DUBBELE DIAGNOSE RVE FACT/WOZ Bergen op Zoom INLEIDING Deze folder is bestemd om informatie te geven over behandeling op afdeling Dubbele Diagnose (DD), Schelde 5 GGZ WNB. U vindt in deze folder informatie terug over de behandeling op deze afdeling, wat er van de cliënt verwacht wordt en de rol van het behandelteam. Voor algemene informatie over GGZ WNB kunt u ook terecht op www.ggzwnb.nl. CONTACT GEGEVENS ADRES GEGEVENS Afdeling Schelde Unit 5 GGZ WNB Hoofdlaan 8 4661 AA Halsteren BELANGRIJKE TELEFOON NUMMERS Teampost Schelde unit 5 : 0164-287071/7070 Cliëntentelefoon unit 5 : 0164-287074 Secretariaat DD (schelde) : 0164-287014 Receptie GGZ WNB : 0164-289100 Apotheek : 0164-278067 Huisarts : 0164-289855 1
ALGEMENE INFORMATIE WAT IS DUBBELE DIAGNOSE? Mensen met een dubbele diagnose kampen met een verslavingsprobleem in combinatie met een psychiatrische stoornis. Het misbruik van middelen en de psychiatrische stoornis versterken elkaar en bemoeilijken de behandeling. De vraag welk probleem er als eerste was, is niet relevant. Feit is dat het gaat om zeer kwetsbare mensen die moeite hebben zich in de maatschappij staande te houden. Veel DD-cliënten zijn zorgmijders en verwaarlozen zichzelf. DD-cliënten hebben problemen op vrijwel alle levensgebieden: huisvesting, arbeid en inkomen, dagbesteding en relaties met familie en vrienden. In de behandeling gaat aandacht uit naar de psychiatrische klachten en de verslaving. Het behandelen van beide probleemgebieden leidt tot een gunstig resultaat. Behandeling van DD-cliënten begint bij een uitnodigende houding van de hulpverleners. Al in de fase van de vroeghulp (thuis of op straat) is het van groot belang een relatie op te bouwen die continu en consequent is. Dit is van wezenlijk belang wil de behandeling kans van slagen hebben, want mensen met een dubbele diagnose hebben vaak een lange, nietsuccesvolle voorgeschiedenis in de zorg en zijn gewend van het kastje naar de muur te worden gestuurd. De hulpverlener gaat outreachend te werk: als zijn patiënt een afspraak niet nakomt, gaat de hulpverlener erop af. DOEL VAN BEHANDELING Mensen met een Dubbele Diagnose hebben vaak een complexe hulpvraag. Het gebruik van een middel/middelen zorgt ervoor dat men in een neerwaartse spiraal terecht komt en hiermee problemen op meerdere levensgebieden veroorzaakt, in stand houdt en/of verergert. Denk hierbij aan psychische- en lichamelijke gezondheid, financiën, huisvesting, sociaal netwerk, etc. De behandeling die zij aangaan bij DD draagt zorg voor al deze levensgebieden. In een eerste zorg afstemmingsgesprek (ZAG) worden de opnamedoelen helder geformuleerd, rekening houdend met deze levensgebieden. Het uiteindelijke doel is om de kwaliteit van leven te verbeteren en om het gebruik van middelen te stoppen. 2
METHODIEK De behandelvisie van de DD is dat de zorg moet beantwoorden aan de behoeftes van de cliënt. Binnen deze behoeftes wordt er gewerkt aan zowel verslaving als psychiatrische problematiek. Het geïntegreerd behandelaanbod IDDT (Integrated Dual Disorders Treatment) gaat uit van verschillende stadia van gedragsverandering van een cliënt. Deze stadia zijn afgeleid van de cirkel van gedragsverandering van Prochaska en DiClemente. Fig. 1 Over genomen uit: Prochaska & DiClemente (1982), Transtheoretical therapy: Toward a more integrative model of change. Psychotherapy: Theory, Research, and Practice, 19: 276-288. De principes van geïntegreerde behandeling zijn: Geïntegreerd, dus; Eén multidisciplinair team Vanuit één locatie Beide stoornissen worden gelijktijdig behandeld Aanbod sluit aan bij motivatie van de cliënt voor verandering Ontworpen voor doelgroep van cliënten met ernstige verslavingsproblemen en ernstige psychische/psychiatrische stoornissen 3
De belangrijkste kenmerken van de behandeling zijn: Binnen het multidisciplinaire team zijn diverse disciplines werkzaam zoals een verslavingsarts, psychiater, klinisch psycholoog, agogen, verpleegkundigen, maatschappelijk werker, ervaringsdeskundige en een activiteiten begeleider; De hulpverleners hebben kennis van de effecten van alcohol en drugs en hun interacties met de psychiatrische stoornis; De hulpverleners besteden gelijktijdig aandacht aan beide stoornissen (in plaats van eerst de verslaving en dan de psychiatrische stoornis te behandelen of omgekeerd); Gefaseerde behandeling: dat wil zeggen dat de aard van de hulpverlening verandert met het stadium van verandering waarin de cliënt zich bevindt en met diens motivatie voor behandeling (zie figuur 1. fasenmodel). De volgende fasen worden onderscheiden: vooroverweging, overweging, voorbereiding, actie, consolidatie; Samen met de cliënt wordt een geïntegreerd behandelplan opgesteld; Motiverende gespreksvoering: hulpverleners ondersteunen cliënten bij de bewustwording van de consequenties van middelengebruik, de hoop op vooruitgang en de opbouw van motivatie voor behandeling van de problematiek; Counseling bij middelenmisbruik: omgaan met trek, terugval voorkomen en risicosituaties vermijden; Groepsbehandeling: waarin over gebruik kan worden gepraat en de effecten van gebruik op het leven zichtbaar kunnen worden gemaakt; Familiebegeleiding: gericht op psycho-educatie, het verminderen van stress bij familieleden, toezicht houden op het gebruik van de cliënt (terugvalpreventie) en goede samenwerking tussen hulpverleners, cliënt en familie; Zelfhulp: de hulpverleners brengen cliënten in contact met zelfhulpgroepen; Farmacologische behandeling: medicatie wordt, ondanks de verslaving, niet gemeden, men heeft kennis van de interacties tussen medicatie en verslavende middelen. ZAG Een Zorg Afstemming Gesprek, of ZAG, is een gesprek waarbij alle betrokkenen van de behandeling bij elkaar komen. Personen die hierbij betrokken worden zijn de cliënt, het behandelteam van de afdeling, ambulante behandelaren en familie of andere betrokkenen. Het doel is het efficiënt afstemmen van de behandeling voor de cliënt tijdens klinische 4
opname, zodat er duidelijkheid over de verantwoordelijkheden tijdens de opname gecreëerd wordt. Een ZAG draagt altijd bij aan een goede samenwerking. Een ZAG wordt over het algemeen drie maal per opname opgezet. Een start ZAG: wat is het doel van opname, hoe lang zal deze (naar verwachting) zijn en wie doet wat; Een tussen ZAG: hoe verloopt de behandeling, loopt er iets spaak, klopt de huidige planning nog; Een eind ZAG: hoe is de behandeling verlopen, zijn afspraken voor een eventueel natraject duidelijk en zo nodig ingezet. DAG STRUCTUUR Op de afdeling Dubbele Diagnose wordt er gewerkt volgens een vast weekprogramma. Dit programma bestaat uit verschillende onderdelen, welke door een daarbij passende discipline worden uitgevoerd. De volgende therapie onderdelen vinden één keer per week plaats: Fitness Doelengroep SOVA (sociale vaardigheidstraining)/maatschappelijke doelgroep Activiteiten therapie Terugvalpreventie Empowerment Activiteiten therapie, vrije opdracht Behandelplan bespreking/psycho-educatie Dagopening en dagsluiting Tuin Ook is er nog een vrij onderdeel voor de cliënten, NA/CA. Dit zijn bijeenkomsten van zelf hulpgroepen welke twee keer per week in de Dintel worden gehouden. Deze worden opgezet door de vrijwilligers van de Dintel. 5
NAZORG Er zijn verschillende mogelijkheden tot nazorg. Zo kan de cliënt aangemeld worden voor het FACT (ambulante behandeling). FACT zorg is een behandeling waarbij de hulpverlener bij iemand thuis langs gaat. Op weekdagen tussen 9.00 en 17.00 uur komen zij langs op afspraak. Naast de behandeling voor de ziekte wordt er ook gekeken naar rehabilitatie en herstel. Men helpt bij het behalen van de door cliënt, of in samenspraak opgestelde doelen. Ook biedt Dubbele Diagnose het traject Schoonhuis. De Woon Ondersteunende Zorg (WOZ) biedt begeleiding binnen het schoonhuis. Om in het schoonhuis te kunnen wonen dient een cliënt vrij te zijn van drugs en alcohol. Daarnaast is het doel om vaste dagelijkse activiteiten (op het terrein van GGZ WNB of daar buiten) op te starten en wordt geprobeerd de structuur die op de afdeling is opgebouwd door te zetten. Het Schoonhuis staat in een woonwijk in Roosendaal of Bergen op Zoom. De WOZ (Woonondersteunde zorg) houdt nauw contact met de klinische afdeling. En wanneer iemand een terugval heeft gehad wordt er voor gekozen om de cliënt voor een time-out op te nemen op de afdeling. Na een korte periode kan de cliënt dan weer terugkeren in het schoonhuis, of zo nodig andere passende maatregelen worden genomen. WAT TE DOEN BIJ KLACHTEN Mocht u een klacht hebben over uw behandeling of iets wat u mee heeft gemaakt op de afdeling dan kunt u een klacht indienen bij de Patiënt Vertrouwens Persoon (PVP). U kunt hier telefonisch uw klacht neerleggen. Zij zullen u klacht aanhoren en u zo nodig verder helpen om iets met de klacht te doen. Zie hiervoor ook de folder van de PVP. VERSCHILLENDE ROLLEN. DE ROL VAN CLIËNT Gedurende een vrijwillige klinische opname wordt er van de cliënt verwacht dat deze zich actief opstelt voor de behandeling van zijn of haar problemen. Een duidelijke hulpvraag is dan ook gewenst. Een cliënt stelt zich actief op wanneer deze het opgestelde programma volgt. Wanneer iemand langer opgenomen is kan gekeken worden naar een individueel programma. Dit kan bestaan uit andere therapieën op het terrein van GGZ WNB of andere 6
vormen van dagbesteding binnen of buiten GGZ WNB. Dit kan in overleg met het behandelteam en wordt per cliënt bekeken. Wanneer een cliënt opgenomen is op de afdeling DD kan men willekeurig onderworpen worden aan een urine- of blaastest. Bij een urinecontrole wordt een sneltest gebruikt welke test op cocaïne, amfetamine, THC en opiaten. Bij een positieve uitslag of wanneer nader onderzoek gewenst is kan een buisje urine worden opgestuurd naar het lab. DE ROL VAN FAMILIE/NAASTEN Steun van familie en naasten kan een belangrijke steunfactor zijn voor de cliënt. Daarom wordt ook geprobeerd om personen die belangrijk zijn voor de cliënt actief in de behandeling te betrekken. In tijden van alcohol- of drugsgebruik kan het steunsysteem van een cliënt dit als een belastende periode ervaren. Het actief betrekken van familie of naasten wil zeggen dat er systeemgesprekken opgezet kunnen worden om afspraken te maken of zaken uit het verleden te bespreken. Ook in een ZAG wordt geprobeerd om iemands netwerk aanwezig te laten zijn. Op deze afdeling is een folder ontwikkeld voor familie en naasten. Aan het begeleidend personeel kunt u naar deze folder vragen. DE ROL VAN BEHANDELTEAM Het behandelteam werkt multidisciplinair. Dat wil zeggen dat meerdere disciplines een taak vervullen binnen de behandeling. Het behandelbeleid van de cliënt wordt bepaald door de artsen. Binnen de afdeling zijn er meerdere specialisten. Dit zijn een psychiater, verslavingsarts en psycholoog. De dagelijkse begeleiding bestaat uit verpleegkundigen, Sociaal Pedagogisch Hulpverleners(SPH) en anders sociaal/psychiatrisch opgeleiden. Zij organiseren de zorg, hebben een adviserende functie voor de artsen en voeren de eerder genoemde alcohol- en urinecontroles uit. Ook verstrekken zij de medicatie aan de cliënten. Doel is om de behandeling van de cliënt samen te doorlopen, dat wil zeggen dat men gezamenlijk tracht de zorg af te stemmen op de behoeftes van de cliënt. Binnen de gestelde grenzen op de afdeling. Ook proberen zij de cliënt te blijven motiveren of bij te staan wanneer deze het moeilijk heeft. Doel van de behandeling is een gedragsverandering; een nieuwe invulling van dagen te vinden en psychische ondersteuning bieden. 7