Tijdens de verkeerslessen hebben we met de kinderen gepraat over veilig fietsen.

Vergelijkbare documenten
VERKEERSBEGRIPPEN. bij het Verkeersexamen Overzicht van verkeersbegrippen, die belangrijk zijn voor kinderen. verkeersbegrip uitleg

Tip: oefen het examen op beschikbaar vanaf 7 maart

VERKEERSBEGRIPPEN. bij Verkeersexamen Overzicht van verkeersbegrippen, die belangrijk zijn voor kinderen. verkeersbegrip uitleg

Verkeersbordenspeurtocht

V o o r r a n g s a f s p r a k e n

Op Voeten en Fietsen 3

Jeugd Verkeerskrant 5 Kun je veilig eerst?

Ouderbrief 1. Kopieerblad 1. Beste ouder/verzorger, Wijzer door het verkeer groep 4

1. Een stilstaand voertuig voorbijrijden 2. Rechts een weg inslaan

Hoofdstuk 1. In het dorp

De Grote Verkeerstoets /08/ Ja. 2. Neen, want ik mag hier niet links afslaan. 3. Neen, want ik heb mijn arm niet uitgestoken.

Kinderen en veilig fietsen.

VERKEERSBEGRIPPEN. Overzicht van verkeersbegrippen, die belangrijk zijn voor kinderen. verkeersbegrip uitleg. verkeersbegrip uitleg

Verkeersbegrippen. Overzicht van verkeersbegrippen die belangrijk zijn voor kinderen. Fietspad/tweerichtingenfietspad. Bestuurder. Voetganger.

VERKEER. Proeflessen. Handleiding THEMA 1

Hoofdstuk 1. Buiten de bebouwde kom

Theorieles groep 5/6

Jeugd Verkeerskrant 5 Zoveel borden en tekens?!

VERKEER. Handleiding. Proeflessen THEMA 1

Algemene informatie. Na het kijken Na het bekijken van de aflevering kunt u gebruik maken van de volgende lessuggesties.

doe-fiche fietser Opstappen en wegrijden uw kind politie Bilzen - Hoeselt - Riemst nog niet kiest de dichtsbijzijnde plaats waar de rit kan beginnen.

-Je moet stoppen, ook afslaan mag niet. (denk aan: niet tegen de armen rijden)

Beschrijving route Noorderwijk. Start Klavertje Ring

Ouderbrief. Ouderbrief bij het thema: Spelen. Kopieerblad. Wijzer door het verkeer groep 1-2. Beste ouder/verzorger,

IK LEER FIETSEN! PRAKTIJKBOEKJE VOOR CURSISTEN

Praktisch Verkeersexamen Schagen

4e leerjaar. Stap 11. Fiets(st)er, ken jouw plaats. Met de z van zien en van zeggen Met de s van schrijven

Hoofdstuk 1. In het dorp

FIETSPROEF BERLAAR (nieuw parcours - gezien wegenwerken in het dorp)

Stap Vooruit 1. Hoe ga jij naar school? Start Veilig lopen. Les 1 Dit ontdek je: groep 4

Hoofdstuk 1. In het dorp

Kies het goede verkeersbord

Beschrijving route Noorderwijk. Start Klavertje Ring

Maak je kinderen wegwijs in het verkeer

Jeugd Verkeerskrant 7 Zie je mij?

Routebeschrijving verkeersexamen Bekkerveld

Kies het goede verkeersbord

61E SCHOOLVERKEERSEXAMEN

Beoordelingsfiches VERO Harelbeke

Verkeersborden. Eindtermen. Doelgroep. Lesdoel. Lager onderwijs: Lesfiche verkeers- en mobiliteitseducatie BASISONDERWIJS

Praktisch Verkeersexamen Schagen

Jeugd Verkeerskrant 1

Fiche Leerlingen. De plaats op de openbare weg binnen de bebouwde kom

6. Als fietser veilig in het verkeer

Verkeersborden. Doelgroep. Lesdoel. Materiaal. Lesfiche verkeers- en mobiliteitseducatie BASISONDERWIJS

CURIEUZE NEUZEN WERKBOEK

Beoordelingsfiches VERO Deerlijk

Praktische verkeersproef. Maasbracht

School Lesbrief 2015

Voorrang in het verkeer

Het eerste wat we gaan behandelen is afslaan naar rechts 1

Algemene informatie. Na het kijken Na het bekijken van de aflevering kunt u gebruik maken van de volgende lessuggesties.

Verkeerseducatie KBS- De Werft, Breda

6. Als fietser veilig in het verkeer

Oversteken in een rechte straat

PARCOURS KLEIN FIETSEXAMEN VIJFDE LEERJAAR

Het verkeer communiceert met jou

Oversteken als voetganger via het zebrapad.

Een stilstaand voertuig voorbijrijden

Bijzondere weggedeelten

OEFENFICHE KRUISPUNT MET VERKEERSLICHTEN OVERSTEKEN FIETS EXAMEN HET GROTE 1. INTRO 2. VOORAF 3. VERKENNEN. Onderstaande vragen kunnen daarbij helpen:

De Grote Amsterdamse Verkeersquiz

Kruispunten met de borden

Dienst Preventie Stad Turnhout Politie Regio Turnhout

Fiets wijzer. examen. Dienst Preventie Stad Turnhout Politie Regio Turnhout FIETSWIJZER / FIETSEXAMEN

Oefening voor het PRAKTISCH VERKEERSEXAMEN

PARCOURS KLEIN FIETSEXAMEN VIJFDE LEERJAAR

Verkeersveiligheidsplan. Veilig verkeer rond de Godelindeschool

63E SCHOOLVERKEERSEXAMEN CURACAO, BONAIRE EN BOVENWINDSE EILANDEN

Oefening voor het Praktisch VERKEERSEXAMEN 2017

VERO voor voetgangers basisschool Pulle

*** L E G E N D E. Moeilijkheidsgraad van het knooppunt: * niet echt moeilijk ** opletten geblazen *** ogen en oren wijd open!


Naderingssnelheid gelijkwaardig kruispunt: Lage snelheid Tweede versnelling Naderingssnelheid gevaarlijk kruispunt: Lage snelheid Tweede versnelling

Kies 4 kinderen uit en zing de zeppelin. Rijd als een auto door de klas en geef iedereen een autodropje

Op Voeten en Fietsen 1

Nationaal VVN Verkeersexamen 2019

Stap 6. Met de z van zien en van zeggen Met de s van schrijven. Wat is er toch aan de hand? Alsmaar drukker en drukker

Spelletjesboekje. voor groot en klein SUPERHELD- Het hele jaar superveilig naar school

Toets 1, blad 1. Kopieerblad 4. Marco. a Marco staat bij een verkeersbord. Schrijf op wat het bord betekent.

7 Manoeuvres en bewegingen

GROTE VERKEERSTOETS 2017

Fietsproef Nijlen (2016)

VERKEER. Proeflessen. Handleiding THEMA 1

5. De plaats van de fietser op de openbare weg 1 M. Is er een fietspad, dan moeten fietsers daar op rijden, tenminste indien het berijdbaar is.

We hopen je met dit document voldoende informatie te bezorgen om de leerlingen ook na de toets gericht te evalueren en bij te scholen.

Hallo, Hallo, ik ben Mathias.. Ik leg het parcours af van het Groot Fietsexamen. Fietsen jullie mee? We vertrekken aan de achterpoort van het

P P P P P P P P P P P P P P P P P P P

Het Fietsexamen. Voorwoord:

De verkeersborden voor kinderen

De Verkeersbril. lespakket voor groep 1, 2 en 3 van het basisonderwijs

Module. Module Rotonde Rotonde

De verkeersborden voor kinderen

VVN Verkeersexamen 2019

Einde Autosnelweg. Woonerf

Deze lesbrief gaat in op waar leerlingen in het verkeer op moeten letten bij vrachtverkeer en bespreekt de dode hoek.

Fietsexamen 3de graad 15 mei 2014

Handleiding VVN Verkeersexamen Bestemd voor leerkrachten en organisatoren van het VVN schriftelijk Verkeersexamen

Verkeersexamen, de route door Heel.

Transcriptie:

O Ouderbrief 1 Kopieerblad 1 Beste ouder/verzorger, Tijdens de verkeerslessen hebben we met de kinderen gepraat over veilig fietsen. Bijvoorbeeld: hoe maak je veilig een bocht naar links en naar rechts? En hoe haal je op een veilige manier iemand in? Ook hebben wij het gehad over een aantal afspraken die bij het maken van bochten en het inhalen horen, zoals: Voor je een bocht maakt, kijk je achterom en steek je je arm uit. Naar rechts maak je een kleine bocht en naar links een grote bocht. Voordat je inhaalt, kijk je over je linkerschouder achterom. Help ons mee! Gaat u samen met uw kind fietsen? Besteed dan aandacht aan de afspraken die uw kind heeft geleerd. Zorg er verder voor dat de fiets van uw kind in orde is. Kijk regelmatig of de banden nog hard genoeg zijn en voldoende profiel hebben, of alle noodzakelijke reflectoren op de fiets zitten en of de verlichting goed werkt. Andere onderwerpen Verder hebben we in de verkeerslessen ook aandacht besteed aan de volgende onderwerpen: Plaats op de weg; waar hoor je als je loopt, speelt of fietst? Voorrang; wie mag voorgaan op een kruispunt met en zonder voorrangsborden? De regel: rechts gaat voor. De regel: rechtdoor op dezelfde weg gaat voor. Uw kind kan u hier vast meer over vertellen. 38

Ouderbrief 2 O Beste ouder/verzorger, Kinderen moeten in het verkeer regelmatig oversteken. De ene keer als voetganger, de andere keer als bestuurder. Oversteken is niet altijd gemakkelijk. Vlak bij een bocht, bijvoorbeeld, is oversteken niet aan te raden. Je kunt vaak niet om die bocht heenkijken. Je ziet dus niet of er verkeer aankomt. Staat er een hoge muur of haag, dan zie je nog minder. Ook tussen geparkeerde auto s door is het lastig om te zien of er iemand aankomt. Hetzelfde geldt voor oversteken bij een stilstaande bus of vrachtwagen. Kopieerblad 2 Tijdens de verkeerslessen hebben we met de kinderen besproken hoe je veilig kunt oversteken als je loopt en als je fietst: Loop rustig en stop altijd voor de stoeprand. Kijk goed naar alle kanten voordat je de weg op gaat. Kun je het niet goed zien? Kies dan een andere plaats, waar je wel alles kunt zien. Fiets je en kun het niet goed zien? - Ga langzaam rijden en kijk goed de zijstraten in. - Stop eventueel en stap af. Loop desnoods een stukje met de fiets aan de hand. Help ons mee! Praat met uw kind over veilig oversteken als je loopt en als je fietst. Als u samen loopt of fietst, geef dan niet alleen het goede voor beeld, maar vertel uw kind ook waarom u bepaalde keuzes maakt. Andere onderwerpen De afgelopen tijd hebben we het in de verkeerslessen ook gehad over: Ander weer; zorg dat je opvalt en wees extra voorzichtig als het glad is! Verkeersborden; er zijn vier soorten: rond met een rode rand, rond en blauw, driehoekig met een rode rand, en vierkant. Door die borden weet je precies wat je wel en je niet mag in het verkeer. Uw kind kan u hier vast meer over vertellen. Tja, toch maar over de stoep dan 39

O Ouderbrief 3 Kopieerblad 3 Beste ouder/verzorger, In de verkeerslessen van de afgelopen weken hebben wij met de kinderen gesproken over tekens en voorgaan. Tekens Door tekens te geven, laat je zien wat je in het verkeer gaat doen. Een kind kan een teken geven door zijn hand uit te steken of door te bellen. Automobilisten geven tekens met hun lichten of door te toeteren. En een verkeersbrigadier geeft tekens met een bord. Naast de weg staan tekens in de vorm verkeersborden en verkeerslichten. Ook op het wegdek staan tekens: lijnen, strepen en haaientanden. Bij een spoorwegovergang krijg je tekens door lichten, bellen en spoorbomen. Help ons mee! Let met uw kind op de tekens die u tegenkomt in het verkeer. U kunt samen bespreken wat deze betekenen. Voorgaan Aan het begin van het jaar hebben we met de kinderen de voorrangsregels op kruispunten besproken. Maar er zijn meer situaties waarbij kinderen voor mogen gaan of een ander voor moeten laten gaan. Bijvoorbeeld bij een zebrapad, bij uitritten en parkeerplaatsen. Ook hebben we de kinderen geleerd wat zij moeten doen als ze te maken krijgen met een voertuig met sirene en blauw zwaailicht. Bij voorgaan horen een aantal afspraken: Soms rijden politie, brandweer of ambulance met blauw zwaailicht en sirene. Laat ze dan altijd voorgaan. Soms krijg je te maken met iemand die uit een uitrit rijdt, of wegrijdt van een parkeerplaats. Jij mag dan voorgaan. Let altijd goed op als je voor mag gaan. Soms ziet de ander jou niet en dan kan hij geen rekening met je houden. Dus: weet je niet zeker of de ander jou gezien heeft? Wacht dan met verdergaan tot je zeker weet dat hij jou voor laat gaan. Uw kind kan u hier vast meer over vertellen. 40 Het was toch groen!?

Praktijkblad 1 P 1 Schrijf de namen op van de straten die hier kruisen. Kopieerblad 4 2 Zijn er stoepen, fietsstroken en voorrangsborden? Teken die erbij. 3 Wacht tot er een fietser bij het kruispunt komt. Teken een kruisje op de plek waar die fietser rijdt. 4 Is er nog ander verkeer op het kruispunt? Teken voor een auto een hokje, voor een fietser een kruisje en voor een voetganger een rondje. 5 Welke voorrangsafspraak geldt voor de fietser? Schrijf op. 6 Doet de fietser het goed? Zet een kring om het goede antwoord en schrijf op. Ja / nee, want 41

P Praktijkblad 2 Kopieerblad 5 Een bocht naar links Een bocht naar rechts Inhalen en ergens omheen rijden 42

Praktijkblad 3a P Kopieerblad 6 Kleur het bord dat je hebt gevonden in de goede kleuren 43

P Praktijkblad 3b Kopieerblad 7 1 Waar staat het bord? Teken het. 2 Waar zag je het bord? Schrijf de namen van de straten op. 3 Wat betekent het bord? Schrijf op. 4 Kruis aan. Het bord geldt voor mij als ik fiets. Het bord geldt voor mij als ik loop. Het bord geldt voor mij als ik fiets en als ik loop. Het bord geldt niet voor mij. 5 Waarom denk je dat het bord hier staat? Schrijf op. 44

Praktijkblad 4 P Kopieerblad 8 1 Teken het kruispunt of de bocht zo goed mogelijk na. Laat duidelijk zien waardoor je het verkeer hier zo slecht kunt zien aankomen. 2 Teken een voetganger of fietser die hier moet oversteken of afslaan. Een rondje is een voetganger en een kruisje is een fietser. 3 Krijgt de voetganger of de fietser met ander verkeer te maken? Teken dat verkeer. Een hokje is een auto. 4 Wat doet de voetganger of de fietser nu? Schrijf op. 5 Is dat de veiligste manier? Zet een kring om het goede antwoord en schrijf op. Ja / nee, want 45

P Praktijkblad 5 Wijzer door het verkeer 7 Noordhoff Uitgevers bv Kopieerblad 9 1 Teken de juiste verkeersborden bij de rotonde en kleur deze. 2 Zet een kring om het goede antwoord. a Als je deze rotonde op fietst, moet je het verkeer op de rotonde wel / niet voor laten gaan. b Op deze rotonde rijd je linksom / rechtsom. c Het verkeer dat de rotonde verlaat, moet jou wel / niet voor laten gaan. d Als je de rotonde af gaat, moet je voetgangers naast je wel / niet voor later gaan. 46