OPLEIDINGSSTATUUT 2016-2017 BACHELOROPLEIDING TOEGEPASTE PSYCHOLOGIE



Vergelijkbare documenten
STUDIEGIDS Toegepaste Psychologie DEEL 1 EN 3 VAN HET OPLEIDINGSSTATUUT IVPS

Onderwijs aan de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

1a Onderwijs aan de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

STUDIEGIDS Maatschappelijk Werk en Dienstverlening

STUDIEGIDS Maatschappelijk Werk en Dienstverlening

Informatie werkplekleren

STUDIEGIDS Maatschappelijk Werk en Dienstverlening

STUDIEGIDS Culturele en Maatschappelijke Vorming DEEL 1 EN 3 VAN HET OPLEIDINGSSTATUUT INSTITUUT IMSS

Voorstelronde. Informatie brochure Praktijkleren Toegepaste psychologie

OPLEIDINGSSTATUUT BACHELOROPLEIDING CREATIEVE THERAPIE

OPLEIDINGSSTATUUT BACHELOROPLEIDING CREATIEVE THERAPIE

Veel gestelde vragen bij je keuze voor Toegepaste Psychologie aan de HAN Nijmegen

STUDIEGIDS Pedagogiek DEEL 1 EN 3 VAN HET OPLEIDINGSSTATUUT INSTITUUT ISPS VOLTIJD

STUDIEGIDS Pedagogiek DEEL 1 EN 3 VAN HET OPLEIDINGSSTATUUT INSTITUUT ISPS DEELTIJD

STUDIEGIDS Culturele en Maatschappelijke Vorming DEEL 1 EN 3 VAN HET OPLEIDINGSSTATUUT INSTITUUT IMSS

INHOUDSOPGAVE ALGEMEEN Aard van dit document Informatie en communicatie Inwerkingtreding en duur

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Bijlage, Bachelor Opleiding Docent Muziek

STUDIEGIDS Sociaal Pedagogische Hulpverlening

STUDIEGIDS Sociaal Pedagogische Hulpverlening

PR V1. Beroepscompetentie- profiel RBCZ therapeuten

Sport, Gezondheid en Management

OPLEIDINGSSTATUUT INSTITUUT VOOR VAKTHERAPEUTISCHE EN PSYCHOLOGISCHE STUDIES

Minor Creatieve Intelligentie

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel) Masteropleiding Leraar Engels. Studiejaar

Opleidingsstatuut. voor de Bacheloropleiding. Opleidingskunde. van het Instituut voor Leraar en School. van de. Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

DEEL B VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE BACHELOROPLEIDING ROEMEENSE TAAL EN CULTUUR

OPLEIDINGSSTATUUT INSTITUUT VOOR MAATSCHAPPELIJKE EN SOCIAAL-CULTURELE STUDIES

Opleidingsstatuut Voor de gedeeltelijk aan het experiment leeruitkomsten deelnemende deeltijdse bacheloropleiding Chemie van de Hogeschool van Arnhem

Leraar voortgezet onderwijs

Begrippenlijst Studentenstatuut (belangrijkste begrippen in alfabetische volgorde) 1

De CBP: Competentie Beoordeling Praktijk

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel): Bachelor Wijsbegeerte

Deze versie treedt in werking op 1 september 2013 en vervangt alle voorgaande versies.

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren.

vastgesteld door de faculteitsdirectie op 19 maart instemming van de facultaire medezeggenschapsraad op 5 april 2012.

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel)

Minor Toegepaste Psychologie

Opleidingsstatuut Bacheloropleiding Automotive Studiejaar Regeling Externe toezichthouders bij examens

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel)

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren.

Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 4 Opleidingsdeel hbo-pedagogiek

Opleidingsstatuut. voor de bacheloropleiding. Fiscaal Recht en Economie voltijd. Hogeschool van Arnhem en Nijmegen. studiejaar

Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 3 Opleidingsdeel LVO

OPLEIDINGSSTATUUT ICA. Opleidingen CMD, BIM, I, TI en CS (DC) voltijd / deeltijd

FORMULIER STRATEGISCHE THEMA S OPLEIDING [NAAM]: INSTITUUT: (G)OC: INSTITUUTSDIRECTEUR: DATUM:

Opleidingsstatuut. voor de Bacheloropleiding. Opleidingskunde. van het Instituut voor Leraar en School. van de. Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

OER Master facultair hoofdstuk 10 Maatschappij & Recht Vastgesteld d.d

Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 3 Opleidingsdeel LVO

STUDIEGIDS Opleiding Creatieve Therapie DEEL 1 EN 3 VAN HET OPLEIDINGSSTATUUT IVPS

STUDIEGIDS Pedagogiek DEEL 1 EN 3 VAN HET OPLEIDINGSSTATUUT INSTITUUT ISPS VOLTIJD

Beoordelen in het HBO

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Bachelor Religiewetenschappen

OPLEIDINGSSTATUUT INSTITUUT VOOR SOCIALE EN PEDAGOGISCHE STUDIES

ONZE AGENDA OPLEIDEN IN ROTTERDAM VOOR DE WERELD VAN MORGEN STRATEGISCHE AGENDA

Sociaal Werk. Bachelor of Social Work - Voltijd

De 6 Friesland College-competenties.

Katholieke Pabo Zwolle. Studeren met een functiebeperking

Alle competenties moeten met voldoende zijn beoordeeld

Bijlage 1 Begrippenlijst Opleidingsstatuut en Studentenstatuut (belangrijkste begrippen in alfabetische volgorde) 1

REGELING EXTERNE TOEZICHTHOUDERS BIJ EXAMENS Instituut voor Toegepaste Biowetenschappen en Chemie. studiejaar

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel)

Begrippenkader Studieloopbaanbegeleiding en Reflectie

STUDIEGIDS Sociaal Pedagogische Hulpverlening

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologe en Religiewetenschappen. Deel 2 (opleidingsspecifiek deel): Bachelor Theologie

Opleidingsstatuut. voor de bacheloropleiding. Leraar Basisonderwijs. van het. Instituut Pabo. van de. Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Handreiking toelichting bij descriptoren NLQF

Toegepaste Psychologie. Bachelor of Applied Psychology - Voltijd

Opleidingsstatuut. voor de Bacheloropleiding. Opleidingskunde. van het Instituut voor Leraar en School. van de. Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Studeren aan het hbo. W i n d e s h e i m z e t k e n n i s i n w e r k i n g

Opleidingsstatuut. Bedrijfskunde MER Voltijd (Deel A) studiejaar

OPSTELLEN EINDKWALIFICATIES OPLEIDING

DEEL B van de onderwijs- en examenregeling voor de bacheloropleiding Algemene cultuurwetenschappen,

STUDIEGIDS Sociaal Pedagogische Hulpverlening

Toetsplan Docent theater. M. Lammers

Master Healthy Ageing Professional (MHAP)

TOEGEPASTE PSYCHOLOGIE Praktijk 8 Deeltijd

Sport, Gezondheid en Management

Keuzedeel mbo. Voorbereiding hbo. behorend bij één of meerdere kwalificatiedossiers mbo. Geldig vanaf 1 augustus Crebonr.

Ons. Onderwijs. Kwaliteit in onderwijs

Opleidingsstatuut Bacheloropleiding Bouwkunde Studiejaar Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens

MANIFEST BEROEPSONDERWIJS: ONDERWIJS VOOR HET LEVEN!

Competentie 1 Ondernemerschap Initiëren en/of creëren van producten en/of diensten, zelfstandig en ondernemend.

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bewegingstechnologie van De Haagse Hogeschool

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel)

Opleidingsstatuut. Deel 2: Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens

Onderwijs- en Examenregeling (OER) Bachelorprogramma Academische Opleiding Leraar Basisonderwijs. Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen

Midden-Oostenstudies CROHO 60842

DEEL B VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE BACHELOROPLEIDING ITALIAANSE TAAL EN CULTUUR

Toegepaste Psychologie. Bachelor of Applied Psychology - Voltijd

Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER)

1. Interpersoonlijk competent

Ontwerpkaders: Leeruitkomsten. Versie 1.0/ november Ontwerpkaders: Leeruitkomsten/versie 1.0/november

Opleidingsstatuut. voor de bacheloropleiding Fiscaal Recht en Economie van. de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen. studiejaar

Bijlage A Competenties van de opleiding

DEEL B VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE BACHELOROPLEIDING MEDIA EN CULTUUR

Amsterdam School of Health Professions (ASHP) Opleiding Verpleegkunde. Stagegids Jaar 4. Jaar 4, Blok 3 & 4 Semester II

Opleidingsstatuut. Logistiek en Economie Voltijd (Deel A) studiejaar

Opleidingsstatuut Bachelor Civiele techniek Voltijd. studiejaar

Transcriptie:

OPLEIDINGSSTATUUT 2016-2017 BACHELOROPLEIDING TOEGEPASTE PSYCHOLOGIE

2

Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 3 Inleiding... 5 Deel 1: Studiegids... 7 Hoofdstuk 1 Visie op het onderwijs... 8 1.1 Uitgangspunten van het onderwijs... 8 Hoofdstuk 2 Lesdagen en vakanties... 11 2.1 Lesdagen en lestijden... 11 2.2 Jaarplanning studiejaar 2016-2017... 12 Hoofdstuk 3 Doelen van de opleiding... 13 3.1 De opleiding HBO Toegepast Psycholoog... 13 3.2 Waar kun je werken?... 14 3.3 Beroepstaken en eindkwalificaties/competentie... 14 3.4 Dublindescriptoren: Internationale onderwijsnormen... 17 Hoofdstuk 4 Opbouw van de opleiding... 20 4.1 Onderwijsaanbod Toegepaste Psychologie... 20 4.2 Drie opleidingsniveaus... 21 4.3 Opleidingsvarianten... 22 4.4 Praktijk als leerbron... 22 4.5 Minoraanbod van de opleiding... 23 4.6 Tentamens en examens... 23 4.6.1 Tentamens... 24 4.6.2 Integrale toetsen... 25 4.6.3 Examens... 25 4.7 Toetsen van taal als onderdeel van professionele communicatie... 25 4.8 Toetsprogramma... 26 4.9 Aanwezigheidsregeling... 32 Hoofdstuk 5 Studieloopbaanbegeleiding... 33 Hoofdstuk 6 Praktische informatie... 34 Hoofdstuk 7 Interne organisatie... 37 7.1 Faculteiten, domeinen en instituten... 37 7.2 FGGM: management en organisatie op faculteits- en instituutsniveau... 37 7.3 Examencommissie en Commissie Toelatingsonderzoek FGGM (leden)... 39 7.4 Medezeggenschap en inspraak van studenten en medewerkers op HAN-, faculteits- en instituutsniveau (leden)... 40 7.5 Kwaliteitszorg... 42 Hoofdstuk 8 Studentenvoorzieningen op faculteits- en instituutsniveau... 44 8.1 Voorzieningen op locatie Kapittelweg... 44 8.2 Studentenondersteuning... 46 8.3 Studenteninformatievoorziening... 49 8.4 Overige voorzieningen... 50 8.5 Taalondersteuning... 52 3

8.6 Studeren met een functiebeperking of chronische ziekte... 53 Deel 2: Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens... 56 1 Onderwijs- en examenregeling bacheloropleiding Toegepaste Psychologie 2016-2017... 57 Paragraaf 1 Algemene Bepalingen... 57 Paragraaf 2 Toelating tot de opleiding... 57 Paragraaf 3 Opbouw van de opleiding... 60 Paragraaf 4 Propedeutische fase van de opleiding... 63 Paragraaf 5 Studieadvies in de propedeutische fase van de opleiding... 63 Paragraaf 6 Postpropedeutische fase van de opleiding... 64 Paragraaf 7 Tentamens, integrale toetsen en examens van de opleiding... 65 Paragraaf 7A Schakelprogramma s... 69 Paragraaf 8 Examencommissies... 70 Paragraaf 9 Studieloopbaanbegeleiding... 70 Paragraaf 10 Judicium Abeundi... 71 Paragraaf 11 Slotbepalingen... 72 Bijlage 1 bij OER: Gelijkgestelde onderwijseenheden propedeutische fase... 73 Bijlage 2 bij OER: Gelijkgestelde onderwijseenheden postpropedeutische fase... 74 Bijlage 3 bij OER: Gelijkgestelde onderwijseenheden minoren... 75 2 Reglement examencommissie Instituut voor Vaktherapeutische en Psychologische Studies 2016-2017... 76 3 Regeling externe toezichthouders bij BA-examens FGGM... 87 4 Regeling tentamenbureau FGGM (HAN)... 91 5 Reglement opleidingscommissies Instituut voor Vaktherapeutische en Psychologische Studies 2016-2017... 108 Deel 3: Beschrijving van het onderwijs... 113 Hoofdstuk 1 Curriculumoverzichten... 114 1.1 Samenstelling propedeutische fase... 114 1.2 Samenstelling postpropedeutische fase... 114 Hoofdstuk 2 Gegevens onderwijseenheden en integrale toetsen propedeutische fase... 116 2.1 Onderwijseenheden, propedeuse, niveau 1, 1e studiejaar... 116 Hoofdstuk 3 Gegevens onderwijseenheden en integrale toetsen postpropedeutische fase... 136 3.1.1 Onderwijseenheden, hoofdfase 1, niveau 2, 2e studiejaar... 136 3.1.2 Onderwijseenheden, hoofdfase 2, niveau 3, 3e studiejaar, praktijkleren... 163 3.1.3 Onderwijseenheden, hoofdfase 3, niveau 3, 4e studiejaar, afstuderen... 170 Hoofdstuk 4 Verkorte programma s... 174 Hoofdstuk 5 Gecertificeerd minoraanbod van de opleiding... 175 Hoofdstuk 6 Opsomming onderwijseenheden van AD-graad naar Bachelorgraad... 176 Bijlagen... 177 Bijlage 1: Begrippenlijst Opleidingsstatuut en Studentenstatuut... 178 Bijlage 2: Relevante namen en adressen... 186 Bijlage 3: Plattegrond... 189 4

Inleiding In dit opleidingsstatuut geven wij je informatie over de gang van zaken tijdens je studie aan de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen. Je treft ook informatie aan over bijvoorbeeld de jaarplanning, uitgangspunten voor ons onderwijs, studieopbouw, ondersteunende faciliteiten, de examenregeling en de procedures met betrekking tot jouw rechtsbescherming. Volgens de wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW, artikel 7.59) dient een hbo-instelling een studentenstatuut vast te stellen en aan alle studenten bekend te maken. Het studentenstatuut bestaat uit twee delen: het instellingsspecifieke deel (dus: de HAN) en het opleidingsspecifieke deel (dus: de opleiding), zie figuur 1. Het instellingsspecifieke deel - we noemen dat het studentenstatuut - bevat een beschrijving van jouw rechten en plichten, zoals die voortvloeien uit de wet, en een overzicht van de regelingen die jouw rechten beschermen: een beschrijving van de procedures voor bezwaar en beroep binnen de instelling, een beschrijving van de beroepsrechten die zijn ontleend aan de WHW en andere wettelijke regelingen, en een beschrijving van aanvullende procedures die door de HAN zijn getroffen ter bescherming van jouw rechten. Dit instellingspecifieke deel kun je terugvinden op HAN Insite. Het opleidingsspecifieke deel we noemen dat verder het opleidingsstatuut (OS) bestaat uit drie delen: 1. Studiegids In de studiegids vind je informatie over de opbouw van de opleiding en over de beroepstaken en competenties die in je opleiding centraal staan. Verder krijg je informatie over de organisatie van de opleiding, de invulling van studieloopbaanbegeleiding en de faciliteiten die er binnen de opleiding, het instituut of de HAN voor jou zijn. Ook krijg je de algemene informatie die voor alle HAN-studenten geldt, zoals de jaarplanning, de vakanties en de tentamen- en herkansingsperiodes. 2. Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Hier vind je met name de regels voor de uitvoering van het onderwijs en de tentamens en examens. 3. Beschrijving van het onderwijs In deel 3 vind je onder andere informatie over het curriculum van jouw opleiding, de onderwijseenheden en tentaminering, de integrale toetsen en de minoren van jouw opleiding. De informatie in dit deel hoort bij de Onderwijs- en examenregeling (OER) die in deel 2 van het opleidingsstatuut is gepresenteerd. 5

Figuur 1 Studentenstatuut en Opleidingsstatuut Algemene bepalingen Dit statuut is het opleidingsspecifieke deel van het studentenstatuut als bedoeld in artikel 7.59 lid 4 van de wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW), hierna te noemen opleidingsstatuut. Dit opleidingsstatuut is van toepassing op de opleiding Toegepaste Psychologie (TP) van het Instituut voor Vaktherapeutische en Psychologische Studies (IVPS), hierna te noemen de opleiding, in het studiejaar 2016-2017. In dit opleidingsstatuut zijn jouw rechten en plichten enerzijds en van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen anderzijds zo goed mogelijk vastgelegd. Dit opleidingsstatuut omvat onder andere een beschrijving van de studieopbouw en de ondersteunende faciliteiten die je door de instelling worden aangeboden, de vastgestelde Onderwijs- en examenregeling en de procedures voor je rechtsbescherming in aanvulling op die van de instelling. Dit opleidingsstatuut is vastgesteld door de faculteitsdirectie GGM bij besluit d.d. 11 juli 2016. De faculteitsraad GGM heeft daaraan voorafgaand op 17 juni 2016 ingestemd met de tekst van het opleidingsstatuut. Wijzigingen van dit opleidingsstatuut worden door de faculteitsdirectie bij afzonderlijk besluit vastgesteld. Wijzigingen gedurende het lopende studiejaar vinden uitsluitend plaats indien dit noodzakelijk is voor de bescherming van de belangen van studenten. Wijzigingen kunnen al eerder genomen beslissingen op basis van het opleidingsstatuut, of één van de daarin opgenomen reglementen, niet ten nadele van studenten beïnvloeden. De faculteitsdirectie draagt zorg voor een passende bekendmaking van dit opleidingsstatuut, de daarin opgenomen reglementen en van eventuele wijzigingen van deze documenten. Een belangstellende kan het opleidingsstatuut raadplegen op Scholar, de website van de HAN en HAN insite. 6

Deel 1: Studiegids 7

Hoofdstuk 1 Visie op het onderwijs 1.1 Uitgangspunten van het onderwijs Beroepsonderwijs In elke opleiding van de hogeschool word je, als student, opgeleid tot startbekwaam beroepsbeoefenaar. Maar je leert meer. Je doet gedurende de opleiding niet alleen kennis op, je spiegelt deze ook aan de mening van anderen. Op die manier leer je keuzes te maken en je een mening te vormen over je vakgebied. Dat geeft je de mogelijkheid vakkennis en vakbekwaamheid toe te passen in nieuwe, onbekende en deels onvoorziene situaties. De maatschappij / het werkveld heeft behoefte aan mensen die oplossingen bedenken voor nieuwe problemen. We leren je kennis, een professionele houding en vaardigheden aan die je helpen om je werk als professional goed te doen en om te blijven werken aan je professionele ontwikkeling. Als je dat bereikt, ben je bekwaam (competent) voor het beroep. Goed beroepsonderwijs is afgestemd op ontwikkelingen in de samenleving en in het beroepenveld. Continu wordt aansluiting gezocht bij wat er wordt gevraagd van afgestudeerden; vorm en inhoud van het onderwijs zijn permanent in ontwikkeling met als doel om je zo goed mogelijk voor te bereiden op de arbeidsmarkt. Leren via beroepstaken Een belangrijke kernwaarde binnen de HAN is de centrale rol van de beroepspraktijk in het onderwijs. Het is onze opdracht je op te leiden tot een startbekwame beroepsbeoefenaar. Het leren via beroepstaken is daarbij een sturend uitgangspunt. Beroepstaken zijn betekenisvolle, hele taken zoals deze in al hun complexiteit in de werkelijkheid door de beroepsbeoefenaar worden uitgevoerd. Hele taak wil zeggen dat deze niet wordt opgeknipt in deelaspecten maar door jou steeds in zijn totaal wordt geoefend. De meeste beroepstaken doen een beroep op meerdere competenties. Theorie en praktijk vormen de basis van je studie bij de HAN. De toepassing van de theorie in de dagelijkse praktijk staat daarbij centraal. In de opleiding werk je aan opdrachten die rechtstreeks aan de praktijk zijn ontleend. Je oefent ook in de praktijk zelf met de beroepstaken uit de praktijk. Wij richten ons daarom op realistische beroepstaken. Door te werken met beroepstaken die representatief zijn voor het beroep, ontwikkel je in de loop van de opleiding de competenties waarmee je na het behalen van je bachelordiploma als beginnend beroepsbeoefenaar op hbo-niveau kunt werken. De competenties en de beroepstaken komen door de hele opleiding als een rode draad terug, steeds op een hoger niveau. De opleidingsniveaus vind je in paragraaf 4.2 van deel 1. Zelfsturing Met ons onderwijs willen wij je leren om zelfstandig beroepstaken uit te voeren, je beroepshandelen te verbeteren en zelfstandig je loopbaan te ontwikkelen. Het gaat niet alleen om het succesvol afronden van je studie, maar ook om het blijvend succesvol functioneren in het werkveld. Voor jou zal het neerkomen op een geleidelijke ontwikkeling van minder naar meer zelfsturing en van afnemende sturing door docenten. Je leert in de opleiding hoe je door een actieve inzet optimaal kunt leren en je leert vaardigheden die je helpen om ook na je studie te blijven werken aan je professionele ontwikkeling. Aan het einde van je opleiding verwachten we meer zelfsturing van je dan aan het begin. Logisch, want het is natuurlijk de bedoeling dat je groeit in je ontwikkeling. Uiteindelijk ben je zelf verantwoordelijk voor je eigen groeiproces, maar waar nodig staat je studieloopbaanbegeleider je met raad en daad terzijde. Zelfsturing gaat over HOE je leert (steeds zelfstandiger) en over WAT je leert: het kiezen van de inhoud. Verderop kun je lezen welke keuzemogelijkheden er zijn. Flexibilisering Flexibilisering is een belangrijk uitgangspunt. Je hebt in ieder geval 30 studiepunten vrije keuzeruimte in je opleiding om je opleiding te verbreden of te verdiepen. Wij noemen die keuzeruimte een minor. Hierdoor heb je de mogelijkheid je te richten op specifieke vragen van de arbeidsmarkt en je geeft vorm aan eigen profilering. 8

Daarnaast zijn er mogelijkheden voor excellente studenten om extra onderwijs te volgen in de vorm van een extra minor of extra onderwijseenheden. Zie ook: Onderwijs en Examenregeling, Artikel 3.7 Uitbreiding studielast. Internationale oriëntatie De sociale opleidingen willen professionals afleveren die in staat zijn om te gaan met culturele diversiteit en die hun beroep in internationaal perspectief kunnen ontwikkelen, zowel wanneer deze professionals werkzaam zijn in eigen land als in het buitenland. Onderdeel van je opleiding is dan ook dat je je voorbereidt op een steeds intercultureler wordende beroepspraktijk. Wanneer je in je opleiding tot sociale professional een oriëntatie aangeboden krijgt op de internationale aspecten van je toekomstige beroep en/of ook vanuit een internationaal perspectief naar je beroep leert kijken, maakt dat jou een betere en kritischer professional. Een blik op het buitenland is noodzakelijk, omdat kennis en ervaring vanuit het buitenland het handelen vanuit je eigen cultuur relativeert. Ook leidt het ertoe dat je als reflectieve professional flexibeler bent en meer open kunt staan voor feedback. Kennis over en ervaring met het sociale beroep in andere landen helpen je om kritisch te kijken naar het beroep in Nederland en stimuleren je om actief te zoeken naar innovaties. Internationalisering en interculturalisering komen in je opleiding op verschillende manieren aan bod. Er is in het onderwijs ruimte gemaakt voor kennis van de internationale context van het beroep. Je krijgt te maken met internationale casuïstiek, anderstalige literatuur, internationale gastdocenten en uitwisseling met buitenlandse studenten. Deze uitwisseling vindt bijvoorbeeld plaats in een international classroom, maar ook in de International Week voor tweedejaars studenten en op de World Social Work Day, die beide jaarlijks georganiseerd worden. Deze uitwisseling kan ook online plaatsvinden: via Collaborative Online International Learning is het bijvoorbeeld mogelijk om met studenten van internationale universiteiten en hogescholen samen te werken aan opdrachten. Daarnaast is er uiteraard de mogelijkheid om een deel van je stage en / of studie (bijvoorbeeld de minor) in het buitenland te volgen. International Week. In studiejaar 2016-2017 wordt de International Week georganiseerd van 6 tot en met 9 februari 2017. Het doel van deze International Week is om jou in contact te brengen met de internationale context van het sociale werk. Tijdens deze week wordt alle tweedejaars studenten een programma aangeboden vol lezingen en workshops over internationale ontwikkelingen in het werkveld, cultuurverschillen, (internationale) organisaties en de door hen gebruikte methoden. Deze lezingen en workshops worden verzorgd door (internationale) gastdocenten. Daarnaast wordt er een uitwisseling tussen eigen studenten en internationale studenten tot stand gebracht. Om te zorgen dat je volop van deze week kunt leren, heeft je opleiding een opdracht gekoppeld aan de International Week. Instructie ontvang je in een voorbereidende bijeenkomst en de week wordt afgesloten met een presentatie van de resultaten. Onderwijsleergemeenschappen De opleidingen van het instituut werken aan het inrichten van onderwijsleergemeenschappen. Dit zijn kleinschalige samenwerkingsverbanden waarin studenten, docenten en werkveld samen een optimale leeromgeving voor de studenten realiseren. Zo n leeromgeving is uitdagend en stimulerend: studenten, docenten, lectoren en werkveld gaan samen actief op zoek naar actuele ontwikkelingen in het werkveld en het beroep en de rol van de professional daarin. De onderwijsleergemeenschap zoekt uit hoe studenten zich daarop goed kunnen voorbereiden en hoe docenten en praktijkbegeleiders hen daarbij kunnen ondersteunen. Er bestaan al onderwijsleergemeenschappen binnen lectoraten, waarin studenten, docenten, professionals uit het werkveld en lectoren onderzoek doen rondom een gemeenschappelijk thema. Bijvoorbeeld het project HAN BOOTcamp waarin op locatie gewerkt wordt aan wijk- en buurtverbeteringen. 9

Toetsing en beoordeling Of je in voltijd, in deeltijd of duaal studeert, je wordt getoetst op dezelfde, voor de opleiding geformuleerde eindkwalificaties. Daarbij wordt gestreefd naar een maximale validiteit en betrouwbaarheid. Bij validiteit stellen we ons de vraag of het tentamen dat meet wat hij zou moeten meten. Bij betrouwbaarheid kijk je naar de vergelijkbaarheid van de resultaten. Onderwijseenheden Onderwijseenheden zijn georganiseerd rondom beroepstaken. Onderwijseenheden hebben als basis een omvang van 2,5 studiepunten of een veelvoud daarvan. Zij worden geprogrammeerd binnen de vier onderwijsperioden van het HAN-jaarrooster. Studieloopbaanbegeleiding De HAN hecht er aan je zorg en ondersteuning te bieden bij het studeren aan de HAN en bij het inrichten van je studie. Studieloopbaanbegeleiding is daarom een belangrijk aspect van het HAN - onderwijs. De studieloopbaanbegeleider helpt je bij het ontwikkelen van de zelfsturing die je nodig hebt om je studie te volbrengen. Naast het bovengenoemde is hij voor jou het eerste aanspreekpunt in bijzondere situaties, bijvoorbeeld als de studie niet zo verloopt als je gepland had of bij langdurige ziekte of functiebeperking. De studieloopbaanbegeleider kan je helpen wegen te zoeken om je resultaten bij de studievoortgang te verbeteren. Een bijzondere taak van de studieloopbaanbegeleider is het ondersteunen bij het kiezen van een minor in de hoofdfase van je opleiding. Wat wordt van de student gevraagd De vraag of je je doelen bereikt, is voor een belangrijk deel afhankelijk van je eigen inzet. Wij verwachten dat je doordachte keuzes maakt in je leerproces, dat je actief deelneemt aan het onderwijs, dat je aanwezig bent en je tijd vrijmaakt voor zelfstudie. Alleen dan kun je je studie succesvol afronden. Je krijgt het druk, maar de beloning is hoog: je beheerst straks een prachtig vak waar je je hele leven plezier van hebt. 10

Hoofdstuk 2 Lesdagen en vakanties 2.1 Lesdagen en lestijden Propedeuse jaar Op elke werkdag 1 van de week kunnen les- en andere bijeenkomsten ingeroosterd worden. Optioneel kan gebruik worden gemaakt van avonden voor lessen en/of toetsen. Hoofdfase 1 Op elke werkdag van de week kunnen les- en andere bijeenkomsten ingeroosterd worden. Optioneel kan gebruik worden gemaakt van avonden voor lessen en/of toetsen. Hoofdfase 2 (praktijkleren) Lesbijeenkomsten op een vaste terugkomdag vrijdag. Hoofdfase 3 (afstuderen) Op elke werkdag van de week kunnen les- en andere bijeenkomsten ingeroosterd worden. Streven is om de lesbijeenkomsten en het ondersteunend onderwijs op twee dagen in te roosteren. Standaardoverzichten van lesuren en lestijden Lesuur Lestijd 0 08:00 08:45 1 08:45 09:30 2 09:30 10:15 pauze 3 10:30 11:15 4 11:15 12:00 5 12:00 12:45 6 12:45 13:30 7 13:30 14:15 8 14:15 15:00 pauze 9 15:15 16:00 10 16:00 16:45 11 16:45 17:30 12 17:30 18:15 13 18:15 19:00 14 19:00 19:45 15 19:45 20:30 16 20:30 21:15 17 21:15 22:00 1 dag niet zijnde zaterdag, zondag, officiële feest- of vakantiedag conform het HAN-jaarplanning. 11

2.2 Jaarplanning studiejaar 2016-2017 Week Datum P/week Onderwijsweek Bijzonderheden 34 22-aug-16 start 1 Herkansingen / opstart 35 29-aug-16 start 2 HAN-Introductie 36 5-sep-16 1.1 3 Start studiejaar / 1 e semester 37 12-sep-16 1.2 4 38 19-sep-16 1.3 5 39 26-sep-16 1.4 6 40 3-okt-16 1.5 7 41 10-okt-16 1.6 8 42 17-okt-16 1.7 9 43 24-okt-16 herfstvakantie 22 t/m 30 oktober 44 31-okt-16 1.8 10 3 november: HAN-brede scholingsdag 45 7-nov-16 1.9 11 46 14-nov-16 2.1 12 47 21-nov-16 2.2 13 48 28-nov-16 2.3 14 49 5-dec-16 2.4 15 50 12-dec-16 2.5 16 51 19-dec-16 2.6 17 52 26-dec-16 kerstvakantie Kerstmis, zondag 25 + maandag 26 december 1 2-jan-17 kerstvakantie Nieuwjaar, zondag 1 januari 2017 2 9-jan-17 2.7 18 3 16-jan-17 2.8 19 4 23-jan-17 2.9 20 5 30-jan-17 2.10 21 6 6-feb-17 3.1 22 Start 2 e semester. International Week 2017 7 13-feb-17 3.2 23 8 20-feb-17 3.3 24 9 27-feb-17 voorjaarsvakantie Carnaval 26 t/m 28 februari 10 6-mrt-17 3.4 25 11 13-mrt-17 3.5 26 12 20-mrt-17 3.6 27 13 27-mrt-17 3.7 28 14 3-apr-17 3.8 29 15 10-apr-17 3.9 30 Goede vrijdag, 14 april 16 17-apr-17 4.1 31 Pasen, zondag 16 + maandag 17 april 17 24-apr-17 meivakantie Koningsdag, donderdag 27 april 18 1-mei-17 4.2 32 Bevrijdingsdag, vrijdag 5 mei 19 8-mei-17 4.3 33 20 15-mei-17 4.4 34 21 22-mei-17 4.5 35 Hemelvaartsdag, donderdag 25 mei 22 29-mei-17 4.6 36 23 5-jun-17 4.7 37 Pinksteren, zondag 4 + maandag 5 juni 24 12-jun-17 4.8 38 25 19-jun-17 4.9 39 26 26-jun-17 4.10 40 27 3-jul-17 afsluit 41 28 10-jul-17 afsluit 42 Diploma-uitreikingen / jaarafsluiting 29-33 17-jul-17 zomervakantie 34 21-aug-17 start 1 Herkansingen / opstart 12

Hoofdstuk 3 Doelen van de opleiding 3.1 De opleiding HBO Toegepast Psycholoog De opleiding Toegepaste Psychologie leidt op tot reflectieve toegepast psychologen. De term reflectieve verwijst naar reflectieve professionals : toegepast psychologen die in de praktijk in staat zijn om zich binnen hun vakgebied continu en professioneel te ontwikkelen. Dit wordt bereikt door het onderwijs zo in te richten dat je na het behalen van het diploma: a. beroepsbekwaam bent; b. voortdurend reflecteert en transfer maakt; c. zelfsturend bent. Toegepast Psycholoog Als beroepsbekwame Toegepast Psycholoog ben je opgeleid tot specialist in gedrag. Je bent competent in het beoordelen van gedrag (op oorzaak en effectiviteit) en beïnvloeden (voorkomen en verbeteren) van het gedrag van zowel de individuele mens als van groepen. Je werkt als Toegepast Psycholoog voor volwassenen en ouderen; gericht op individuele ontwikkeling en op teamontwikkeling in organisaties. Je klant kan een persoon zijn maar dus ook een team van mensen. Daarnaast ben je als Toegepast Psycholoog deskundig in het verrichten van praktijkgericht onderzoek. De geleerde psychologische kennis en inzichten van zowel gezond als ongezond gedrag en de factoren die daarbij van invloed zijn, pas je toe om gedrag, vanuit een onderliggende hulpvraag, te kunnen beïnvloeden. Je zoekt samen met je klant naar de oplossing van de hulpvraag, waarbij je de klant centraal stelt en uitgaat van diens eigen kracht. Het doel daarbij is dat je op onderbouwde en verantwoorde wijze bijdraagt aan het effectief of nog effectiever maken van het gedrag in verschillende contexten binnen de domeinen van arbeid en gezondheid, van revalidatie/re-integratie tot excelleren. Het gaat daarbij om gezond te worden, gezond te blijven (leefstijl) tot excelleren (talentontwikkeling). De Toegepast Psycholoog is deskundig op het gebied van preventie, begeleiden en coachen van individuen en groepen. Je richt je op gedragsverandering middels evidence of practice based mentale/cognitieve/psychologische interventies. Je past behandelmethodes en interventies toe die stoelen op bewezen praktijkgericht onderzoek. Je werkt volgens de regulatieve cyclus (van Strien, 1986) en evalueert en reflecteert op je eigen professioneel handelen zodat de kwaliteit van de verleende diensten gewaarborgd blijft. Je bent in staat om praktijkgericht onderzoek te verrichten en levert daarmee een bijdrage aan de continue verbetering en innovatie van de eigen beroepspraktijk en de ontwikkeling van het werkveld van de Toegepast Psycholoog. Je gaat uit van het mensbeeld dat eenieder beschikt over eigen capaciteiten/mogelijkheden. De potentie van de klant om psychisch gezond te zijn, gezond te worden en/of te accepteren wanneer er sprake is van (chronische) ziekte of arbeidsbeperkingen (progressiegericht werken) is daarbij je gezamenlijke vertrekpunt. Een afgestudeerd Toegepast Psycholoog onderscheidt zich van de andere sociale opleidingen door zijn specialistische kennis op het gebied van de psychopathologie, psychologische theorieën en methodieken, diagnostiek en de specifieke toepassingen daarvan binnen de domeinen van arbeid en gezondheid. Praktijkgericht Het onderwijs is beroepsgericht en wordt verzorgd door docenten die zelf over praktijkervaring beschikken. Daarnaast worden regelmatig lessen verzorgd door gastdocenten, veelal professionals uit de beroepspraktijk. Vanaf de eerste dag krijg je te maken met actuele, complexe praktijkcasuïstiek rechtstreeks ontleend aan de beroepspraktijk van de Toegepast Psycholoog Onderzoek Op de opleiding wordt veel aandacht besteed aan onderzoek: onderzoek is een wezenlijk deel van het onderwijs en de eindkwalificaties. De opleiding heeft hier sterke richtinggevende uitgangspunten voor gedefinieerd; het onderzoek bij de opleiding kenmerkt zich door een duidelijke verbinding met de beroepspraktijk. Je ontwikkelt met het doen van onderzoek niet alleen noodzakelijk vaardigheden voor 13

het kunnen uitvoeren van praktijkgericht onderzoek, maar ook een onderzoekende houding in de beroepspraktijk. 3.2 Waar kun je werken? Je bent als Toegepast Psycholoog deskundige op het gebied van het analyseren en beïnvloeden van gedrag en het verrichten van praktijkgericht onderzoek. Je bent bij uitstek toegerust in het begeleiden van individuen en groepen om te komen tot effectief gedrag in de verschillende contexten. Je kunt gaan werken binnen uiteenlopende sectoren zoals onderstaande voorbeelden: Arbo diensten en/of Arbo & Zorg diensten binnen grotere organisaties. (bijvoorbeeld begeleiden werkhervatting, stress counseling, overspanning en burn-out begeleiding, leefstijlcoach, vitaliteitscoaching enz.) HRM afdelingen (bijvoorbeeld bijdragen aan bevlogenheid, teamontwikkeling enz.) Reïntegratiebedrijven (begeleiden naar werk) Assessment-bureaus (talent, juiste mens op juiste plek, loopbaanbegeleiding) Ambulante Revalidatie (cognitief trainer, coach, werkplekbegeleider bij cliënten met chronische pijn of Niet aangeboren Hersenletsel) Als ZZP er 3.3 Beroepstaken en eindkwalificaties/competentie Nieuw curriculum Vanaf studiejaar 2015-2016 voert Toegepaste Psychologie op de HAN gefaseerd een nieuw curriculum in. In het afgelopen studiejaar hebben het derde en vierde leerjaar al in de nieuwe vorm gedraaid. Vanaf studiejaar 2016-2017 start voor het eerst de hele nieuwe lichting (propedeuse) in het nieuwe programma. Vanaf studiejaar 2017-2018 zal ook het tweede jaar vernieuwd worden aangeboden. Doel van het nieuwe curriculum is om beter aan te sluiten bij het werkveld van de Toegepast Psycholoog. Door veranderingen in de zorg, met name in de financiering daarvan, is een nieuwe focus nodig gebleken. Daarnaast sluiten we met het eindkwalificatieprofiel en de competenties aan op het landelijke profiel van Toegepaste Psychologie. In de huidige studiegids is voor het eerste (propedeuse), derde (praktijkleren) en vierde studiejaar (afstuderen) het nieuwe eindkwalificatieprofiel van toepassing. Voor het tweede studiejaar wordt het bestaande eindkwalificatieprofiel gehanteerd. In de onderstaande hoofdstukken zullen het nieuwe en het oude curriculum steeds afzonderlijk aan de orde komen. Beroepstaken en competenties toegepast psycholoog Nieuwe curriculum Tijdens de opleiding ontwikkel je competenties in een realistische, praktijk benaderende context: de beroepstaken. Daarnaast besteden we doorlopend aandacht aan kennis, vaardigheden en attitudes die van belang zijn voor het gehele programma, de leerlijnen. Beroepstaken: Psychologische Begeleiding en Coaching: het begeleiden van cliënten door het inzetten van interventies die gedragsverandering veroorzaken. De toegepast psycholoog kan vanuit zijn achtergrond cliënten begeleiden met vraagstukken gerelateerd aan het arbeidsproces, duurzame inzetbaarheid, op een continuüm van re-integratie/revalidatie, gezondheid/vitaliteit en talent- en organisatieontwikkeling. Preventie: het inzetten van preventieve interventies op het gebied van motivatie en gezondheidsgedrag bij overheidsinstanties en bedrijven. Diagnostiek en Assessment: het meten van het gedrag van mensen in relatie tot hun functioneren en hun duurzame inzetbaarheid. De toegepast psycholoog kan door middel van het systematisch inzetten van psychologische instrumenten een uitspraak doen over mogelijkheden en beperkingen van mensen. Trainen: het uitvoeren van trainingen voor groepen mensen om hun deelname aan het arbeidsproces en hun persoonlijk functioneren te verbeteren. Ook kan de toegepast psycholoog vanuit zijn achtergrond verandertrajecten in organisaties begeleiden. 14

Ondersteunende onderwijsprogramma s: Praktijkgericht onderzoeken: de toegepast psycholoog heeft een onderzoekende houding in de werkzaamheden die hij verricht. Dit houdt in dat hij steeds een onderzoekscyclus doorloopt en hiermee doorlopend zijn werk blijft verbeteren en innoveren. Professioneel werken: de toegepast psycholoog heeft een professionele werkhouding, is kwaliteitsbewust en heeft zicht op zijn professionele grenzen (ethiek). Basiskennis psychologie: Naast de genoemde beroepstaken en leerlijnen, wordt gedurende de eerste twee jaar ook de psychologische kennisbasis eigen gemaakt. Oude curriculum De 6 beroepstaken van de toegepast psycholoog zijn: Psychologische Hulpverlening: de diagnostische fase en/of in een behandelsetting ondersteunen van bijvoorbeeld een gedragswetenschapper bij interventies ter verandering van pathologisch of disfunctioneel gedrag van een cliënt naar functioneel (persoonlijk, sociaal of arbeid gerelateerd) gedrag. De toegepast psycholoog kan vanuit zijn achtergrond en training onder supervisie (deel)taken in de behandeling overnemen. Trainen, Begeleiden en Coachen: het vanuit een gedragsanalyse aanleren van nieuw gedrag en begeleiden en ondersteunen van de ontwikkeling van (het systeem van) cliënten. Dit gebeurt in een context van hulpverlening, arbeid of andere domeinen van het persoonlijk functioneren. Werkzaamheden bij deze beroepstaak omvatten zowel het geven van trainingen en individuele begeleiding als het verzorgen van psycho-educatie in de hulpverlening. Deze psycho-educatie wordt ingezet om tot vermindering van (of betere omgang met) disfunctioneel en/of pathologisch gedrag te komen. Assessment: het systematisch, al dan niet aan de hand van een protocol of gestandaardiseerde test, analyseren en vaststellen van competenties en/of andere gedragskenmerken. De toegepast psycholoog past (praktisch) inzicht en (praktische) kennis van gedrag en competenties toe in de classificatie van het functioneren, de (individuele) prestatie of de ontwikkeling. Werken aan Preventie: het vanuit een signalering en analyse van relevante factoren en ontwikkelingen in directe omgeving en maatschappij, via een groepsgewijze of individuele (didactische) interventie, een individueel leerproces op gang brengen. Dit heeft als doel het voorkomen van psychische problemen of het bevorderen van psychische gezondheid. Als specialist op het gebied van individuele gedragsverandering signaleert en intervenieert de toegepast psycholoog (doorgaans) op groepsniveau. De interventies blijven echter gericht op het beïnvloeden van probleemgedrag van het individu. Kwaliteitsverbetering en Beleidsontwikkeling: werken binnen de kaders van een kwaliteitszorgplan en -systeem van een organisatie en daar inhoudelijk aan kunnen bijdragen. Onderzoek doen naar de kwaliteit van de dienstverlening, verbeteracties bedenken en realiseren. Hiertoe dienen maatschappelijke achtergronden en het organisatiebeleid meegenomen te worden. Praktijkgericht onderzoeken: in staat zijn om op een systematische wijze een toegepast, praktijkgericht onderzoek uit te voeren en de beroepspraktijk te voorzien van advies of adequate interventies. Deze beroepstaak leert om vanuit de beroepspraktijk een relevante onderzoeksvraag te destilleren, vervolgens een toegepast onderzoek te ontwerpen om uiteindelijk een voorstel voor implementatie van de bevindingen te realiseren. 15

Competentieprofiel Toegepaste Psychologie Nieuwe curriculum De 4 competenties uit het competentieprofiel van de hbo-opleiding Toegepaste Psychologie zijn gebaseerd op de landelijke competenties van de toegepast psycholoog: 1. Beoordelen van gedrag Het zelfstandig en op methodische wijze informatie verzamelen, en daarmee tot een oordeel komen over gedrag. Het doel hiervan is te komen tot een probleemanalyse van een individu of groep. Het signaleren, inventariseren, analyseren en interpreteren van gegevens in relatie tot gedragsvraagstukken van individuen en groepen in de samenleving. Het daarbij kunnen toepassen van de volgende methoden: observatie, psychodiagnostische gespreksvoering, psychodiagnostisch onderzoek en assessment met behulp van gestandaardiseerde en gevalideerde methoden en instrumenten en dossieronderzoek. 2. Beïnvloeden van gedrag Het op basis van een analyse van een vraag of ontwikkelbehoefte ontwerpen en uitvoeren van, op psychologische kennis gebaseerde, gedragsinterventies en/of advies. Daarbij staat de eigen verantwoordelijkheid en zelfstandigheid van de cliënt voorop. Een interventie kan bestaan uit een psychologische (geprotocolleerde) begeleiding of (e)-coaching, training, voorlichting. Interventies kunnen zijn gericht zijn op het bevorderen van een gedragsverandering bij volwassenen. 3. Praktijkgericht onderzoeken Het, op basis van een psychologisch praktijkprobleem/vraagstuk, op systematische en methodologisch verantwoorde wijze kwalitatief en/of kwantitatief onderzoek verrichten: het uitvoeren van een probleemanalyse en op basis daarvan formuleren van een onderzoeksvraag, het maken van een onderzoeksopzet, het doen van literatuuronderzoek, het verzamelen en analyseren van gegevens en op basis daarvan trekken van een conclusie. Het doel hiervan is aanbevelingen doen voor de praktijk. 4. Professioneel werken Het binnen en buiten de eigen arbeidsorganisatie constructief, sensitief, empathisch, kritisch en respectvol samenwerken met deskundigen van verschillende disciplines en verschillende niveaus, zowel in nationaal als internationaal verband. Het profileren van een eigen professionele positie op de arbeidsmarkt (ondernemerschap). Het opbouwen en onderhouden van een netwerk en het proactief inspelen op ontwikkelingen in de beroepspraktijk. Het reflecteren op het eigen handelen en dit refereren aan waarden en normen en de visie op het beroep. Bewust zijn van eigen valkuilen en kwaliteiten en deze kunnen inzetten en verbeteren. Het handelen volgens beroepsspecifieke ethische codes, reglementen en gedragsregels. Het herkennen van beroepsethische dilemma s en in samenspraak met anderen komen tot oplossingen hiervoor. Oude curriculum De 10 competenties uit het competentieprofiel van de hbo-opleiding Toegepaste Psychologie zijn: 1. Oriënteren, contact leggen en analyseren: De toegepast psycholoog maakt contact met de cliënt, verheldert de (hulp)vraag en analyseert de psychologisch relevante aspecten van de persoon en zijn situatie en trekt een conclusie en geeft desgewenst een advies. 2. Ontwerpen van een plan van aanpak: De toegepast psycholoog formuleert op basis van een analyse haalbare doelen en ontwerpt in overleg met de cliënt een plan van aanpak. 3. Uitvoeren van een plan van aanpak: De toegepast psycholoog voert het plan van aanpak uit. 4. Signaleren: De toegepast psycholoog signaleert factoren die het niveau van functioneren van het individu en /of een groep positief dan wel negatief beïnvloeden en initieert daaruit voortvloeiende activiteiten. 16

5. Samenwerken in professionele relaties: De toegepast psycholoog werkt samen met vrijwilligers en beroepsbeoefenaren zowel binnen als buiten de eigen organisatie. 6. Leiding en begeleiding geven aan (vrijwillige) medewerkers: De toegepast psycholoog geeft (werk) begeleiding aan vrijwilligers, medewerkers en stagiaires. 7. Beheren en organiseren: De toegepast psycholoog verricht voor de beroepsactiviteiten noodzakelijke beheersmatige activiteiten en creëert en bewaakt de organisatorische voorwaarden. 8. Werken aan kwaliteit, bijdragen aan beleid: De toegepast psycholoog levert een bijdrage aan de ontwikkeling van het beleid en de zorg voor de kwaliteit van de psychologische dienstverlening zowel in als vanuit de eigen arbeidsomgeving. 9. Bevorderen eigen professionaliteit: De toegepast psycholoog ontwikkelt blijvend de eigen professionaliteit door reflectie op het eigen beroepsmatige handelen en zoekt actief naar nieuwe ontwikkelingen. 10. Bijdragen aan de ontwikkeling van het beroep: De toegepast psycholoog levert een bijdrage aan de ontwikkeling en profilering van het beroep en de beroepsuitoefening met behulp van praktijkgericht onderzoek. 3.4 Dublindescriptoren: Internationale onderwijsnormen Welke opleiding je op de HAN ook volgt, tijdens je studieloopbaan ontwikkel je je beroepscompetenties in ieder geval tot het niveau dat is vastgelegd in de zogeheten Dublindescriptoren (DD), de internationale normen voor het hoger onderwijs. In je opleiding zijn deze descriptoren verwerkt in de beoordelingscriteria van de verschillende competenties. Descriptor 1: Kennis en inzicht Kennis en inzicht hebben in het vakgebied waarin je wordt opgeleid. Kennis hebben van recente ontwikkelingen op je vakgebied. Descriptor 2: Toepassen van kennis en inzicht Kennis en inzicht op je vakgebied op professionele wijze kunnen toepassen. Argumentaties voor het oplossen van complexe problemen op je vakgebied kunnen opstellen en verdiepen. Descriptor 3: Oordeelsvorming Relevante gegevens (op je vakgebied) kunnen verzamelen en interpreteren. Relevante sociaal-maatschappelijke, wetenschappelijke of ethische aspecten kunnen afwegen in je oordeelsvorming. Descriptor 4: Communicatie Informatie, ideeën en oplossingen kunnen overbrengen op zowel specialisten als leken op je vakgebied. Sociaal en communicatief handelen. Multidisciplinair samenwerken. Descriptor 5: Leervaardigheden De leervaardigheden bezitten om je zelfstandig verder te ontwikkelen en te scholen. Reflecteren op je eigen handelen. 17

Relatie tussen beroepstaken en competenties Nieuwe curriculum BEROEPSTAKEN COMPETENTIES Psychologische Begeleiding en coaching Preventie Diagnostiek en Assessment Trainen Onderzoek en Innovatie 1 Beoordelen van gedrag X X X X 2 Beinvloeden van gedrag X X X X 3 Praktijkgericht X X X X X onderzoeken 4 Professioneel werken X X X X X Oude curriculum COMPETENTIES BEROEPSTAKEN Psychologische Hulpverlening Trainen/ Begeleiden/ Coachen Assessment Werken aan Preventie Kwaliteitsverbetering en Beleidsontwikkeling Onderzoek en Innovatie 1 Oriënteren, contact leggen X X X X X en analyseren 2 Ontwerpen van een plan X X X X X van aanpak 3 Uitvoeren van een plan van X X X X X aanpak 4 Signaleren X X 5 Samenwerken in X X X X professionele relaties 6 Leiding en begeleiding X X geven aan (vrijwillige) medewerkers 7 Beheren en organiseren X X X 8 Werken aan kwaliteit, X X bijdragen aan beleid 9 Bevorderen eigen X X X X X X professionaliteit 10 Bijdragen aan de ontwikkeling van het beroep X 18

Verband tussen nieuwe en oude competenties: Eerdere competenties Herijkte competenties 1. Beoordelen van gedrag 2. Beinvloeden van gedrag 3. Praktijkgericht onderzoeken 4. Professioneel werken 1 Oriënteren, contact leggen en analyseren x 2 Ontwerpen van een plan van aanpak x 3 Uitvoeren van een plan van aanpak x 4 Signaleren x 5 Samenwerken in professionele relaties 6 Leiding en begeleiding geven aan (vrijwillige) medewerkers 7 Beheren en organiseren 8 Werken aan kwaliteit, bijdragen aan beleid x 9 Bevorderen eigen professionaliteit x x x x x 10 Bijdragen aan de ontwikkeling van het beroep x 19

Hoofdstuk 4 Opbouw van de opleiding De basisindeling van elke opleiding bestaat uit een major en een minor. De major is je hoofdrichting, waarin je je beroepscompetenties ontwikkelt. Dit deel omvat maximaal 210 studiepunten. Daarnaast krijg je in een minor (30 studiepunten) de ruimte om je interesses en capaciteiten te specialiseren of juist te verbreden. Het eerste jaar van je studie heet de propedeuse (officieel de propedeutische fase) en heeft een studielast van 60 studiepunten. De propedeuse heeft een drietal functies: een oriënterende, een verwijzende en een selecterende. Deze drie functies hangen nauw met elkaar samen. De propedeuse moet je een goed beeld geven van de hele studie. Gedurende dit eerste jaar word je in staat gesteld na te gaan of de opleiding aansluit bij je capaciteiten en interesses. Dit is de oriënterende functie van de propedeuse. In de loop van dit jaar kun je beslissen of je deze opleiding wilt blijven volgen, of voor een andere opleiding binnen of buiten de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen kiest. Studieadviezen in het midden en aan het eind van het propedeutisch jaar helpen bij die beslissing. Dit is de verwijzende functie van de propedeuse. Tot slot kent de propedeuse ook een selecterende functie. Die functie is tweeledig: aan de ene kant beoordeel je zelf of je geschikt bent voor de studie of niet. Anderzijds word je ook beoordeeld op basis van je studieresultaten, die steeds worden bezien in het licht van motivatie, studiehouding en persoonlijke omstandigheden. Studieadvies Uiterlijk aan het einde van het eerste jaar van de propedeutische fase krijg je een schriftelijk studieadvies, gebaseerd op het aantal behaalde studiepunten. Dat advies bepaalt of je je opleiding al dan niet kunt voortzetten. Je hoeft dat advies niet op te volgen, maar bent wel zelf verantwoordelijk voor de keuze die je maakt, tenzij het om een bindend negatief studieadvies (BNSA) gaat. In dit laatste geval word je direct uitgeschreven en kun je je voor dezelfde opleiding niet meer inschrijven. Het tweede t/m vierde studiejaar heet de hoofdfase (officieel de postpropedeutische fase) en heeft een studielast van 180 studiepunten (inclusief minor). In onderstaande tabel staat de opbouw van de opleiding voor wat betreft de major en minor (qua studiepunten). Indeling van een Major Minor Totaal opleiding in stp Propedeuse 60 60 Hoofdfase 150 30 180 Totaal 210 30 240 Je kiest zelf voor een minor als verbreding of verdieping van je studie. Het totale aanbod aan minoren vind je op insite. Het is van groot belang dat je je vroegtijdig verdiept in het maken van een minorkeuze. Voor sommige minoren gelden namelijk specifieke instapeisen. Een toelatingsvoorwaarde voor een minor kan bijvoorbeeld zijn dat je een specifiek soort stage hebt gelopen. Als je van plan bent om stage te gaan lopen in het buitenland en dus afwezig bent ten tijde van voorlichtingsactiviteiten is vroegtijdige oriëntatie en kiezen van belang. Zie ook paragraaf 4.5 Minoraanbod van de opleiding. 4.1 Onderwijsaanbod Toegepaste Psychologie De studie Toegepaste Psychologie duurt vier studiejaren en elk jaar is verdeeld in vier periodes. Het eerste jaar, de propedeuse, wordt gevolgd door drie jaar die samen de hoofdfase vormen. Voor elke onderwijseenheid (OWE) kun je studiepunten (stp) halen. Het aantal studiepunten kan per onderwijseenheid verschillen. Dit is afhankelijk van het aantal uren dat je gemiddeld genomen aan de onderwijseenheid moet besteden: het aantal studiebelastinguren (sbu). 1 studiepunt staat voor 28 studiebelastinguren. 20

In dit hoofdstuk vind je een overzicht van de onderwijseenheden van de studie Toegepaste Psychologie. 4.2 Drie opleidingsniveaus De onderwijseenheden zijn voorzien van een niveauaanduiding. Daarmee kun je inschatten of de onderwijseenheid aansluit bij de competenties die je al hebt ontwikkeld. We onderscheiden drie niveaus: hoofdfasebekwaam, afstudeerbekwaam en beroepsbekwaam. Hoofdfasebekwaam a. Complexiteit van de opdracht je kunt een standaard (voorgeschreven) proces uitvoeren en een beroepsproduct ontwikkelen op basis van de vraagstelling van de cliënt, groep of opdrachtgever. Je hebt kennis van en maakt gebruik van (aangedragen) theoretische concepten. b. Complexiteit in situationele factoren de vraagstelling van de cliënt, groep of opdrachtgever is relatief eenduidig. De risicofactoren van de cliënt, groep of opdrachtgever zijn grotendeels expliciet aanwezig. c. Mate van zelfsturing je ontvangt regelmatig sturing van de docent bij het handelen en het ontwikkelen van de beroepsopdrachten. Je wordt begeleid bij de ontwikkeling van zijn leerproces en vormgeven hiervan. Afstudeerbekwaam a. Complexiteit van de opdracht je kunt zelfstandig een verantwoorde reactie of oplossing bedenken en/of kiezen voor een vraag/probleem van een cliënt, groep of opdrachtgever. Je maakt keuze uit theoretische concepten en past deze toe. Je geeft grotendeels zelf vorm aan de manier waarop je de oplossing aanbiedt en communiceert. Er wordt geen standaardoplossing voorgeschreven. Je moet je kunnen verantwoorden in de keuzes die je maakt. b. Complexiteit in situationele factoren de vraagstelling van de cliënt, groep of opdrachtgever is impliciet aanwezig. De cliënt, groep of opdrachtgever kan disfunctioneel gedrag vertonen, ongemotiveerd zijn en/of beperkt inzicht hebben in het eigen gedrag. Je houdt rekening met eventuele andere belanghebbenden. c. Mate van zelfsturing op initiatief van jezelf ontvang je beperkte sturing. Je weet in grote lijnen hoe je de opdrachten moet aanpakken en wat je nodig hebt aan hulpmiddelen/hulpbronnen. Beroepsbekwaam a. Complexiteit van de opdracht je functioneert zelfstandig en probleemstrategisch. Je identificeert complexe meervoudige problemen en lost deze op. Je past op basis van eigen inzicht theoretische concepten toe en kunt deze beargumenteren. Je houdt bij jouw handelen en/of het ontwikkelde beroepsproduct voor een cliënt, groep of opdrachtgever rekening met de consequenties voor anderen in de keten. b. Complexiteit in situationele factoren de vraagstelling en risicofactoren van de cliënt, groep of opdrachtgever zijn complex. De vraagstelling is niet direct helder en/of behandelbaar door bijvoorbeeld weerstand, meervoudige belangen, demotivatie, de klinische toestand en de invloed van het systeem. Je kunt in en buiten de organisatie omgaan met verschillende belanghebbenden, verantwoordelijkheden en je kunt samenwerken met andere disciplines. c. Mate van zelfsturing er wordt een groot appel gedaan op de zelfstandigheid en inbreng van jou. Je stuurt zelfstandig jouw leerproces. De uitwerking van de niveaus is sturend voor de vormgeving van de beroepstaken, de ontwikkeling van beroepsopdrachten en tentamens, en de beoordeling. Concreet betekent dit dat bij de ontwikkeling en updates van het onderwijsaanbod de niveaus steeds mede bepalend zijn voor de inhoud en toetsing van de verschillende onderwijseenheden. Hiermee volgt de opleiding een 21

consistentie in opbouw door de jaren heen, toewerkend naar het beoogde eindniveau: beroepsbekwaam. 4.3 Opleidingsvarianten De opleiding Toegepaste Psychologie wordt alleen verzorgd in een voltijd opleidingsvariant. 4.4 Praktijk als leerbron Tijdens de studie Toegepaste Psychologie ben je altijd aan het werk met authentieke en complexe beroepsopdrachten. Op de opleiding krijg je feedback van ervaren docenten en gastdocenten. En tijdens het praktijkleren krijg je feedback van praktijkbegeleiders. In totaal besteed je minimaal 25% van je studietijd aan leren in de praktijk. Praktijkleren is ingebouwd in het leerplan. De contacten met de praktijk en de moeilijkheidsgraad nemen in de loop van je studie toe: In het propedeusejaar (niveau 1, 1 e studiejaar) werk je vooral op de opleiding zelf en oriënteer je je als toegepast psycholoog in opleiding op de rol van de professional door middel van werkveldoriëntatie. Op basis daarvan krijg je een goed beeld van de functie van een hbo-psycholoog in een of meerdere beroepsrollen. Hierdoor kun je ook voor jezelf bepalen of je de juiste beroepskeuze hebt gemaakt. In het tweede studiejaar van de opleiding (niveau 2, hoofdfase 1) voer je voor het eerst een opdracht uit voor de praktijk samen met je medestudenten. Hierbij krijg je begeleiding vanuit de opleiding in de vorm van ondersteunend onderwijs. In totaal ben je hier ongeveer 120 uur mee bezig. In het derde studiejaar (niveau 3, hoofdfase 2) ga je in de praktijk werken. Je voert daarbij een aantal taken uit in de praktijk, die bijdragen aan de ontwikkeling van jouw competenties van het competentieprofiel. In dit jaar is het mogelijk om de praktijkperiode in het buitenland te doorlopen. Aantal praktijkmaanden: 10 maanden. In vierde jaar van de opleiding (niveau 3, hoofdfase 3) voer je in het kader van het afstudeertraject, praktijkonderzoek uit in opdracht van een externe opdrachtgever met als doel te komen tot een resultaat (praktijkverbetering) bijdraagt aan de ontwikkeling van de beroepspraktijk. De werkzaamheden die je verricht passen in grote lijnen bij de beroepstaken en je werkt aan alle competenties. Supervisie Het uitgangspunt van competentiegericht onderwijs is dat je zelf verantwoordelijkheid neemt voor je eigen beroepsontwikkeling en de keuzes die daarbij horen. Supervisie is een onderdeel van het praktijkleren hoofdfase 2 (niveau 3, 3e studiejaar), wat op de terugkomdagen binnen het ondersteunend onderwijs plaats vindt. Tijdens de supervisiebijeenkomsten wordt stil gestaan bij het reflecteren op je eigen handelen en richt je daarmee de focus op de ontwikkeling van je eigen beroepsidentiteit, reflectieve professional. In de opleiding Toegepaste Psychologie is dit onder te brengen bij competentie 4 professioneel werken. Het doel van de supervisie is het inzicht krijgen in je eigen professionele handelen en dit duurzaam te verbeteren. In een vaste groep van studenten worden tijdens de supervisiebijeenkomsten kwesties / dilemma s uit de praktijk ingebracht. In de supervisie wordt aan de volgende doelstellingen gewerkt, dat je: persoonlijke leerthema s (een zgn. rode draad) ontdekt; dieper leert reflecteren; niveaus van gedragsverandering leert onderkennen; vanuit je eigen leerstijl/leercyclus daar van kan leren; authenticiteit ontwikkelt in het professionele handelen. Supervisie is verplicht en er wordt naast een goede voorbereiding, betrokkenheid en inzet verwacht! 22