Stage en Bachelorproef Informatiebundel voor bedrijfspromotoren

Vergelijkbare documenten
Stage en Bachelorproef Informatiebundel voor stagementoren

Stage en Bachelorproef Informatiebundel voor stagementoren

Stage en Bachelorproef Stagerichtlijnen

Richtlijnen Stage (Fase 3) Information Management & Security

STAGEREGLEMENT WERKPLEKLEREN FBO

STAGEREGLEMENT FBO. Algemene bepalingen

STAGEREGLEMENT FBO. academiejaar Algemene bepalingen

STAGEREGLEMENT FBO. academiejaar Algemene bepalingen

Individuele stageovereenkomst

TOEGEPASTE PSYCHOLOGIE PRAKTIJKGIDS JAAR 3

RAAMOVEREENKOMST

STAGEOVEREENKOMST

STAGEREGLEMENT Faculteit Bedrijf en Organisatie (FBO) academiejaar

Stichtse Vrije School Voortgezet onderwijs Socrateslaan GL Zeist Telefoon: mail:

Individuele stageovereenkomst

Groep Technologie & Design Campus De Nayer. Bijzonder reglement Stage en eindwerk

Personeelslid van de Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen, die de studentstagiair tijdens de stage daadwerkelijk begeleidt.

De stage: het raakvlak tussen onderwijs en werkveld. Stagebrochure voor het stagebedrijf

Stages HBO5 Informatica Dagopleiding

Stagewijzer. Stagiairs

BPV Styling Design 3e jaars cohort

Stage- en bachelorproefovereenkomst

MAATSCHAPPELIJKE STAGES, BEST TE DOEN!

INDIVIDUELE STAGEOVEREENKOMST

Stageovereenkomst. Ondergetekenden. Hogeschool Rotterdam, Lerarenopleiding Gezondheidszorg en Welzijn. 1. Naam school en opleiding

OVEREENKOMST VOOR EEN INNOVATIESTAGE IN HET KADER VAN HET POSTGRADUAAT INNOVEREND ONDERNEMEN

Checklist Begeleiding van een stagiair uit het hoger en universitair onderwijs

GEMEENTEBLAD. Nr Regeling stages gemeente Den Helder

TOEGEPASTE PSYCHOLOGIE PRAKTIJKGIDS JAAR 3

Stagebeleid. Elite Gastouderbureau

Begeleidingsdocument

STAGE ALS KEUZEVAK. Infosessie april 2017

Stichtse Vrije School Voortgezet onderwijs Socrateslaan GL Zeist Telefoon: mail:

Personeelslid van de Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen, die de studentstagiair tijdens de stage daadwerkelijk begeleidt.

Voortraject stageplaats bij gastouder

Kinderopvang Heyendael

Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten. Stage Formulieren. Stageafspraken en Stagecontract

Stageovereenkomst voor een onbezoldigde preservice stage in de lerarenopleiding

Instructiedocument studenten

De Stage Dans is een facultatief onderdeel van de Bachelorproef, opgenomen in het opleidingsprogramma Bachelor 3.

Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten. Beroepsvoorbereiding. Stage Formulieren. en Stagecontract.

Stichting Cambium College voor Openbaar Voortgezet Onderwijs. Stageprotocol Beroepsoriënterende stage Basis- en kaderberoepsgerichte leerweg

STAGEVOORBEREIDING PXL HEALTHCARE PROFESSIONELE BACHELOR IN DE VERPLEEGKUNDE

Checklist Begeleiding stagiair - onbezoldigde niet-schoolse stage

Stage map. Keuzevak: Recreatieve Activiteiten Docent: Marc Hollander. Leerjaar: 3

Wij vragen aan u en uw bedrijf om de leerlingen hartelijk te ontvangen en hem/haar in staat te stellen inzet te leveren in de vorm van stage.

Handboek maatschappelijke stage MAATSCHAPPELIJKE STAGES, BEST TE DOEN!

MAATSCHAPPELIJKE STAGE

Praktijkopdracht. Instructie student. Kwalificerend. Ondernemer horeca/bakkerij Meewerkend horeca ondernemer. Uitstroom : Meewerkend horeca ondernemer

Maatschappelijke stage Farel College havo 4 / vwo /2015 1

BEGELEIDINGSINSTRUMENT STAGE HOGER ONDERWIJS

Instructiedocument studenten Stageregeling. Bedrijfskunde.

Stappenplan om een stageplaats te vinden

STAGEBOEKJE DRIEDAAGSE SNUFFELSTAGE

Handboek maatschappelijke stage MAATSCHAPPELIJKE STAGES, BEST TE DOEN!

Stageconcept en -planning

Stagefolder Laurentius Praktijkschool

Stageovereenkomst. Faculteit Bètawetenschappen. Artikel 1

School of Arts: Koninklijk Conservatorium Antwerpen Opleiding: Specifieke lerarenopleidingen Dans, Drama en Muziek Academiejaar

Stageboek Ilex college

Stageboek Ilex college

Instructiedocument. Bedrijfskunde Informatiepunt Stages (BIS) Contact:

Stagebeleid Stagebeleid Gastouderbureau Gideon s Kids 1 Versie: februari 2018

OVEREENKOMST VOOR DE STAGE MASTER KUNSTWETENSCHAPPEN

STAGEBOEKJE ZEVENDAAGSE SNUFFELSTAGE In de periode van:

STAGEBOEKJE NEGENDAAGSE SNUFFELSTAGE

Keuzestage - BAKO - Wat verwachten we van de student?

INDUSTRIESTAGE PRAKTISCHE INFO VOOR DE START VAN DE STAGE. Faculteit Farmaceutische Wetenschappen. KU Leuven.

STAGEBOEKJE VIERDAAGSE SNUFFELSTAGE

Opleidingsinstituut b. Naam:Lentiz VMBO Maasland Adres: Commandeurskade 22 / Postbus 11

Praktijkopdracht. Instructie student. Kwalificerend. Bediening Zelfstandig werkend gastheer/- vrouw. Uitstroom : Zelfstandig werkend gastheer/-vrouw

LIOBAANOVEREENKOMST Inservicetraining. Specifieke Lerarenopleiding

Infosessie stage communicatiewetenschappen. Stagecoördinator Eva Koppen

STAGE. Handig om te weten als je gaat stage lopen

de Maatschappelijke Stage (MaS)

Hoe bereidt BuSO OV2 voor op tewerkstelling?

SW-B-K1-W2 (C) Maakt een plan van aanpak. Oefenopdracht C Niveau 4 Crebo: Cohort: Geldig vanaf

Handleiding examinering student eind stage

BPV GIDS ICT Opleidingen

Onderzoekende School Bachelorproef in co-creatie door studenten kleuteronderwijs en basisscholen

MODEL STAGEOVEREENKOMST

Stappenplan om een stageplaats te vinden

Instructie Werkbegeleiders opleiding HBOV Henk Chevalking

Stagecoördinator. Doel. Context

BEGELEIDINGSDOCUMENT STAGE

Infosessie stage communicatiewetenschappen. Stagecoördinator Eva Koppen

SPECIFIEKE INFO PRAKTIJK 1 BaLO

De verschillende soorten docentenstages Uitgangspunten Organisatie

Stageovereenkomst Stichting LVO Het Kwadrant Schooljaar

Inleiding Tijdspad TechSkills Monitor Voorbereiding Doelstelling Activiteiten Resultaat... 5

FAQ deeltijds studeren opleiding vroedkunde Turnhout

Infosessie stage communicatiewetenschappen. Stagecoördinator Eva Koppen

4 HAVO, 4 VWO EN 5 VWO

Stichting Cambium College voor Openbaar Voortgezet Onderwijs. Stageprotocol Beroepsoriënterende stage Basis- en kaderberoepsgerichte leerweg

Bachelor sociale geografie en planologie. Studiewijzer Stage (GEO2-3000) Time to explore: Sociale Geografie en Planologie in de praktijk

Stagehandleiding. Faculteit der Sociale Wetenschappen

LIO-BAANOVEREENKOMST

Stappenplan om een stageplaats te vinden

Beoordelingsformulier beroepspraktijkvorming

Transcriptie:

Informatiebundel voor studenten en stagebegeleiders 1 Thomas More Kempen Stage en Bachelorproef Informatiebundel voor bedrijfspromotoren C A M P U S Geel Bachelor in de elektronica-ict Opleidingsonderdelen: - Stage - Bachelorproef Academiejaar 2015-2016

Ea-ICT Stage en Bachelorproef Informatiebundel bedrijfspromotoren 1 Inhoud 1 Stage als belangrijk onderdeel van de opleiding... 2 1.1 Stage en Bachelorproef... 2 1.2 Doelstellingen van de stage... 2 1.3 Betrokken partijen bij de stage... 3 1.3.1 De stagecoördinator... 3 1.3.2 De stagebegeleider... 3 1.3.3 Het stagebedrijf... 4 1.3.4 De bedrijfspromotor... 4 1.3.5 De stagiair... 4 1.4 De stageopdracht... 4 2 Het verloop van de stage... 6 2.1 De voorbereidingsfase... 6 2.2 De initiatiefase... 6 2.3 De realisatiefase... 7 2.4 De evaluatiefase... 7 3 Praktisch... 9 3.1 De stageperiode... 9 3.2 Aanwezigheid... 9 3.3 Afwezigheid... 9 3.4 Bezoldiging... 9 3.5 Verzekering... 10 3.6 Welzijn en veiligheid... 10 3.7 Discretie... 10 3.8 Geheimhouding... 11 3.9 Auteursrecht... 11 4 Bijlage... 12

Ea-ICT Stage en Bachelorproef Informatiebundel bedrijfspromotoren 2 1 Stage als belangrijk onderdeel van de opleiding Onze hogeschool hecht veel waarde aan een stage. We verklaren dit door uit te leggen welke doelstellingen een stage nastreeft, alsook duiden we het verschil en de complementariteit met de bachelorproef. Verschillende medewerkers van de opleiding zijn verbonden aan het organiseren en begeleiden van stages, we stellen ze voor. 1.1 Stage en Bachelorproef Stage en Bachelorproef zijn 2 aparte opleidingsonderdelen ( vakken ) in het curriculum van een student Ea-ICT. Stage is een opleidingsonderdeel van 17 studiepunten, terwijl Bachelorproef 3 studiepunten telt. Eén studiepunt komt overeen met 25 à 30 uur studieomvang. De stage behelst (zie ook hieronder) een opdracht die gedurende 13 weken wordt uitgevoerd binnen een bedrijf. De bachelorproef behelst het uitschrijven van een eindwerktekst (over de stage) en de verdediging ervan. Het is niet de bedoeling om tijdens de stagetijd aan de eindwerktekst te schrijven, tenzij dit zo is overeengekomen met het stagebedrijf (bijvoorbeeld omdat ook zij een schriftelijke weerslag willen van bepaalde opdrachten)! De eindwerktekst wordt door de student vanzelfsprekend ook aan het stagebedrijf bezorgd. 1.2 Doelstellingen van de stage Een student van een hogeschool voert op het einde van zijn opleiding tot bachelor gedurende minimaal 13 weken een stage uit binnen een bedrijf. Dit moet voor de student, voor de hogeschool en voor het bedrijf een meerwaarde betekenen. De stage biedt de student mogelijkheden tot ervaringsgericht leren. Hij kan zijn theoretische kennis toepassen in reële praktijksituaties die moeilijk of niet binnen de hogeschool kunnen worden aangeboden. Dit zorgt ervoor dat hij nieuwe kennis, inzichten, vaardigheden en beroepshoudingen verwerft. De student krijgt de kans om aan te tonen dat hij alle competenties verworven heeft die in het competentieprofiel van zijn de opleiding elektronica-ict zijn opgenomen. Deze lijst van competenties vind je terug op http://onderwijsaanbodkempen.thomasmore.be/2013/opleidingen/n/cq_5123620 4.htm#activetab=doelstellingen De student maakt van binnenuit kennis met de interne werking van een organisatie: haar structuur, werkklimaat, werkmethodes, verwachtingen, werktempo en bedrijfscultuur. Bovendien leert de student zichzelf situeren binnen een bepaalde organisatie. De student krijgt een scherper beeld van zijn toekomstige beroepsmogelijkheden. Hij krijgt inzicht in de waaier aan functies die iemand met zijn specifieke opleiding kan uitoefenen. De stage biedt een belangrijk referentiepunt bij sollicitaties en het vinden van een betrekking.

Ea-ICT Stage en Bachelorproef Informatiebundel bedrijfspromotoren 3 De student werkt gedurende de stageperiode voltijds aan een reële opdracht binnen de organisatie. We hechten er veel belang aan dat elkaars verwachtingen van bij de start open worden besproken en getoetst. Voor de hogeschool creëren stages mogelijkheden om goede en duurzame relaties uit te bouwen met het werkveld. Iets waarop onze hogeschool trots is. 1.3 Betrokken partijen bij de stage De stagecoördinator De stagebegeleider (begeleidende docent) Het stagebedrijf De bedrijfspromotor De stagiair (student) 1.3.1 De stagecoördinator De stagecoördinator van de opleiding Ea-ICT is Ludo Cambré (ludo.cambre@thomasmore.be). Zijn taak bestaat er onder andere uit om stageplaatsen te onderzoeken, over doelstellingen te informeren, stageplaatsen en stagebegeleiders toe te wijzen, te zorgen voor de nodige documenten en het samenstellen van de jury s voor de presentatie en verdediging van het eindwerk (Bachelorproef). 1.3.2 De stagebegeleider Elke stagiair/stageplaats krijgt een stagebegeleider toegewezen. Dit is een docent van de hogeschool die de student gedurende zijn stage zal begeleiden en coachen. Hij is ook voor de bedrijfspromotor het eerste aanspreekpunt binnen de hogeschool. De taak van de stagebegeleider bestaat eruit het verloop van de stage te bewaken en erop toe te kijken dat de stage voldoet aan de verwachtingen van de hogeschool. De stagebegeleider zal bij het begin van de stage op het bedrijf op bezoek gaan en een startvergadering met de bedrijfspromotor en de student voorzitten. Hij zal in de weken erna minstens twee keer overleggen met de student rond zijn vooruitgang en de kwaliteit van het afgeleverde werk. Op het einde van de stage zal de stagebegeleider het evaluatiegesprek leiden dat op het bedrijf doorgaat. Hij geeft feedback op het geleverde werk. De stagebegeleider is niet noodzakelijk de vakspecialist voor het onderwerp van de stage. Voor inhoudelijke begeleiding rekenen we op de bedrijfspromotor. Indien nodig kan de student andere vakdocenten binnen het departement raadplegen. Moesten er problemen opduiken tussen de student en het bedrijf zal de stagebegeleider als bemiddelaar optreden.

Ea-ICT Stage en Bachelorproef Informatiebundel bedrijfspromotoren 4 1.3.3 Het stagebedrijf Het stagebedrijf speelt uiteraard een cruciale rol in het slagen van een stage. Niet alleen moet het bedrijf een geschikt onderwerp kunnen aanbieden, het moet ook kunnen voorzien in een geschikte begeleiding. Dit betekent dat een competente medewerker tijd kan vrij maken voor een goede begeleiding van de student. Elk stagebedrijf heeft vooraf minstens eenmaal contact met de stagecoördinator (of een andere vertegenwoordiger van de hogeschool). Deze vertegenwoordiger kadert de stage binnen de opleiding, bespreekt de verwachtingen van de hogeschool naar een goede stagebegeleiding toe en onderzoekt of geschikte stageonderwerpen mogelijk zijn binnen dit bedrijf. 1.3.4 De bedrijfspromotor De bedrijfspromotor zorgt voor de inhoudelijke begeleiding van de student. Hij beschikt over de nodige kennis, ervaring en achtergrond om de stageopdracht in goede banen te leiden. Hij heeft een sturende functie. De bedrijfspromotor durft de student taken op te dragen. Hij geeft de student de kans om fouten te maken en hieruit te leren, maar stuurt bij waar nodig. De bedrijfspromotor ondersteunt de student. Hij is degene die vroegtijdig problemen signaleert. Daartoe is het belangrijk dat de bedrijfspromotor duidelijk aangeeft wat van de student wordt verwacht en feedback geeft als de student hieraan niet voldoet. Om deze sturende en ondersteunende taak te vervullen, neemt de bedrijfspromotor de verantwoordelijkheid voor de stage en de student op zich, wat ook betekent dat hij of zij duidelijk bereikbaar en aanspreekbaar is op de werkplek. Hij heeft minstens wekelijks een overleg met de student. De bedrijfspromotor is ideaal gezien een spin in het web en kent alle aspecten van het werk of het bedrijf. Hij is dus niet alleen werkzaam op deeltaken of deelgebieden. Alleen op die manier kan een begeleider ertoe bijdragen dat een student leert wat er speelt in het veld. Er mag tussen stagiair en bedrijfspromotor geen bloed- of aanverwantschap bestaan en dit tot in de vierde graad. 1.3.5 De stagiair De student is de belangrijkste speler. Hij voert zijn stageopdracht uit en onderhoudt regelmatig contact met zijn stagebegeleider en met de bedrijfspromotor. Indien er zich problemen zouden voordoen tijdens de stage, is het de verantwoordelijkheid van de student om deze zo snel mogelijk te melden aan de stagebegeleider of stagecoördinator. 1.4 De stageopdracht De student werkt aan een concreet onderwerp dat actueel is in het bedrijf en kan opgelost worden door een student op het niveau van een bachelor. Het stageonderwerp sluit immers aan bij één of meerdere competenties van de opleiding. Het stageonderwerp wordt voorgesteld door de bedrijfspromotor en vastgelegd in samenspraak met de stagecoördinator of stagebegeleider en de student.

Ea-ICT Stage en Bachelorproef Informatiebundel bedrijfspromotoren 5 Zoals hierboven reeds aangehaald, is stage in onze opleiding elektronica-ict gekoppeld aan een eindwerk (dat wordt geschreven, gepresenteerd en verdedigd in een ander, onafhankelijk opleidingsonderdeel, nl. Bachelorproef ). Studenten mogen samen rond hetzelfde (ruimer) onderwerp werken, maar elke student moet afzonderlijk een eindwerk inleveren en verdedigen. Met meer dan twee aan eenzelfde onderwerp werken, is enkel toegelaten als het bedrijf dit expliciet vraagt en verantwoordt. We bespreken hieronder enkele criteria voor een geschikte stageopdracht: Een opdracht moet een uitdaging vormen voor de student, maar mag ook niet te complex zijn. De ervaring leert dat een student dit niet kan beoordelen. Het is dus een belangrijke taak van de stagecoördinator/stagebegeleider en van de bedrijfspromotor om te bekijken of de opdracht geschikt is voor een startende professionele bachelor. Het doel en eindproduct moeten duidelijk omschreven zijn. Toch is het belangrijk dat deze niet al te sterk afgebakend zijn. Er moet ruimte zijn voor een breed scala aan activiteiten en werkzaamheden maar ook voor eigen initiatief van een student. De stageopdracht moet leiden tot een win-winsituatie voor alle betrokkenen. Als er een duidelijk belang is voor het bedrijf, haalt het rendement uit de tijd en energie die het investeert in de student. Daarnaast is het motivatieverhogend voor de student als het product dat hij maakt relevant is voor het bedrijf en er daadwerkelijk iets mee gedaan wordt. Het uitvoeren van de stageopdracht moet ertoe leiden dat de student competenties verwerft die belangrijk zijn binnen de opleiding en die passen bij de interesse van de student. Hoewel de stageopdracht belangrijk is als sturingsmiddel in een stage, mag de student niet uitsluitend met de afgebakende opdracht bezig zijn. Het is belangrijk dat de student geïntegreerd wordt in de hele organisatie (bij andere collega's kijken, vergaderingen meemaken), maar dat hij ook de kans krijgt buiten het bedrijf te kijken en een start te maken met het opbouwen van contacten. Om dit voor elkaar te krijgen, is het soort opdracht van belang, maar ook de bedrijfspromotor en de student zelf spelen hierin een belangrijke rol.

Ea-ICT Stage en Bachelorproef Informatiebundel bedrijfspromotoren 6 2 Het verloop van de stage De stage duurt in totaal 13 weken. We onderscheiden vier fases (zie bijlage): Voorbereidingsfase; Initiatiefase; Realisatiefase; Evaluatiefase. Zoals hun naam al doet vermoeden, heeft elke fase zijn eigen invulling en betekenis. We verwachten per fase specifieke inspanningen van de student en zijn begeleiders. We vragen de student om enkele opdrachten uit te voeren die verband houden met het verloop van de stage. Het is bijvoorbeeld zijn verantwoordelijkheid om verslagen te maken van de verschillende overlegmomenten. Alle documenten die de student ontwikkelt, moet hij bewaren in een e-portfolio. Dit is een persoonlijke, digitale map. De student heeft uiteraard schrijf- en leesrechten, de stagebegeleider en bedrijfspromotor krijgen leesrechten. We bespreken nu systematisch de vier fases. 2.1 De voorbereidingsfase Tijdens de voorbereidingsfase in het najaar gaat de student zelf op zoek naar een geschikte stageplaats. Meestal vragen studenten zelf om in een bepaald bedrijf een stage te doen. De stagecoördinator neemt dan contact op met dat bedrijf en stelt de vraag formeel. Als bedrijf kan je uiteraard ook zelf een stageonderwerp voorstellen aan de hogeschool en een stagiair vragen. Eens gevonden en goedgekeurd door de stagecoördinator, neemt de student contact op met het bedrijf en maakt hij een afspraak voor een kennismakingsgesprek. Tijdens dit gesprek stelt de student zichzelf voor op basis van een korte voorstellingstekst van de opleiding en zijn curriculum vitae. In het gesprek bespreken en toetsen het bedrijf en de student mekaars verwachtingen af. De stageopdracht wordt voorgelegd en besproken. Na afloop neemt de stagecoördinator contact op met de organisatie om hun feedback te horen. Op basis hiervan wijst de stagecoördinator aan elke student een bedrijf en stagebegeleider toe. Dit moet half november afgerond zijn. Eens de student op de hoogte is van zijn stagebedrijf, is hij ervoor verantwoordelijk om de nodige documenten in orde te brengen. Dit gaat concreet over de stageovereenkomst, de werkpostfiche en het gezondheidstoezicht. 2.2 De initiatiefase De start van de student op het bedrijf betekent tevens de start van de initiatiefase. De student werkt zich in de praktijk in en concretiseert op basis hiervan de opdracht die hij zal uitwerken als eindwerk.

Ea-ICT Stage en Bachelorproef Informatiebundel bedrijfspromotoren 7 Van bij de start houdt de student een logboek bij en maakt hij een kort verslag van de wekelijkse overlegmomenten die hij heeft met de bedrijfspromotor. In die eerste weken moet de student een duidelijk beeld krijgen van de probleemstelling. Dit betekent dat hij zich verdiept in de achtergrond en context van het probleem, een heldere probleemanalyse maakt en de resultaten beschrijft die hij verwacht te bereiken. Na twee à drie weken komt de stagebegeleider op het bedrijf op bezoek om samen met jou en de student deel te nemen aan een startvergadering. Deze wordt geleid door de stagebegeleider en verslagen door de student. Op deze vergadering worden enkele praktische afspraken herhaald of vastgelegd, maar wordt vooral het onderwerp van stage definitief bepaald. Het is de bedoeling dat de student na deze startvergadering de resterende weken van de initiatiefase gebruikt om een plan van aanpak op te stellen. Hij moet concreet een takenlijst opstellen, een planning met milestones en een overzicht van mogelijke knelpunten. Dit plan van aanpak bespreekt hij met de stagebegeleider in het eerste reflectiemoment. Dit gaat door op de hogeschool. De initiatiefase moet ten laatste na de vierde week van de stage afgerond zijn. 2.3 De realisatiefase Op basis van het plan van aanpak werkt de student het stage-onderwerp uit. Hij onderneemt acties, verzamelt en analyseert de resultaten. Naast zijn logboek, houdt hij een takenlijst en planning up-to-date. In de helft van deze fase (week 7, 8 of 9 van de stage) heeft de student een tweede reflectiemoment met de stagebegeleider op de hogeschool. Hierin bespreken zij het verloop van de stage en bekijken zij de haalbaarheid van de resterende taken. Waar nodig sturen zij de takenlijst en planning bij. Gezien de student gaandeweg teksten uitschrijft voor zijn eindwerk ( Bachelorproef ), krijgt hij hier reeds feedback op de uitgeschreven hoofdstukken. De realisatiefase eindigt samen met de stage in week 13. Vanzelfsprekend moet de opdracht op dat moment afgerond zijn, de resultaten verzameld en conclusies getrokken. 2.4 De evaluatiefase Vlak na afloop van de stage organiseert de stagebegeleider een evaluatiegesprek op het bedrijf. Hier zal ook de student aan deelnemen. In een eerste fase wordt het algemene verloop van de stage besproken zonder in te gaan op de opdracht: Hebben alle betrokkenen zich gehouden aan de afspraken? Denk aan: werktijden, wekelijkse gesprekken, reflectiemomenten, veiligheidsvoorschriften, discretie, verwittigen bij afwezigheid, hiërarchie, gewenste kleding en gedrag, maken van afspraken, bespreken van knelpunten Is de stage verlopen volgens verwachtingen? Waren er grote verrassingen?

Ea-ICT Stage en Bachelorproef Informatiebundel bedrijfspromotoren 8 Heeft de student rekening gehouden met opmerkingen gemaakt door stagebegeleider of bedrijfspromotor? Daarna worden de belangrijkste elementen van de opdracht besproken. Uit dit gesprek moet duidelijk worden wat de stage concreet inhield, aan welke taken de student vooral tijd heeft besteed, wat volgens alle betrokkenen de grootste knelpunten waren, wat de grootste realisaties zijn en waar er eventueel hiaten zijn. Het evaluatiegesprek is dan toe aan de eigenlijke evaluatie. a. De student geeft zijn evaluatie over het geheel van de stage: verloop van de stage; uitgevoerde onderzoek en resultaten; arbeidsattitudes. b. De bedrijfspromotor beoordeelt vooral de realisatie van de stageopdracht: Werd het onderzoek goed uitgevoerd? Heeft de student goed werk geleverd? Daarnaast neem je de vaardigheden en arbeidsattitudes van de student in ogenschouw. Was hij stipt? Was hij een aangename werknemer? Nam hij wanneer nodig initiatief?... c. De stagebegeleider geeft zijn evaluatie, voornamelijk over: e-portfolio; attitudes; (algehele) verloop van de stage. Na dit evaluatiegesprek verlaat de student de ruimte en bepaalt de bedrijfspromotor samen met de stagebegeleider een kwalitatieve beoordeling. De bedrijfspromotor gebruikt hiervoor een specifieke vragenlijst. De bedrijfspromotor wordt vriendelijk uitgenodigd om aanwezig te zijn bij de bachelorproef (presentatie en verdediging van het eindwerk).

Ea-ICT Stage en Bachelorproef Informatiebundel bedrijfspromotoren 9 3 Praktisch 3.1 De stageperiode De stage loopt 13 weken in het tweede semester van het derde opleidingsjaar. Voor het academiejaar 2015-2016 gaat de stage door van (maandag) 7 maart 2016 tot en met (vrijdag) 3 juni 2016. Studenten met stage in voorafname of enkel nog stage op hun programma kunnen hun stage lopen in het eerste semester (vanaf september 2015). 3.2 Aanwezigheid Gedurende 13 weken zijn de stagiairs elke werkdag op de stageplaats aanwezig en schikken ze zich naar de uurregeling die in het bedrijf geldt en conform de jaarplanning van de hogeschool. Sluitingsdagen van het bedrijf worden vooraf besproken met de student en stagebegeleider. 3.3 Afwezigheid Het kan nodig zijn dat de student voor bepaalde activiteiten of overlegmomenten met de stagebegeleider moet aanwezig zijn in de hogeschool. De student zal de bedrijfspromotor hiervan tijdig verwittigen en de nodige afspraken hieromtrent maken. Indien de stagiair o.w.v. een geldige reden (bv. ziekte) niet kan aanwezig zijn, moet hij de bedrijfspromotor en de hogeschool zo snel mogelijk op de hoogte brengen. De afwezigheid moet binnen de 7 dagen gewettigd worden. Een afspraak voor een sollicitatiegesprek kan bv. een geldige reden zijn, mits de student vooraf de toelating vraagt en een bewijs ervan overhandigt. Onwettige afwezigheid wordt door de bedrijfspromotor gemeld aan de stagebegeleider. 3.4 Bezoldiging De stage is onbezoldigd. Er zijn bedrijven die een onkosten- of verplaatsingsvergoeding uitkeren, maar ze zijn dat niet verplicht. Het stagebedrijf neemt wel de verplichting op zich de stagiair te vergoeden voor kosten die voortvloeien uit stageactiviteiten zoals telefoongesprekken, verplaatsingen naar klanten, leveranciers en dergelijke. Hij maakt hierover vooraf duidelijke afspraken met de student.

Ea-ICT Stage en Bachelorproef Informatiebundel bedrijfspromotoren 10 3.5 Verzekering De student blijft tijdens zijn stage verbonden aan de hogeschool en is daarom via de hogeschool verzekerd voor de ganse duur van de stage. Zorg ervoor dat het stagecontract door de 3 partijen (student, bedrijf, school) ondertekend is, vóór de aanvang van de stage! 3.6 Welzijn en veiligheid Het stagebedrijf zorgt voor de naleving van de wetgeving betreffende welzijn en veiligheid. De stagiairs zijn volgens de Welzijnswet (B.S. 18.9.1996) gelijkgesteld met werknemers, wanneer zij een stage binnen de activiteiten van een bedrijf uitoefenen. Voor de stage dient het stagebedrijf een analyse te maken van eventuele gezondheidsrisico s die de stage of de stageplaats opleveren (werken met gevaarlijke stoffen, werken met machines ). Indien er een risico is, moet de stagiair op kosten van het stagebedrijf of op eigen kosten een gezondheidsbeoordeling (medisch onderzoek) ondergaan. Indien er geen gezondheidsrisico is, meldt het stagebedrijf dit in de bijlage bij het stagecontract (Medische Fiche). 3.7 Discretie We gaan ervan uit dat het eindwerk (dat resulteert uit een stage) openbaar mag gemaakt worden en via de bibliotheek ook elektronisch mag geraadpleegd worden. Het eindwerk zal ook voor de beoordeling door de juryleden (docenten van de hogeschool en professionals uit het werkveld) van het opleidingsonderdeel Bachelorproef vooraf gelezen worden. Het is aan te raden dat je vooraf met de stagiair overlegt welke bedrijfsinformatie je als vertrouwelijk beschouwt. Indien het bedrijf vindt dat de tekst of een bepaald gedeelte ervan niet openbaar mag gemaakt worden, dient de student een document tot embargo in te dienen bij de mediatheek samen met een motivatiebrief van de stageplaats. De bedrijfspromotor ziet er op toe dat de aanmelding ook effectief gebeurd is. Eventueel kan er door de stageplaats een geheimhoudingsverklaring opgesteld worden waarin je bepaalt wat wel of niet kan verwerkt worden in het eindwerk. Procedure aanvragen embargo: 1. Student vraagt het embargodocument aan bij de mediatheek; 2. Student vult het embargodocument in en voegt de motivatiebrief toe; Soorten embargo: a. Internet embargo: De eindwerktekst zal niet te consulteren zijn via het internet. Het eindwerk zal wel in de mediatheek in te kijken zijn of via het intranet binnen de hogeschool. b. Totaal embargo: Het eindwerk zal niet in te kijken zijn en dit gedurende 5 jaar. Het eindwerk zal gedurende die periode bijgehouden worden in het archief van de mediatheek. 3. Student laat het embargodocument ondertekenen door het opleidingshoofd;

Ea-ICT Stage en Bachelorproef Informatiebundel bedrijfspromotoren 11 4. Student brengt het embargodocument binnen bij de mediatheek. 3.8 Geheimhouding Indien nodig kan er door het stagebedrijf een geheimhoudingsverklaring opgesteld worden waarin bepaald wordt hoe de student dient om te gaan met de aan hem ter beschikking gestelde informatie in het kader van zijn stage. 3.9 Auteursrecht De student is schrijver van zijn eindwerk. Aangezien hij als student geen werknemer van de stageplaats is, heeft de student dus ook automatisch het auteursrecht op alles wat hij schrijft. Dit kan de eindwerktekst zijn, maar ook alle andere teksten zoals handleidingen, software (softwarecode = tekst) en dergelijke. Wens je als stagebedrijf het volledige recht te behouden over de geschreven teksten (denk aan software of handleidingen die later eventueel gecommercialiseerd worden) dan kan je best vooraf een verklaring opstellen waarbij de student afstand doet van zijn auteursrecht.

Ea-ICT Stage en Bachelorproef Informatiebundel bedrijfspromotoren 12 4 Bijlage