Schouwen-Duiveland. woning Zeedahliaweg 3, Renesse. goede ruimtelijke onderbouwing. NL.IMRO.Invullen 22-10-2012 concept 201863.009176.



Vergelijkbare documenten
ZOETERMEER Rokkeveenseweg 182 RUIMTELIJKE ONDERBOUWING

Westvoorne. Vogelwerende voorziening Trafostation Ommeloopweg Tinte. Ruimtelijke onderbouwing definitief

Onderzoek Luchtkwaliteit

RO Wielemakersbaan 6 Ride by the Sea

bijlagen bij de Toelichting

Bedrijvenpark H2O. Oldebroek. Onderzoek luchtkwaliteit. ing. D.R. Boer. projectnummer: datum: status: concept

Ruimtelijke onderbouwing

Duinkampen 23 te Paterswolde

2 e Plan van wijziging Globaal Bestemmingsplan Houten Vinex. Houtensewetering naast 45

Tabel 1 Grenswaarden maatgevende stoffen Wet luchtkwaliteit stof toetsing van grenswaarde geldig stikstofdioxide (NO 2 )

Onderzoek Luchtkwaliteit

Oude Badweg 60 Eelderwolde

Omgevingsvergunning Everard Meysterweg 12 (Gelegen Achter De Percelen Everard Meysterweg 14 T/M 20)

Aanleg paardenbak Het Zuid 34 Drachten

Bestemmingsplan Hoofdweg 237 te Paterswolde V O O R O N T W E R P

Gemeente Achtkarspelen Ruimtelijke onderbouwing 'het uitbreiden van de woning met een aanbouw' op het perceel de Wedze 22a te Twijzel

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING

Wijzigingsplan i.c. Bestemmingsplan Eastermar It Heechsân 2008, It Heechsân 7A (aanbrengen bouwvlak)

Wijzigingsplan Oentsjerk, De Pleats 3 (wijziging bouwvlak)

Ruimtelijke onderbouwing. Bouw zeven garageboxen achter Kerkstraat 18 Voorthuizen

Datum Referentie Uw referentie Behandeld door 12 februari v3 M. Blankvoort

TOELICHTING. op het wijzigingsplan Dwarsweg 17, behorende bij het bestemmingsplan Horstermeer van de gemeente Wijdemeren

Bestemmingsplan 'Dorpsplein 9 te Eede'

Dongen. Woning Martinus Nijhoffstraat. Ruimtelijke onderbouwing definitief. ing. J.C.C.M. van Jole

Bestemmingsplan Grootegast - Weegbree 1. Vastgesteld 26 februari 2013

Toelichting. Wijzigingsplan i.c. bestemmingsplan Sumar, Master de Vrieswei 22-22A (wijziging bestemming)

(ontwerp) ruimtelijke onderbouwing afwijking BP Asserstraat 31 Vries

Notitie. 1 Inleiding. Figuur 1 Weergave voornemen 1 / 7

Gemeente Achtkarspelen (ontwerp) Ruimtelijke onderbouwing "bouwen van een woning op het perceel de Wide Pet 14 te Harkema"

Omgevingsvergunning Ruimtelijke onderbouwing Duifhuizerweg perceel Uden, P, 983 te Uden. concept

Ruimtelijke onderbouwing ten behoeve van functiewijziging Agrarisch naar Wonen van de boerderij aan de Wergeasterdyk 45 Leeuwarden

Oude Tempel Soesterberg Milieukundige onderzoeken luchtkwaliteit en bedrijven en milieuzonering

Ruimtelijke onderbouwing Fort Imperial te Breskens

Verlengen stal op het perceel Dorpsstraat 74 te Zuidlaarderveen

Stedenbouw/welstandsrichtlijnen Aangezien er enkel een interne verbouwing zal plaatsvinden, zal de uiterlijke verschijningsvorm niet wijzigen.

Projectbesluit Watermolendijk 3 Eelde

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING. Realisatie kunstwerk Bestemming Drachten Markeringspunt Noord

Buitengebied Efterwei 23, Rottevalle

Ruimtelijke onderbouwing

Ruimtelijke onderbouwing Leveroyseweg 14, Heythuysen

Wet luchtkwaliteit. Woningbouwlocatie locatie Boterbogten te Steensel

B&W-voorstel. Onderwerp: Ruimtelijke onderbouwing 'Herontwikkeling Weidestraat 2'

WIJZIGINGSPLAN Buitengebied Zuid Herziening 2007, deelplan 3 e Zandwijkje 8 te Hollandscheveld

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Schalkwijkseweg 22

Ruimtelijke onderbouwing. Aanleg carpoolvoorziening Noorderhogeweg Drachten

GEMEENTE HOOGEVEEN. Wijzigingsplan Buitengebied Noord, deelplan Noorderhoofddiep 16 te Nieuweroord. Vastgesteld

Gasthuisbergweg 18 te Wijchen

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING

Toelichting 1 Inleiding 2 Beleidskader 3 Beoordeling

Ruimtelijke onderbouwing voor de bouw van een woning aan Laurens Stommespad 2 te Middelburg

B&W-voorstel. Onderwerp: (concept) ruimtelijke onderbouwing Eindhovenlaan 1. 1) Status

Ruimtelijke onderbouwing

Skuniadyk 14 te Bakhuizen

In werking treden vergunning en onherroepelijkheid De vergunning treedt in werking een dag na afloop van de beroepstermijn. Deze vergunning ligt

Hoofdstuk 5 Milieu en Landschap

Bouw van een woning + bijgebouw Achterwei 31 Oudega

Onderwerp : Verklaring van geen Bedenkingen: bouwen loods aan de Middendijk 7 te Usquert

JANSEN RAADGEVEND INGENIEURSBUREAU

Ruimtelijke onderbouwing kleinschalige uitbreiding olfantenstal Heiderschoor 24 te Mierlo Luchtfoto perceel Heiderschoor 24

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING. Oprichten aanduidingsmast McDonald s Vlietweg 16 te Santpoort-Noord

Gemeente Bergen op Zoom

Bouwplan voor het realiseren van een werktuigenberging

Een goede ruimtelijke ordening. Henry de Roo

[lege A4 t.b.v. dubbelzijdig afdrukken]

Beoordeling luchtkwaliteit Wilhelminalaan e.o.

Ruimtelijke onderbouwing

Actualisatie Toets luchtkwaliteit bestemmingsplan Spijkvoorder Enk

Datum Referentie Uw referentie Behandeld door 29 maart M. Souren

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING T.B.V. HET PLAATSEN VAN (MODEL) TUINHUISJES AAN DE NIEUWE RIJKSWEG 25 TE S-HEER HENDRIKSKINDEREN

Toelichting 'Wijzigingsplan Eerste Weg 4' te Nieuw- en Sint Joosland

(ontwerp) Projectbesluit Hogeweg 30 Zuidlaren

Ruimtelijke motivering. Molenstraat 1a te s-hertogenbosch. Functiewijziging van wonen naar kleinschalig hotel

Ruimtelijke onderbouwing bij Wabo Projectbesluit

Ruimtelijke onderbouwing

Ruimtelijke onderbouwing. Zorghotel Schipholweg. Haarlem

BIJLAGE 2 - VOORSCHRIFTEN - PLANKAART

Notitie. Aan : Roel Volman (SO, team bestemmingsplannen) Van : Paul Bruijkers (SO, Ingenieursbureau) Datum :

Burg. J.G. Legroweg 98 te Eelde

3. Gewenste ontwikkeling Milieu Planbeschrijving Inspraak Voorschriften 7

Inhoud van de toelichting

Ruimtelijke onderbouwing Hollandseweg 19, Someren. Gemeente Someren

Middelburg Loods Muidenweg. Wijzigingsplan

Wijzigingsplan Zandertje 17 te Breskens. Vastgesteld door Gedeputeerde Staten van Zeeland d.d. 24 september 2013 (NL.IMRO.9929.WBZandertje17-VA01)

OEGSTGEEST Huge de Vrieslaan 4 RUIMTELIJKE ONDERBOUWING

Violenstraat 76/78. Ruimtelijke onderbouwing. April # v1 - VIOLENSTRAAT RUIMTELIJKE ONDERBOUWING

OEGSTGEEST Hugo de Vrieslaan 4 RUIMTELIJKE ONDERBOUWING

Buitengebied Zuid, Herziening 2007, deelplan Coevorderstraatweg 109

Toelichting. Leeuwarden Buitengebied - Omzetten intensieve naar reguliere veehouderij Brédyk 185 Wirdum

17020 RO KANAALDREEF 10 PHILIPPINE

memo INLEIDING 1 Toets NIBM; 2 Toets grenswaarden in het kader van goede ruimtelijke ordening; WETTELIJK KADER Bogor projectontwikkeling

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING WINDROOS, SLIEDRECHT

od205sl wijzigingsplan De Volgerlanden-Oost, 2e wijzigingsplan gebied B1 Toelichting Wijzigingsprocedure Opzet van het wijzigingsplan Milieuaspecten

Bestemmingsplan Heiligerlee en Westerlee, plan van wijziging IJsvereniging Heiligerlee V O O R O N T W E R P

Gemeente Achtkarspelen (ontwerp) Ruimtelijke onderbouwing "het realiseren van 15 camperplaatsen Blauhûsterwei 49 te Boelenslaan"

Ruimtelijke onderbouwing Clermontstraat 10 te Margraten. Gemeente Eijsden-Margraten

bestemmingsplan Ammerzoden herziening 2013, Hoge Heiligenweg 12 datum: 5 september 2013 projectnummer: R.2011 gemeente Maasdriel

Ruimtelijke onderbouwing voor 4 parkeerplaatsen t.b.v. Medisch Maatschappelijk Centrum, grenzend aan de Schoolstraat 23 te Nieuw-Vennep

Ruimtelijke onderbouwing

Bestemmingsplan Buitengebied Noord, deelplan Noorder Hoofddiep 15 te Nieuweroord

Akoestisch onderzoek Heilleweg 23 wegverkeerslawaai

Transcriptie:

Schouwen-Duiveland woning Zeedahliaweg 3, Renesse goede ruimtelijke onderbouwing identificatie planstatus identificatiecode: datum: status: NL.IMRO.Invullen 22-10-2012 concept projectnummer: 201863.009176.00 projectleider: ir. C.A. Louws

Inhoud van de toelichting 1. Inleiding 3 1.1. Aanleiding 3 1.2. Leeswijzer 3 1.3. Ligging projectgebied 3 1.4. Projectbeschrijving 5 1.5. Conclusies ruimtelijke onderbouwing 6 2. Ruimtelijke onderbouwing 7 2.1. Inleiding 7 2.2. Toetsing aan beleid 7 2.3. Omgevingsaspecten 9 2.3.1. Archeologie 9 2.3.2. Relatie omliggende functies 9 2.3.3. Wegverkeerslawaai 9 2.3.4. Bodemkwaliteit 10 2.3.5. Water 10 2.3.6. Luchtkwaliteit 11 Conclusie 13 2.3.7. Externe veiligheid 13 2.3.8. Ecologie 13 2.3.9. Kabels en leidingen 14 2.4. Financiële aspecten 14 2.4.1. Financiële uitvoerbaarheid 14 Bijlagen: 1 Wateradvies Adviesbureau RBOI 201863.009176.00

2 Inhoud van de toelichting 201863.009176.00 Adviesbureau RBOI

1. Inleiding 3 1.1. Aanleiding Aan de Zeedahliaweg 3 te Renesse is een vrijstaande woning gesitueerd. De eigenaar is voornemens de huidige woning te slopen en hiervoor in de plaats een nieuwe, grotere, woning te realiseren. De locatie is juridisch planologisch geregeld in het bestemmingplan bebouwde kom 'Renesse' (2007). De beoogde ontwikkeling past niet in dit bestemmingsplan. De gemeente Schouwen-Duiveland heeft aangegeven planologische medewerking te verlenen aan het initiatief door middel van een omgevingsvergunning ingevolge de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) voor afwijking van het bestemmingsplan. In artikel 2.12 lid 1 sub a onder 3 van de Wabo kan de omgevingsvergunning voor afwijken van het bestemmingsplan slechts worden verleend indien de activiteit niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening en de motivering van het besluit een goede ruimtelijke onderbouwing bevat. Een aanvraag voor een dergelijke vergunning dient daarom vergezeld te gaan van een goede ruimtelijke onderbouwing (GRO). Voorliggende rapportage bevat deze GRO. 1.2. Leeswijzer Een ruimtelijke onderbouwing moet bestaan uit: Wettelijke vereisten Waar in dit document? Een beschrijving van het initiatief/project Paragraaf 1.4. Een conclusie, waarin aan de hand van de belangenafweging en de afstemming van het project op zijn omgeving wordt aangegeven dat het project Paragraaf 1.5. voldoet aan de eis van een goede ruimtelijke ordening, met vermelding van de maatregelen (voorschriften of beperkingen). De conclusies van het onderzoek naar het beleid en de omgevingsaspecten. Paragraaf 2.2 en 2.3. De economische uitvoerbaarheid, inclusief het kostenverhaal. Paragraaf 2.4 1.3. Ligging projectgebied Het perceel ligt aan de Zeedahliaweg in een woongebied ten zuidwesten van de historische kern van Renesse (zie figuur 1.1). De woonwijk is de westelijke planmatige uitbreiding van kern. In dit deel van Renesse staan voornamelijk vrijstaande woningen. De kavels hebben over het algemeen gangbare perceelsafmetingen. De wijk heeft een groen profiel, door de vrijstaande woningen op groene kavels en begeleidend groen aan de woonstraten. Adviesbureau RBOI 201863.009176.00

4 Inleiding Tussen de projectlocatie en de historische kern ligt een bosgebied. De kavel ligt aan een lus van de Zeedahliaweg. Figuur 1.1. Ligging projectlocatie 201863.009176.00 Adviesbureau RBOI

Inleiding 5 1.4. Projectbeschrijving De bestaande woning op de locatie Zeedahliaweg 3 zal worden gesloopt en worden vervangen door een nieuwe, grotere, woning. De nieuwe woning zal ten opzichte van de bestaande woning, 5 meter verder naar de achterzijde van het perceel worden geplaatst. Hierdoor ontstaat een grotere voortuin en een betere inpassing in het straatbeeld (zie figuur 1.2). De nieuwe woning bestaat uit één bouwlaag met een zadeldak met wolfseinden. De nokhoogte bedraagt circa 8,5 meter en de goothoogte circa 2,5 meter. Op de begane grond is (aansluitend aan de keuken) een uitbouw voorzien. Op het dak van de uitbouw is een dakterras voorzien dat vanaf de eerste verdieping bereikbaar is. De belangrijkste leefruimten zijn georiënteerd aan de voorzijde van de woning om hiermee optimaal gebruik te maken van de lichtinval. Aan deze zijde is aangrenzend aan de woning ook een pergola met schuifdak voorzien. De gevels worden afgewerkt met een lichte gevelsteen. Aan de onderzijde zullen de gevels afgewerkt worden met een donkere plint van circa 30 centimeter. Het dak wordt voorzien van een rieten dakafwerking. In figuur 1.3 zijn aanzichten van de beoogde woning opgenomen. Parkeren vindt plaats op eigen terrein op de bestaande oprit parallel aan de perceelsgrens met de woning op Zeedahliaweg nummer 1. Figuur 1.2. Ligging bouwplan (bron: architectenbureau Willem Kort bna) Adviesbureau RBOI 201863.009176.00

6 Inleiding Figuur 1.3. Aanzichten nieuwe woning (bron: architectenbureau Willem Kort bna) 1.5. Conclusies ruimtelijke onderbouwing De sloop van de bestaande woning en de bouw van een nieuwe woning past in de omgeving. Vanuit sectoraal beleid en wetgeving op het gebied van milieu bestaan geen belemmeringen voor het voornemen. De financiële uitvoerbaarheid is afdoende aangetoond. 201863.009176.00 Adviesbureau RBOI

2. Ruimtelijke onderbouwing 7 2.1. Inleiding In dit hoofdstuk wordt de bouw van de woning beoordeeld op basis van het geldende beleidskader en de sectorale aspecten. Verschillende onderdelen staan uitgebreider beschreven in de bijlagen. 2.2. Toetsing aan beleid Rijks- en Provinciaal beleid Rijksbeleid: Structuurvisie infrastructuur en ruimte (SVIR) Het rijksbeleid is in het algemeen van een dusdanig abstractieniveau dat hieraan geen concrete conclusies voor particuliere initiatieven kunnen worden ontleend. Provinciaal beleid: Omgevingsplan Zeeland 2012-2018 Het provinciaal ruimtelijk beleid is neergelegd in het Omgevingsplan Zeeland. Voor de ruimtelijke belangen die het provinciebestuur van provinciaal belang acht, heeft een vertaling plaatsgevonden in algemene regels die zijn opgenomen in de provinciale verordening ruimte (PRV, zie hierna). Wonen Het bieden van voldoende ruimte voor wonen vormt het uitgangspunt van het provinciale woonbeleid. Bundeling, zorgvuldig ruimtegebruik en het realiseren van kwaliteit en diversiteit staan daarbij centraal. Het Omgevingsplan verzet zich niet tegen het vervangen van een woning in een bestaand woongebied. Provinciale Ruimtelijke Verordening (PRV) Voor de ruimtelijke onderwerpen die het provinciebestuur heeft aangemerkt als van 'provinciaal belang' is een beschermende regeling opgenomen in de Provinciale ruimtelijke verordening Zeeland (PRV). Op grond van de Wro dient een gemeentebestuur bij het vaststellen van een ruimtelijk plan de algemene regels van de PRV in acht te nemen. In de PRV zijn geen relevante thema s opgenomen die betrekking hebben op de projectlocatie. Gemeentelijk beleid Bestemmingsplan 'Bebouwde Kom Renesse' (2007) De gronden van de projectlocatie zijn opgenomen in het bestemmingsplan bebouwde kom 'Renesse' (vastgesteld 2007). In figuur 2.1 is een kaartfragment opgenomen waarin de projectlocatie is weergegeven. Binnen het bouwvlak hebben de gronden de bestemming Woondoeleinden met de aanduiding: Wv (vrijstaand). Ter plaatse mogen vrijstaande woningen, aan- en uitbouwen en bijgebouwen en andere bouwwerken worden gebouwd. Adviesbureau RBOI 201863.009176.00

8 Ruimtelijke onderbouwing Buiten het bouwvlak geldt de bestemming Woondoeleinden met de aanduiding W(z). Op deze gronden zijn geen gebouwen en overkappingen toegestaan. Woningen mogen uitsluitend binnen de op de plankaart aangegeven bebouwingsvlakken worden gebouwd en moeten hierbij met de voorgevel in de voorgevellijn (dikkere zwarte lijn: in figuur 2.1) worden opgericht. De breedte van de een vrijstaande woning bedraagt minimaal 6,5 en maximaal 20 meter. De afstand tot de zijdelingse perceelsgrens bedraagt bij vrijstaande woningen ten minste 3 meter. Binnen het bouwvlak is door middel van een cijfer de maximale dakvoethoogte aangegeven, deze bedraagt voor de projectlocatie 3 meter. Een woning mag maximaal 10 meter hoog zijn en dekhelling mag maximaal 55 bedragen. De gronden aan de achterzijde van het perceel zijn bestemd als Groenvoorzieningen (lichtgroen gespikkelde vlak in figuur 2.1). Deze gronden zijn bestemd voor plantsoen, bermstroken, bermsloten, waterpartijen, paden, verhardingen, speelvoorzieningen, straatmeubilair, afvalverzamelvoorzieningen, voorzieningen ten behoeve van openbaar nut, geluidwerende voorzieningen en andere tot de bestemming behorende groen- en recreatieve voorzieningen. Het realiseren van de nieuwe woning is niet mogelijk binnen het geldende bestemmingsplan omdat de woning gedeeltelijk buiten het bouwvlak is geprojecteerd. Figuur 2.1. Fragment plankaart bestemmingsplan Bebouwde Kom Renesse 201863.009176.00 Adviesbureau RBOI

Ruimtelijke onderbouwing 9 2.3. Omgevingsaspecten 2.3.1. Archeologie Normstelling en beleid Bij ruimtelijke onderbouwingen, dient aandacht te worden besteed aan archeologische aspecten. De gemeenteraad van Schouwen-Duiveland heeft op 28 februari 2008 het 'archeologiebeleid Schouwen-Duiveland' vastgesteld. Beoordeling In het kader van het archeologiebeleid is een archeologische waarde- en verwachtingskaart opgesteld. Uit de kaart blijkt dat ter plaatse van het perceel Zeedahliaweg 3 sprake is van onderzoeksgebied A. Dit correspondeert met een Waarde Archeologie 6. Uit het archeologiebeleid blijkt dat in dergelijke gevallen archeologisch onderzoek moet worden ingesteld bij nieuwe ontwikkelingen wanneer sprake is van een omvang van meer dan 2.500 m 2 en een verstoringsdiepte van meer dan 50 cm. Het totale perceel heeft een oppervlakte van circa 900 m 2. Daarnaast vinden graafwerkzaamheden ten behoeve van sloop- en bouwwerkzaamheden slechts op een deel van het perceel plaats. Archeologisch onderzoek is dan ook niet nodig. Conclusie Het aspect archeologie vormt geen belemmering. 2.3.2. Relatie omliggende functies Normstelling en beleid Milieuzonering: richtafstanden Milieuzonering is het aanbrengen van ruimtelijke scheiding tussen milieuhinderlijke en milieugevoelige functies. In de praktijk van de ruimtelijke ordening wordt hiervoor aangesloten bij de richtafstanden van de publicatie 'Bedrijven en Milieuzonering' van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG, editie 2009). Goede ruimtelijke ordening Op grond van jurisprudentie dient in een ruimtelijke onderbouwing te worden aangetoond dat sprake is van een goede ruimtelijke ordening. In dit kader is dan van belang dat gemotiveerd wordt dat er geen nadelige milieugevolgen zijn voor de omgeving. Onderzoek In de direct omgeving zijn geen milieubelastende inrichtingen aanwezig, waarvoor een richtafstand geldt die ligt over het plangebied. Milieuhinder is dan ook niet te verwachten. Conclusie Het aspect relatie met omliggende functies vormt geen belemmering voor de beoogde ontwikkeling. 2.3.3. Wegverkeerslawaai Normstelling en beleid Woningen worden door de wet geluidhinder als geluidsgevoelige functie aangemerkt en moeten voldoen aan de normen die zijn gesteld in de Wet geluidhinder (hierna Wgh). Langs alle wegen bevinden zich ingevolge de Wgh geluidszones, met uitzondering van woonerven en 30 km /uur-gebieden. Binnen de geluidszone van een weg dient de geluidsbelasting aan de gevel van geluidgevoelige bestemmingen (onder andere woningen) aan bepaalde wettelijke normen te voldoen. De breedte van een geluidszone is afhankelijk van het aantal rijstroken en de ligging van de weg (binnen- en buitenstedelijk). De Adviesbureau RBOI 201863.009176.00

10 Ruimtelijke onderbouwing geluidszone ligt aan weerszijden van de weg, gemeten vanaf de kant van de weg. De Zeedahliaweg is echter een 30 km / uur weg; er geldt dan ook geen wettelijke geluidszone. Akoestisch onderzoek naar wegverkeerslawaai in de nieuwe situatie is op grond van de Wgh niet verplicht. Op basis van jurisprudentie moet echter in het kader van een goede ruimtelijke ordening aannemelijk worden gemaakt dat er sprake is van een aanvaardvaar geluidsniveau op de gevel van de nieuw te bouwen woning. Onderzoek De Zeedahliaweg is een doodlopende straat (met een maximum snelheid van 30 km/h). De weg wordt uitsluitend gebruikt voor bestemmingsverkeer. In de huidige situatie wordt de voorkeursgrenswaarde aan de gevel van de woning van 48 db niet overschreden. Bij de beoogde ontwikkeling wordt de afstand tussen de woning en de wegas vergroot waardoor de akoestische situatie verbetert. Er wordt dan ook geconcludeerd dat sprake is van een aanvaardbaar akoestisch klimaat. Conclusie Het aspect wegverkeerslawaai vormt geen belemmering voor de beoogde ontwikkeling. 2.3.4. Bodemkwaliteit Normstelling en beleid Het beleid van de provincie Zeeland gaat uit van het principe dat de bodem geschikt dient te zijn voor de beoogde functie. De gewenste functie bepaalt als het ware de gewenste bodemkwaliteit. Onderzoek De huidige functie betreft wonen, de toekomstige functie betreft eveneens wonen. Derhalve is een verkennend bodemonderzoek in het kader van een functiewijziging niet aan de orde. Echter voor het uitvoeren van de bouwwerkzaamheden dient in het kader van de omgevingsvergunning voor bouwen wel een bodemonderzoek te worden uitgevoerd. Dit in verband met de grondwerkzaamheden. Conclusie Het aspect bodem vormt geen belemmering voor de beoogde ontwikkeling. In het kader van de omgevingsvergunning voor bouwen dient nog wel een bodemonderzoek overlegd te worden. 2.3.5. Water Normstelling en beleid Watertoets Voor ruimtelijke plannen is de watertoets verplicht. De initiatiefnemer dient in dat kader in een vroeg stadium overleg te voeren met de waterbeheerder over het ruimtelijke planvoornemen. Hiermee wordt voorkomen dat ruimtelijke ontwikkelingen in strijd zijn met duurzaam waterbeheer. Het plangebied ligt binnen het beheersgebied van waterschap Scheldestromen, verantwoordelijk voor het waterkwaliteits- en waterkwantiteitsbeheer. Deze waterparagraaf zal voorgelegd worden aan de waterbeheerder. Het waterschap zal hiervoor het wateradvies afgegeven. Beoordeling 201863.009176.00 Adviesbureau RBOI

Ruimtelijke onderbouwing 11 Bij de voorbereiding van deze ruimtelijke ontwikkeling is overleg gevoerd met het Waterschap Scheldestromen. Daarbij is gekeken naar de toetsingstabel die het Waterschap hanteert bij de beoordeling van ruimtelijke ontwikkelingen. Hierna is de betreffende tabel opgenomen met de voor het bouwplan aan de orde zijnde uitwerking. Thema Veiligheid (waterkering) Wateroverlast Riolering Watervoorziening Volksgezondheid Bodemdaling Oppervlaktewaterkwaliteit Grondwaterkwaliteit Verdroging Natte natuur Onderhoud waterlopen Waterschapswegen beoogde functiewijziging De ontwikkeling is niet gelegen binnen de veiligheidszone van een waterkering. Ten opzichte van de huidige situatie zal het totaal verhard oppervlak slechts zeer beperkt toenemen. In de huidige functie staat er één woning, in de toekomstige situatie ook. De vergroting van de oppervlakte leidt niet tot een bergingsopgave. Vanuit de woning wordt een gescheiden rioolstelsel aangelegd dat wordt aangesloten op de bestaande gemende rioolstelsel van de Zeedahliaweg. De ontwikkeling beïnvloed de watervoorziening niet. De ontwikkeling beïnvloed de volkgezondheid niet. Niet van toepassing Bodemdaling zal niet optreden. De oppervlaktewaterkwaliteit wordt door de functiewijziging niet nadelig beïnvloed. Er wordt niet gebouwd in een natuurgebied, (specifiek daarvoor bedoeld) infiltratiegebied en/of gebied voor drinkwatervoorziening. De ontwikkeling beïnvloed de verdroging niet. De percelen grenzen niet aan natte natuurgebieden. Bovendien wordt de waterhuishouding niet aangepast. Onderhoudswerkzaamheden worden niet belemmerd, een waterloop is niet aanwezig in het plangebied. Er liggen geen waterschapswegen binnen of nabij het plangebied. Conclusie Vanuit waterhuishoudkundige situatie zijn er geen belemmeringen te verwachten bij de beoogde ontwikkeling. 2.3.6. Luchtkwaliteit Normstelling en beleid Het toetsingskader voor luchtkwaliteit wordt gevormd door hoofdstuk 5, titel 5.2, van de Wet milieubeheer. De Wet milieubeheer bevat grenswaarden voor zwaveldioxide, stikstofdioxide en stikstofoxiden, fijn stof, lood, koolmonoxide en benzeen. Hierbij zijn in de ruimtelijke ordeningspraktijk langs wegen vooral de grenswaarden voor stikstofdioxide (jaargemiddelde) en fijn stof (jaar- en daggemiddelde) van belang. De grenswaarden van de laatstgenoemde stoffen zijn in onderstaande tabel 2.1 weergegeven. De grenswaarden gelden voor de buitenlucht, met uitzondering van een werkplek in de zin van de Arbeidsomstandighedenwet. Tabel 2.1. Grenswaarden maatgevende stoffen Wm stof toetsing van grenswaarde geldig stikstofdioxide (NO 2 ) 1) jaargemiddelde concentratie 60 µg / m³ 2010 tot en met 2014 Adviesbureau RBOI 201863.009176.00

12 Ruimtelijke onderbouwing jaargemiddelde 40 µg / m³ vanaf 2015 concentratie fijn stof (PM 10 ) 2) jaargemiddelde 40 µg / m³ vanaf 11 juni 2011 concentratie 24-uurgemiddelde concentratie max. 35 keer p.j. meer vanaf 11 juni 2011 dan 50 µg / m³ De toetsing van de grenswaarde voor de uurgemiddelde concentratie NO2 is niet relevant aangezien er pas meer overschrijdingsuren dan het toegestane aantal van 18 per jaar zullen optreden als de jaargemiddelde concentratie NO2 de waarde van 82 µg/m3 overschrijdt. Dit is nergens in Nederland het geval. Bij de beoordeling hiervan blijven de aanwezige concentraties van zeezout buiten beschouwing (volgens de bij de Wm behorende Regeling beoordeling Luchtkwaliteit 2007) Op grond van artikel 5.16 van de Wm kunnen bestuursorganen bevoegdheden die gevolgen kunnen hebben voor de luchtkwaliteit (zoals de vaststelling van een bestemmingsplan) uitoefenen indien: de bevoegdheden/ontwikkelingen niet leiden tot een overschrijding van de grenswaarden (lid 1 onder a); de concentratie in de buitenlucht van de desbetreffende stof als gevolg van de uitoefening van die bevoegdheden per saldo verbetert of ten minste gelijk blijft (lid 1 onder b1); bij een beperkte toename van de concentratie van de desbetreffende stof, door een met de uitoefening van de betreffende bevoegdheid samenhangende maatregel of een door die uitoefening optredend effect, de luchtkwaliteit per saldo verbetert (lid 1 onder b2); de bevoegdheden/ontwikkelingen niet in betekenende mate bijdragen aan de concentratie in de buitenlucht (lid 1 onder c); het voorgenomen besluit is genoemd of past binnen het omschreven Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) of een vergelijkbaar programma dat gericht is op het bereiken van de grenswaarden (lid 1 onder d). In het kader van een goede ruimtelijke ordening wordt bij het opstellen van ruimtelijke plannen uit oogpunt van de bescherming van de gezondheid van de mens tevens rekening gehouden met de luchtkwaliteit ter plaatse van het plangebied. Besluit niet in betekenende mate (nibm) In het Besluit nibm en de bijbehorende regeling is exact bepaald in welke gevallen een project vanwege de beperkte gevolgen voor de luchtkwaliteit niet aan de grenswaarden hoeft te worden getoetst. Dit kan het geval zijn wanneer een project een effect heeft van minder dan 3% van de jaargemiddelde grenswaarde NO 2 en PM 10, of indien een project in een specifiek aangeduide categorie valt (zoals woningbouw met 1 ontsluitingsweg en minder dan 1.500 woningen). Onderzoek Deze voorliggende ontwikkeling betreft de vervanging van een bestaande woning door een nieuwe woning en valt dan ook ruimschoots binnen de categorie woningbouw minder dan 1.500 woningen. Dit betekent dat de ontwikkeling niet in betekenende mate bijdraagt aan de concentratie luchtverontreinigende stoffen en dat verdere toetsing aan de grenswaarden vanuit de wetgeving niet nodig is. In het kader van een goede ruimtelijke ordening is op basis van de Monitoringstool de luchtkwaliteit in de omgeving van het plangebied in beeld gebracht. Uit de monitoringstool blijkt dat in 2011 langs de maatgevende wegen in de omgeving van het plangebied de concentratie stikstofdioxide en fijn stof aanzienlijk minder bedraagt dan de grenswaarden: 201863.009176.00 Adviesbureau RBOI

Ruimtelijke onderbouwing 13 voor stikstofdioxide 16,3 µg/m³ en voor fijn stof 21,7 µg/m³. Hiermee wordt in 2011 reeds voldaan aan de grenswaarden die gelden voor 2011 en 2015. Bekend is overigens dat de luchtkwaliteit in Nederland in de loop der jaren zal verbeteren (onder andere door het gebruik van schonere auto s en geavanceerdere technieken). Conclusie Er wordt ruimschoots voldaan aan de normen die gelden voor luchtkwaliteit. De Wet luchtkwaliteit staat de uitvoering van de beoogde ontwikkeling dan ook niet in de weg. 2.3.7. Externe veiligheid Beleid en normstelling Bij ruimtelijke plannen dienen ten aanzien van externe veiligheid verschillende aspecten te worden getoetst, namelijk: bedrijven waar opslag, gebruik en/of productie van gevaarlijke stoffen plaatsvindt; vervoer van gevaarlijke stoffen over weg, spoor of water en door buisleidingen. In het externe veiligheidsbeleid wordt doorgaans onderscheid gemaakt tussen het plaatsgebonden risico (PR) en het groepsrisico (GR). Het PR is de kans per jaar dat een persoon op een bepaalde plaats overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongeval met gevaarlijke stoffen, indien hij onafgebroken en onbeschermd op die plaats zou verblijven. Het PR wordt weergegeven met risicocontouren rondom een inrichting of langs een vervoersas. De norm voor het GR is een oriëntatiewaarde. De gemeente heeft een verantwoordingsplicht als het GR toeneemt en/of de oriëntatiewaarde overschrijdt. Onderzoek In de directe omgeving van het plangebied zijn geen risicobronnen gelegen die een belemmering kunnen vormen voor de beoogde ontwikkeling. (Bron:www.risicokaart.nl) Conclusie Het aspect externe veiligheid vormt geen belemmering voor de beoogde ontwikkeling. 2.3.8. Ecologie In deze paragraaf is de situatie vanuit ecologisch oogpunt beschreven en is aangegeven waaraan de beoogde ontwikkelingen - wat ecologie betreft - moeten worden getoetst. Hierbij is een onderscheid gemaakt tussen het toetsingskader dat door wettelijke regelingen wordt bepaald en het toetsingskader dat wordt gevormd door het beleid van rijk en provincie. Gebiedsbescherming Regelgeving Op 1 oktober 2005 is de (gewijzigde) "Natuurbeschermingswet 1998" in werking getreden. De Europese regelgeving in het kader van de Vogel- en Habitatrichtlijn is nu geheel in Nederlandse wetgeving geïmplementeerd. De ecologische hoofdstructuur is beschermd in het provinciale beleid. Toetsing In de directe omgeving zijn geen gebieden aanwezen of aangemeld die vallen onder de Natuurbeschermingswet 1998 of de ecologische hoofdstructuur. Soortbescherming Regelgeving De Flora- en faunawet bevat onder meer verbodsbepalingen met betrekking tot het aantasten, verontrusten of verstoren van beschermde dier- en plantensoorten, hun nesten, Adviesbureau RBOI 201863.009176.00

14 Ruimtelijke onderbouwing holen en andere voortplantings- of vaste rust- en verblijfsplaatsen. De Flora- en faunawet is in zoverre voor het onderhavige bestemmingsplan van belang, dat bij de voorbereiding van het plan moet worden onderzocht of deze wet de uitvoering van het bestemmingsplan niet in de weg staat. Beschermde soorten Tijdens het veldbezoek op 25 oktober 2012 is een indruk verkregen van de beschermde natuurwaarden in het plangebied. De locatie van de nieuwe woning is momenteel in gebruik als tuin (gazone en verharding). Beschermde soorten zijn hier niet waargenomen of te verwachten. De te slopen woning is, door de bouwwijze (vlakke dakbekleding,geen open voegen) niet geschikt als verblijfplaats voor vleermuizen. In de beplanting langs de rand van de tuin kunnen broedvogels aanwezig zijn. Beoordeling De benodigde werkzaamheden ten behoeve van de realisatie van het project (sloop gebouw, bouwrijp maken, bouwwerkzaamheden) zullen niet leiden tot aantasting van beschermde natuurwaarden. De werkzaamheden zullen in januari aanvangen, een kans op verstoring van broedvogels is dan ook geen sprake. Overige beschermde natuurwaarden zijn niet waargenomen of te verwachten. Het toekomstig gebruik van het plangebied zal niet leiden tot verstoring van beschermde natuurwaarden in de omgeving, daar het toekomstige gebruik gelijk is aan het huidige gebruik. De aanvraag van een ontheffing in het kader van de Flora- en faunawet is niet nodig, daar er geen sprake is van verstoring van beschermde natuurwaarden. Conclusie Geconcludeerd wordt dat voor de beoogde ontwikkeling geen ontheffing in het kader van de Flora- en faunawet vereist is. Hierbij dient wel gewerkt te worden volgens de principes van zorgvuldig handelen en mogen broedvogels niet verstoord worden. Wat de gebiedsbescherming betreft mag worden geconcludeerd dat zowel de Natuurbeschermingswet 1998 als de Ecologische hoofdstructuur geen beletsel vormen voor de ontwikkeling. 2.3.9. Kabels en leidingen In het plangebied en de directe omgeving zijn geen planologisch relevante leidingen aanwezig. 2.4. Financiële aspecten 2.4.1. Financiële uitvoerbaarheid Het bouwplan betreft een particuliere ontwikkeling. De uitvoering van het bouwplan komt niet ten laste van de publieke middelen. De grond met opstallen is in eigendom van de initiatiefnemer. 201863.009176.00 Adviesbureau RBOI

Ruimtelijke onderbouwing 15 Voor de gemeente Schouwen-Duiveland zijn er ten aanzien van de uitvoering geen financieel-economische risico's aan het initiatief verbonden. De risico's daaromtrent liggen bij de initiatiefnemer. De financiële uitvoerbaarheid is daarmee afdoende aangetoond. Adviesbureau RBOI 201863.009176.00

Bijlage 1 Wateradvies 1 PM Adviesbureau RBOI 201863.009176.00