BLOK 2: les 1 en 2. groep 4) en leren de woorden correct te schrijven (cat. 14) REGEL: 14: Lange klanken aan het eind van een klankgroep:

Vergelijkbare documenten
Taal op Maat SPELLING BLOK 1: les 1 en 2 Het voorvoegsel be-, ge-, ver-, me-, te- in een woord hetkennen en het woord correct teschrijven (cat.

Dyslexiebehandeling. Informatiepakket leerkracht:

Inleiding 7. Deel 1 BASISVAARDIGHEDEN SPELLING 9

Overzicht categorieën Taal actief groep 7

Ezel- en kikkerwoorden Groep 7 Week 1

Visuele Leerlijn Spelling

woorden met eer (heer) De /r/ is een plaagletter bij /eer/. volgwoord woorden met oor (oor) De /r/ is een plaagletter bij /oor/.

schrijf je meestal ch, behalve bij ik lig, ik leg en ik zeg. Dan schrijf je ij. Dan schrijf je ij.

Afspraak 31 weetwoord. Afspraak 30 regelwoord. liniaal, actueel. thermometer. Afspraak 32a weetwoord. Afspraak 32b weetwoord. team.

haas poes beer slak wesp staart worst struik schaap geit slang Korte klank lange klank Zeg het woord hardop. Schrijf wat je hoort.

Spelling 1F. Doelgroepen Spelling 1F. Omschrijving Spelling 1F

schrijf je meestal ch, behalve bij hij ligt, hij legt en hij zegt. Hoor je /ie/ aan het eind van een klankgroep, dan schrijf je i. Dan schrijf je ij.

1. poes Luisterweg Ik luister goed naar het woord, Dan schrijf ik het zoals het hoort.

Voor welke groepen? Voor het onderdeel spelling is er materiaal voor de groepen 4 t/m 8.

apen gratis rekening beloning helaas ruzie boten koning scholen daken leraar zaterdag enorm noten zowel

Blok Klankgrgoepenwoord Deze categorie komt in veel woorden voor en is een heel lastige categorie.

Jaarplanning spelling

Dit programma is gemaakt voor leerlingen van groep 5 en 6 van de basisschool, het praktijkonderwijs, vmbo bbl en mbo 1.

Na de herhaling volgt het aanbieden van een nieuwe letter. De nieuwe letter staat in de taalles centraal.

Basisspelling. Doelgroepen Basisspelling. Omschrijving Basisspelling

Dit programma is gemaakt voor leerlingen van groep 5 en 6 van de basisschool, het praktijkonderwijs, vmbo bbl en mbo 1.

Leerstofaanbod groep 4

Basisspelling is onderdeel van de Bundel Basisprogramma's. Deze bundel bevat ook Basis Werkwoordspelling en Basisgrammatica.

Dit programma is gemaakt voor leerlingen van groep 4 en 5 van de basisschool, het praktijkonderwijs, vmbo bbl en mbo 1.

Onthoudschrift spelling groep 8:

oefenen met spelling A

instapkaarten spelling

Spelling 2F. Doelgroepen Spelling 2F. Omschrijving Spelling 2F

Taaljournaal, tweede versie

instapkaarten spelling

2 leerde ze op school. 3 haar met haar. 4 leest boeken uit de. van de stad en gaat graag. 5 zich bij opa en oma. in de, dat is in. 6 Met hun dan over

Lesbrief groep 5/6. Beste ouders,

Dit programma is gemaakt voor leerlingen van eind groep 3 en groep 4 van de basisschool, het praktijkonderwijs, vmbo bbl en mbo 1.

Dit programma is gemaakt voor leerlingen van groep 4 en 5 van de basisschool, het praktijkonderwijs, vmbo bbl en mbo 1.

Dit programma is gemaakt voor leerlingen van groep 7 en 8 van de basisschool, alle niveaus van het vmbo en mbo 1 en 2.

schrijf je meestal ch, behalve bij hij ligt, hij legt en hij zegt dan schrijf je ij dan schrijf je ij

op zoek naar letters

Voor welke groepen? Voor het onderdeel spelling is er materiaal voor de groepen 4 t/m 8.

Groep 1-2. Groep 3 (start voor spellingsonderwijs gr 4 t/8): Zo leren kinderen lezen en spellen en STAAL

slee Ik hoor aan het eind van het woord ee. Ik schrijf ee. Categorie 42 Woorden met een ee aan het eind Thema 7 groep 4

zelfstandig naamwoord

Wij willen u vragen niet vooruit te gaan werken/oefenen. Er kan dan verwarring ontstaan bij het kind. Wij willen dit graag voorkomen!

Categorie 9a Woorden met ng Thema 1 groep 7. Ik hoor n. Ik schrijf ng. tong. Taal actief Groep 7 Categoriekaarten Malmberg s-hertogenbosch

Score 22 Percentiel 64 Niveau I-V II Niveau A-E B DLE 45 T-score 53,7 Vaardigheidsscore 8,5

Leerlijn Spelling in Veilig Leren Lezen en Taalactief-3 voor de groepen 3 t/m 8 (G.vd.B. Linnaeusschool, feb. 2012)

Online leren lezen - Overzicht van de oefeningen

Na afloop van de Paasviering gingen we met de kleuters eieren zoeken.

gebouwd belopen verloren gelucht beraden melaats gezond beslecht mevrouw begrijpt bevrucht tevoorschijn behang verdrinken tezamen

Thema 4. Straatmuzikanten

Woorden met v en z. Meer uitleg vind je bij woordpakket 2 op bladzijde 8 van het leerlingenboek. Woorden met ei en ij

Leerlijn Spreken & luisteren groep 5

WOORDPAKKET 5.1. Ik schrijf de vrije klinker a/e/o/u in een open lettergreep, verenkeling: woorden net als apen zweven over muren.

Nieuwsbrief groep 3 februari 2018

Als je woorden goed uit wilt spreken, is het belangrijk dat je weet waar een lettergreep begint en waar hij eindigt.

instapkaarten spelling

WOORDPAKKET 6.2 i in een tweeklank hoofdletter

qwertyuiopasdfghjklzxcvbnmq wertyuiopasdfghjklzxcvbnmqw ertyuiopasdfghjklzxcvbnmqwer tyuiopasdfghjklzxcvbnmqwerty

Taal actief spelling en de nieuwe Cito-toets spelling. Taal actief

Dit programma is gemaakt voor leerlingen van groep 7 en 8 van de basisschool, alle niveaus van het vmbo en mbo 1 en 2.

Spellingchecker .?. Voor de juiste spelling. Nicole Neels. hoorwoorden. net als woorden. weetwoorden. regelwoorden

instapkaarten taal verkennen

Nieuwsbrief mei 2017

THERAPIEPLAN Logopedie

Overzicht toetsen en oefeningen Grammatica I. Grammatica I

Woorden die eindigen op ig en lijk

fluit Ik hoor f aan het begin. Ik schrijf f. Categorie 6a Woorden die beginnen met f Thema 1 groep 5

mollen -> de o wordt uitgesproken als o. Dit noemen wij een woord met een woord met een gesloten lettergreep: mol len.

π (spreek uit uiltje ): hulpwerkwoorden of modale hulpwerkwoorden 46

Groep 1/2 Groep 1/2 heeft afgelopen periode gewerkt aan het thema dieren. Welke dieren leven in de dierentuin en welke op de kinderboerderij?

mollen -> de o wordt uitgesproken als o. Dit noemen wij een woord met een woord met een gesloten lettergreep: mol len.

Categorie 9a Woorden met ng Thema 1 en 2 groep 6. Ik hoor n. Ik schrijf ng. tong. Taal actief Groep 6 Categoriekaarten Malmberg s-hertogenbosch

Een lijn in (begrijpend) luisteren en lezen voor de ganse basisschool

Basis Werkwoordspelling is onderdeel van de Bundel Basisprogramma's. Deze bundel bevat ook Basisspelling en Basisgrammatica.

Categorie 9a Woorden met ng Thema 1 groep 8. Ik hoor n. Ik schrijf ng. tong. Taal actief Groep 8 Categoriekaarten Malmberg s-hertogenbosch

instapkaarten spelling

INDIVIDUEEL RAPPORT. Leerlinggegevens. Score 20 Percentiel 50. Groep De Berkenboom Groep 7 Afnamedatum

Gevarieerde Spelling is een programma voor het leren van de belangrijkste spellingregels van het Nederlands.

Toelichting bij de kaartjes die in het opzoekboekje spelling en werkwoordspelling zijn opgenomen

INDIVIDUEEL RAPPORT. Leerlinggegevens. 2015, Tom Braams en Teije de Vos, p/a Boom test uitgevers. Score 12 Percentiel 10. Groep Afnamedatum

Onderdeel: LEZEN Docent: RKW Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:

naamwoord naamwoord 1F enkelvoud van zelfstandig 1F meervoud van zelfstandig 1F zelfstandig naamwoord 1F lidwoord 1F werkwoord 1F samenstelling

Leerdoelen groep 7. Pluspunt rekenen

Klankgroep en lettergreep

Woordpakket 1 Groep 7

Estafette Nieuw Leerlijn Technisch Lezen jaargroep 4

Nieuws vanuit groep 4

π (spreek uit uiltje ): hulpwerkwoorden of modale hulpwerkwoorden 46

Bij afwezigheid van de directie kunt u met uw vragen bij juf Bianca (groep 4) of juf Vinnie (groep 6) terecht.

Spelling Werkwoorden. Doelgroep Spelling Werkwoorden. Omschrijving Spelling Werkwoorden

Groepsplan groep Vakgebied Schriftelijke taal Tijdsvak

links 67 links 69 rechts 71 rechts 73 links - rechts visuele discriminatie - grote verschillen (tekening)

Thema 1: De nieuwe groep

Taaljournaal Leerlijnenoverzicht - Lezen

Lesdoelen Karakter 1 e leerjaar

Jumbo spaaractie De tussenstand voor onze school: 661 punten! U kunt nog blijven sparen t/m 11 oktober. Hartelijk dank voor uw punten!

Kernwoord Uitleg Voorbeeld

De leerlijn spelling CED-Groep

instapkaarten spelling

Woordpakket 1 Groep 7. Woorden: Regel:

namen steden landen Namen steden. werelddelen 61 Namen landen hoofdletter werelddelen. namen, N Namen inwoners van inwoners van landen

Transcriptie:

BLOK 1: les 1 en 2 Het voorvoegsel be-, ge-, ver-, me-, te- in een woord hetkennen en het woord correct teschrijven (cat. 11c) 11c: Wooden met een stomme e vooraan: In woorden die beginnen met be-, ge-, ver-, me-, te-, hoor je een u voornna, maar je schrijft een e BLOK 1: les 3 en 4 BLOK 1: les 5 en 6 woorddictee 3 BLOK 1: les 7 en 8 BLOK 2: les 1 en 2 BLOK 2: les 3 en 4 De kinderen leren lange klanken aan het eind van een woord te herkennen en het woord correct te schrijven (cat. 15) 15: Lange klanken aan het eind van een woord: Hoor je aan het eind van een woord een lange klank (aa, oo, uu) dan schrijf je maar één a, o, u. Hoor je een ee dan schrijf je er twee BLOK 2: les 5 en 6 De kinderen maken kennis met de gesloten lettergreep. Ze leren de verdubbelingsregel toe te passen en woorden met een gesloten lettergreep correct te schrijven (cat. 16) Hoor je aan het eind van een klankgroep een korte klank (a,e, o, u) dan volgen er altijd BLOK 2: les 7 en 8

BLOK 3: les 1 en 2 De kinderen herhalen de strategie die hoort bij woorden met en korte klank aan het eind van een klankgroep (verdubbelingsregel) en leren de woorden correct te schrijven (cat. 16) BLOK 3: les 3 en 4 De kinderen krijgen de verenkelings- en verdubbelingsregel door elkaar aangeboden. Ze moeten beide categorieën (cat. 14 en 16) onderscheiden, de regels (strategieën) toepassen en de woorden correct schrijven BLOK 3: les 5 en 6 De kinderen krijgen opnieuw de verenkelings- en verdubbelingsregel door elkaar aangeboden. Ze moeten beide categorieën (cat. 14 en 16) onderscheiden, de regels (strategieën) toepassen en de woorden correct schrijven BLOK 3: les 7 en 8 BLOK 4: les 1 en 2 De kinderen maken kennis met ingewikkelde verkleinwoorden. Ze leren dat ook andere spellingsregels toegepast moeten worden en leren ingewikkelde verkleinwoorden correct te schrijven (cat 13b) 13b: Ingewikkelde verkleinwoorden: In verkleinwoorden gelden ook nog andere regels. Denk eraan. BLOK 4: les 3 en 4 De kinderen maken kennis met samengestelde woorden. Ze leren deze te analyseren

en te combineren en correct te schrijven (cat. 17a) 17a: Samengestelde woorden: Deze woorden bestaan uit twee losse woorden. Let op elk woord apart, maar schrijf ze aan elkaar BLOK 4: les 5 en 6 De kinderen maken kennis met samengestelde woorden waarbij de eindmedeklinker van het eerste woord dezelfde is als de beginmedeklinker van het tweede woors, of als assimilatie optreedt. Ze leren deze te analyseren en te combineren en correct te schrijven (cat. 17b) 17b: Ingewikkelde samengestelde woorden: Deze woorden bestaan uit twee losse woorden. Let op elk woord apart, maar schrijf ze aan elkaar BLOK 4: les 7 en 8 BLOK 5: les 1 en 2 De kinderen maken kennis met samengestelde woorden, waarvan een van de delen een ei of au bevat. De strategie van ei/au wordt herhaald en de kinderen leren de samengestelde woorden correct te schrijven (cat. 5) 5: woorden met ei, woorden met au: Je kunt niet horen met welke ei/ij of ou/au je een woord moet schrijven. Die woorden moet je onthouden. BLOK 5: les 3 en 4 De kinderen ervaren dat bij verbuigingen een f vaak een v wordt en de s vaak een z. Ze oefenen met deze verbuigingen, ook in omgekeerde volgorde en leren woorden mer een f/v en s/z correct te schrijven (cat. 18) 18: woorden met f/v en s/z: Als je een woord dat eindigt op een f of s langer maakt, wordt de f vaak een v en de s een z. BLOK 5: les 5 en 6 De kinderen ervaren dat bij verbuigingen een f vaak een v wordt en de s vaak een z. Ze oefenen met deze verbuigingen, ook in omgekeerde volgorde en leren woorden mer een f/v en s/z correct te schrijven (cat. 18) 18: woorden met f/v en s/z: Als je een woord dat eindigt op een f of s langer maakt, wordt de f vaak een v en de s een z. BLOK 5: les 7 en 8

BLOK 6: les 1 en 2 De kinderen leren het begrip stam. Ze leren hoe die gevormd en correct geschreven wordt Stam: Ik-vorm van een werkwoord in de t.t.: Werkwoorden zijn woorden die aangeven wat je kunt doen. De stam van een werkwoord is de ik-vorm. Behalve en eraf halen, moet je vaak nog meer regels toepassen. BLOK 6: les 3 en 4 De kinderen leren het achtervoegsel ig herkennen. Ze ervaren dat uitspraak en spelling (meestal) niet met elkaar overeenstemmen en leren de woorden met -ig correct te schrijven (cat. 19) 19: woorden op -ig: Als je een aan het eind van een meerlettergrepig woord -ug hoort, schrijf je -ig. BLOK 6: les 5 en 6 De kinderen leren het achtervoegsel lijk herkennen. Ze ervaren dat uitspraak en spelling niet met elkaar overeenstemmen en leren de woorden met -lijk correct te schrijven (cat. 20) 20: woorden op -lijk: Als je een aan het eind van een meerlettergrepig woord -luk hoort, schrijf je -lijk. BLOK 6: les 7 en 8 BLOK 7: les 1 en 2 De kinderen maken kennis met de s als meervoudsvorm en als voorvoegsel bij dag-, dagdeel en seizoenaanduidingen en leren de woorden met s correct te schrijven (cat. 21) 21: Wooren met meervoud op s en woorden waar s vooraan staat.: Woorden met een lange klank achteraan krijgen in het meervoud een s. Behalve de ee. Sommige woorden krijgen vooraan s. BLOK 7: les 3 en 4 De kinderen herhalen de strategieën bij open en gesloten lettergrepen en leren deze lettergrepen correct te schrijven (cat. 14 en 16) Hoor je aan het eind van een klankgroep een korte klank (a,e, o, u) dan volgen er altijd BLOK 7: les 5 en 6 De kinderen maken kennis met de i als weergave van de klank ie. Ze mieten de

woorden met een i in plaats van een ie onthouden en correct leren schrijven (cat. 22) BLOK 7: les 7 en 8 BLOK 8: les 1 en 2 De kinderen maken opnieuw kennis met de i als weergave van de klank ie. Ze mieten de woorden met een i in plaats van een ie onthouden en correct leren schrijven (cat. 22) BLOK 8: les 3 en 4 De kinderen moeten oefenen met een open lettergreep, gesloten lettergreep en i voor ie. Deze woorden worden door elkaar aangeboden. (cat. 14, 16 en 22) BLOK 8: les 5 en 6 De kinderen herhalen het begrip stam; ze herkennen de moeilijkheden die bij de vorming van de stam spelen en passen de daarbij behorende regels toe. Stam: Ik-vorm van een werkwoord in de t.t.: Werkwoorden zijn woorden die aangeven wat je kunt doen. De stam van een werkwoord is de ik-vorm. Behalve en eraf halen, moet je vaak nog meer regels toepassen. BLOK 8: les 7 en 8