Nieuwe Vlarem-reglementering ter beheersing van niet-geleide stofemissies Jasper Wouters & Steven Lauwereins LNE Afdeling Lucht, Hinder, Risicobeheer, Milieu & Gezondheid Inhoud 1. Normen fijn stof 2. Evolutie fijn stof-concentraties in Vlaanderen 3. Evolutie fijn stof-emissies in Vlaanderen 4. Bijdrage op- en overslag aan fijn stof-problematiek 5. Hinderproblematiek 6. Huidige regelgeving 7. Bijkomende reglementering: doel en aanpak 8. Nieuwe reglementering
1. Normen fijn stof Eerste dochterrichtlijn 1999/30/EG: PM 10 -jaargrenswaarde : 40 µg/m³ PM 10 -daggrenswaarde : maximaal 35 overschrijdingen/jaar van daggemiddelde 50 µg/m³ In werking treding: 1 januari 2005 Nieuwe richtlijn luchtkwaliteit 2008/50/EG: PM 10 : herbevestiging grenswaarden PM 2.5 : jaargrenswaarde 25 µg/m³ in 2015 + vermindering stedelijke achtergrondconcentratie (- 20 % tg. 2020) PM 2.5 : indicatieve grenswaarde 20 µg/m³ in 2020 1. Normen fijn stof Wereldgezondheidsorganisatie: air quality guidelines: recommended to be achieved everywhere in order to significantly reduce the adverse health effects of pollution PM 10 : 20 µg/m³ jaargemiddeld, en dagnorm van 50 µg/m³ PM 2.5 : 10 µg/m³ jaargemiddeld, en dagnorm van 25 µg/m³ Doestelling ViA Pact 2020: Een vermindering in 2020 van de gemiddelde jaarconcentratie aan fijn stof (PM 10 ) met 25 % t.a.v. 2007, waarbij alle Europese fijn stof normen onverkort worden gerespecteerd
2. Evolutie PM-concentratie Gemodelleerde interpolatie van jaargemiddelde PM 10 - concentratie (µg/m³) in 2011 (VMM) 2. Evolutie PM-concentratie Gemodelleerde interpolatie van kans op overschrijding van de PM 10 - daggrenswaarde in 2011 (VMM)
2. Evolutie PM-concentratie Gemodelleerde interpolatie van jaargemiddelde PM 2,5 - concentratie (µg/m³) in 2011 (VMM) 2. Evolutie PM-concentratie Trend van het aantal dagen met PM 10 -concentratie > 50 µg/m³ voor de verschillende virtuele meetstations, 1996 2011 (VMM)
2. Evolutie PM-concentratie Trend van het % bevolking blootgesteld aan overschrijdingen van de PM 10 -jaargrenswaarde en PM 10 -daggrenswaarde, 1997 2011 (IRCEL) 2. Evolutie PM-concentratie
2. Evolutie PM-concentratie Overschrijdingen en maatregelen: Overschrijding van de PM 10 daggrenswaarde sinds inwerkingtreding 2005. Vlaams stofplan (2005). Actieplan fijn stof in industriële hotspotzones (2007). Actieplan fijn stof en NO 2 in de Antwerpse haven en de stad Antwerpen (2008). Nieuw Vlaams luchtkwaliteitsplan NO 2, met ook impact op fijn stof (transport) (2012). Maatregelen naar alle sectoren (wegverkeer, scheepvaart, gebouwenverwarming, landbouw, industrie). Vlaams beleid en bedrijfsspecifieke maatregelen naar diffuse stofemissies zijn sindsdien voorzien. Conclusies: 2. Evolutie PM-concentratie Hoge achtergrondconc. in Vlaanderen: buitenlandse invloed + eigen emissies. Ophoging in havengebieden + lokale hotspots: veel transport en geleide + niet-geleide industriële emissies. Sterke daling in conc. sinds begin van de metingen tot 2000. Na 2000 beperktere daling, maar zeker nog significant. Sterke invloed meteo. Jaar-tot-jaar variaties trend. Overschrijding PM 10 -daggrenswaarde vereist bijkomend beleid.
3. Evolutie PM-emissies Diffuse stofemissies door O&O niet gekwantificeerd 3. Evolutie PM-emissies Voorbije 15 jaar: belangrijke daling vnl. bij geleide industriële / energie emissies en verkeer VMM schat tot op heden niet de diffuse stofemissies + worden (nagenoeg) niet gerapporteerd in IMJV Daling geregistreerde emissies leidt niet langer tot evenredige daling in de gemeten concentraties: Buitenlands aandeel Secundair gevormd PM Evolutie niet-geregistreerde emissies (zoals diffuse stofemissies door 0&0)?
4. Bijdrage O&O In 2011 is rekentool voor diffuse stofemissies ontwikkeld (zie presentatie Vito) (Nagenoeg) geen rapportage in IMJV Wel schatting i.h.k.v. hotspotstudies bijdrage O&O aan PM 10 -conc. is hoog op specifieke locaties, bv. Antwerpen Luchtbal, Oostrozebeke, Roeselare haven 4. Bijdrage O&O VMM-studie chemische samenstelling van gemeten PM 10
4. Bijdrage O&O Reglementering: in functie van emissies (totaal) stof : Omwille van hanteerbaarheid Belangrijk aandeel PM 10 Verhouding PM 10 / TSP in de emissie (literatuur + meetcampagnes) enkele vb en: Kolen / ertsen: 40-70 % Ijzererts: 60-90 % Schroot: 60-70 % Granen: 30-50 % NPK-meststoffen: 30-50 % Oppervlaktebronnen Lage uitstoothoogte Wind-afhankelijk 5. Hinder-problematiek grote lokale impact mogelijk
6. Huidige regelgeving Voornamelijk voor geleide stofemissies, maar ook voor diffuse emissies: Verplichting toepassing Beste Beschikbare Technieken Exploitant mag geen hinder voor de omgeving veroorzaken Sectorale voorwaarden voor beperkt aantal activiteiten (5.2, 5.4, 5.6, 5.9, 5.10, 5.28, 5.29, 5.30) Bijzondere voorwaarden en stofbeheersplannen voor aantal inrichtingen Niet alle activiteiten zijn gereglementeerd Ook niet alle op- en overslagactiviteiten Reglementering is niet steeds uniform, bv.: Andere definitie stuivende stoffen Andere inhoud stofbeheersplan Doel: 7. Bijkomende regelgeving Alle op- en overslagactiviteiten waar diffuse stofemissies voorkomen omvatten dus niet enkel zuivere O&O-bedrijven Consistent (gelijke aanpak voor zelfde activiteiten, sectoroverschrijdend) Basis: BAT Reference document on emissions from storage - Veel insteek uit TA Luft en NeR NeR Studie in opdracht van LNE: - Onderzoek en inventarisatie van diffuse bronnen van fijn stof en de daarop aanwezige micropolluenten BBT op- en overslagactiviteiten in opdracht van GHA (niet officieel gepubliceerd, doch in stuurgroep akkoord over gedeelte lucht)
8. Nieuwe regelgeving Tot stand koming: Uitgebreid doelgroepenoverleg 02/2010 06/2011 Informeel overleg, bedrijfsbezoeken, overleg Nederland Eerste principiële goedkeuring VR 27 april 2012 Advies SERV & MINA-raad 13 september 2012 + bijkomend overleg Tweede principiële goedkeuring VR 30 november 2012 Advies Raad van State 7 januari 2013 Definitieve goedkeuring 18 januari 2013 Publicatie Belgisch Staatsblad 9 april 2013 8. Nieuwe regelgeving 3 reeksen bepalingen / klassen van bedrijven: Algemene bepalingen + gesloten opslag alle ingedeelde bedrijven Specifieke bepalingen i.f.v. overslagactiviteit (transportband, trechter, ) en voor open opslag bedrijven > 5.000 m 2 open opslagcapaciteit of 70.000 ton/jr overslag van stuivende stoffen Opstellen stofrapport bedrijven > 50.000 m 2 open opslagcap. of 700.000 ton/jr overslagcapaciteit van stuivende stoffen Grootste bedrijven moeten emissies inschatten en rapporteren Vlarem II: nieuwe afdeling 4.4.7. Beheersing van nietgeleide stofemissies Stofrapport : via Vlarem I (aanvraagformulier)
8. Nieuwe regelgeving Stoffen ingedeeld in 3 stuifcategorieën: SC1: stuifgevoelig, niet bevochtigbaar SC2: stuifgevoelig, bevochtigbaar SC3: nauwelijks stuifgevoelig Stuifcategorie Op basis van NeR; daar 5 categorieën, licht stuivend en sterk stuivend samengevoegd (bepalingen veelal dezelfde) Bijlage 4.4.7.1. geeft stuifcategorie alle bekende stoffen Bijlage kan aangevuld worden Procedures voorzien voor - Stoffen niet in de lijst - Stoffen die andere fysicochemische eigenschappen hebben 8. Nieuwe regelgeving Definities Stuivende stoffen Overslaghoeveelheid = max(aanvoer, afvoer); SC3 slechts voor 10% in rekening gebracht Opslagcapaciteit = opslag voorbehouden voor tijdelijke opslag excl. gesloten opslag; omvat dus geen deponieën en ophogingen. Bouwwerken: opslag op één moment. Dus: Overslag capaciteit varieert werkelijke hoeveelheid (nadeel: moeilijker na te gaan) Opslag capaciteit want makkelijker vast te stellen en minder variabel
8. Nieuwe regelgeving Vlarem-bepalingen: trapsgewijs Voornaamste maatregel (indien mogelijk): bevochtigen Afschermen Afzuigen Overkappen/gesloten uitvoering Aangevuld met procedures Belang van correct handelen Elementen in bijlage 4.4.7.2. (leidraad) - Niet algemeen van toepassing, daarom niet in Vlarem zelf - Bedrijf moet nagaan welke elementen relevant zijn - Opnemen in voorschriften werknemers 8. Nieuwe regelgeving Voor alle inrichtingen: Algemene bepalingen (Onderafdeling 4.4.7.1) - Maatregelen om stofemissies door opslag en transport van SS zo laag mogelijk te houden; i.f.v. met aard stoffen, type installatie, meteo, locatie; - Controle en onderhoud installaties die stofemissies kunnen veroorzaken en reductie-installaties; - Procedures en instructies voor beheersing stofemissies ter beschikking stellen van personeel (vanaf 1/1/2014); - Gemorste stoffen zo snel mogelijk verwijderen. Gesloten opslag (Art. 4.4.7.2.2) - SC1: gesloten opslag of afgedekt met netten of zeilen - Openingen: zo weinig en zo klein mogelijk - Overstortpunten zo ver mogelijk van openingen
Voorbeelden diffuus stof Stofverspreiding vanuit opslaghal Voorbeelden diffuus stof Stoffige inrichting
Voorbeelden goede praktijk Gesloten opslag Voorbeelden goede praktijk Verwijderen lokale stofophoping
8. Nieuwe regelgeving Voor grotere inrichtingen > 5.000 m 2 opslag of 70.000 t/jr overslag Bijzondere bepalingen (Afdeling 4.4.7.2.) Art. 4.4.7.2.4: info over onderhoudsbeurten bijhouden Art. 4.4.7.2.5: open opslag Art. 4.4.7.2.6: overslag Art. 4.4.7.2.7: verkeer Art. 4.4.7.2.8: toezicht Art. 4.4.7.2.9: overgangstermijn Art. 4.4.7.2.10: stofrapport 8. Nieuwe regelgeving Open opslag (Art. 4.4.7.2.5) Stoffen maximaal bevochtigen Bijkomend, voor zover mogelijk: - Windreductieschermen, ommuring of groenscherm; - Zo weinig mogelijk hopen; - Hellingsgraad Bij droog of winderig weer: extra besproeien of bespuiten met vastleggend middel Indien die maatregelen niet mogelijk: afdekken of gesloten opslag
Voorbeelden diffuus stof Stofverspreiding vanuit open opslag Voorbeelden goede praktijk Vochtig houden van opslaghopen
Voorbeelden goede praktijk Vochtig houden van opslaghopen Voorbeelden goede praktijk Windreductieschermen
8. Nieuwe regelgeving Overslag (Art. 4.4.7.2.6.) Algemeen: - SC2: bevochtigen - Procedures beschikbaar stellen (elementen uit bijlage 4.4.7.2) Grijpers - Goed aansluitende schalen - Gesloten of semigesloten grijper voor SC1 en SC2 - Elementen voor procedures: Niet overladen Geen bruuske bewegingen Laag zakken voor openen Voldoende lang in recipiënt laten bij ledigen Voorbeelden diffuus stof Onvoorzichtig lossen trechter
Voorbeelden diffuus stof Slecht gepositioneerde grijper boven binnenschip Voorbeelden diffuus stof Grijper zakt onvoldoende in trechter
Voorbeelden goede praktijk Grijper voldoende diep laten zakken Voorbeelden goede praktijk Grijper voldoende diep laten zakken
8. Nieuwe regelgeving Overslag (Art. 4.4.7.2.6.) Overslagpunten - SC2: bevochtigen of benevelen - Indien niet mogelijk of onvoldoende (= nog stof zichtbaar): windreductieschermen - Vast, SC1: behuizing of stofafzuiging (evt ook SC2 en SC3 als vorige maatregelen onvoldoende) - Mobiel, SC1: afscherming of stofafzuiging (evt ook SC2 en SC3 als vorige maatregelen onvoldoende) Voorbeelden goede praktijk Overslagpunt met behuizing
8. Nieuwe regelgeving Overslag (Art. 4.4.7.2.6.) Transportbanden - Code van goede praktijk (bijlage 4.4.7.2) - Indien onvoldoende: dwarsschermen of overkappingen - Indien nog onvoldoende: gesloten systeem - Nieuw systeem voor SC1: vanaf 2014: gesloten Storttrechters - SC1 (evt SC2): keerschotten of roosters - Vast, SC1: stofafzuiginstallatie (indien mogelijk) Stortgoten, vulbuizen, vulpijpen, transportbanden - Remschotten of einde aanpassen Vrachtwagens en treinwagons - Laadbak afdekken met dekzeil (SC1, evt SC2) - Valputten voorzien van keerschotten Voorbeelden diffuus stof Stofophoging onder en naast transportbanden
Voorbeelden goede praktijk Gesloten transportbanden Voorbeelden diffuus stof Overladen van trechter
Voorbeelden goede praktijk Dekzeil op een vrachtwagen 8. Nieuwe regelgeving Verkeer (Art. 4.4.7.2.7) Wegen schoonmaken Snelheid beperken Wegen besproeien Plaatsen voor op- en overslag reinigen Verspreiding op openbare weg voorkomen Toezicht (Art. 4.4.7.2.8) Tijdens overslagactiviteiten Doel = stofemissies snel waarnemen In voege treding (Art. 4.4.7.2.9) 1 juli 2015 Procedures en handelingen: 1 januari 2014
Voorbeelden diffuus stof Stoffig bedrijfsterrein Voorbeelden diffuus stof Niet-gereinigde voorkaai
Voorbeelden diffuus stof Niet-gereinigde kade Voorbeelden diffuus stof Stofverspreiding op openbare weg
Voorbeelden goede praktijk Proper houden bedrijfsterrein Voorbeelden goede praktijk Reinigen vrachtwagens
Voorbeelden goede praktijk Wielwasinstallatie 8. Nieuwe regelgeving Voor grootste inrichtingen > 50.000 m 2 opslag of 700.000 t/jr overslag Stofrapport (Art. 4.4.7.2.10. of aanvraagformulier Vlarem I) - Opslagcapaciteit en overslaghoeveelheden per stuifcategorie - Beschrijving behandeling stuivende stoffen + mogelijke stofbronnen - Maatregelen die al van kracht zijn + toetsing aan BBT/BREF - Overzicht mogelijke bijkomende maatregelen - Stappenplan invoering of motivatie niet invoeren - Beschrijving gehanteerde procedures en voorschriften - Wijze en periodiciteit van controle installaties - Bij MER volstaat verwijzing hiernaar Uitbreiding > 50%: addendum Vanaf 1 juli 2014 Niet-geleide stofemissies inschatten en rapporteren
Bedankt voor uw aandacht! Meer info? http://www.lne.be/themas/vergunningen http://www.lne.be/themas/luchtverontreiniging/ jasper.wouters@lne.vlaanderen.be steven.lauwereins@lne.vlaanderen.be