door: lees de leerdoelen, de paragraaftitels, de tussenkopjes en de bijschriften. Bestudeer de illustraties en de bijschriften. d Omcirkel in je schema welke onderwerpen wel en streep door welke niet aan bod komen. Je weet nu precies waar het hoofdstuk over gaat. e Noteer in je agenda wanneer je welke paragraaf wilt bestuderen en wanneer je welke opdracht wilt maken. Let er op waar en met wie je de opdracht moet maken. Leerdoelen Na bestudering van dit hoofdstuk kun je: aangeven wat de afkorting Arbo betekent; omschrijven wat er bedoeld wordt met het begrip arbeidsomstandigheden; de drie hoofdcategorieën met betrekking tot knelpunten in arbeidssituaties noemen en uitleggen wat ermee bedoeld wordt; voorbeelden noemen van knelpunten; aangeven wat de lichamelijke, emotionele en/of financiële gevolgen kunnen zijn van slechte arbeidsomstandigheden; uitleggen welke functie de Arbowet heeft; voorbeelden geven van artikelen uit de Arbowet op het gebied van veiligheid, gezondheid en welzijn; een aantal verplichtingen noemen die de Arbowet voorschrijft aan werkgever en werknemer. 1.1 Kwaliteit van arbeid arbeidsomstandigheden Arbowet Arbo is de afkorting van arbeidsomstandigheden. Arbeidsomstandigheden zijn de omstandigheden waaronder een werknemer zijn werk verricht. In de Arbowet staan de afspraken waaraan werkgevers en werknemers zich moeten houden op het gebied van de arbeidsomstandigheden. De overheid probeert op deze manier een acceptabel niveau van veiligheid, gezondheid en welzijn voor werknemers te garanderen. Of anders gezegd: de kwaliteit van arbeid te verbeteren. 12 ARBOZORG BINNEN DE PAARDENHOUDERIJ
Opdracht 1.2 Het belang van arbeidsomstandigheden Zorg voor de kwaliteit van werk, of anders gezegd: zorg voor arbeidsomstandigheden, is belangrijk. In deze opdracht bedenk je welke arbeidsomstandigheden voor jou belangrijk zijn. Stel, je loopt beroepspraktijkvorming op een bedrijf waar je ook in het weekend en in je vrije tijd werkt. Wat zouden voor jouw ideale omstandigheden zijn om je werk goed uit te voeren en onder welke omstandigheden zou jij je werk niet of niet goed kunnen uitvoeren? a Noem drie voorbeelden van goede arbeidsomstandigheden. b Noem drie voorbeelden van slechte arbeidsomstandigheden. Factoren die de kwaliteit van arbeid bepalen kwaliteit van arbeid Op de kwaliteit van arbeid is weinig aan te merken als je veilig werkt, niet ziek wordt van het werk en met plezier naar je werk gaat. Er is een aantal factoren dat de kwaliteit van arbeid bepaalt. Deze factoren zijn: de inhoud van het werk; de omgeving van het werk; de arbeidsvoorwaarden; de privé-omstandigheden; de persoonlijke eigenschappen. Hieronder worden de factoren toegelicht. De inhoud van het werk Allereerst bepaalt natuurlijk de inhoud van het werk, het feitelijke werk dat mensen verrichten, de kwaliteit van arbeid. Geen enkele functie of baan is hetzelfde. Een leidinggevende functie doet bijvoorbeeld een beroep op heel andere vaardigheden dan een uitvoerende functie. En zware lichamelijke arbeid brengt weer andere risico s met zich mee dan kantoorarbeid of werken achter een beeldscherm. Al die verschillende werkzaamheden brengen dus verschillende risico s met zich mee. Voorbeelden van werksituaties die tot klachten kunnen leiden zijn: zware fysieke belasting, een verkeerde werkhouding, het werken met chemicaliën, een hoge werkdruk of erg eentonig werk. De omgeving van het werk De omgeving waarin gewerkt wordt, draagt eveneens bij aan de kwaliteit van arbeid. Voorbeelden hiervan zijn: de hoeveelheid lawaai op de werkplaats (door machines of door een radio die te hard staat), het werken in een stoffige ruimte, de omgang met collega s en de wijze waarop het werk is georganiseerd. De arbeidsvoorwaarden Ook arbeidsvoorwaarden spelen een rol. Zo kan bijvoorbeeld de beloning van het werk een positief of negatief effect hebben. Als je voor je werk slecht wordt betaald, ben je eerder ontevreden en voel je je eerder ondergewaardeerd, waardoor uiteindelijk de arbeidsprestatie kan afnemen. Een ander voorbeeld is het draaien van wisseldiensten of s nachts werken. Dit soort werk doet vaak een groot beroep op het leven van werknemers. Daarnaast kunnen onregelmatige werktijden leiden tot gezondheidsklachten en soms zelfs tot arbeidsongeschiktheid. KWALITEIT VAN ARBEID 13
De privé-omstandigheden Naast bovenstaande factoren die direct verband houden met de werksituatie, beïnvloeden privé-omstandigheden hoe iemand werkt. Ga maar na: wanneer je veel privé-verplichtingen hebt of problemen in je privé-situatie, dan kost het werk je meestal meer moeite dan anders. Onzekerheid, vermoeidheid en concentratieproblemen kunnen dan de klachten zijn. De persoonlijke eigenschappen De geschiktheid van mensen om bepaald werk te kunnen doen, hangt af van persoonlijke eigenschappen zoals leeftijd, achtergrond, opleiding, lichaamsbouw en geslacht. Niet iedereen is geschikt voor hetzelfde werk: de één wordt al ziek bij de gedachte aan een kantoorbaan en is s zomers het liefst buiten aan het werk. De ander is weer allergisch voor stof en kan daardoor nooit op een paardenhouderijbedrijf werken. De kwaliteit van arbeid is dus niet voor iedereen hetzelfde. Bijzondere aandacht daarbij vragen de arbeidsomstandigheden van bepaalde groepen werknemers. Jongeren of vakantiekrachten met weinig ervaring of buitenlanders die de Nederlandse taal onvoldoende beheersen, lopen meer risico in een bedrijf. Deze mensen hebben extra aandacht nodig. Gevolgen van slechte en goede arbeidsomstandigheden Mensen reageren heel verschillend op (werk)situaties. Over het algemeen is het wel zo dat slechte arbeidsomstandigheden leiden tot meer ontevredenheid, meer spanningen, meer gezondheidsproblemen en meer ongevallen. Kwaliteit van arbeid is voor iedereen belangrijk, zowel voor werknemers als voor werkgevers. Wanneer een werknemer onder goede arbeidsomstandigheden werkt, is hij gezonder, gemotiveerder en voelt hij zich prettiger. Hierdoor zal de werksfeer op het bedrijf verbeteren, het ziekteverzuim verminderen (en de daarmee gepaard gaande kosten) en de arbeidsproductiviteit toenemen. Opdracht 1.3 Arbeidsomstandigheden vroeger, nu en in de toekomst. In deze opdracht ga je met klasgenoten op zoek naar veranderingen die van invloed zijn geweest op de arbeidsomstandigheden op de paardenhouderijbedrijven in Nederland. Welke veranderingen van de afgelopen jaren hebben bijgedragen aan verbetering van de arbeidsomstandigheden en welke veranderingen zullen in de toekomst daaraan bijdragen? Werkwijze 1 Ga naar je praktijkleerbedrijf of naar een bedrijf in de buurt en vraag het volgende aan de ondernemer: Welke twee veranderingen hebben volgens u de afgelopen vijftig jaar het meest bijgedragen aan het verbeteren van de arbeidsomstandigheden in de paardenhouderij? Welke veranderingen, in de bedrijfsvoering of in de aanschaf van machines, gaan volgens u in de toekomst voor verbeterde arbeidsomstandigheden zorgen? 2 Werk je antwoorden uit tot een kort verslag van maximaal één A4 tje. 14 ARBOZORG BINNEN DE PAARDENHOUDERIJ
Afsluiting Lees het verslag van twee andere klasgenoten en beantwoord vervolgens samen de vragen. a Wat zijn de twee belangrijkste veranderingen van de afgelopen vijftig jaar die hebben geleid tot een verbetering van de arbeidsomstandigheden? b Wat zijn de twee belangrijkste veranderingen die er in de toekomst voor zorgen dat de arbeidsomstandigheden verder verbeteren? Vragen 1.1 a Wat betekent de afkorting Arbo? b Welke vijf factoren bepalen de kwaliteit van arbeid? c Geef bij de onderstaande situaties steeds aan door welke van de vijf factoren die je in vraag b benoemd hebt, de kwaliteit van arbeid wordt beïnvloed. 1 Frits heeft in het verleden veel schulden gemaakt. Om die schulden af te betalen, heeft hij naast zijn gewone baan ook een baan als nachtportier. Hierdoor komt het wel eens voor dat Frits tijdens zijn werk in slaap valt. 2 Frank is een echt buitenmens. Het werk op kantoor valt hem dan ook zwaar. Vooral in het voorjaar kan hij zich slecht concentreren en is hij snel afgeleid. 3 Marijke werkt op een bedrijf waar in ploegendiensten wordt gewerkt. Het werk op zichzelf vindt Marijke erg leuk, maar s nachts werken breekt haar op. Overdag kan zij slecht slapen, zodat ze na een aantal nachtdiensten gebroken is. 4 Peter heeft een normaal postuur, maar is geen krachtpatser. Op zijn werk wordt daar geen rekening mee gehouden. Hij moet veel, vaak en zwaar tillen en sjouwen. Peter laat zich niet snel kennen, maar heeft aan het eind van de werkdag altijd last van zijn rug. 5 Femke is al twee weken thuis van haar werk. Ze werd de laatste tijd op haar werk door een aantal mannelijke collega s bijna constant lastiggevallen met seksueel getinte grapjes zoals: "Femke, wanneer laat jij je borsten nou eens vergroten?. Sommige collega s vinden het ook heel gewoon om haar ongevraagd in haar billen te knijpen. Zij ging altijd graag naar haar werk, maar nu is ze druk aan het solliciteren naar een andere baan bij een ander bedrijf met andere collega s. Fig. 1.2 Een ongeval zit in een klein hoekje. 1.2 Veiligheid, gezondheid en welzijn VEILIGHEID, GEZONDHEID EN WELZIJN 15