Maatschappelijke informatievoorziening via internet Achtergronddocument



Vergelijkbare documenten
Hardware Specialisatie. Module 1: Zoeken op het internet

Opdracht 1. a) Van welk tijdstip is het nieuwste bericht op AD.nl? ... b) Wat zou ongeveer de deadline zijn geweest van het papieren AD? ...

MEDIA-ANALYSE 1 JANUARI 2018 T/M 31 DECEMBER 2018 PRINT & INTERNET FICTIEVE VOORBEELDRAPPORTAGE. in opdracht van BEDRIJF A

SEO: GEVONDEN WORDEN OP HET INTERNET

Opdracht 1. a. Noteer twee overeenkomsten in de keuze van de artikelen b. Vind twee verschillen in de keuze van de artikelen 1...

Zowel online als offline

Zoekmachine optimalisatie Trends SEO ontwikkelingen om rekening mee te houden in 2011

Checkit maakt u vindbaar!

Mediabeleid in Nederland

Whitepaper SEA Haal maximale resultaten vanuit zoekmachine adverteren door structuur, optimalisatie en analyse.

Nieuwe doelgroep. Bereik een... Brochure: Product informatie. Optimera.nl Mallemoolen GS Zevenaar - NL OPTIMALISATIE IN PERFECTIE

maatschappijwetenschappen havo 2018-I

Verdien model. Affiliate marketing

Jouw bedrijf in 3 stappen bovenin Google Whitepaper online vindbaarheid versie augustus 2012

Hieronder vindt u een aantal tips die kunnen helpen de vindbaarheid te verbeteren:

STAND VAN ZAKEN ZOEKMACHINEMARKETING

ZOEKMACHINE-OPTIMALISATIE,

Rabobank Cijfers & Trends

Online bereik blijft op niveau in de zomer

Maandbereiksindex Dagbladen mei Irena Petrič - NOM Alke Bassler - Intomart GfK

Profiel digitale krantenlezer

Platform. Dagblad De Telegraaf Website Telegraaf.nl

Handleiding SEO controle & Publiceren blog-artikelen Wageningen UR blog. Oktober 2015

Trends in Digitale Media; nieuwe opportunities voor TV

Nieuws uit de krant. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Informatie vaardigheden

Clipping geeft content een tweede en derde leven :51

Handleiding SEO controle & Publiceren blog-artikelen Wageningen UR blog. Oktober 2015

Maurice Jongmans is Adviseur Social Media en Zoekmachineoptimalisatie bij Webtechniek in Delft.

Clipit whitepaper. Onderzoek online en social media berichten over steden. 1 september november 2012

NOM bereidt zich voor op de toekomst en gaat totaal lezen van mediamerken meten

5,7. Samenvatting door D. 959 woorden 31 mei keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer

ABC Analytics Handleiding

Workshop. Zoekgedrag anno 2012: Wat is de impact op de Search strategie? Copyright 2012, iprospect, Inc. All rights reserved.

Thuiswinkelen en tablet gaan goed samen

Onderwerp: Televisie kijken via internet groeit aanzienlijk. Volgnummer: 5

meezeilen.nl : het internetknooppunt voor de nederlandse beroepszeilvaart

Een analyse van het vak communicatie in de media 27 augustus 2015

Vragenlijst redactieonderzoek 2015

#SMING12 IMPACT SOCIAL MEDIA 2012

Social Key Performance Indicators en meetbare resultaten Door: Rob van den Brink

Online Marketing. Door: Annika Woud ONLINE MARKETING

OOG TV en Radio. Marjolein Kolstein. Mei Laura de Jong. Kübra Ozisik.

Zoekmachine Optimalisatie (SEO)

Model Redactiestatuut

Online Lead Generation 22 februari 2007

SEO whitepaper. 1. Inleiding Wat is SEO? Onderdelen SEO Praktische SEO tips Hulp nodig? 10

UW BEDRIJF GEMAKKELIJK EN VOORDELIG PROMOTEN OP TOPSITES? DAT KAN! In enkele simpele stappen staan uw advertenties gericht online.

VERTROUWEN IN MEDIA IN NEDERLAND. September 2017

Online marketing. De weg naar online succes. Presentatie door: Eelke Kuipers

MEDIA EN MEDIAGEBRUIK IN HET ELEKTRONISCHE TIJDPERK. dr Lou Lichtenberg Directeur

Analytics rapport: AmbiSphere

Plannen op WordFeud, het kan nu!

Verbinder van de Bollenstreek

Klik&Steen Dashboard. Wat zijn nou interessante statistieken bij websites?

Online marketing. De weg naar online succes. Presentatie door: Eelke Kuipers

IP72 Brabants Dagblad. Analyse

E-resultaat aanpak. Meer aanvragen en verkopen door uw online klant centraal te stellen

DEFINITIEVE ANTWOORDEN

Rapportage. November Mediawijsheid. In opdracht van: De Issuemakers Project number: Auteur: Tim Faassen

Search Engine Optimization: Optimaliseren van webteksten voor zoekmachines

Breng de juiste bezoeker naar uw website. Yonego 17 november 2011

OpenIMS 4.2 Portaal Server

Transitie naar digitale proposities Betalingsbereidheid van de lezersmarkt 24 November 2010

Pedagogische studiedag Colomaplus. Opzoeken van (wetenschappelijke) informatie op www Goedele Vergauwen

Wegwijzer: Een geschikt medium kiezen

Registratie Data Verslaglegging

DAGELIJKS, MAAR VOORBIJ DE WAAN VAN DE DAG

Stappenplan zoeken en verwerken van informatie

Case 4 Consultancy. 28 April F.J.H. Bastiaansen. D.A.J. van Boeckholtz. Minor Online Marketing

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Gedragscode social media reddingsbrigade Heerhugowaard

1. Inleiding Hoe wordt mijn website gemakkelijk gevonden in de verschillende zoekmachines.

Kennisbank van Alletha. Elementair voor uw organisatie

Het Online Marketingplan. Het Social Media Plan als onderdeel van het Marketing Plan

Bereik meer! Met mobiel adverteren 2013 >>

Voor je begint met bloggen

Controleer zorgvuldig of alle pagina s in de goede volgorde aanwezig zijn. Raadpleeg in geval van een afwijking een surveillant.

2nd, 3th en Xth Screen

6,9. Spreekbeurt door een scholier 1336 woorden 4 oktober keer beoordeeld. Nederlands

Nationale Social Media Onderzoek 2019

Informatievaardigheden

Kiezen voor All In Content betekent dat u over kennis van een compleet team beschikt in plaats van afhankelijk te worden van één enkele consultant:

Handleiding CMS. Auteur: J. Bijl Coldfusion Consultant

Case hoofdstuk 2: Het strategische probleem van het dagblad

Top 100 online titels nader bekeken

Smartphones. Figuur 1 Our Mobile Planet, 2012

Rob van Stuivenberg. 23 januari 2005

Rapportage Intomart GfK Voor Cebuco juni 2013

SAMENVATTING TRENDS IN DIGITALE MEDIA 2016

Hoe bouw ik een goede website?

WAT IS EEN GOEDE WEBSITE EN HOE ZET IK DEZE IN ALS CENTRAAL PUNT IN ONLINE MARKETING?

18 december Social Media Onderzoek. MKB Nederland

Search Engine Optimalization (SEO)

Handleiding SEO controle & Publiceren blog-artikelen Wageningen UR blog. Maart 2016

Eenvoud, kracht en snelheid

Slimmer zoeken op internet

SEO. Wat is SEO? Het optimaliseren van je online informatie, zodat deze zo goed mogelijk scoort in de zoekresultaten op relevante zoekopdrachten.

Publicatie van deze opgaven mag alleen na schriftelijke toestemming van het NIMA.

Transcriptie:

Nederlandse Organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek / Netherlands Organisation for Applied Scientific Research TNO-rapport STB-03-03 Maatschappelijke informatievoorziening via internet Achtergronddocument Informatie en Communicatie Schoemakerstraat 97 Postbus 6030 2600 JA Delft www.tno.nl T +31 (0)15 269 69 00 F +31 (0)15 269 54 60 stb@stb.tno.nl Datum 26 februari 2003 Auteur(s) Silvain de Munck, Mhiera den Blanken, Hermineke van Bockxmeer m.m.v. Martijn Poel Exemplaarnummer Oplage Aantal pagina's 39 Aantal bijlagen Opdrachtgever Commissariaat voor de Media Projectnaam Mediaconcentratie in Beeld II Projectnummer Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, foto-kopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande toestemming van TNO. Indien dit rapport in opdracht werd uitgebracht, wordt voor de rechten en verplichtingen van opdrachtgever en opdrachtnemer verwezen naar de Algemene Voorwaarden voor onderzoeksopdrachten aan TNO, dan wel de betreffende terzake tussen de partijen gesloten overeenkomst. Het ter inzage geven van het TNO-rapport aan direct belang-hebbenden is toegestaan. 2003 TNO

TNO-rapport 26 februari 2003 2 / 39 Bijlage(n) A Bijlage: online kranten 2002 Inhoudsopgave 1 Inleiding 4 1.1 Leeswijzer 4 2 Monitoring van mediaconcentratie in het internetdomein 5 2.1 Toegevoegde waarde van nieuws via internet 5 2.1.1 Inhoud 5 2.1.2 Toegankelijkheid 6 2.1.3 Aanbod- en gebruikstructuur van internet 6 2.2 Toekomst van internet als nieuws- en informatiebron 8 2.3 Monitoring mediaconcentratie in het internet domein: indicatoren 9 3 Zoekmachines 11 3.1 Inleiding 11 3.2 Werking 11 3.3 Omvang 12 3.4 Betrouwbaarheid van het aanbod 13 4 Publiekspreferenties 14 4.1 Top 20 algemene sites van 2002 14 4.2 Top 10 - Online nieuws- en informatiediensten 15 4.3 Top 10 Nieuwssites 15 4.4 Top 10 - Mediasites (Kijk- en Luisteronderzoek) 18 5 Verslag van interviews met experts 19 5.1 Inleiding 19 5.2 Historie 19 5.3 Functie van nieuws voor businessmodellen 19 5.4 Aanbodstructuur 20 5.4.1 Aanbod 20 5.4.2 Diversiteit 21 5.4.3 Betrouwbaarheid 22 5.5 Karakteristieken van gebruik 22 5.6 Monitoren van concentratie 23 5.7 Ontwikkeling in de toekomst 23 5.8 Conclusie 24 6 Cases: ANP, Planet Internet, OneWorld 26 6.1 Het Algemeen Nederlands Persbureau (ANP) 26 6.1.1 Organisatie 27 6.1.2 Samenwerking 27 6.1.3 Strategie 28 6.2 Planet Internet 28 6.2.1 Organisatie 28 6.2.2 Aanbod van Nieuws 29 6.2.3 Samenwerking 30 6.2.4 Strategie 30

TNO-rapport 26 februari 2003 3 / 39 6.3 OneWorld 30 6.3.1 Organisatie 31 6.3.2 Aanbod van nieuws 31 6.3.3 Strategie 32

TNO-rapport 26 februari 2003 4 / 39 1 Inleiding Dit rapport gaat over maatschappelijke informatievoorziening op internet. Het is tot stand gekomen als achtergronddocument bij het hoofdstuk Internet van het rapport `Mediaconcentratie in beeld 2002 dat TNO Strategie Technologie en Beleid heeft opgesteld in opdracht van het Commissariaat voor de Media. In de internetmonitor is in kort maar krachtig de rol van internet in de maatschappelijke nieuwsvoorziening belicht. Het onderliggende rapport gaat dieper in op een aantal aspecten van dit onderwerp. Het geeft meer inzicht in informatie over publiekspreferenties en zoekmachines. Ook is het geïntegreerde verslag van de interviews met deskundigen alsmede de integrale rapportage over de cases in dit rapport opgenomen. Tot slot bevat dit rapport een discussienota over het monitoren van mediaconcentratie in het internetdomein. De internetmonitor heeft betrekking op de internetactiviteiten van de traditionele mediaondernemingen zoals dagbladen en omroepprogramma-aanbieders alsmede op informatievoorziening door nieuwe toetreders tot de mediamarkt. De monitor beperkt zich tot een inventarisatie en analyse van de aanbod- en vraagstructuur van informatieve websites (WWW) en zoekmachines. Daarbij worden die internetdiensten betrokken die van primair belang zijn voor de maatschappelijke informatievoorziening en die gericht zijn op het algemene publiek, in het bijzonder nieuws. Aangesloten wordt bij de definitie van journalistieke informatieproducten op internet van het Bedrijfsfonds voor de Pers: nieuws, achtergrondinformatie, analyse en commentaar, gericht op de maatschappelijke actualiteit in haar algemeenheid, mede in het belang van politieke meningsvorming 1. Kort gezegd wordt in deze sectoranalyse gesproken over nieuws op internet. 1.1 Leeswijzer In hoofdstuk 2 wordt ingegaan op het monitoren van mediaconcentratie op internet in de toekomst. In hoofdstuk 3 wordt ingegaan op de werking van zoekmachines op internet. Hoofdstuk 4 geeft aanvullende informatie over de voorkeuren van internetgebruikers met betrekking tot nieuws- en informatiesites. Hoofdstuk 5 is de integrale neerslag van de interviews die voor het rapport `Mediaconcentratie in beeld zijn gehouden met enkele deskundigen. Hoofdstuk 6 bevat de rapportage van de drie case-studies. In de bijlage is een systematisch overzicht opgenomen van de nieuws- en informatiesites op internet in 2002. 1 Bedrijfsfonds voor de Pers, 2001. Kaderregeling voor het stimuleren van journalistieke informatieproducten via het internet. Den Haag, april 2001

TNO-rapport 26 februari 2003 5 / 39 2 Monitoring van mediaconcentratie in het internetdomein In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de volgende vraag: Hoe zal de maatschappelijke informatievoorziening via internet zich in de toekomst ontwikkelen en welke betekenis heeft dit voor het monitoren van mediaconcentratie. In een interne TNO workshop is nagedacht over deze vragen. Tevens is deze thematiek aan de orde gekomen in de drie expert-interviews die gehouden zijn met Lou Lichtenberg en Rick van Dijk (Bedrijfsfonds voor de Pers), Ren de Vree (Villamedia) en Mark Deuze (UvA). De resultaten daarvan alsmede discussieonderwerpen staan in dit hoofdstuk. Media zijn van groot belang voor de meningsvorming en het democratisch functioneren van onze samenleving, stelt het CvdM in de het voorwoord van het rapport Mediaconcentratie in Beeld. Met de opkomst van internet en informatieve websites is de vraag wat het (relatieve) belang is van dit nieuwe medium in het totale aanbod van maatschappelijke informatievoorziening, in het bijzonder nieuws 2. De vraag die hiermee verbonden is, is in hoeverre internet in het media-aanbod gezien kan worden als een eigenstandig medium. Immers, de traditionele media zijn actief in dit nieuwe domein, naast een groot aantal partijen die niet uit het medialandschap voortkomen maar ook nieuwe spelers. Figuur 1: origine nieuwsaanbieders op internet Maatschappelijke informatievoorziening (nieuws) op Internet Dagbladen Televisie Radio Tijdschriften Telecom Overig Onderstaande gedachtevorming biedt bouwstenen voor de beantwoording van de vraag wat in de toekomst op het terrein van internet gemonitord zou moeten worden. De vraag is daarbij in welke mate nieuwsvoorziening via internet iets toevoegt aan bestaande media. En kun je nieuwsvoorziening via internet en internetjournalistiek op eigen merites beoordelen Als het namelijk niets toevoegt of geen zelfstandige positie heeft, lijkt het niet zinvol om internet als eigenstandig domein binnen de context van de mediamonitoring te monitoren. Dit kan overigens op termijn veranderen. 2.1 Toegevoegde waarde van nieuws via internet De toegevoegde waarde van nieuwsvoorziening via internet kan gevonden worden in de inhoud, toegankelijkheid en de aanbod- en gebruikstructuur ervan. 2.1.1 Inhoud Op internet is veel nieuws beschikbaar dat eerder of tegelijkertijd in andere media (dagbladen, omroep) wordt gepresenteerd. Nieuws speciaal geproduceerd voor internet is nauwelijks aanwezig, zo schatten de deskundigen in. Ook wordt geconstateerd dat er nog geen format is voor de productie van internetnieuws, voor een webreportage. Het aanbod bestaat ofwel uit tekst, ofwel uit beeld en/of geluid maar er zijn nog geen 2 In deze notitie spreken we over nieuws, als specifieke categorie van maatschappelijk informatievoorziening

TNO-rapport 26 februari 2003 6 / 39 nieuwe combinaties 3. Mede als gevolg daarvan is internet nog vooral interessant als transportmiddel. Dit blijkt ook uit de inventarisatie van nieuwssites voor de internetmonitor. Er is volgens de deskundigen zelfs eerder sprake van een vermindering van originele inhoud op internet dan dat de hoeveelheid toeneemt. Zij vragen zich dan ook af in hoeverre internet op dit moment voor het aanbod van algemeen nieuws inhoudelijk toegevoegde waarde biedt. Internet biedt wel toegevoegde waarde op het terrein van specifieke of niche informatie (bijvoorbeeld www.nieuwsgrazer.nl over landbouwnieuws of vaart.nl een portal over de scheepvaart). Ook in het geval van incidenten (rampen, ongelukken, overlijdensgevallen) wordt die waarde gezien. In de vorm van dossiervorming en het bieden van links varieert die waarde. Soms wordt simpelweg enkele artikelen en links bij elkaar gezet en noemt men dat dossiervorming (packaging) in andere gevallen wordt duiding gegeven bij de artikelen, verbanden aangebracht, commentaar gegeven en worden geannoteerde links gegeven (content creation). McLuhan stelde al the content of the new medium is the old medium. Wat dat betreft is er weinig veranderd. Wat inhoudelijk de toegevoegde waarde van nieuws op internet is, is dus anno 2002 nog maar de vraag. 2.1.2 Toegankelijkheid Wat betreft de toegankelijkheid van nieuws via internet, lijkt er een duidelijke toegevoegde waarde te zien ten opzichte van traditionele media. Nieuws is over het algemeen gratis en openbaar (slechts voor internettoegang wordt betaald, niet voor consumptie van inhoud), het nieuws is snel en direct beschikbaar vanaf iedere plaats en op ieder moment. Bovendien kan via links makkelijk doorgeschakeld worden naar verbonden of achterliggende bronnen (hypertextualiteit). De betekenis van internet voor de maatschappelijke informatievoorziening en in het bijzonder nieuws zit tot dusver slechts deels in de inhoud (andere berichten) maar veel meer in een andere presentatie en vindbaarheid van berichten (toegankelijkheid, vorm en gebruik). Soms is het dus de inhoud en soms de toegankelijkheid van de inhoud die toegevoegde waarde biedt. Vervolg vraag is in hoeverre er al sprake is van internetjournalistiek. Op grond van bovenstaande conclusie en afgaande op de opmerkingen van de deskundigen, zou je kunnen stellen dat internetjournalistiek wel bestaat in theorie maar nog niet of nauwelijks in de praktijk. 2.1.3 Aanbod- en gebruikstructuur van internet De huidige aanbod- en gebruikstructuur van nieuws via internet levert een aantal aspecten op die van invloed zijn op de betekenis van internet voor die informatievoorziening: Een winstgevend businessmodel ontbreekt. Tot op heden is het dominante businessmodel van nieuws via internet dat van het gratis beschikbaar stellen van de informatie. Uit de inventarisatie en analyse van nieuwssites blijkt dat nieuws slechts in beperkte mate tegen betaling wordt aangeboden danwel dat sites gesloten delen voor abonnees bieden (bijvoorbeeld NRC, Financiële Dagblad). Gesloten 3 Zowel het Bedrijfsfonds voor de Pers als het Stimuleringsfonds Culturele Omroepproducties proberen met subsidies initiatieven op dit terrein te stimuleren. Slechts in experimentele zin zijn er initiatieven.

TNO-rapport 26 februari 2003 7 / 39 delen hebben over het algemeen geen betrekking op het nieuws zelf maar op aan nieuws verbonden producten en andere diensten zoals archieven, puzzels en achtergronddocumenten. Dit businessmodel wordt ook wel een aandachtseconomie genoemd. Sites zijn afhankelijk van adverteerders of sponsors die hopen dat bezoekers van de sites hun advertenties (banners) opmerken. Deze inkomstenbron is echter nog zeer onzeker en beperkt. Partijen die buiten internet activiteiten hebben (bijvoorbeeld uitgave van kranten of exploitatie omroepbedrijf) investeren vaak voornamelijk met inkomsten uit die activiteiten in internet. Algemeen is de veronderstelling dat sites renderen die iets toevoegen aan het bestaande nieuwsaanbod. Dit kan in de vorm van inhoud zijn maar ook in de vorm (multimedialiteit) of service aan abonnees. - Verdunning van publiek. Zoals figuur 1 laat zien, zijn vanuit diverse mediadomeinen partijen actief op internet. Er is zodoende een groot aanbod aan informatieve en nieuws- websites (187). Bijvoorbeeld op regionaal niveau bieden zowel de krant als de radio en televisiestations (commercieel en publiek) en het huis-aan-huisblad regionaal nieuws en informatie op het web. Dit leidt tot directe concurrentie op internet tussen voorheen onderscheiden partijen in verschillende mediamarkten en daarmee tot een verdunning van het publiek. Ultimo kan zo de grote diversiteit van het aanbod en versnippering van het publiek leiden tot wat wel genoemd wordt ruinous competition. - Publiekssamenstelling is deels hetzelfde, deels anders dan van de traditionele media. Zo bezoeken zowel abonnees als niet-abonnees de site van een krant. Het publiek is daardoor zeer moeilijk te vangen. De ongerichte verspreiding van internet lijkt daarin op televisie en radio (point-multipoint). Op internet is er echter ook een groot aantal aanbieders (multipoint multipoint). Tegelijkertijd kan een aanbieder meer en meer over bezoekers te weten komen (hoe lang iemand de site bezoekt, waar een bezoeker vandaan komt) en is direct contact mogelijk (e-mail). - Kenmerken van internetgebruik. Bezoekers van sites hebben een mediagebruik dat gekenmerkt kan worden als vluchtig (koppen snellen), ad hoc en weinig trouw. Het medium zelf biedt hier ook alle aanleiding voor. Sterker nog dan bij televisie zappen mensen langs het enorme aanbod. Hierin verschilt internetgebruik van andere media. Naarmate meer bekend wordt over internetgebruik, wordt ook meer bekend over het rituele gedrag van gebruikers. Deskundigen zijn van mening dat er vooralsnog geen gehechtheid is aan merknamen op internet, althans niet zo sterk als bij andere media. - Productie van nieuws Zoals eerder gesteld is de productie van nieuws in vorm en inhoud nog sterk verbonden met het oorspronkelijke medium. Kranten publiceren hun nieuws of delen ervan op sites, omroepen bieden (fragmenten van) programma s aan. Bij de productie van nieuws zien we dus nog een sterke link met het moederbedrijf. Naast de inhoud gaat het daarbij ook om de missie en strategie, redactie, marketing, redactiestatuut etc. Verder zien we een dominante aanwezigheid van enkele bronnen, met name ANP. Bij gebrek aan eigen en nieuwe inhoud valt dit des te meer op. Een ontwikkeling ten aanzien van de productie van nieuws is volgens deskundigen de personalisatie van de journalist waarbij de naam van de journalist belangrijker wordt dan die van de uitgever. - Onderzoekbaarheid van internetgebruik. Er is nog veel discussie over cijfers betreffende bezoekersaantallen en gebruik van sites. In het traditionele domein zijn gevalideerde onderzoeksmethoden zoals die van HOI 4, Intomart en SCP (TBO) van groot belang voor de advertentiemarkt en voor uitspraken over gebruik van media. 4 Zowel HOI als het CIM in België zijn bezig met de ontwikkeling daarvan.

TNO-rapport 26 februari 2003 8 / 39 Het zal nog enige jaren duren voordat betrouwbare methoden voor internet zijn ontwikkeld en geaccepteerd. 2.2 Toekomst van internet als nieuws- en informatiebron Drie elementen zijn van invloed op de vraag hoe de toegevoegde waarde van internet zich in de toekomst zal ontwikkelen. Deze samenhangende elementen vormen tegelijkertijd een bottleneck in die ontwikkeling. - Technologie: Breedbandigheid is een voorwaarde voor acceptatie en gebruik van multimediale toepassingen. Dit is een technische hobbel die op termijn genomen moet worden. Tot die tijd zal de internetjournalistiek in haar vorm (en daarmee inhoud) nog zeer lijken op de traditionele media. - Gebruik: samenhangend met de technologische ontwikkeling, zijn er ontwikkelingen in het gebruik van nieuws via internet. Nieuws via internet kan gebruiksvriendelijker worden als mobiele gebruiksapparatuur meer in zwang komt, verbindingen sneller worden en de vorm van het nieuws waarde toevoegt aan nieuws via traditionele media. Tot op heden is dat nog onvoldoende aan de orde. - Economie: zolang er nog geen renderend businessmodel is, zal de nieuwsvoorziening via internet een afgeleide blijven van de basisactiviteiten van een aanbieder (media-onderneming of andere onderneming). Dit hangt mede samen met de definitie van die basisactiviteiten door met name de huidige mediabedrijven. Zo wordt krantenbedrijven wel verweten zichzelf nog te veel te zien en positioneren als papierdrukkers in plaats van informatieleveranciers. Een herdefiniëring van die activiteiten kan leiden tot een andere strategie ten aanzien van internet. Een verwante ontwikkeling is die van multi-channel exploitatie. Zo bieden steeds meer commerciële bedrijven een mix van televisie, internet en mobiele diensten (SMS) aan om nieuwe vormen van interactiviteit te creëren en kijkers te betrekken bij het programma (bv Idols, Big Brother). Hier zien we dat de verschillende media optimaal samen worden ingezet voor een programma. Figuur 2: Krachtenveld toekomst nieuwsvoorziening via internet - Technologie (breedband) Gebruik (medium kenmerken) Economie (business modellen) De strategie van nieuwssites de komende jaren zal afhangen van bovengenoemde ontwikkelingen. Het veld is volop in beweging door genoemde ontwikkeling,

TNO-rapport 26 februari 2003 9 / 39 marktomstandigheden en tot op heden vooral gebrek aan succes. In het spel worden naar verwachting de volgende strategieën gekozen: 1. Stoppen: er is de afgelopen jaren al een tendens waarbij vaak grootste initiatieven bij gebrek aan economisch succes gestopt zijn, dit zal nog wel even doorzetten. Ook wordt met onderdelen van de site gestopt (bijvoorbeeld met fora). 2. Minimum optie: bedrijven zullen kiezen voor een model met marginale investeringen, geen tot beperkt aanbod van originele content dan wel internetjournalistiek. Een ontwikkeling in de afgelopen maanden die hierop wijst is de reductie van de omvang van internetredacties (Planet Internet, Telegraaf etc). 3. Niches: algemene nieuwssites gaan zich op een niche te richten om zich te onderscheiden (zo zou het AD zich op Sport kunnen richten en Trouw op filosofie en religie) 4. Samengaan; door fusies, overnames of allianties kunnen sites of delen ervan gezamenlijk geëxploiteerd gaan worden (bijvoorbeeld een regiosite van een radiostation en uitgever gezamenlijk of gemeenschappelijke sites van een moederconcern zoals Wegener). De kwestie mediacrossownership is in dit verband actueel en zou volgens deskundigen wel weer ter discussie mogen worden gesteld, met name regionaal. Daar zouden bijvoorbeeld een regionaal dagblad en omroep goed samen kunnen werken om een regionale nieuwssite te exploiteren 5. 5. Uitbreiding: een aanbieder ontwikkelt zich tot een informatieaanbieder met verschillende media in portefeuille die complementair zijn (bijvoorbeeld publieke omroep). 2.3 Monitoring mediaconcentratie in het internet domein: indicatoren In de eerste internetmonitor is gekozen voor een aantal indicatoren, deels in navolging van de wijze waarop de traditionele mediasectoren in kaart worden gebracht, deels op basis van beschikbare gegevens. Navolgend overzicht van indicatoren is stof tot discussie over de onderzoekbaarheid van internet en de mate waarin uitspraken kunnen worden gedaan over mediaconcentratie in dit domein: 5 Ren de Vree pleit in dit verband voor een herverkaveling van de media in de regio en voor een minimum mediamodel

TNO-rapport 26 februari 2003 10 / 39 Indicator Typering sector Advertentiemarkt Aanbiederconcentratie Redactionele concentratie en pluriformiteit Publiekspreferenties Discussie Indeling naar origine aanbieder Nadere achtergrondinformatie (o.a. financieel, uitgever, organisatorisch) Wanneer telt een site als titel? Welk aanbod neem je mee? (nu breed genomen en vergelijkbaar met monitor van de pers en omroep) Hoe ga je om met wijzigingen (overnames, fusies) Andersoortige producten en diensten dan sites (nieuwsbrieven, e-zines maar ook sms-diensten) Discussie met name over het meten en onderzoekbaarheid van bestedingen. Geen inzicht in bestedingen aan nieuws- en informatiesites. Definitie relevante markt Definitie van landelijke en regionale markt, hoe zinvol is dat bij internet? Berekening marktaandelen? Nu gekozen voor de markt voor landelijk nieuws. Overige indicatoren? Waardering in vergelijking met andere domeinen Functie van het nieuws en internetjournalistiek Meten van diversiteit vereist inhoudsanalyse Betrouwbaarheid van nieuws Betaalde content Aanwezigheid Colofon Redactiestatuut Tijdsbesteding aan internet i.r.t. overige media Cijfers over internetpenetratie Bezoekgegevens/pageviews: discussie over onderzoekbaarheid Belang van nieuws op internet voor de gebruikers? Hoe situatiespecifiek is dat? Publiekspreferentie als spiegel van aanbiedersconcentratie

TNO-rapport 26 februari 2003 11 / 39 3 Zoekmachines 3.1 Inleiding 3.2 Werking Zoekmachines worden gebruikt om door middel van trefwoorden informatie te vinden op internet. Dit is voor de maatschappelijke informatievoorziening op internet van belang omdat gebruikers met behulp van zoekmachines makkelijker toegang krijgen tot informatie op internet en uitgebreidere mogelijkheden hebben gekregen om diverse bronnen te doorzoeken en te raadplegen. Tegelijkertijd wordt een gebruiker echter geconfronteerd met vragen met betrekking tot de betrouwbaarheid, onafhankelijkheid, actualiteit en accuraatheid van de gevonden informatie. De mogelijkheden die het internet biedt voor het vergaren van informatie gelden ook voor het geven en produceren van informatie. Ieder individu en iedere organisatie kan zijn informatie vrij op internet plaatsen (behoudens illegale inhoud). Dit maakt dat het moeilijk is om de betrouwbaarheid en validiteit van informatie in het internetdomein te beoordelen. Daarnaast zijn er beperkingen aan de mate waarin een zoekmachine toegang kan verschaffen tot het totale World Wide Web. Ondanks het feit dat zoekmachines toegang hebben tot veel informatie bestaat er zoiets als een verborgen web, informatie die niet wordt doorzocht door zoekmachines, bijvoorbeeld omdat er gewerkt wordt met databases die niet door zoekmachines wordt herkend. Volgens onderzoek uit 1999 van Lawrence en Giles 6 wordt maar een zeer beperkt deel van de beschikbare informatie gevonden op het web door individuele zoekmachines. Er wordt in dit hoofdstuk ingegaan op de werking van zoekmachines, de omvang van de markt (aantallen, marktaandeel) en het aanbod van informatie via zoekmachines. Zoekmachines indexeren webpagina s: informatie die vervolgens in een database wordt opgeslagen. In feite is de informatie waartoe een zoekmachine toegang heeft een momentopname van het internet. Dit betekent dat de weergegeven zoekresultaten niet altijd de meest recente hoeven te zijn (en zelfs verouderde of reeds verwijderde informatie weergeven). Daarnaast kunnen de meeste zoekmachines maar een klein deel van het internet indexeren waardoor niet alle informatie wordt gevonden 7. Een bijkomend verschijnsel is dat pagina s (en dus informatie) op het internet worden geïndexeerd met behulp van technieken die waarde toekennen aan een pagina op een andere manier dan op de waarde van de inhoud. Sommige zoekmachines gebruiken populariteit als criterium, waarbij een zoekresultaat meer waarde heeft, en dus hoger in de ranglijst aan de gebruiker getoond wordt, als veel naar de betreffende pagina gelinkt wordt. Een van de mogelijkheden om toegang tot meer informatie te krijgen is het gebruik van meerdere zoekmachines tegelijkertijd, bijvoorbeeld door het gebruik van 6 Beschikbaar via http://www.voelspriet.nl/verborgen.htm. Volgens het onderzoek was in 1999 het gezamenlijke bereik van de 11 populairste zoekmachines in de VS ongeveer 42%. 7 Benjamin, J. (2002). Wantrouw de zoekmachine. In: NRC, internetspecial, 28 september 2002. In Benjamin (2002) wordt een ruwe schatting gegeven; de tien populairste zoekmachines verwijzen gezamenlijk naar ongeveer 10% van internet.

TNO-rapport 26 februari 2003 12 / 39 3.3 Omvang metazoekmachines. Het verschil tussen gewone zoekmachines en metazoekmachines is dat de eerste een eigen database heeft waarin webpagina s zijn geïndexeerd, terwijl de tweede geen eigen database heeft, maar andere zoekmachines doorzoekt. Daarnaast bieden metazoekmachines meestal minder mogelijkheden om zoekopdrachten te verfijnen en zijn de zoekresultaten vaak oppervlakkiger. Alhoewel het in het verleden mogelijk was zoekmachines te manipuleren door bijvoorbeeld populaire zoektermen onzichtbaar op te nemen in een site (metatags) hebben de meeste zoekmachines tegenwoordig mogelijkheden dergelijke manipulatie te herkennen 8. Waardoor het voor eigenaars van web pagina s moeilijker wordt de vindbaarheid te manipuleren. In Nederland zijn naar schatting 17 zoekmachines (zie tabel 1) waarvan ongeveer 6 Nederlandse versies van internationale zoekmachines (zoals altavista.nl). Daarnaast bestaan er nog ongeveer 12 Nederlandse metazoekmachines. Het meten van marktaandeel van deze zoekmachines is moeilijk en zeer afhankelijk van de gehanteerde meetmethodiek. Resultaten van dergelijke onderzoeken moeten dan ook genuanceerd worden bekeken. Tabel 1: Nederlandse zoekmachines (weergegeven op alfabet) Zoekmachines 1stekeuze.nl Altavista Nederland GoldID Google Nederland Grep.nl Hotbot Nederland Ilse Looksmart Nederland Lycos Nederland MSN Nederland Search.nl SURFnet search engine Track Vinden Vindex Voelspriet Zoek.nl Bron: Voelspriet.nl, open directory project Volgens onderzoek van Check It (tweede kwartaal 2002) 9 is Google in Nederland de meest gebruikte zoekmachine, gevolgd door Ilse.nl (zie tabel 2). De sterke positie van Google in de Nederlandse markt wordt bevestigd door gegevens van Nielsen Netratings 10. Google staat in januari 2003 op de vierde plaats van de top 10 van meest 8 Benjamin, J. (2002). Wantrouw de zoekmachine. In: NRC, internetspecial, 28 september 2002. 9 Het marktaandeel in dit onderzoek is gemeten gebruikmakend van metingen van Nedstat 10 http://www.nielsennetratings.com

TNO-rapport 26 februari 2003 13 / 39 bezochte sites met 1,9 miljoen unieke bezoekers (geen dubbeltellingen) en een gemiddelde bezoekduur van ongeveer 18 minuten. In deze maand waren KPN, MSN en Sanoma respectievelijk 3, 2 en 1. Tabel 2: Marktaandeel zoekmachines Zoekmachine Tweede kwartaal 2002 Google 43% Ilse.nl 28% Altavista.nl 4% IxQuick.com (metazoekmachine) 4% Vinden.nl 3% Bron: Check It 3.4 Betrouwbaarheid van het aanbod Zoekresultaten zijn vaak moeilijk te beoordelen op bruikbaarheid, maar vooral op objectiviteit. Zoekmachines zijn vaak (onderdeel van) commerciële ondernemingen en moeten dus commercieel geëxploiteerd worden. Het aanbod van zoekfunctionaliteit via een zoekmachine wordt meestal gefinancierd door de verkoop van advertenties (banners) die op de zoekpagina s worden weergegeven. Het gebeurt wel dat de aanbieders van zoekmachines advertenties plaatsen tussen de zoekresultaten, al dan niet in de vorm van een zoekresultaat. De inkomsten uit advertenties vielen echter tegen en inkomsten moeten nu dus ook anders worden gegenereerd. Dit levert in een aantal gevallen moeilijkheden op bij het beoordelen van de informatie door gebruikers. Aanbieders van informatie kunnen namelijk betalen voor een hogere positie op de ranglijst, dus wie het meest betaalt krijgt de beste positie bij de weergave van zoekresultaten. Daarnaast kan er betaalt worden voor snelle indexering, dat wil zeggen snelle opname in de index van een zoekmachine. Sommige exploitanten van zoekmachines geven weliswaar duidelijk het verschil aan tussen objectieve resultaten en commercie maar dit is nog lang niet altijd het geval. In de Verenigde Staten is de overheid betrokken bij de discussie rondom objectiviteit versus commercie. De Federal Trade Commission (FTC) vindt dat betaalde informatie voortaan duidelijker omschreven moet worden 11. Aanbieders die zich schuldig maken aan misleiding wordt opgeroepen gebruikers duidelijke informatie te geven indien commerciële informatie wordt weergegeven. 11 www.voelspriet.nl/recht3.htm, Zoekmachines op de vingers getikt.

TNO-rapport 26 februari 2003 14 / 39 4 Publiekspreferenties In de fysieke wereld zijn krantenlezers meestal loyaal aan één krant. Op internet is er daarentegen een trend zichtbaar dat het publiek meerdere sites raadpleegt voor het vergaren van nieuws en informatie waarbij men telkens weer opnieuw bepaalt voor welke content men naar welke site gaat. Uit onderzoek van de KU Leuven onder lezers van online kranten in Vlaanderen blijkt overigens dat mensen op internet eerder op zoek gaan naar de online editie van de krant die ze ook in papieren vorm lezen. Hieruit blijkt dat online krantenlezers trouw zijn aan hun krant 12. 4.1 Top 20 algemene sites van 2002 Online onderzoeksbureau Multiscope heeft een ranglijst opgesteld van de best bezochte Nederlandse sites in 2002. Het gaat hier om allerlei sites en niet uitsluitend om nieuwssites. De lijst van Multiscope is tot stand gekomen met behulp van Visiscan, het online bereiksmetingsysteem van Multiscope. De data voor het bereiksmetingsysteem van Multiscope worden realtime en op continu basis verzameld door geavanceerde logsoftware, die op de PC s van een panel van meer dan 1.500 internetgebruikers het surfgedrag registreert. Hierbij wordt zowel thuis als op de werkplek surfgedrag geregistreerd. Tabel 3: De top 20 sites van 2002 2002 2001 Site 1 17 pagina.nl 2 3 msn.nl 3 1 startpagina.nl 4 2 ilse.nl 5-5 detelefoongids.nl 6 - google.nl 7 4 omroep.nl 8 12 telegraaf.nl 9 14 planet.nl 10 16 kpn.com 11 13 clubs.nl 12 8 rabobank.nl 13 7 postbank.nl 14 21 nu.nl 15-15 kaartenhuis.nl 16 10 ns.nl 17 22 hetnet.nl 18 11 lycos.nl 19 6 tiscali.nl 20 23 wehkamp.nl Bron: Multiscope/Viviscan bereiksmeting 12 Hans Beyers (2002). De kr@nt van morgen, nog steeds op papier? Leeronderzoek De e-krant KU Leuven.

TNO-rapport 26 februari 2003 15 / 39 De dochterpagina s van Startpagina voeren de jaarranglijst aan, maar MSN was in de laatste maanden van dit jaar duidelijk aan de winnende hand. Deze opmars gaat ten koste van Startpagina en Ilse. Google blijkt de snelste stijger in de ranglijst. Alle sites die gerekend kunnen worden tot het KPN concern presteren goed. Wat verder opvalt is dat sites die eerder in een uitbreiding van de redactie geïnvesteerd hebben, dit jaar weten te groeien. Op diverse redacties wordt nu echter weer wordt bezuinigd vanwege slechte financiële resultaten. De site van de publieke omroep daalt van de vierde naar de zevende plaats. Verder dalen de banken, de portals van Lycos en Tiscali alsmede de site van de NS. Het veroveren van een vaste positie als toonaangevende site binnen Nederland blijkt steeds moeilijker te worden zonder grote investeringen. Bezuinigingen hebben direct hun weerslag op de positie in de ranglijst. Vele grote sites hebben echter steeds meer moeite om een rendabel businessmodel te vinden. 4.2 Top 10 - Online nieuws- en informatiediensten De onderstaande top 10 geeft inzicht in de voorkeuren van het publiek voor nieuws- en informatiesites. Multiscope betrekt in deze top-10 nieuwsdiensten die uitsluitend online bestaan en geen equivalent in het traditionele domein hebben. De top 10 is niet beperkt tot sites die uitsluitend algemeen nieuws brengen. Ook special interest domeinen, zoals dedigitalerevolutie.nl werden meegenomen in deze top 10. Tabel 4: Top 10 - Online nieuws- en informatiediensten (juli 2001) Site Maandbereik Aantal unieke bezoekers per maand 1 nu.nl 9% 750.000 2 kranten.com 7% 590.000 3 zdnet.nl 5% 380.000 4 mybutler.nl 3% 220.000 5 dedigitalerevolutie.nl 3% 200.000 6 en.nl 2% 180.000 7 mistermail.nl 2 % 140.000 8 nieuwsbank.nl 2 % 140.000 9 webstylemail.nl 2 % 140.000 10 antenna.nl 1 % 110.000 Bron: Multiscope/Visiscan bereiksmeting 4.3 Top 10 Nieuwssites NOS Kijk- en Luisteronderzoek (KLO) heeft een top 10 gemaakt van algemene nieuwssites. Special interest sites zijn niet in deze top 10 meegenomen. KLO baseerde zich op gegevens van Nielsen Netratings. Het gaat daarbij zowel om nieuwsdiensten die uitsluitend online bestaan als ook om nieuwsdiensten die eveneens in het fysieke domein bestaan.

TNO-rapport 26 februari 2003 16 / 39 Tabel 5: Top 10 Nieuws- en informatiesites derde kwartaal 2002 KW03/2002 Domein Unieke bezoekers* Bereik % Bereik % (Populatie actieve internet gebruikers) (Populatie 2 jr. en ouder) 1 telegraaf.nl 747.000 11.37 7.67 2 nu.nl 592.000 9.01 6.07 3 nos.nl (Teletekst) 400.000 6.09 4.11 4 ad.nl 354.000 5.40 3.64 5 nrc.nl 306.000 4.67 3.15 6 volkskrant.nl 257.000 3.91 2.63 7 trouw.nl 186.000 2.83 1.91 8 kranten.com 164.000 2.50 1.69 9 cnn.com 159.000 2.42 1.63 10 parool.nl 138.000 2.10 1.42 Bron: KLO; derde kwartaal 2002 van Als we kijken naar de top 3 binnen deze top 10 dan blijkt dat De Telegraaf de andere nieuwsdomeinen, gerekend naar unieke bezoekers, dit kwartaal ruim voor blijft. De meest bezochte sites binnen dit domein waren respectievelijk www.telegraaf.nl, krant.telegraaf.nl en archief.telegraaf.nl. Binnen de best bezochte site werden, even afgezien van de portal-pagina s, de secties Nieuwslink, CrazyLife en Sportlink het meest opgevraagd. Nu.nl scoort het hoogst met zijn artikelen (sectie document ), de portalpagina en de secties Nieuws, Achterklap en Weer. De best bezochte pagina s in het Teletekst-domein waren de 101, de 100, de 601 en de 650. Nieuws, sport en (met name) voetbal zijn ook dit kwartaal weer favoriet bij de Teletekst-bezoeker. Stichting Kijk- en Luisteronderzoek heeft eveneens een selectie gemaakt van een aantal informatie- en special interest-domeinen. Hieronder volgt de trend tot en met derde kwartaal 2002 in grafiekvorm. Opvallend daarbij is de piek rond het tijdstip van de moord op Pim Fortuyn en de Tweede Kamerverkiezingen in mei 2002. De site Vrouwonline heeft een maand later, in juni een piek.

TNO-rapport 26 februari 2003 17 / 39 Figuur 3: Trend algemene nieuws- en special interest-domeinen 1200 1000 Trendrapport - Unieke bezoekers (x 1000) op domeinniveau nos.nl+omroep.nl telegraaf.nl nu.nl vrouwonline.nl nrc.nl 800 600 400 200 0 jan-02 feb-02 mrt-02 apr-02 mei-02 jun-02 jul-02 aug-02 sep-02 Bron: KLO, eerste t/m derde kwartaal 2002 De exacte getallen (vanaf juni afgerond): Tabel 6: Unieke bezoekers per maand: nos.nl+omroep.nl telegraaf.nl nu.nl vrouwonline.nl nrc.nl jan-02 742,007 344,440 277,792 169,336 199,199 feb-02 667,121 360,355 326,591 176,381 163,043 mrt-02 705,527 358,022 278,499 113,454 199,377 apr-02 726,360 398,457 280,955 126,038 200,361 mei-02 994,469 525,861 408,670 158,983 268,900 jun-02 717,000 434,000 274,000 290,000 171,000 jul-02 677,000 381,000 290,000 176,000 160,000 aug-02 683,000 407,000 304,000 166,000 149,000 sep-02 769,000 452,000 321,000 179,000 161,000 Bron: KLO; eerste t/m derde kwartaal 2002 Van de bijna 770.000 gezamenlijke bezoekers van omroep.nl en nos.nl in de maand september zijn er afgerond 104.000 op beide domeinen gesignaleerd, zodat het ontdubbelde aantal unieke bezoekers op 666.000 neerkomt. De combinatie nos/omroep.nl zet de stijgende trendlijn voort. Ook De Telegraaf houdt de opwaartse trend vast, terwijl de overige domeinen na de pieken in mei en juni 2002 relatief stabiel gebleven zijn.

TNO-rapport 26 februari 2003 18 / 39 4.4 Top 10 - Mediasites (Kijk- en Luisteronderzoek) Hieronder volgt een overzicht van diverse mediasites. Hierbij moet rekening gehouden worden met het feit dat de pagina s van de (meeste) sites van de afzonderlijke publieke omroepen verdeeld zijn over de servers www.omroep.nl, info.omroep.nl en portal.omroep.nl, die door Nielsen//Netratings als aparte sites gezien worden. Bij grote drukte zet NOS Internet-beheer de server www2.omroep.nl in als loadbalancer, die dus voor deze meting ook weer als een aparte site geteld wordt. Zodoende vallen de statistieken van topsites tijdens piekmomenten iets te laag uit. Tabel 7: Top-10 Mediasites naar unieke bezoekers per kwartaal KW03/2002 Site Unieke bezoekers Bereik % (Actief) 1 www.windowsmedia.com 954.000 14.52 2 www.omroep.nl 743.000 11.31 3 www.rtl.nl 681.000 10.37 4 www.tmf.nl 415.000 6.31 5 info.omroep.nl 323.000 4.91 6 portal.omroep.nl 291.000 4.44 7 www.radio538.nl 240.000 3.66 8 www.foxkids.nl 209.000 3.19 9 www2.omroep.nl* 199.000 3.02 10 www.sbsnet.nl 192.000 2.93 Bron: KLO; rapportage derde kwartaal 2002 *De content die op www2.omroep.nl beschikbaar gesteld wordt overlapt altijd met die op met een of meer van de andere servers in het omroep-domein, aangezien deze server bij grote drukte wordt ingezet om meer bezoekers tegelijkertijd te kunnen bedienen.

TNO-rapport 26 februari 2003 19 / 39 5 Verslag van interviews met experts 5.1 Inleiding 5.2 Historie Een aantal experts op het gebied van internet en journalistiek zijn geïnterviewd om een antwoord op de onderstaande drie vragen te kunnen formuleren Wat is het aanbod en de aanbodstructuur van nieuws op internet? Wat zijn de karakteristieken van het gebruik van nieuws op internet? Wat zijn de te verwachte toekomstige ontwikkelingen met betrekking tot nieuws op internet? De interviews zijn gehouden met dhr. Lou Lichtenberg dhr. Rick van Dijk van het bedrijfsfonds voor de pers, dhr. Ren de Vree van Villamedia en dhr. Mark Deuze van ASCOR. Het aanbod van maatschappelijke informatie (nieuws) via internet is in Nederland langzaam op gang gekomen, waarna er een periode is geweest waarin er veel geld is geïnvesteerd in nieuws op internet. Die periode is nu voorbij. In de opstart fase waren het met name de kleine partijen die zich bezig hielden met nieuws, waarna de grotere partijen volgden, met name omdat ze ook een naam hadden op te houden. Volgens dhr. Lichtenberg is er te snel geïnvesteerd, met te hoge ambities. Als de ambities dan niet konden worden waargemaakt werd besloten dat men maar helemaal niets moest doen. Op dit moment zijn partijen vooral zoekende en is vooral de vraag hoe het aanbod van nieuws via internet ook commercieel aantrekkelijk kan worden gemaakt. Volgens dhr. de Vree zijn er veel financiële middelen nodig voor het opstarten met het aanbod van nieuws. 5.3 Functie van nieuws voor businessmodellen In het kader van het onderzoek worden drie functies van nieuws op internet geïdentificeerd; online nieuws als kernactiviteit (bijvoorbeeld webkranten en e-zines), online nieuws gerelateerd aan een geprinte of uitgezonden uitgave (bijvoorbeeld kranten, omroepen) en online nieuws als ondersteunend product (nieuws als marketing instrument). Deze classificatie is voorgelegd aan de geïnterviewden. Dhr. de Vree schat dat ongeveer 10% van het nieuws origineel nieuws is, terwijl 50% kan worden aangeduid als zogenaamde shovelware, nieuws dat van een andere bron (van een eigen offline bron) wordt overgenomen zonder drastische bewerking. De overige 40% kan worden aangeduid als complementair product. Hij vult aan dat ook het nieuws van nieuwsaanbieders zoals kranten, vaak gezien kan worden als complementair (namelijk aan het offline aanbod). Dhr. Deuze schat dat ongeveer 25% van de aanbieders deels eigen nieuws maakt. Dhr. Lichtenberg geeft aan een onderscheid te willen maken in de derde categorie, nieuws als aanvullend product of als marketing instrument. Volgens hem kan deze categorie worden verdeeld in serieus nieuws en commerciële informatie weergegeven als nieuws. Dhr. Deuze vindt het verschil tussen online nieuws als kernactiviteit en nieuws als marketing instrument zeer klein. In zijn huidige vorm biedt het online nieuws aanbod van veel kranten nauwelijks meerwaarde

TNO-rapport 26 februari 2003 20 / 39 over het offline aanbod. Online nieuws vervult in dat geval meer een rol als marketing instrument en is niet op te vatten als een aparte vorm van nieuwsvoorziening. Alleen als voldoende meerwaarde wordt geboden dan kan online nieuws worden gezien worden als een aparte vorm van nieuwsvoorziening. 5.4 Aanbodstructuur 5.4.1 Aanbod Bij het aanbod van nieuws op internet wordt veel gebruik gemaakt van het ANP, maar dit geldt ook voor offline edities. Dhr. de Vree vindt dat internet er toe bijdraagt dat dit prominenter naar voren komt. Volgens dhr. Lichtenberg betrekken kranten zoals Metro en Spits het grootste deel van het nieuws van ANP, waarbij dit wel altijd helder wordt vermeld. Het komt wel regelmatig voor dat aanbieders redacteuren in dienst hebben die het ingekochte nieuws bewerken. Dhr. de Vree is van menig dat één nationale nieuwsdienst te weinig is en dat bij de productie meer concurrentie zou moeten zijn. Op beperkte schaal is er concurrentie van de Geassocieerde Pers Diensten (GDP) waarvan veel regionale kranten gebruik maken. Onder invloed van een aantal factoren, waaronder de economische conjunctuur, vindt er momenteel bij veel bedrijven een heroriëntering plaats van ontplooide activiteiten. Een van de trends die hieruit voortvloeit is focus op kernactiviteiten. Deze ontwikkeling dringt ook door in de wereld van nieuwsvoorziening op internet. Planet Internet, een site die ook eigen content ontwikkeld gaat het aantal redacteuren terugbrengen en zal meer als content packager gaan optreden dan als content creator. Dit geeft ook een goede indicatie van de functie van nieuws voor een dergelijke partij, namelijk nieuws als aanvullend product. Maar zelfs bij online activiteiten van kranten lijkt een trend op te treden van minder investeringen. De Telegraaf heeft volgens dhr. Deuze het aantal redacteuren van de interneteditie teruggebracht tot ongeveer de helft. Dhr. de Vree geeft aan dat veel origineel nieuws voortkomt uit andere bronnen dan de klassieke media (bijvoorbeeld kranten). Nieuws gemaakt voor internet komt vooral voor bij bedrijven (bedrijfsnieuws) en bij special interest sites. Ook dhr. Deuze ziet productie van eigen content vooral bij niches en geeft aan dat internet journalisten vaak werkzaam zijn bij commerciële bedrijven. De meerwaarde van nieuws op internet wordt met name gerealiseerd door eigen content en packaging. Bij dit soort niches kan dan ook een behoefte aan eigen internet journalistiek worden geïdentificeerd. Volgens dhr. de Vree is die behoefte er voor algemeen nieuws minder. Dhr. Deuze is van mening dat de meerwaarde van nieuws op internet nog zeer beperkt is. De meerwaarde die geboden kan worden door online nieuws aanbieders is bijvoorbeeld de mogelijkheid tot dossier vorming. Dhr. Deuze geeft aan dat kranten nog te vaak dossiers aanbieden die niet meer zijn dan een verzameling oude links. Een voorbeeld van het bieden van meerwaarde door middel van dossiers is de Economist, die redacteuren in dienst heeft om dossiers aan te leggen en up-to-date te houden. Een interessante ontwikkeling vindt plaats in de Verenigde Staten waar personalisatie van journalisten plaatsvindt door nieuws meer te koppelen aan de auteurs en redacteurs. Op die manier worden gebruikers meer gebonden aan nieuwsbronnen. Op de vraag of offline journalistiek gelijk is aan online journalistiek, of er dus sprake is van internet journalistiek antwoordt dhr. Lichtenberg dat journalistiek in alle media gelijk is (op dit moment), maar dat op termijn gebruik gemaakt kan (of moet) worden