Inhoudsopgave. Toelichting 5



Vergelijkbare documenten
Inhoudsopgave. Heerde Dorp, Brede School Heerde West, 1 e herziening Vastgesteld

PROJECTBESLUIT SCHONENBURGSEIND 40

Ossenwaard (perceel tussen 3 en 5) - Cothen

Inhoudsopgave. Bestemmingsplan Bestemmingsplan Luttermolenveld, 4e partiële herziening Vastgesteld

1 van :15

Bestemmingsplan Kinderboerderij, Waspik. Hoofdstuk 1 INLEIDENDE REGELS 3 Artikel 1 Begrippen 3 Artikel 2 Wijze van meten 6

bestemmingsplan "Boomkwekerij nabij Akkerweg 9"

Regels. Kenmerk: R05

Bestemmingsplan Luttermolenveld, 1e partiële herziening: Regels

Pelgrimsche Hoeve. Kavelgegevens prijs: 325 / m² ex. btw. Fase 3 kavelnummer: 1. 's-hertogenbosch. PRIJS: k.k. ex. btw.

REGELS Ontwerp bestemmingsplan Boomkwekerij nabij Akkerweg 9 Gemeente Utrechtse Heuvelrug

Regels bestemmingsplan "3e herziening van het bestemmingsplan Oud- en Nieuw Krispijn, locatie Laan der VN"

Regels Grooterkamp-Gorssel Gemeente Lochem

wijzigingsplan Nieuwveenseweg 36a Inhoudsopgave Regels vastgesteld

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen 2. Artikel 3 Verkeer 4. Artikel 8 Slotregel 7

Regels. Groene Scheg- Oldenzaalsestraat

Bestemmingsplan. Woning Hammerweg. Gemeente Ommen. Regels. Datum: 15 mei 2012 Projectnummer: ID: NL.IMRO.0175.

Voorthuizerstraat 5(vastgesteld) Regels 3. Hoofdstuk 1 Inleidende regels 4 Artikel 1 Begrippen 4 Artikel 2 Wijze van meten 8

INHOUDSOPGAVE. HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE REGELS 3 Artikel 1 Begrippen 3 Artikel 2 Wijze van meten 5

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE REGELS... 2 Artikel 1 Begripsbepalingen... 2 Artikel 2 Wijze van meten... 5

Bestemmingsplan Zuidhoek, 1e herziening

Regels Bestemmingsplan Uitbreiding zorgcentrum Dekelhem, Gieten

Fortuinlaan Krommenie Regels

het project het projectbesluit Loo, Husselarijstraat 46 in de gemeente Duiven.

s-heerenberg, Zeddamseweg 13-19

Zuidelijk Molenveld, Beatrixstraat - Prins Bernhardplein

bestemmingsplan Bestemmingsplan appartementencomplex Bleekstraat te Goor Toelichting 3 Regels 279

Delden Zuid 2015, wijzigingsplan kade Delden

HOOFDSTUK 3 ALGEMENE REGELS 9 Artikel 7 Antidubbeltelregel 9 Artikel 8 Algemene bouwregels 10 Artikel 9 Algemene ontheffingsregels 11

1.1 plan: het bestemmingsplan "Nibbelinklaan 12 Sinderen: koffieboerderij "Groot-Nibbelink" van de gemeente Oude IJsselstreek; 1.

NL.IMRO BP001PH

HOOFDSTUK 1 Inleidende regels

INHOUDSOPGAVE. HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE REGELS 1 Artikel 1 Begrippen 1 Artikel 2 Wijze van meten 3

Brantjesstraat bestemmingsplan ex artikel 3.1 Wro. Status: vastgesteld. Gemeente Purmerend Ruimtelijk Domein

bebouwingspercentage: een percentage, dat de grootte aangeeft van het deel van het bouwvlak van het bouwperceel dat maximaal mag worden bebouwd.

1. INLEIDENDE REGELS 2 Artikel 1 - Begrippen 2 Artikel 2 - Wijze van meten 5

Hoofdstuk 1 Bestemmingsregels 1 Artikel 1 Begrippen 1 Artikel 2 Wijze van meten 5

1.1 plan: het bestemmingsplan 'Varkenshouderij Laarstraat' van de gemeente Oude IJsselstreek; 1.2 bestemmingsplan: de geometrisch bepaalde

Regels bestemmingsplan "2e herziening van het bestemmingsplan Dubbeldam, locatie Haaswijkweg west 116"

Hoofdstuk 1 Inleidende regels... 2 Artikel 1 Begrippen... 2 Artikel 2 Wijze van meten... 5

Purmerweg 35/35a

Bestemmingsplan Mgr. Kuijpersplein 18, Borkel en Schaft. Hoofdstuk 1 Inleidende regels 1 Artikel 1 Begrippen 1 Artikel 2 Wijze van meten 3

Voorschriften aan projectbesluit "Hotel/appartementen Burgemeester Keijzerweg"

De Whee e.o., herziening Rubensstraat 2 BESTEMMINGSPLAN. Datum: onherroepelijk NL.IMRO.1735.GOxrubens2-OH10

INHOUD 1 I N L E I D E N D E R E G E L S 1 2 B E S T E M M I N G S R E G E L S 5 3 A L G E M E N E R E G E L S 7

Regels bestemmingsplan 4e Herziening Wielwijk, locatie Krabbestein

HOOFDSTUK 1 Inleidende regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels 3 Artikel 1 Toepassingsregels 3 Artikel 2 Begrippen 3. Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels 5 Artikel 3 Wonen 5

Bestemmingsplan Loppersum, partiële herziening Kavels Over de Wijmers V A S T G E S T E L D

Buitengebied, partiële herziening ontsluitingsweg Oude Rijksweg 395 te Rouveen O N T W E R P

Hertog Reinaldlaan 2, Horst

1 Inleidende regels Artikel 1 Begrippen... 2 Artikel 2 Wijze van meten Bestemmingsregels Artikel 3 Woongebied...

N307 Passage Dronten (9071)

Carolus-De Herven, 1e herziening

GEMEENTE ASSEN Vincent van Gogh, locatie Lariks

Bestemmingsplan N240 - Westerterpweg

R e g e l s rgl

Regels Buitengebied Noord, deelplan Kinholtweg 1 Fluitenberg 2010 NL.IMRO.0118.BP VG02 vastgesteld februari 2011

's-hertogenbosch. Ontwerp- Bestemmingsplan Molengat

Transformatorstation Vijfhuizen. Regels

1 Inleidende regels Bestemmingsregels Algemene regels Overgangs- en slotregels... 11

Bestemmingsplan. N307 Passage Dronten (9071)

UITWERKINGSPLAN MORTIERE FASE 4C3. GEMEENTE MIDDELBURG onherroepelijk 17 december ruimte voor ideeën

R e g e l s rgl

pompstation Breehei te Leunen REGELS

Nieuw-Amsterdam, bedrijfswoning Verlengde Herendijk

Bestemmingsplan Taxiopstelstrook Leidsebosje

Inhoudsopgave. Regels. Vaststellingsbesluit 16

R e g e l s rgl

Van Alewijkstraat Beerzerveld

GEMEENTE HILLEGOM REGELS. onderdeel van het bestemmingsplan Fietspad Hillegom - Bennebroek van de gemeente Hillegom

Rypsterdyk 43 in Marsum. Menameradiel Plantype: gemeentelijke overheid/bestemmingsplan

Regels. Eynderhoof Plan ROS Adviesbureau voor ruimtelijke plannen

bestemmingsplan 1e herziening bestemmingsplan Nieuwleusen 2007 (Bos Bedden)

Bestemmingsplan Meester Heblystraat, Varik Gemeente Neerijnen. Hoofdstuk 1 Inleidende regels 4 Artikel 1 Begrippen 4 Artikel 2 Wijze van meten 7

Westsingel. Datum 22 juni 2009

Bestemmingsplan Woningbouw Horsterweg/ Groene Allee

B i j l a g e 5 : R e g e l s b e h o r ende bij de ruimtelijke onderbouwing projectb es l u i t rgl

Wijzigingsplan: `Heide 45 Swalmen

Oldenzaal, Prins Bernhardstraat 2

HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE REGELS

Regels. Kenmerk: V01

Bestemmingsplan Voetgangersverbinding. Castricum Limmen REGELS

uitwerkingsplan Mortiere fase 7

Oude IJsselstreek 2009; Bongersstraat ong. Ulft. Hoofdstuk 1 Inleidende regels Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels... 7

's-hertogenbosch. Ontwerp- Bestemmingsplan Kavelsplitsing Tuinstraat-Weidestraat 17

Regels. (vastgesteld) Thoelaverweg 2 NL.IMRO.0501.Thoelaverweg

HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE REGELS... 2 Artikel 1 Begrippen... 2 Artikel 2 Wijze van meten... 5

HOOFDSTUK 1 Inleidende regels

HOOFDSTUK 1 Inleidende regels

wijzigingsplan Dr Bouwdijkstraat

Hoofdstuk 1 Inleidende regels 3 Artikel 1 Begrippen 3 Artikel 2 Wijze van meten 8

Bestemmingsplanregels

's-hertogenbosch. Ontwerp- Bestemmingsplan Tweede herziening Rijksweg ongenummerd naast 21 Nuland

Inhoud van de regels. Hoofdstuk 1 Inleidende regels blz. 3. Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels 5. Artikel 1 Begrippen 3

Bestemmingsplan. Brem 6-8. Gemeente Oldenzaal. Datum: 18 juli 2016 Projectnummer: ID: NL.IMRO.0173.BP09034-on01

Brandweerkazerne Halfweg

Ontwerpbestemmingsplan Korfgraaf te Hellouw Gemeente Neerijnen. Hoofdstuk 1 Inleidende regels 3 Artikel 1 Begrippen 3 Artikel 2 Wijze van meten 6

REGELS. van het bestemmingsplan. Spoorwegonderdoorgang Den Dolder. van de GEMEENTE ZEIST

Transcriptie:

Inhoudsopgave Toelichting 5 Hoofdstuk 1 Inleiding 7 1.1 Aanleiding 7 1.2 Ligging plangebied 7 1.3 Vigerend bestemmingsplan 8 1.4 Opzet van de toelichting 9 Hoofdstuk 2 Bestaande situatie 11 2.1 Kruisstraat 11 2.2 Het plangebied 11 Hoofdstuk 3 Beleidskader 15 3.1 Rijksbeleid 15 3.1.1 Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte 15 3.1.2 Besluit algemene regels ruimtelijke ordening 15 3.1.3 Ladder voor duurzame verstedelijking 16 3.1.4 Doorwerking plangebied 16 3.2 Provinciaal beleid 17 3.2.1 Structuurvisie Ruimtelijke ordening 17 3.2.2 Doorwerking plangebied 19 3.2.3 Verordening ruimte 2014 20 3.2.4 Doorwerking plangebied 23 3.3 Gemeentelijk beleid 23 3.3.1 Ruimtelijke structuurvisie 's-hertogenbosch 2003 'Stad tussen stromen' 23 3.3.2 Nota Wonen 2012 24 3.3.3 Bestemmingsplan 'Buurtschap Kruisstraat' 24 3.3.4 Conclusie 25 Hoofdstuk 4 Planbeschrijving 27 Hoofdstuk 5 Milieu- en omgevingsaspecten 29 5.1 Besluit milieueffectrapportage 29 5.1.1 Algemeen 29 5.1.2 Beoordeling 29 5.1.3 Conclusie 30 5.2 Milieuzonering 31 5.2.1 Algemeen 31 5.2.2 Gebiedstypen 31 5.2.3 Beoordeling 31 5.2.4 Conclusie 34 5.3 Geluid (Wet geluidhinder) 35 5.3.1 Algemeen 35 5.3.2 Beoordeling 35 5.3.3 Conclusie 35 5.4 Bodem 36 5.4.1 Algemeen 36 5.4.2 Beoordeling 36 5.4.3 Conclusie 37 5.5 Luchtkwaliteit 38 5.5.1 Algemeen 38 5.5.2 Beoordeling 38 5.5.3 Conclusie 38 5.6 Externe veiligheid 39 5.6.1 Algemeen 39 5.6.2 Beoordeling 40 5.6.3 Conclusie 40 5.7 Ecologie 41 5.7.1 Algemeen 41 3

5.7.2 Beoordeling 41 5.7.3 Conclusie 43 5.8 Archeologische en cultuurhistorische waarden 44 5.8.1 Archeologische waarden 44 5.8.2 Cultuurhistorie 45 5.8.3 Conclusie 46 5.9 Waterparagraaf 47 5.9.1 Algemeen 47 5.9.2 Waterhuishoudkundige situatie 47 5.9.3 Invloed van de voorgenomen ontwikkeling 47 5.9.4 Conclusie 49 5.10 Verkeer en parkeren 50 5.10.1 Verkeer 50 5.10.2 Parkeren 50 Hoofdstuk 6 Juridische aspecten 51 6.1 Inleiding 51 6.2 Plansystematiek 51 6.2.1 Algemeen 51 6.2.2 Inleidende regels 52 6.2.3 Bestemmingsregels 52 6.2.4 Algemene regels 52 6.2.5 Overgangs- en slotregels 52 Hoofdstuk 7 Economische uitvoerbaarheid 53 7.1 Kostenverhaal 53 7.2 Financiële haalbaarheid 53 Hoofdstuk 8 Overleg en procedure 55 8.1 Overleg 55 8.1.1 Het Rijk 55 8.1.2 Provincie Brabant 55 8.1.3 Waterschap Aa en Maas 55 8.1.4 Inspraakprocedure 56 8.2 Vaststellingsprocedure 58 8.3 Beroep 58 Bijlagen 59 Bijlage 1 Digitale watertoets 61 Bijlage 2 Nader bodemonderzoek 63 Bijlage 3 Verkennend bodemonderzoek 65 Bijlage 4 Saneringsplan 67 Bijlage 5 Quickscan Flora en Fauna 69 Bijlage 6 Archeologie 71 Regels 73 Hoofdstuk 1 Inleidende regels 75 Artikel 1 Begrippen 75 Artikel 2 Wijze van meten 79 Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels 81 Artikel 3 Wonen 81 Hoofdstuk 3 Algemene regels 85 Artikel 4 Anti-dubbeltelregel 85 Artikel 5 Algemene bouwregels 86 Artikel 6 Algemene afwijkingsregels 87 Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels 89 Artikel 7 Overgangsrecht 89 Artikel 8 Slotregel 90 4

Regels 73

74

Hoofdstuk 1 Inleidende regels Artikel 1 Begrippen 1.1 plan: het wijzigingsplan Vliertwijksestraat 9 Rosmalen met identificatienummer NL.IMRO.0796.0002308-1401 van de gemeente 's-hertogenbosch. 1.2 bestemmingsplan de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels (en eventuele bijlagen). 1.3 bestemmingsplan 'buurtschap Kruisstraat': het bestemmingsplan 'Buurtschap Kruisstraat' van de gemeente 's-hertogenbosch (vastgesteld op 4 oktober 2005 en gedeeltelijk goedgekeurd op 9 mei 2006. Onherroepelijk op 4 juli 2006). 1.4 aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit: een beroeps- of bedrijfsactiviteit, waarvan de activiteiten in hoofdzaak niet publieksaantrekkend zijn en die op kleine schaal in een woning en/of de daarbij behorende bijgebouwen wordt uitgeoefend door de bewoner, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en de desbetreffende activiteit een ruimtelijk uitstraling heeft die in overeenstemming is met de woonfunctie. 1.5 aanbouw: een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, welk gebouw onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw. 1.6 aanduiding: een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden. 1.7 aanduidingsgrens: de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft. 75

1.8 achtererfgebied: een erf aan de achterkant en de niet naar een openbaar toegankelijk gebied gekeerde zijkant, op meer dan 1 meter van de voorkant van het hoofdgebouw. 1.9 bebouwing: één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde. 1.10 bebouwingspercentage: een op de kaart of in de regels aangegeven percentage, dat de grootte van het deel van een bouwvlak, bestemmingsvlak of bouwperceel aangeeft, dat maximaal bebouwd mag worden. 1.11 bestemmingsgrens: de grens van een bestemmingsvlak. 1.12 bestemmingsvlak: een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming. 1.13 bijgebouw: een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw. Een bijgebouw kan zijn een aangebouwd bijgebouw in de vorm van een aanbouw of een uitbouw, dan wel een vrijstaand bijgebouw. 1.14 bijzondere woonvoorzieningen: een (gedeelte van een) gebouw dat dient om te voorzien in een aangepaste woonbehoefte bijvoorbeeld ten behoeve van personen voor wie de normale woonvoorzieningen niet passend of toereikend zijn, zoals gehandicapten, of anderszins verzorgingsbehoevenden. 1.15 bouwen: het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats. 1.16 bouwgrens: de grens van een bouwvlak. 1.17 bouwperceel: een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten. 1.18 bouwperceelgrens: een grens van een bouwperceel. 1.19 bouwvlak: een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten. 76

1.20 bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond. 1.21 dak: iedere bovenbeëindiging van een gebouw. 1.22 erf: al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw. 1.23 gebouw: elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt. 1.24 hoofdgebouw: een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn constructie, afmetingen of functie als belangrijkste bouwwerk valt aan te merken en waarin de hoofdfunctie ingevolge de bestemming is of wordt ondergebracht. 1.25 kap: de volledige of nagenoeg volledige afdekking van een gebouw in een gebogen vorm danwel met een dakhelling van ten minste 15 en ten hoogste 75. 1.26 nok: het snijpunt van twee hellende vlakken. 1.27 ondergeschikte functie: functie waarvoor maximaal 30% van de vloeroppervlakte als zodanig mag worden gebruikt. 1.28 prostitutie: het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding. 1.29 publieksaantrekkende beroeps- of bedrijfsactiviteit aan huis: een beroeps of bedrijfsactiviteit, waarvan de aard, omvang en uitstraling zodanig is, dat de activiteit past binnen de desbetreffende woonomgeving en derhalve in een woning en/of de daarbij behorende bijgebouwen, met behoud van de woonfunctie, kan worden toegestaan. 1.30 seksinrichting: een voor publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een (raam)prostitutiebedrijf, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater, een parenclub, een privé-huis of een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar. 1.31 vloeroppervlakte: de totale oppervlakte van hoofdgebouwen en aan- en bijgebouwen op de begane grond. 1.32 voorerfgebied: erf dat geen onderdeel uitmaakt van het achtererfgebied. 77

1.33 voorgevellijn: denkbeeldige lijn die strak loopt langs de voorgevel van een gebouw tot aan de perceelsgrenzen. 1.34 voorgevelrooilijn a. langs een wegzijde met een regelmatige ligging of nagenoeg regelmatige ligging van de voorgevels van de bestaande bebouwing: de evenwijdig aan de as van de weg gelegen lijn, welke, zoveel mogelijk aansluitend aan de ligging van de voorgevels van de bestaande bebouwing, een zoveel mogelijk gelijkmatig beloop van de rooilijn overeenkomstig de richting van de weg geeft; b. langs een wegzijde waarlangs geen bebouwing als onder a. bedoeld aanwezig is en waarlangs mag worden gebouwd: bij een wegbreedte van ten minste 10 meter, de lijn gelegen op 15 meter uit de as van de weg; bij een wegbreedte geringer dan 10 meter, de lijn op 10 meter uit de as van de weg. 1.35 vrijstaande woning: een woning met een bouwmassa bestaande uit één vrijstaand hoofdgebouw. 1.36 woning: een complex van ruimten, geschikt en bestemd voor de huisvesting van niet meer dan één huishouden. 1.37 zijgevellijn: denkbeeldige lijn die strak loopt langs de zijgevel van een gebouw tot aan de perceelgrenzen. 78

Artikel 2 Wijze van meten Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten: 2.1 de bouwhoogte van een bouwwerk: vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen. 2.2 de dakhelling: langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak. 2.3 de goothoogte van een bouwwerk: vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel. 2.4 de hoogte van een kap: vanaf de bovenkant goot, boeibord of daarmee gelijk te stellen constructiedeel tot aan het hoogste punt van de kap. 2.5 de inhoud van een bouwwerk: tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen. 2.6 de oppervlakte van een bouwwerk: tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk of ingeval dat geen gevelvlakken of scheidingsmuren aanwezig zijn, de oppervlakte vanaf de buitenzijde van het dak neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk. 2.7 het bebouwd oppervlak van een bouwperceel: de oppervlakte van alle op een bouwperceel gelegen gebouwen tezamen. 2.8 peil: a. voor een hoofdgebouw met aangebouwde bijgebouwen: de hoogte van de kruin van de aan het bouw perceel grenzende weg; b. voor andere gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde: de gemiddelde hoogte van het afgewerkte terrein ter plaatse van de bouw. 79

80

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels Artikel 3 Wonen 3.1 Bestemmingsomschrijving De voor Wonen aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. wonen in de vorm van woningen, niet zijnde woonwagens, en bijzondere woonvoorzieningen al dan niet in combinatie met een aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit en daarbijbehorende tuinen en erven; b. aan de hoofdfunctie ondergeschikte voorzieningen zoals verkeers- en groenvoorzieningen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen. 3.2 Bouwregels 3.2.1 Algemeen a. bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor het bouwen, staat vast dat voldoende parkeergelegenheid voor auto's wordt gerealiseerd, overeenkomstig de normen in de beleidsregels die zijn neergelegd in de Nota Parkeernormen 2003. b. als de beleidsregels als bedoeld onder a wijzigen, wordt met die wijziging rekening gehouden. 3.2.2 Hoofdbebouwing/Hoofdgebouw Binnen deze bestemming mag één hoofdgebouw ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen: a. het hoofdgebouw is uitsluitend toegestaan binnen het bouwvlak. b. het bouwvlak mag volledig worden bebouwd, tenzij anders is aangegeven op de verbeelding; c. het hoofdgebouw mag uitsluitend als een vrijstaande woning worden gebouwd; d. met betrekking tot de goot- en bouwhoogte van het hoofdgebouw geldt: 1. de goothoogte mag niet meer bedragen dan op de verbeelding is aangegeven; 2. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan op de verbeelding is aangegeven; e. het hoofdgebouw dient te worden voorzien van een kap, waarbij de hoogte van de kap niet meer dan 5 meter mag bedragen. f. de breedte van het hoofdgebouw, inclusief een aangebouwd bijgebouw, mag ten hoogste 10 meter breed zijn. 81

3.2.3 Bijgebouwen Binnen deze bestemming mogen bijgebouwen ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen: a. bijgebouwen in de vorm van aan- of uitbouwen van het hoofdgebouw of in de vorm van vrijstaande bijgebouwen zijn toegestaan binnen het bouwvlak en binnen het achtererfgebied. Bijgebouwen dienen minimaal 3 meter achter de voorgevel van het hoofdgebouw te worden gebouwd. Voor bijgebouwen in het bouwvlak gelden de bepalingen van 3.2.2 en voor bijgebouwen in het achtererfgebied, niet zijnde het bouwvlak, gelden de bepalingen onder sub b tot en met sub i; b. het achtererfgebied, niet zijnde het bouwvlak, mag niet meer dan 50% worden bebouwd; c. het onbebouwd blijvende deel van het achtererfgebied, niet zijnde het bouwvlak, mag geen kleinere aaneengesloten oppervlakte krijgen dan 25 m²; d. met inachtneming van het bepaalde in lid 3.2.3 onder b mag het gezamenlijke grondoppervlak van de bijgebouwen en overkappingen in het achtererfgebied, niet zijnde het bouwvlak, niet meer dan 50 m² bedragen; e. voor zover de oppervlakte van het bouwperceel groter is dan 600 m² en de resterende omvang van het bouwperceel achter het bouwvlak meer bedraagt dan 200 m² mag het onder lid 3.2.3 onder d geregelde maximale gezamenlijke grondoppervlak worden vermeerderd tot 10% van de omvang van het bouwperceel tot in totaal 100 m²; f. de maximale bouwhoogte bedraagt 3 meter; g. indien met hellende dakvlakken wordt gebouwd, mag de goothoogte niet meer dan 3 meter, de bouwhoogte niet meer dan 4,50 meter en de dakhelling niet meer dan 50 ten opzichte van het horizontale vlak bedragen; h. gebouwen met één hellend dakvlak zijn uitsluitend mogelijk bij een aanbouw tegen de zij- en/of achterkant van het hoofdgebouw (aankappingen); hierbij mag de goothoogte niet meer dan 3 meter en de bouwhoogte niet meer dan 4,50 meter bedragen; i. dakterrassen zijn niet toegestaan. 3.2.4 Bouwwerken geen gebouwen zijnde Binnen deze bestemming mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen: a. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met uitzonderingen van erfafscheidingen, zijn uitsluitend toegestaan binnen het bouwvlak en het achtererfgebied; b. het achtererfgebied, niet zijnde het bouwvlak, mag niet meer dan 50% worden bebouwd; c. met inachtneming van het bepaalde in lid 3.2.4 onder b mag het gezamenlijke grondoppervlak van de bijgebouwen en overkappingen in het achtererfgebied, niet zijnde het bouwvlak, niet meer dan 50 m² bedragen; d. voor zover de oppervlakte van het bouwperceel groter is dan 600 m² en de resterende omvang van het bouwperceel achter het bouwvlak meer bedraagt dan 200 m² mag het in lid 3.2.4 onder c geregelde maximale gezamenlijke grondoppervlak worden vermeerderd tot 10% van de omvang van het bouwperceel, tot in totaal 100 m²; e. de bouwhoogte van erfafscheidingen op en voor de voorgevelrooilijn mag van de voet af gemeten niet meer dan 1 meter bedragen; f. de bouwhoogte van erfafscheidingen achter de voorgevelrooilijn mag van de voet af gemeten niet meer dan 2 meter bedragen; g. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 3 meter bedragen. 3.3 Nadere eisen Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen met betrekking tot de afmetingen en de plaatsing van de bebouwing ten behoeve van: a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld; b. de verkeersveiligheid; c. de milieusituatie; d. de sociale veiligheid; e. de gebruiksmogelijkheden en bezonning van de aangrenzende gronden. 82

3.4 Afwijken van de bouwregels 3.4.1 Afwijken met betrekking tot bijgebouwen a. Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.2.3 onder a voor het bouwen van bijgebouwen in het voorerfgebied met dien verstande dat: 1. de gezamenlijke oppervlakte van de bouwwerken in het voorerfgebied maximaal 25 m² mag bedragen; 2. de bezonning en het uitzicht van de naastgelegen erven niet onevenredig mogen worden geschaad; 3. de stedenbouwkundige opzet van de omgeving niet onevenredig mag worden aangetast. b. Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.2.3 onder b, met dien verstande dat: 1. slechts mag worden afgeweken ten behoeve van de bouw van een bijzondere woonvoorziening; 2. de bezonning en het uitzicht van de naastgelegen erven niet onevenredig mag worden geschaad; 3. de stedenbouwkundige opzet van de omgeving niet onevenredig mag worden aangetast. c. Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.2.3 onder c, met dien verstande dat: 1. het achtererfgebied, niet zijnde het bouwvlak, kleiner is dan 50 m²; 2. slechts mag worden afgeweken ten behoeve van de bouw van een bijzondere woonvoorziening of indien de oppervlakte van het hoofdgebouw niet meer bedraagt dan 40 m²; 3. de bezonning en het uitzicht van de naastgelegen erven niet onevenredig mag worden geschaad; 4. de stedenbouwkundige opzet van de omgeving niet mag worden aangetast. d. Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.2.3 onder d, met dien verstande dat: 1. het in lid 3.2.3 onder a omschreven achtererfgebied groter is dan 100 m²; 2. de totale oppervlakte aan bijgebouwen niet meer bedraagt dan 75 m²; 3. de afwijking slechts mag worden toegepast: voor een bijzondere woonvoorziening; mits het in lid 3.2.3 onder a omschreven achtererfgebied direct bereikbaar is vanaf de openbare weg voor in de woonomgeving passende aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteiten als bedoeld in lid 3.5 onder b; de bezonning van de naastgelegen erven niet onevenredig mag worden geschaad; de stedenbouwkundige opzet van de omgeving niet mag worden aangetast. e. Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van de in lid 3.2.3 aangegeven maten en/of percentages, met dien verstande dat: 1. er alleen mag worden afgeweken ten behoeve van een logische en zorgvuldige inpassing en/of aanpassing van een bouwplan aan de bijzondere omstandigheden van een eigen of naastgelegen bouwperceel en de daarop aanwezige bebouwing; 2. de overschrijding maximaal 10% van de aangegeven maten en/of percentages mag bedragen; 3. de bezonning en het uitzicht van de naastgelegen erven niet onevenredig mag worden aangetast; 4. de stedenbouwkundige opzet van de omgeving niet onevenredig mag worden aangetast. 3.4.2 Afwijken met betrekking tot bouwwerken, geen gebouwen zijnde a. Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.2.4 onder a voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde in het voorerfgebied, met dien verstande dat: 1. de gezamenlijke oppervlakte van de bouwwerken in het voorerfgebied maximaal 25 m² mag bedragen; 2. de maximale bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, 3 meter bedraagt; 3. de bezonning en het uitzicht van de naastgelegen erven niet onevenredig mag worden geschaad; 4. de stedenbouwkundige opzet van de omgeving niet onevenredig mag worden aangetast. b. Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.2.4 onder e en f met betrekking tot de voorgeschreven hoogtemaat voor erfafscheidingen tot respectievelijk 1,50 meter en 2,50 meter, uitsluitend voor open, pergola-achtige constructies. 83

3.5 Specifieke gebruiksregels a. Het is verboden de in deze bestemming begrepen gronden en de daarop voorkomende bouwwerken te gebruiken of in gebruik te geven of te laten voor een doel of op een wijze strijdig met deze bestemming. b. Gebruik van ruimten binnen de woning en in de bijgebouwen ten behoeve van de uitoefening van een aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit, wordt als gebruik overeenkomstig de bestemming aangemerkt, voor zover dit gebruik ondergeschikt blijft aan de woonfunctie en mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden: 1. maximaal 35% van de oppervlakte van het vloeroppervlak van de woning met inbegrip van gerealiseerde aan- en uitbouwen, tot ten hoogste in totaal 50 m² mag worden gebruikt voor de aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit; 2. degene die de activiteiten in de woning uitvoert, dient tevens de bewoner van de woning te zijn; 3. inrichtingen in de zin van de Wet milieubeheer, die vergunningsplichtig zijn volgens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, zijn niet toegestaan; 4. er mag geen detailhandel plaatsvinden. c. Onder gebruik in strijd met de bestemming wordt in ieder geval begrepen gebruik van ruimten binnen de woningen bijgebouwen voor publieksaantrekkende beroeps- of bedrijfsactiviteiten. d. Parkeervoorzieningen dienen in voldoende mate op eigen terrein te worden gehandhaafd. 3.6 Afwijken van de gebruiksregels a. Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.5, sub c ten behoeve van het gebruik van ruimten binnen de woning en bijgebouwen voor een publieksaantrekkende beroeps- en bedrijfsactiviteit aan huis voor zover dit gebruik ondergeschikt blijft aan de woonfunctie en mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden. met dien verstande dat: 1. maximaal 35% van de oppervlakte van het vloeroppervlak van de woning met inbegrip van gerealiseerde aan- en uitbouwen, tot ten hoogste in totaal 50 m² mag worden gebruikt voor de aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit; 2. degene die de activiteiten in de woning uitvoert, dient tevens de bewoner van de woning te zijn; 3. het gebruik mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van de verkeersontsluitings- en parkeersituatie ter plaatse; 4. de activiteit dient qua aard, omvang en uitstraling te passen in een woonomgeving; 5. inrichtingen in de zin van de Wet milieubeheer, die vergunningsplichtig zijn volgens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, zijn niet toegestaan; 6. er mag geen detailhandel plaatsvinden, uitgezonderd een beperkte verkoop als ondergeschikte activiteit en wel in verband met de activiteit. b. Het bevoegd gezag wijkt met een omgevingsvergunning af van het bepaalde in lid 3.5 indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd. 84

Hoofdstuk 3 Algemene regels Artikel 4 Anti-dubbeltelregel Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing. 85

Artikel 5 Algemene bouwregels Bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen, zoals plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, liftschachten, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons en dakoverstekken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van de bouw-, c.q. bestemmingsgrenzen niet meer dan 1 meter bedraagt. 86

Artikel 6 Algemene afwijkingsregels Het bevoegd gezag kan, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, met een omgevingsvergunning afwijken van: a. vermeerdering dan wel vermindering van de voorgeschreven maten en normen, mits de vermeerdering of vermindering ten hoogste 10% bedraagt; b. de bestemmingsbepalingen en de verbeelding van het bestemmingsplan voor het bouwen met een geringe mate van afwijking van de plaats en richting van de bestemmingsgrenzen indien dit noodzakelijk is in verband met afwijkingen of onnauwkeurigheden van deze verbeelding ten opzichte van de feitelijke situatie of in die gevallen waar een rationele verkaveling van de gronden een geringe afwijking vergt; c. de bestemmingsbepalingen ten aanzien van de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, of kunstobjecten en bouwwerken ten behoeve van verlichting, geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer en toestaan dat de hoogte van de bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt vergroot tot niet meer dan 10 meter; d. het bepaalde ten aanzien van de maximale (bouw)hoogte van gebouwen en toestaan dat de (bouw)hoogte van de gebouwen ten behoeve van plaatselijke verhogingen, zoals schoorstenen, luchtkokers, liftkokers en lichtkappen, mits: 1. de oppervlakte van de vergroting niet meer dan 10% van het dakoppervlak bedraagt; 2. de hoogte van de plaatselijke verhogingen niet meer dan 2 meter mag bedragen. 87

88

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels Artikel 7 Overgangsrecht 7.1 Overgangsrecht bouwwerken 1. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot, a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd; b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan. 2. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%. 3. Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan. 7.2 Overgangsrecht gebruik 1. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet. 2. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind. 3. Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten. 4. Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan. 89

Artikel 8 Slotregel Deze regels worden aangehaald als: Regels van het wijzigingsplan Vliertwijksestraat 9 Rosmalen. 90

2 15A 19 15 1 4B Plangebied Plangebiedgrens 1A 4C Bestemmingen 21 3 6 W Wonen 19 5 8 Eikenhof 17 Bouwvlak 15 7 10 bouwvlak 13 11 9 12 Maatvoeringaanduidingen 13A 4 9 W 11 14 maatvoeringsvlak 16 A B maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m) 9 13 22 7 5-5A 13A 18 Verklaring 18 20 3 1 13B 20 73 71 ondergrond 16 14 Eikenhof 22 6 4 2 15 24 12 10 8 17 's-hertogenbosch Stadsontwikkeling 19 21 Wijzigingsplan Vliertwijksestraat 9 Rosmalen verbeelding1 van1 : Bestemmingen en aanduidingen N 23 25 planstatus: vastgesteld IMRO Plan ID: NL.IMRO.0796.0002308-1401 bestand: i_nl.imro.0796.0002308-1401.dgn ondergrond: o_nl.imro.0796.0002308-1401.dgn 10 20 30 40 50 60 70meter schaal: 1:1.000 formaat: A3 afd.: SO/ROS getekend:rala