1 Mens en natuur in oorlogstijd Langs bossen en tuinen
2 I. Het bos Toen het Duitse leger op 4 augustus 1914 België binnenviel, vroegen mensen zich ongerust af of ze moesten vluchten of thuisblijven. Het oprukkende Duitse leger dreef anderhalf miljoen Belgen de eerste maanden op de vlucht. Bij de eerste geruchten over naderende Duitsers verscholen hele dorpen zich in de bossen. Vaak verlieten ze te voet hun huis zonder te weten waar ze zouden eindigen. Veel vluchtelingen trokken naar het neutrale Nederland. Tijdens hun zware tocht rustten ze uit in de bossen langs de weg. Ook tijdens de bezetting bleef het bos een schuilplaats voor velen. Werklozen die werden opgeroepen om in Duitsland te gaan werken, hielden zich soms hele winters schuil in de bossen. Belgen probeerden nog steeds naar Nederland te gaan Vluchtelingen bivakkeren in de Kapelse bossen en smokkelden brieven en informatie de grens over. Daarbij maakten ze bij voorkeur gebruik van bosrijke plaatsen om de grens over te steken. De Duitsers namen al snel maatregelen die dit allemaal bemoeilijkten. Ze kapten bomen langs de grens en installeerden er een draadversperring van meer dan 300 kilometer lang. De draad stond onder een dodelijke hoeveelheid elektrische spanning en kreeg de naam Dodendraad. Ook militairen vonden beschutting in de bossen. Zowel de Duitsers als de geallieerden gebruikten de bossen om hun militaire activiteiten verborgen te houden. Tijdens gevechten maakten de bomen het moeilijker voor de vijand om zijn doelwit te raken. Veel bomen werden tijdens de oorlog geveld door bommen of kapot geschoten. In de jaarringen van bomen vind je nu nog granaatscherven uit de Eerste Wereldoorlog. Vergelijk deze twee foto s van het front. Welk front denk je dat de soldaten verkozen en waarom? Maar de bossen boden ook rust en ontspanning. Soldaten met rust vlak achter het front kwamen hier op adem. Zo hadden de Duitsers in het Praatbos een badhuis en een bioscoop gebouwd. In de bossen achter het front werd vaak een veldhospitaal opgezet. Hier kregen gewonde soldaten eerste hulp, waarna de dokters beslisten wat er met hen moest gebeuren. Soldaten die het niet haalden, werden vaak in het bos begraven. In België heerste al snel een tekort aan levensmiddelen en brandstof. Zeker in de strenge winter van 1916-1917 hadden de bossen sterk te lijden onder de schaarste. Zowel militairen als burgers trokken door de bossen op strooptocht en kapten illegaal hout. Hele bossen moesten er aan geloven.
3 Tijdens de oorlog viel het bosbeheer grotendeels stil, nieuwe aanplantingen zouden toch worden opgeëist of geplunderd. Na de oorlog kreeg de voedselproductie voorrang en gekapte bossen werden massaal omgezet in landbouwgrond. Het stijgende water stopte het Duitse leger. De oorlog liep nu vast in een loopgravenoorlog. De IJzervlakte was van groot strategisch belang voor het Belgische leger. Een speciale eenheid was verantwoordelijk voor het onderhoud en de controle van de sluizen. II. De IJzer Het Duitse leger trok met grote snelheid door België. De fortengordels rond Luik en Antwerpen vielen en het Belgische leger moest zich terugtrekken in de Westhoek. Daar begonnen de uitgeputte soldaten op 18 oktober 1914 aan de Slag om de IJzer. Het zag er niet goed uit voor het Belgische leger: de soldaten waren moe en het leger kampte met een tekort aan wapens. Er moest dringend iets gebeuren. Daarom gaf de koning op 25 oktober zijn goedkeuring voor de onderwaterzetting van de IJzervlakte. Dit was geen nieuw idee. In 1600 gebruikten de inwoners van Nieuwpoort deze techniek bijvoorbeeld al om de vijand buiten te houden. In het gebied rond de IJzer lopen veel kleine waterwegen. Om te zorgen dat het gebied niet overstroomt, wordt het overtollige water bij laagwater naar de zee geleid. Als de sluizen niet bij eb (wanneer het zeepeil daalt) maar bij vloed (wanneer het zeepeil stijgt) worden geopend, loopt het zeewater juist naar de kleine waterwegen. Toen het Duitse leger zijn aanvallen tijdelijk staakte, grepen de Belgen hun kans. Drie nachten voer een bootje uit om de sluizen te openen. De eerste twee pogingen mislukten omdat het water te traag steeg. Maar derde keer, goede keer: op 2 november 1914 stond de IJzervlakte onder water. Vergelijk de kaart met de foto. Zie je de gelijkenissen? Leg aan de hand van de kaart en de foto uit hoe de onderwaterzetting in zijn werk ging. Het water bood dan wel militaire voordelen, het had ook nadelen. De loopgraven waren modderig en moesten continu onderhouden worden. De combinatie van vocht en kou bezorgde de soldaten loopgravenvoeten. Die ziekte zorgde ervoor dat voeten opzwollen, infecteerden en zelfs afstierven. Amputatie was dan de enige oplossing. Vanaf 1915 werden soldaten verplicht voldoende sokken mee te nemen, zodat ze niet dagenlang met vochtige voeten moesten rondlopen. Tijdens de zogenaamde voetcontroles controleerden
4 soldaten elkaars voeten. Voor elke soldaat die stierf tijdens gevechten, stierven er twee door ziekte in de loopgraven. Het eten aan het front was vaak onvoldoende en van slechte kwaliteit. Op rustige momenten kweekten de soldaten in de loopgraven daarom hun eigen groenten. Samen met de vis die ze uit de overstroomde delen haalden, vormden de groenten een aanvulling op hun rantsoen. De onderwaterzetting was niet zonder gevolgen voor de natuur. Tijdens de Eerste Wereldoorlog liep gedurende vier jaar zout zeewater in het zoete water van de rivier. Planten en dieren die enkel in zoetwater overleven, kregen het daardoor zwaar te verduren. Sommige soorten stierven uit. Na de oorlog kon het gebied rond de IJzer zich deels herstellen, maar het vertoonde niet meer dezelfde rijkdom als ervoor. III. Schaarste in oorlogstijd 2 december 1914 Over heel de lange steenweg naar Vichte, niets. Van hier voort echter verandert het uitzicht. In de herbergen bij de tramstatie krioelt het van soldaten - 't zijn zwaar gelaarsde Huzaren die in en uitlopen en... eten. De een heeft een haring, de andere een stuk vlees en allen knabbelen neerstig. In de herbergen heeft men het druk met 't bedienen van bier, koffie, borrels, 't geen de soldaten alles dooreen naar binnen gieten. Overal luidt het: dat 't regiment hier een paar maanden zal verblijven en de dorpelingen maken daarbij de bemerking: dat intussen alles zal opgegeten zijn en wij zelf van honger zullen omkomen. Stijn Streuvels. In oorlogstijd. Het volledige dagboek van de Eerste Wereldoorlog. De Britse blokkade verbood iedere vorm van handel met Duitsland en de bezette gebieden. Hierdoor kreeg ook bezet België al gauw te maken met een ernstig tekort aan voedingsmiddelen. Het feit dat de Duitse soldaten voortdurend alle voedsel opeisten, maakte de situatie nog moeilijker. Een lange lijst voedingsmiddelen als vlees, melk, boter, werd erg schaars en de prijzen schoten de hoogte in. Wat bevelen de Duitsers via deze affiches aan de bevolking van bezet België? Hoe zou de bevolking gereageerd hebben op die boodschappen? Doordat er weinig werk was, konden veel gezinnen die dure producten helemaal niet betalen. Na enkele maanden oorlog kreunde de Belgische bevolking onder een tekort aan calorieën. Enkel wie genoeg geld had, kon tegen woekerprijzen vlees, suiker of koffie kopen op de zwarte markt. Vier vijfde van de bevolking verloor tijdens de oorlogsjaren zo n 2 à 3 kg aan gewicht. Voor heel wat gezinnen was de enige manier om aan voeding te raken, aanschuiven bij de winkel van het hulpkomiteit. Die organisatie regelde de verspreiding van hulpgoederen van
5 overzee. Gezinnen kregen een rantsoenkaart en konden in deze winkels een vastgelegd aantal goederen kopen. Mannen, vrouwen en kinderen schoven ook aan voor soep die in plaatselijke schooltjes, kerkjes of cafés werd uitgedeeld. De Duitse overheid stond deze hulp toe omdat ze bang was dat de bevolking in opstand zou komen. Bovendien konden ze misschien ook nog wat van die hulpgoederen afnemen voor eigen gebruik. Een van de initiatieven binnen het Hulp- en voedingskomtiteit was het Werk van den Akker. Deze instelling organiseerde de promotie van eigen moestuintjes en ondersteunde de burgers om zo n tuintje aan te leggen. Ieder lapje grond kon gebruikt worden om groenten en fruit te kweken. Dat zou het voedingsprobleem niet oplossen maar alle beetjes hielpen. De organisatie werkte samen met het gemeentebestuur en deelde zaden, plantaardappelen en mest uit. Vooral in de steden was er een tekort aan grond. Stadsparken en braakliggende bouwgronden werden omgevormd tot kleine akkertjes waar de werklozen hun eigen aardappelen, erwtjes of boontjes kweekten. Alle geraniums verdwenen uit de parken, in de plaats groeide er nu savooikool. IV. De helende werking van de natuur In totaal sneuvelden zo n 10 miljoen soldaten tijdens de Eerste Wereldoorlog. Zo n 8,5 miljoen mannen hielden een blijvende handicap over. Ga naar deze site: http://edition.cnn.com/2014/06/26/opinion/schlich-world-war-iprosthetics/ Wat leren deze bronnen ons over de Eerste Wereldoorlog? Hoe tonen ze dat de oorlog naast onmetelijke gruwel op een vreemde manier ook vooruitgang bracht? Wat moest er gebeuren met al die invalide soldaten? Die mannen hadden dapper gestreden voor het vaderland maar konden het leger nu niet meer van nut zijn. De Belgische regering in ballingschap moest een oplossing vinden en dacht daarbij vooruit. Er zouden manschappen nodig zijn om Verminkte soldaten België na de bevrijding opnieuw te laten draaien. Dat die manschappen een arm of een been misten, hoefde daarbij geen onoverkomelijk probleem te zijn. De blinde, dove of verminkte soldaten werden verzameld in heropvoedingstehuizen waar ze les kregen. Naast algemene vakken leerden ze hoe je huizen moest metsen, hoe je een akker moest bewerken of groenten planten in een tuin. Zo zouden ze na de oorlog toch weer van nut kunnen zijn! Ga naar deze site: http://www.hiddenwounds.be/#start. Beluister enkele van de getuigenissen. Veroorzaakt oorlog enkel fysiek lijden? De oorlog liet niet enkel fysiek haar sporen na. Soldaten kregen ook psychische problemen door de constante gruwel en angst van de oorlog. Ze leden aan shellshock 1 of de klop. Dit psychische trauma kenmerkte 1 De naam shellshock is afkomstig van het geloof dat het vreemde gedrag van de soldaten iets te maken zou hebben met een schok door de luchtverplaatsing van de explosies.
6 zich door geheugenverlies, ongecontroleerde bewegingen, verlies van spraak, zicht of gehoor zonder duidelijk aantoonbare fysieke reden. Men wist niet goed blijf met deze soldaten. Heel wat legeroversten en militaire dokters toonden weinig begrip en verweten de soldaten een gebrek aan discipline en moed. Aanvankelijk was er weinig aandacht voor gespecialiseerde opvang.
7 Colofon Geheugen Collectief vzw Cuperusstraat 5, 2018 Antwerpen Ondernemingsnummer: 0816.853.628 www.geheugencollectief.be Dit rapport werd opgemaakt door Maarten Mahieu, Rosan Meijer en Jonas Raats onderzoekers van Geheugen Collectief in opdracht van Floraliën. Geheugen Collectief vzw 2016