IAB-Info. Inhoud. Deze betalingen zouden gebeuren zonder hieromtrent voorafgaand de «doorverwijzer» op de hoogte te brengen.



Vergelijkbare documenten
Overzicht van de belangrijkste wijzigingen aan het aangifteformulier inclusief de fiscale bijlagen voor het aj. 2015

Aftrek voor risicokapitaal

Ondernemingsgegevens. Identificatiegegevens van de onderneming AANGIFTE IN DE VENNOOTSCHAPSBELASTING AANSLAGJAAR 2015

Ondernemingsgegevens. Identificatiegegevens van de onderneming AANGIFTE IN DE VENNOOTSCHAPSBELASTING AANSLAGJAAR 2014

Het model van het aangifteformulier voor aanslagjaar 2014 is verschenen in het Belgisch Staatsblad dd

Ondernemingsgegevens. Identificatiegegevens van de onderneming. Inlichtingen omtrent de betreffende boekjaren. Naam. Ondernemingsnummer en rechtsvorm

Aftrek voor risicokapitaal

Derde Bewerking : Aftrek van vrijgestelde verdragswinsten Aftrek van niet-belastbare bestanddelen

De roerende voorheffing op dividenden werd reeds opgetrokken van 15 % naar 25%.

oplossing ingevulde aangifte aj Reserves Belastbare gereserveerde winst 2/11

Aangifte Ven.B. : epiloog

Afz. Boekjaar van...tot... a b. a b 279 dd... bijlage.../ E dd... bijlage.../... 5 A/G... A/G... G...

Belastingkrediet voor onderzoek en ontwikkeling: boekhoudkundige verwerking en fiscale behandeling.

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN

Afz. Boekjaar van...tot...

Ontbinding en vereffening

Abnormale of goedgunstige voordelen toch geen minimale belastbare basis?

Notionele intrestaftrek

I. INLEIDING.

Tip voor de bedrijfsleider: Vergeet uw 640 belastingvrij dividend niet!

Afdruk aangifteformulier - Duitse vertalingen van de nieuwe rubrieken

Berekening aftrek voor risicokapitaal Grootte van de vennootschap in de zin van het Wetboek van Vennootschappen. risicokapitaal.

Berekening van de belasting

Opgelet: opvolging voorafbetalingen vennootschapsbelasting wordt terug belangrijk!!!

ENKELE MOGELIJKHEDEN OM NOG TE GENIETEN VAN VERLAAGDE ROERENDE VOORHEFFING

De Fairness Tax: nieuwe minimumbelasting voor grote vennootschappen?

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN

1 de uitgaven gedaan voor prestaties betaald met dienstencheques als bedoeld in de artikelen tot ;

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN


IAB-Info. Inhoud. Beroep. Economie

Federale Overheidsdienst

Circulaire 2018/C/116 over de wijzigingen die werden aangebracht aan de tarieven van de VenB en aan de aanvullende crisisbijdrage

Meerwaarden op aandelen: Vindt u uw weg in de praktijk?

RECHTSTREEKSE INVESTERINGEN

Afz. SPECIMEN. Boekjaar van...tot...

HOOFDSTUK 1 Situering van de vennootschapsbelasting

Tax shelter voor startende ondernemingen

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN

Fairness Tax lijst van nog hangende problemen

Home > Addendum dd bij de circulaire AAFisc 36/2008 (nr. Ci.RH.421/ ) dd

TOELICHTING 275 C VOORAFGAANDE OPMERKINGEN TOELICHTINGEN

De inkomsten uit de deeleconomie


Uiteenzetting van de winst

Memo inzake liquidatiereserve

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN

I. BEREKENING VAN HET GEMIDDELD PERSONEELSBESTAND A. Alle personeelsleden. Gemiddeld personeelsbestand in A1 =... B A2 =... B2...

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN-advies 2018/02 Belastingkrediet voor kosten van onderzoek en ontwikkeling. Advies van 21 maart

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN advies 2017/XX Belastingkrediet voor kosten van onderzoek en ontwikkeling

2. Wat is het fiscale voordeel?

Algemene verhoging van het tarief van de roerende voorheffing tot 27% - Kunnen winsten nog voordelig worden uitgekeerd?

Overzicht van de belangrijkste wijzigingen aan het aangifteformulier vennootschapsbelasting inclusief de fiscale bijlagen voor het aanslagjaar 2016.

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN

Kosten eigen aan de werkgever

HERVORMING VENNOOTSCHAPSBELASTING EN SPAARDERSFISCALITEIT. Versie

Vennootschapsbelasting: wat verandert er in 2018?

Fiscale aspecten bij éénmalige revisorale opdrachten

Tax Shelter voor Starters - Checklist met betrekking tot RECHTSTREEKSE INVESTERINGEN in Startersvennootschappen

Fiscale aspecten bij éénmalige revisorale opdrachten. ViasDFK3 BEDRIJFSREVISOREN

Afz. Boekjaar van...tot...

Voorafgaande opmerking bij de circulaire nr. Ci.RH.421/

AFSCHRIFT. te bewaren door de belastingplichtige

Stopzettingsmeerwaarde daalt naar 10% vanaf 60 jaar en geldt ook voor voorraden en handelsvorderingen

1. Samenstelling kapitaal Aantal aan- In geld geïncor- Uitgifte Totaal delen volstort poreerde reserves premies kapitaal

Circulaire 2018/C/103 over over de terugbetaling van maatschappelijk kapitaal

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN

Instelling. Onderwerp. Datum

Titel : Circulaire 2019/C/15 over de invoering van forfaitaire beroepskosten op winst

A. Eenmalige aftrek voor vaste activa die zijn verkregen of tot stand gebracht door NATUURLIJKE PERSONEN. Percentage 13,5 % 13,5 % 13,5 % 3,5 %

RECHTSTREEKSE INVESTERINGEN

Verlaagde vennootschapsbelastingen vanaf 1 januari 2018!

Percen- tage. 8. TOTAAL (nrs. 1 tot 7)... (A)... Afschrijfbare aanschaffings- of beleggingswaarde. 3. TOTAAL (nrs. 1 en 2)... (B)...

I. BEREKENING VAN HET GEMIDDELD PERSONEELSBESTAND A. Alle personeelsleden. Gemiddeld personeelsbestand in A1 =... B A2 =... B2...

Tax Shelter voor Starters - Checklist met betrekking tot RECHTSTREEKSE INVESTERINGEN in Startersvennootschappen

Afz. SPECIMEN. Boekjaar van...tot...

AFSCHRIFT. te bewaren door de belastingplichtige

GESPREIDE BELASTING VAN MEERWAARDEN OP BEPAALDE EFFECTEN

FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN Algemene administratie van de FISCALITEIT Inkomstenbelastingen AANGIFTE IN DE ROERENDE VOORHEFFING

Tax Shelter voor Starters - Checklist met betrekking tot RECHTSTREEKSE INVESTERINGEN in Startersvennootschappen

Fiscaliteit van beleggingen door een vennootschap. Jobert Van In 05/12/2013

Incorporatie van reserves aan 10% Vers KMO kapitaal. 14 november 2013

SPECIMEN. Bankinformatie. Contactpersoon. AANGIFTE IN DE RECHTSPERSONENBELASTING AANSLAGJAAR 2016 (Inkomsten van het jaar 2015) BIJKOMENDE INFORMATIE

SPECIMEN. Bankinformatie. Contactpersoon. AANGIFTE IN DE RECHTSPERSONENBELASTING AANSLAGJAAR 2015 (Inkomsten van het jaar 2014) BIJKOMENDE INFORMATIE

Spotlights - juni 2014

DIVIDEND Wanneer moet u een dividend toekennen? Wanneer mag u geen dividend toekennen? Wanneer fiscaal gezien een goede keuze?

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN-advies 2018/XX Dividenduitkering en kapitaalvermindering in natura Ontwerpadvies van 11 juli 2018

Lexalert : Gespreide belasting meerwaarden - herbelegging via belastingvrije fusie of splitsing kan!

Beleggen binnen of buiten de vennootschap!

FAQ - TAX REFORM. 1. Hoe weet men of de drempel van de aan roerende inkomsten overschreden wordt?

De Tax Shelter voor het investeren in startersvennootschappen. Bewijsregeling thans gepubliceerd.

Hof van Cassatie van België

2. Voordelen van een doktersvennootschap

Rolnummer Arrest nr. 156/2014 van 23 oktober 2014 A R R E S T

Die reserves kan men al dan niet uitkeren (= dividenduitkering) tegen een gunstig tarief (zie tabel hieronder).

11. Cijfervoorbeelden

I. Berekening van de investeringsaftrek voor vennootschappen die NIET opteren voor het belastingkrediet voor onderzoek en ontwikkeling.

Boekhoudkundige continuïteit versus discontinuïteit

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. Advies van 4 september

Transcriptie:

Nummer 15 25 augustus - 7 september 2003 IAB-Info Inhoud 15e jaargang I.A.B.-mededelingen Bericht aan de leden betreffende het betalen van commissielonen door sommige sociale secretariaten Bericht aan de leden betreffende het betalen van commissielonen door sommige sociale secretariaten Het Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten werd op de hoogte gesteld van het feit dat bepaalde sociale secretariaten commissielonen zouden betalen voor het doorverwijzen van werkgevers. Deze betalingen zouden gebeuren zonder hieromtrent voorafgaand de «doorverwijzer» op de hoogte te brengen. Gelet op deze praktijken wenst het Instituut er zijn leden op te wijzen dat het, overeenkomstig artikel 29 van het K.B. van 1 maart 1998 tot vaststelling van het reglement van plichtenleer der accountants, de externe accountant en/of de belastingconsulent verboden is om op enigerlei wijze commissie- of makelaarslonen of welkdanig voordeel ook te ontvangen dat verband houdt met zijn opdrachten. Het aanvaarden van dergelijke commissielonen is bijgevolg strijdig met de deontologie van de accountant en/of de belastingconsulent, en kan dan ook tuchtrechtelijk gesanctioneerd worden. Teneinde voormelde betalingen te vermijden, raadt het Instituut zijn leden aan om, in hun relatie met sociale secretariaten, deze voorafgaandelijk en uitdrukkelijk te informeren over het feit dat zij geen commissielonen wensen te ontvangen in het kader van het doorverwijzen van werkgevers. J. DE LEENHEER Voorzitter Fiscaliteit Vennootschapsbelasting aanslagjaar 2003 : de aangifte op de rooster (deel 2) Na een toelichting bij de achtergrond en een grondig onderzoek van de twee eerste vakken van de aangifte in de vennootschapsbelasting aj. 2003, volgt in dit nummer een gedetailleerde commentaar bij de tien andere vakken.

Fiscaliteit Vennootschapsbelasting aanslagjaar 2003 : de aangifte op de rooster (deel 2) R. LASSAUX Na een toelichting bij de achtergrond en een grondig onderzoek van de twee eerste vakken van de aangifte met betrekking tot aanslagjaar 2003 volgt nu logischerwijze een gedetailleerde commentaar bij de tien andere vakken van die aangifte. Ook voor dit tweede luik wordt gewerkt volgens de inmiddels vertrouwde methode : analyse en inventaris per rubriek van de relevante wetswijzigingen, rechtspraak en administratieve circulaires. Als kers op de taart stippen we de nu al gekende wijzigingen aan die de volgende aangifte zal ondergaan aangifte die zal worden getekend door het in werking treden van de meeste maatregelen ingevoerd door de Wet van 24 december 2002 met betrekking tot de hervorming van de vennootschapsbelasting. Niet te vergeten : het indienen van de aangifte in de vennootschapsbelasting moet gebeuren uiterlijk op 12 september 2003. Wie alleen afgaat op de enkele cosmetische wijzigingen die de aangifte heeft ondergaan (zie nummer 14/2003 van de nieuwsbrief) en waarvan de belangrijkste bestaat uit de toevoeging, aan vak IX, rubriek 3, van drie subrubrieken «terugbetaalbare voorheffingen», die verband houden met het instellen van roerende voorheffing op liquidatieboni en op boni bij verkrijging van eigen aandelen, waarin de wet met betrekking tot de hervorming van de vennootschapsbelasting voorziet, zou kunnen besluiten dat de aangifte 2003 niet veel nieuws inhoudt. Ten onrechte, en wel om verschillende redenen. In de eerste plaats omwille van de wetswijzigingen. Wat de wetsbepalingen betreft die reeds van toepassing zijn, vermelden we bijvoorbeeld de fiscale stimulans ter bevordering van de opvang van kinderen van minder dan drie jaar (5 250 EUR per opvangplaats en per belastbaar tijdperk (nieuw art. 52bis WIB 92 ingevoerd door de Programmawet van 8 april 2003 (art. 104) B.S., 17 april 2003, 1e ed., van toepassing op de sinds 1 januari 2003 werkelijk betaalde sommen)). Verder verwijzen we ook naar de versoepelingen die door de Wet van 27 november 2002 (BS, 10 december 2002) werden aangebracht aan het stelsel van de bijzondere bijdragen (hoewel de toepassing in de praktijk niet zo eenvoudig zal blijken). Ten slotte halen we de wijzigingen aan die werden doorgevoerd door de Programmawet van 2 augustus 2002 (BS, 29 augustus 2002, err., 13 november 2002), meer bepaald de specifieke maatregelen met betrekking tot winsten uit de zeescheepsvaart en de finale modaliteiten van de terugbetaling van steun in het kader van Maribel bis en ter. Vervolgens ook omdat het fiscaal recht wordt beïnvloed door administratieve accenten, en meer nog door rechterlijke uitspraken die onderling niet altijd op dezelfde lijn zitten. Daarom ook vermelden we, voor elke rubriek die we bespreken, de relevante rechtspraak, administratieve circulaires en parlementaire vragen, gepubliceerd tussen 1 januari 2002 en 15 mei 2003, datum waarop de initiële redactie van deze tekst werd afgesloten. We benadrukken dat we met ons overzicht geen volledigheid ambiëren : we zetten veeleer een aantal bakens uit door te focussen op de belangrijkste onderdelen van de aangifte en de nodige gegevens aan te reiken om de betreffende vakken op de meest efficiënte manier in te vullen. We kijken ook al naar wat komen gaat. Zo vermelden we, waar mogelijk, de wijzigingen die voortvloeien uit de Wet van 24 december 2002 betreffende de hervorming van de vennootschapsbelasting. Vermits het wijzigingen betreft die uitwerking zullen krijgen met ingang van aanslagjaar 2004, is het aangewezen er, bij het nemen van beslissingen, nù al rekening mee te houden.

Toerekening van verliezen, aftrek van definitief belaste inkomsten, verlaging van de aanslagtarieven, belastingvermindering voor buitenlandse inkomsten en vrijstelling van vermeerderingen wegens geen of onvoldoende voorafbetalingen ten gunste van de KMO s : het betreft stuk voor stuk moeilijke items die we in deze bijdrage kort zullen bespreken en waarop we in volgende nummers van IAB-Info uitgebreider zullen terugkomen (zoals dat overigens ook al gebeurde voor een andere maatregel uit de hervorming, de investeringsreserve met name (zie IAB-Info nr. 8/2003)). Ter herinnering zij kort gezegd dat een vennootschap, voor de aanslagjaren waarvoor zij verminderde tarieven geniet1 (zie art. 215, tweede lid, WIB 92 en vak VIII op blz. 10 van deze nieuwsbrief), belastingvrijstelling zal genieten voor de helft van de belastbare winst van het aanslagjaar die zij beslist in reserve onder te brengen, en dit met een maximum van 18 750 EUR per aanslagjaar2. Daartoe moet een reeks voorwaarden worden vervuld, waaronder niet in het minst die met betrekking tot het investeren en het naleven van de onaantastbaarheid.3 De hervormingswet van 24 december 2002 vormt ongetwijfeld de belangrijkste bron van alle momenteel gekende «wijzigingen 2004». Maar er zijn nog andere bronnen waaraan moet worden gedacht. Zo bijvoorbeeld aan de Programmawet van 8 april 2003 (BS, 17 april 2003), die het principe heeft ingevoerd van een nieuwe investeringsaftrek, verhoogd met 10 % voor beveiligingsinvesteringen door binnenlandse KMO s (in de zin van art. 201, eerste lid, 1 WIB 92), alsook aan de PC-privé plannen (KB van 25 maart 2003, B.S., 4 april 2003). Eén aandachtspunt nog alvorens we van start gaan met de bespreking zelf van de aangifte : de uiterste datum voor het indienen van de aangifte in de vennootschapsbelasting is niet 29 augustus 2003, maar wel 12 september 2003. Zo werd uitdrukkelijk meegedeeld in een perscommuniqué van 24 juli 2003 en ook door het Instituut al herhaaldelijk benadrukt (zie onze website en IAB-Info nr. 14/2003). Vak III. Uitgekeerde dividenden 1. Bedrag van de uitgekeerde dividenden 050 a) Gewone dividenden (art. 18 et 185 WIB 92, Com IB nr. 185/37 tot 45 en 47/52) Deze dividenden omvatten alle voordelen gekoppeld aan aandelen, deelbewijzen of rechten op een aandeel in de winst, ongeacht hun benaming en verkregen hoe en onder welke vorm dan ook van een vennootschap, zonder dat men zich hoeft te bekommeren over de kwalificatie die de uitkerende vennootschap aan die inkomsten geeft noch de modaliteiten van bepaling en van toekenning van die inkomsten (al dan niet overeenkomstig de bepalingen van het Wetboek van Vennootschappen) of van de oorsprong van die inkomsten. Men moet voor ogen houden dat dit begrip, bij een kapitaalvermindering doorgevoerd krachtens artikel 612 W. Venn., het deel van de terugbetaling van kapitaal omvat, dat niet in mindering wordt gebracht van het gestort kapitaal, alsook de interesten van voorschotten in geld die interesten opleveren en die bepaalde personen4 toekennen aan een vennootschap wanneer en in zoverre één van de twee hierna genoemde grenzen overschreden wordt : ofwel de grens bepaald door artikel 55 WIB 92, ofwel, wanneer het bedrag van de interest opleverende voorschotten hoger ligt dan het op het einde van het belastbare tijdperk gestorte kapitaal verhoogd met de in het begin van het belastbare tijdperk belaste reserves. Om een overschrijding van de laatstgenoemde limiet te vermijden, gebeurt het vaak dat het voorschot in twee delen wordt gesplitst, het eerste met interest en het tweede kosteloos. Als uit de feiten blijkt dat partijen alle gevolgen van de ondertekende overeenkomst aanvaard hebben, mag de Administratie de herkwalificatie niet berekenen op basis van het geheel van het voorschot (Rb. Leuven, 10 mei 2002). 051 b) Verkrijging van eigen aandelen (art. 186, 188, 264 WIB 92 en Com IB nr. 185/37 e.v. en 186). Het feit dat een terugkoop van aandelen gedaan lijkt te zijn met overtreding van de vorm- en grondvoorwaarden, voorgeschreven door artikel 620 en volgende van het Wetboek van Vennootschappen, laat in geen geval toe te concluderen dat partijen de werkelijke bedoeling hadden om over te gaan tot een gewone uitkering van dividenden en de verrichting te herkwalificeren in toepassing van de bepalingen van artikel 344 1 WIB 92 (Hasselt, 9 januari 2002). In casu ging het om de terugkoop van de aandelen van één van beide vennoten die ernstig ziek geworden was, met het oog op het voortbestaan van de vennootschap. 052 c) Overlijden, uittreding of uitsluiting van een vennoot (art. 187, 188 en 264 WIB 92 en Com IB nr. 185/37 e.v.).

053 d) Verdeling van het maatschappelijk vermogen (art. 208 tot 210, 211 1, 2, 519bis en 520 WIB 92 en Com IB nr. 185/37 e.v.). 2. Vrijgesteld bedrag van de uitgekeerde dividenden 055 a) AFV-dividenden (art. 2 en 3 KB nr. 15). Zoals bekend, werden, in het kader van deze regeling, de dividenden vrijgesteld van de vennootschapsbelasting ten belope van een deel van het in 1982 en 1983 nieuw ingebrachte kapitaal waarvoor een storting in geld was geschied. In dit kader werd geoordeeld dat het feit dat de intekenaars het noodzakelijke geld bij de vennootschap zelf hadden geleend, de vrijstelling niet in de weg stond (Mons (Bergen), 1 oktober 2002). 056 b) Dividenden uitgekeerd door vennootschappen in een reconversiezone (art. 50 tot 52 van de Wet van 3 juli 1984 (BS, 10 augustus 1984) en art. 18 van de wet van 28 december 1990 (BS, 29 december 1990)). 057 c) Dividenden uitgekeerd door innovatievennootschappen (art. 68 tot 75 van de wet van 3 juli 1984 (BS, 10 augustus 1984). Vak IV. Uiteenzetting van de winst 062 tot 067.4. Indeling van het resultaat volgens oorsprong (art. 75 KB/WIB 92 en Com IB nr. 199/3 tot 17). 070 5a. Winsten vrijgesteld bij verdrag (art. 76 KB/WIB 92 en Com IB nr. 199/18 en 19 overbrenging van regel 66). Een gecoördineerde versie van alle door België ondertekende verdragen ter vermijding van dubbele belasting bevindt zich op de website van de Fisconet-databank : http://www.fisconet.fgov.be/nl (Directe belastingen, Wetgeving, Internationale Verdragen, Dubbelbelastingverdragen). Ingevolge het door het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen op 14 december 2002 gewezen arrest in de zaak AHMID mogen we ervan uitgaan dat de Belastingadministratie de bepalingen van artikel 78, tweede lid, van het KB/WIB 92 (verrekening van de Belgische verliezen op de winsten van buitenlandse vestigingen) niet langer strikt zal toepassen, zeker niet wanneer die buitenlandse vestigingen in de Europese Unie gelegen zijn. 073 5b) Niet-belastbare bestanddelen : 1 Vrijgestelde giften (art. 104, lid 3 tot 5 a, 107 tot 111, 199 en 200 WIB 92 en Com IB art. 104 en nr. 199/20 tot 25). Giften in speciën mogen enkel worden afgetrokken als hun totaal (regel 039) niet meer bedraagt dan 5 % van het fiscale resultaat, bepaald bij de eerste verrichting (code 060), met een absoluut maximum van 589 860,00 EUR (595 600,00 EUR voor aj. 2004), met uitzondering van, in voorkomend geval, giften in de vorm van kunstwerken. In principe moet het giften betreffen vanaf5 30 EUR en moeten de betrokken erkende instellingen6 een ontvangstbewijs ad hoc afleveren. 074, 5 b, 2 Vrijstelling voor aanvullend personeel7 voor wetenschappelijk onderzoek en uitvoer (art. 67 en 524 WIB 92 en 44 tot 46 KB/WIB 92, Com IB art. 67 en nr. 199/20). Te hernemen : 11 800,00 EUR (11 990,00 EUR voor aj. 2004) per in België bijkomende voltijds aangeworven personeelseenheid tewerkgesteld voor het wetenschappelijk onderzoek, de uitbouw van het technologisch potentieel van de onderneming, een betrekking van diensthoofd voor de uitvoer of een betrekking van diensthoofd van de afdeling integrale kwaliteitszorg.

Deze vrijstelling wordt gebracht op 23 590, 00 EUR (23 980 EUR voor aj. 2004) als het nieuwe door de onderneming aangeworven personeelslid een «hooggekwalificeerd onderzoeker» (art. 44, 1 en 2, eerste lid KB/WIB 92) is die binnen de vennootschap in België voltijds tewerkgesteld wordt voor wetenschappelijk onderzoek. In dat geval dient bij de aangifte een afzonderlijk attest op naam gevoegd te worden uitgereikt door de Federale Diensten voor wetenschappelijke, technische en culturele aangelegenheden. Wanneer een personeelslid niet langer tewerkgesteld wordt in de functie waarvoor het aanvankelijk aangeworven was, wordt het totale bedrag van de voorheen vrijgestelde winsten tot het passende beloop verminderd. De winsten of de verliezen van het belastbare tijdperk moeten dan, naargelang het geval, tot het passende beloop worden vermeerderd of verminderd (zie vak II, m, regel 41). 075, 5b) 3 Vrijstelling voor bijkomend personeel KMO8 (art. 29 van de Programmawet van 10 februari 1998 ter bevordering van het zelfstandig ondernemerschap, B.S., 21 februari 1998 en formulier 276 T). De vermindering van de belastbare grondslag bedraagt 4 390,00 EUR (4 460 EUR voor aj. 2004) per bijkomende, in België tewerkgestelde personeelseenheid (een werkelijk nieuwe tewerkstelling waarbij het brutoloon niet hoger ligt dan 1 735,25 EUR per maand, 79,82 EUR per dag of 10,51 EUR per uur) in vergelijking met het gemiddeld personeelsbestand. De vrijstelling wordt verleend per boekjaar, van 1998 tot 2003, wanneer deze boekjaren samenvallen met kalenderjaren, of, wanneer de belastingplichtigen anders dan per kalenderjaar boekhouden, met het eerste boekjaar dat wordt afgesloten na 31 december 1998, 1999, 2000, 2001, 2002 en 2003. Om het jaarlijks bedrag te berekenen moet men dus voor elk jaar het gemiddelde aantal werknemers vergelijken met het gemiddelde aantal werknemers van het voorgaande kalenderjaar. De deeltijdse arbeidsdagen moeten daarbij worden omgezet in voltijdse equivalenten. Opgelet : deze maatregel is enkel van toepassing op de vennootschappen die, ongeacht hun benaming, minder dan 11 werknemers tewerkstellen op 31 december 1997 of op het einde van het jaar waarin de exploitatie is aangevangen, als die aanvang op een latere datum valt. Zij mag niet worden gecumuleerd met de vrijstelling voor bijkomend personeel dat wordt ingezet voor wetenschappelijk onderzoek of voor uitvoer (zie regel 074). 077, 5b, 4 Andere niet-belastbare bestanddelen (art. 190, 191 en 513 WIB 92 en art. 74 tot 79 KB/WIB 92 en Com IB nr. 199/24 en 25). -> Aanslagjaar 2004. De zonet onderzochte vrijstellingen, bedoeld in regel 073 tot 077, moeten prioritair verrekend worden op de Belgische winsten, waarbij het eventuele saldo in mindering wordt gebracht op de winsten van de landen zonder overeenkomst. In dat geval wordt de internationale dubbele belasting verzacht door een vermindering tot één vierde van het deel van de Belgische belasting «die verhoudingsgewijs overeenstemt met de inkomsten van de in het buitenland gelegen onroerende goederen en met de in het buitenland gerealiseerde en belaste winsten»9. Dit verminderd tarief, zoals bedoeld in artikel 217 van het WIB 92, werd opgeheven10 ingevolge de hervorming van de vennootschapsbelasting. Bijgevolg zullen alle buitenlandse inkomsten van Belgische vennootschappen, net zoals de Belgische inkomsten, onderworpen worden aan de vennootschapsbelasting, behalve indien een overeenkomst ter vermijding van de dubbele belasting door België werd afgesloten. De huidige indeling of opsplitsing zal dus niet langer noodzakelijk zijn. 080 en 081 Totaal van de niet-belastbare bestanddelen. 090, 5c Definitief belaste inkomsten (DBI) en vrijgestelde roerende inkomsten (VRI) (art. 202 tot 205 WIB 92) De als DBI en VRI aftrekbare bedragen, bepaald in vak VI van de aangifte, zijn slechts werkelijk aftrekbaar als er belastbare winst overblijft na de drie eerste verrichtingen. Het niet-afgetrokken saldo is definitief verloren en mag dus niet in aanmerking worden genomen ter bepaling van het verlies van het jaar, te compenseren in de loop van de latere belastbare tijdperken. (Voor het onderzoek van de regeling en van de door de hervormingswet van 24 december 2002 aangebrachte aanzienlijke wijzigingen, zie vak VI).

093 5d) Aftrek van vorige verliezen (art. 206, 207 en 345 WIB 92 en Com IB art. 23,53, 78 en nr. 68/16 en 199/74 tot 105). Sinds aanslagjaar 1998 zijn verliezen onbeperkt aftrekbaar tot zij volledig aangezuiverd zijn, zelfs als zij, in voorkomend geval, werden vermeld in een laattijdig ingediende belastingaangifte. Overeenkomstig de rechtspraak van het Hof van Cassatie zijn vroegere verliezen enkel compenseerbaar indien zij werden geleden door dezelfde rechtspersoon. Een wijziging van activiteit, van vennootschapsvorm, zelfs van aandeelhouderschap heeft, evenwel geen invloed op de rechtspersoonlijkheid (Namen, 21 juni 2002). Dit alles neemt niet weg dat artikel 206 2 WIB 92 de aftrek beperkt van verliezen van vennootschappen die een herstructurering hebben doorgevoerd (fusie, splitsing, inbreng van een bedrijfsafdeling, van een tak van werkzaamheid of van een algemeenheid van goederen ter vrijstelling van de belasting). Ongeacht de aard van de verrichting, worden de verliezen inderdaad beperkt in verhouding tot het fiscaal netto actief (FNA) van de overnemende/verwervende vennootschap in het nieuwe totale actief. In een vonnis van 17 april 2002 stelde de Rechtbank van eerste aanleg te Antwerpen, in het kader van een fusie door absorptie onder de regeling van fiscale neutraliteit waarbij de overgenomen vennootschap over recupereerbare fiscale verliezen beschikte en, net zoals de overnemende vennootschap, een fiscaal netto actief (FNA) bezat, dat het bedrag van de overdraagbare verliezen (van de overgenomen vennootschap) berekend moest worden bij toepassing van een breuk met het FNA van de overgenomen vennootschap als teller en de som van het FNA van de overgenomen vennootschap en het FNA van de overnemende vennootschap als noemer. Doordat de FNA s opnieuw op nul gebracht moeten worden ten behoeve van de toepassing van deze breuk (Com IB 92, nr. 199/87), leidde de rechtbank af dat de aftrekbaarheid van de verliezen van de overgenomen vennootschap volledig verworpen moest worden. Het recht op de terugwinning van de winsten van het belastbare tijdperk (en van elk later belastbaar tijdperk) verdwijnt onherroepelijk in geval van overname of wijziging van controle als deze verrichting, uit hoofde van de vennootschap die de controlewijziging ondergaat, niet beantwoordt aan wettelijke financiële of economische behoeften (art. 207, derde lid, WIB 92). Er kan een ruling worden gevraagd voor de hele verrichting (KB van 17 januari 2003, B.S., 31 januari 2003, 3e ed., p. 4304) in het kader van de nieuwe veralgemeende praktijk van voorafgaande fiscale akkoorden11 die op 1 januari 2003 in ons fiscaal recht werd ingevoerd (KB van 9 januari 2003, B.S., 15 januari 2003, 2e ed., p. 1327). -> Aanslagjaar 2004. De abnormale of goedgunstige voordelen zullen niet meer gecompenseerd kunnen worden met het verlies van het belastbare tijdperk. e) 094 Investeringsaftrek (art. 68 tot 77, 201 tot 207 WIB 92, art. 47 tot 49 van het KB/WIB 92, het bericht betreffende de tarieven en de nuttige adressen, B.S., 9 maart 2002 en formulier 276 U) Eenmalige aftrek. Investeringen die aan de wettelijke voorwaarden voldoen en gedaan zijn tijdens het belastbare tijdperk dat aan aanslagjaar 2003 verbonden is, geven recht op een investeringsaftrek, berekend volgens de als volgt vastgelegde tarieven, op de aanschaffings- of beleggingswaarde van de materiële of immateriële vaste activa (art. 48 KB/W.Venn), verworven in nieuwe staat of samengesteld in 2002, afschrijfbaar over minimum 3 jaar en bestemd, in België, voor de uitoefening van de beroepsactiviteit. In dit laatste verband moet worden gezegd dat het Hof van Cassatie vreemd genoeg een arrest heeft verbroken dat het Hof van Beroep te Gent op 8 juni 2000 had uitgesproken. In dat arrest werd gesteld dat de aankoop van tenten en de verhuur ervan aan derden die ze niet bestemmen voor hun beroepsactiviteit, geen recht opende op investeringsaftrek (Cass., 22 mei 2002). Men mag echter niet uit het oog verliezen dat de investeringsaftrek niet van toepassing is op vaste activa waarvan het gebruiksrecht is overgelaten aan een vennootschap, een rechtspersoon of enige andere belastingplichtige die onderworpen is aan de vennootschapsbelasting, de rechtspersonenbelasting of de belasting van niet-inwoners/vennootschappen (Com IB 92 nr. 68/23). Hierna volgt het overzicht van de toepasselijke tarieven : Brevetten, energiebesparende investeringen en investeringen voor onderzoek en duurzame ontwikkeling : 13,5 % (alle vennootschappen, het vereiste attest moet worden aangevraagd bij het Gewest12 waar de investeringsplaats zich bevindt).

* Andere investeringen : 1 investeringen ter bevordering van het hergebruik van verpakkingen van dranken en nijverheidsproducten : 3 % (zonder beperking ten aanzien van de Belgische KMO s, noch inzake de investeringsbedragen). 2 andere investeringen : Belgische KMO s : 3 % (enkel van toepassing op de eerste schijf van 6 690 000,00 EUR (6 800 000,00 EUR voor aj. 2004) van de investeringen; andere vennootschappen : 0 % Die percentages moeten met 5 procentpunten worden verhoogd voor investeringen van innovatievennootschappen. -> Aanslagjaar 2004. Investeringen door KMO s in beveiliging zullen een met 10 % verhoogde investeringsaftrek genieten. Deze aftrek, ingevoerd door de wet van 8 april 2003 (BS, 17 april 2003), is van toepassing op de materiële vaste activa die dienen voor de beveiliging van beroepslokalen en waarvan de installatie werd aanbevolen en goedgekeurd door de ambtenaar belast met de adviezen inzake techno-preventie in de politiezone waar die activa worden gebruikt13. Bovendien verzet niets er zich tegen dat die investeringen tegelijkertijd in rekening worden genomen voor de investeringsaftrek en de investeringsreserve (nieuw art. 194quater WIB 92, zie IAB-Info nr. 8/2003). Vereenvoudigde gespreide aftrek. Ongeacht het soort vaste activa (art. 70 WIB 92 en Com IB nr. 68/71), mogen alle vennootschappen de investeringsaftrek spreiden als zij minder dan 20 werknemers tewerkstellen14 op de eerste dag van het jaar of van het boekjaar van de verwerving of van het tot stand brengen van de vaste activa. Die aftrek komt overeen met het basispercentage, vermeerderd met 7 procentpunten (10,5 %, 15,5 % voor de innovatievennootschappen) en wordt berekend op de toelaatbare afschrijvingen van elk belastbaar tijdperk uit de afschrijvingsperiode15. Voor milieuvriendelijke investeringen voor onderzoek en ontwikkeling en energiebesparende investeringen wordt het basispercentage met nog 10 punten verhoogd (20,25 %, 25,5 % voor de innovatievennootschappen). Overdracht (art. 72, tweede lid, WIB 92). Bij geen of onvoldoende winst is de overdracht op de winsten of baten van de volgende belastbare tijdperken toegelaten, maar dat mag niet leiden tot een jaarlijkse vrijstelling van meer dan 731 410, 00 EUR (743 440, 00 EUR voor aj. 2004) van die winsten, of, wanneer het totale bedrag van de overgedragen vrijstelling meer dan 2 925 660, 00 EUR (2 973 770,00 EUR voor aj. 2004) bedraagt, 25 % van die voorraad. Net zoals bij de verliezen is deze verloren in geval van verwerving of wijziging van controle. 102 a) Belastbaar tegen het gewone tarief (art. 215 WIB 92 en Com IB art. 215 voor verdere inlichtingen, zie vak VII). 103 b) Belastbaar tegen verlaagd tarief (tegen één vierde, art. 217 WIB en Com IB art. 217) -> Aanslagjaar 2004. Dit tarief wordt geschrapt (art. 32 1, tweede lid, van de wet van 24 december 2002). De door een buitenlandse vestiging in naam van de binnenlandse vennootschap betaalde buitenlandse belasting zal dan als beroepskost in aanmerking genomen kunnen worden. Vak V. Afzonderlijke aanslagen 120 a) Niet-verantwoorde kosten en verdoken meerwinsten (art. 57 en 58 WIB 92, art. 198, eerste lid, 1 en 219 WIB 92 en Com IB, art. 57 en 219 WIB 92). Behalve als het totaal van de betaalde bedragen of toegekende voordelen per begunstigde en per jaar, niet meer bedraagt dan 125 EUR (voor het jaar 2002) moeten de commissies, makelaarslonen, voordelen van alle aard de uitgaven bedoeld in artikel 57 van het WIB 92 verantwoord worden door individuele fiches 281.xx en samenvattende opgaven 325.xx, bewijsstukken die binnen de termijnen en in de vormen16 zoals bepaald in artikel 30, tweede lid, van het KB/WIB 92, ingediend moeten worden.

In een arrest van 19 februari 2003 heeft het Arbitragehof bevestigd dat de toepassing van de bijzondere aanslag op geheime commissies (309 %, maar die aanslag is aftrekbaar) geen enkele discriminatie inhield wanneer hij toegepast werd op voordelen van alle aard17 toegekend aan bedrijfsleiders, die niet correct gerechtvaardigd geweest zouden zijn door de voorlegging van individuele fiches en samenvattende opgaven (Arbitragehof, arrest 28/2003). In dezelfde zin oordeelde het Hof van Cassatie dat de laattijdige indiening van de fiches en opgaven volstond ter rechtvaardiging van de toepassing van de bijzondere aanslag (Cass., 10 mei 2002 en 16 januari 2003), waarbij men zich niet hoefde te bekommeren over de vraag of de niet-rechtvaardiging van de commissies en andere documenten, bedoeld in artikel 57 WIB 92, al dan niet voortkomt uit het voornemen de belasting uit hoofde van de begunstigden te verhinderen. De administratieve commentaar stelt evenwel dat de laattijdige toezending van de fiches en opgaven niet gesanctioneerd mag worden wanneer dat de Administratie niet verhindert de begunstigden van de inkomsten binnen de wettelijke termijn te belasten (Com IB 92 nr. 57/11 en 57/69). De wetgever heeft de strakheid van de bestaande regeling onlangs eveneens genuanceerd. De nieuwe 4 van artikel 219 WIB 92, ingevoerd door artikel 3 van de wet van 27 november 2002 (BS, 10 december 2002), bepaalt immers dat de bijzondere aanslag vanaf het aanslagjaar 2003 niet verschuldigd is in de vennootschapsbelasting als de vennootschap of de rechtspersoon die de inkomsten toegekend heeft, maar deze niet op regelmatige wijze heeft verantwoord, aantoont dat de begunstigden van de inkomsten deze wel degelijk opgenomen hebben in een aangifte die overeenkomstig artikel 305 WIB 92 werd ingediend. Het is dus wel degelijk de schuldenaar die moet bewijzen dat de begunstigde de geheime commissie binnen de gestelde termijnen in zijn eigen aangifte opgenomen heeft die bovendien regelmatig werd ingediend. De Administratie, van haar kant, moet haar medewerking verlenen en zelf de aangifte van de begunstigde verifiëren, tenzij wanneer blijkt dat de schuldenaar een belastingplichtige is die systematisch nalaat fiches in te dienen en dit met de bedoeling de belasting te omzeilen (Vr. & Antw., Kamer, BZ, 2002-2003, nr. 1913/002, p. 5). 23 b) Afzonderlijke aanslag (art. 216, 2 en 219bis 1 en 2 WIB 92) 124 c) Afzonderlijke aanslag (art. 216, 2 en 219bis 3 WIB 92) 125 et 126 d1) Gehele of gedeeltelijke verdeling van het maatschappelijk vermogen (art. 118, 119, 122, 123 en 125 WIB 92 en Com IB 118, 123 en 125). 128 d 2) Voordelen van alle aard verleend door vennootschappen in vereffening : enkel indien de vennootschap voor 1 januari 1990 in vereffening werd gesteld. Vak VI. Definitief belaste inkomsten 220, 221, 225 en 226 1. Definitief belaste inkomsten en vrijgestelde roerende inkomsten verkregen uit aandelen (art. 18, 202 tot 205, 261, 1 269 en 345 WIB 92 en Com IB nr. 199/26 tot 73). Een interessante en gedetailleerde commentaar met betrekking tot de nieuwe DBI-regeling wordt verschaft door circulaire nr. Ci. RH 421/506.082 van 4 september 2001, Bull. Bel, nr. 829, p. 2230. -> Aanslagjaar 2004. De wijzigingen aangebracht aan de artikelen 202 en 203 WIB 92 door de artikelen 9 en 10 van de wet van 24 december 2002 versterken de participatievoorwaarde en wijzigen in aanzienlijke mate de taxatievoorwaarde. De Administratie zal geen rekening houden met enige na 24 maart 2002 aan de datum van afsluiting van de jaarrekening aangebrachte wijziging. De eerste voorwaarde wordt op tweeërlei wijze verstrengd. * Invoering van voorwaarden inzake «permanentie» en «kwalificatie» : de aandelen of deelbewijzen die inkomsten gegenereerd hebben, moeten de aard hebben van financiële vaste activa in de zin van het boekhoudrecht18 en in volle eigendom behouden zijn geweest19 gedurende een ononderbroken periode van ten minste één jaar op het ogenblik van de toekenning of van de ter betaling stelling van de aandelen of deelbewijzen;

* Verhoging van de drempel inzake minimale participatie in het kapitaal van de uitkerende vennootschap. Deze drempel stijgt van 5 tot 10 %. De alternatieve voorwaarde van een participatie met een investeringswaarde (in historische waarde van de effecten) van ten minste 1 200 000 EUR (art. 202, 2, eerste lid, WIB 92) blijft ongewijzigd. Wat de tweede voorwaarde betreft, werden verduidelijkingen aangebracht met betrekking tot de uitsluitingen waarin artikel 203 1 en 2 WIB 92 momenteel voorziet. * Om de DBI-regeling te kunnen genieten moet de uitkerende vennootschap onderworpen zijn aan de vennootschapsbelasting of aan een analoge buitenlandse belasting. Zij mag dus niet gevestigd zijn in een land waarvan de gemeenrechtelijke bepalingen inzake belastingen veel voordeliger zijn dan in België. De programmawet van 24 december 2002 bepaalt dat dit nooit het geval zal zijn voor vennootschappen die gevestigd zijn in een lidstaat van de Europese Unie. Maar als de uitkerende dochtervennootschap gevestigd is in een land dat niet tot de Europese Unie behoort, dan zal dat land voldoende moeten belasten (minstens 15 %) in gemeen recht opdat de moedervennootschap zou kunnen genieten van de DBI-aftrek. Een lijst20 van de landen waarvoor ofwel het nominale tarief minder bedraagt dan 15 % of waarvoor het effectieve tarief overeenstemmend met de effectieve gemeenrechtelijke fiscale last lager ligt dan 15 %, werd gepubliceerd bij Koninklijk Besluit van 13 februari 2003 (BS, 21 februari 2003, 1e ed.). Het gaat in ieder geval slechts om een vermoeden waarvan men mag aannemen dat het weerlegbaar is. * Door de opheffing van artikel 217 WIB 92 (vermindering tot een vierde van het deel van de belasting die verhoudingsgewijs overeenstemt met bepaalde buitenlandse inkomsten) zal rekening gehouden moeten worden met de algemene aanslagregeling van de winsten die behaald worden via (een) buitenlandse vaste inrichting(en) om te bepalen of de betreffende winsten onderworpen zijn aan een fiscale regeling die aanzienlijk gunstiger is dan in België. We brengen ook nog in herinnering dat het sinds 1 januari 2003 mogelijk is om de hele verrichting aan een voorafgaande beslissing van de Administratie te onderwerpen. 228 2. Vrijgestelde roerende inkomsten, andere dan die met betrekking tot aandelen of deelbewijzen of tot effecten van bepaalde herfinancieringsleningen (art. 202 1, 3 en 4 WIB 92 en Com IB 92 nr. 199/64 e.v.). Eenmaal de kosten (5 %) afgetrokken (regel 230), moet het saldo worden verhoogd met de vrijgestelde roerende inkomsten uit de effecten van bepaalde herfinancieringsleningen overeenkomstig artikel 202, 1, 5 WIB 92 (regel 232). -> Aanslagjaar 2004. De inkomsten van Belgische vestigingen en van buitenlandse vestigingen gelegen in landen zonder overeenkomst zullen nog maar één enkele entiteit vormen omwille van het verdwijnen van het verminderd tarief van artikel 214 dat buitenlandse winsten van landen zonder overeenkomst genoten. 232. 6. Vrijgestelde roerende inkomsten uit effecten van bepaalde herfinancieringsleningen (art. 202 WIB en Com IB nr. 199/66). Vak VII. Compenseerbare verliezen (art. 206 WIB 92) 235. Saldo van de compenseerbare vorige verliezen (zie 061, 092 et 093).! Maribelbis en ter! Voor vennootschappen die verlies lijden moet het fiscale resultaat van het belastbare tijdperk vermeerderd worden met de terugbetaalde en afgetrokken sommen zodanig dat enkel de begunstigde vennootschappen de ontvangen steun zullen moeten teruggeven (Programmawet van 2 augustus 2002, B.S., 29 augustus 2002 en KB van 4 augustus 2002, B.S., 16 augustus 2002). 236. Gecompenseerde verliezen (zie 061, 092 et 093) 237. Verlies21 van het belastbare tijdperk (zie 061).

-> Aanslagjaar 2004. Net als de vorige verliezen (art. 206 WIB 92) zullen de verliezen van het belastbare tijdperk zelf niet langer afgetrokken kunnen worden van de abnormale of goedgunstige voordelen (nieuw art. 207, tweede lid, WIB 92). Die verliezen mogen evenmin in mindering worden gebracht van de belastbare grondslag van de bijzondere aanslag op geheime commissies, van het deel van de winst bestemd voor de winstdeelnemingen (art. 198, eerste lid, 12, WIB 92) noch van het voorheen vrijgestelde bedrag van de belastbaar geworden investeringsreserve22. 238. Over te dragen naar het volgende belastbare tijdperk. Vak VIII. Tarief van de belasting A. Vennootschappen uitgesloten van het verminderd tarief van artikel 215, tweede lid, WIB 92 (art. 215 WIB 92 en Com. IB art. 215 WIB 92). Onder de vennootschappen waarvan de belastbare winst niet meer bedraagt dan 322.500 EUR (323.750 EUR voor aj. 2004), belangrijkste voorwaarde voor de toepassing van de verminderde tarieven, beogen de uitsluitingen respectievelijk de vennootschappen die bepaalde banden hebben met andere vennootschappen (de drie eerste), maar ook die vennootschappen waarvan de aandeelhouders een «overdreven» voordeel halen uit de vennootschapsvorm (de twee laatste). Worden namelijk uitgesloten : De vennootschappen, andere dan door de Nationale Raad van de coöperatie erkende coöperatieve vennootschappen, die deelnemingen bezitten waarvan de beleggingswaarde meer bedraagt dan 50 %, hetzij van de gerevaloriseerde waarde van het gestorte kapitaal, hetzij van het gestort kapitaal verhoogd met de belaste reserves en de geboekte meerwaarden; De vennootschappen, andere dan door de Nationale Raad van de coöperatie erkende coöperatieve vennootschappen, waarvan de aandelen die het maatschappelijk kapitaal vertegenwoordigen voor ten minste de helft in het bezit zijn van één of meer andere vennootschappen; De vennootschappen die deel uitmaken van een groep waartoe een coördinatiecentrum behoort als bedoeld in het koninklijk besluit nr. 187 van 30 december 1982 betreffende de oprichting van coördinatiecentra; De vennootschappen waarvan de dividenduitkering hoger is dan 13 % van het gestorte kapitaal bij het begin van het belastbare tijdperk; De vennootschappen, andere dan door de Nationale Raad van de coöperatie erkende coöperatieve vennootschappen, die ten laste van het resultaat van het belastbare tijdperk niet aan ten minste één van hun bedrijfsleiders een bezoldiging toekennen van 24 500,00 EUR of, wanneer het fiscaal resultaat van de vennootschap minder bedraagt dan 24 500,00 EUR, een bezoldiging die ten minste gelijk is aan dit resultaat. In een arrest van 28 september 2000 schaarde het Hof van Beroep te Gent zich achter de eerdere verklaringen van de Minister van Financiën23 door in dat kader de mogelijkheid uit te sluiten om bezoldigingen toe te kennen aan bestuurders-vennootschappen. Het is dan ook opmerkelijk dat de Rechtbank van Eerste Aanleg te Antwerpen, op basis van een analyse van de overigens duidelijke tekst van artikel 215, derde lid, 4, WIB 92, tot de tegenovergestelde conclusie gekomen is (Antwerpen, 11 februari 2003) : een mooi voorbeeld van tegenspraak in de rechtspraak -> Aanslagjaar 2004. Behalve de vermindering van het gewone tarief (van 39 naar 33 %, te vermeerderen met de aanvullende crisisbijdrage), voert de hervorming een proportionele verlaging in van de verlaagde tarieven van de vennootschapsbelasting (nieuw art. 215 WIB 92).

Huidige schijven Huidige tarieven Nieuwe schijven Nieuwe tarieven 0-25 000 EUR 28 % (28,84 %) 0-25 000 EUR 24,25 % (24,98 %) 25 000-89 500 EUR 36 % (37,08 %) 25 000-90 000 EUR 31 % (31,93 %) 89 500-323 750 EUR 41 % (42,23 %) 90 000-322 500 EUR 34,5 % (35,535 %) Vak IX. Voorafbetalingen en verrekenbare voorheffingen 1. Voorafbetalingen 175 a.1. Voorafbetalingen Totaal in aanmerking te nemen bedrag (art. 161 tot 168 en 376 4 van het WIB 92 en art. 66 tot 72 van het KB/WIB 92, Com. I.B. 92, art. 157 zie eveneens het bericht in het B.S. van 27 maart 2003). Het uittreksel van de voorafbetalingen hoeft niet langer bij de aangifte gevoegd te worden. Het zal wel voorgelegd moeten worden als de Belastingadministratie daarom verzoekt. Voor aanslagjaar 2003 bedraagt de verhoging 9 % (Voorafbetaling 1 : 12 %; Voorafbetaling 2 : 10 %; Voorafbetaling 3 : 8 %; Voorafbetaling 4 : 6 %). -> Aanslagjaar 2004. Een regeling, vergelijkbaar met die voor de natuurlijke personen (art. 164 WIB 92) die zich voor het eerst als zelfstandige vestigen, wordt ingevoerd voor de KMO s. Geen enkele belastingverhoging wegens geen of onvoldoende voorafbetalingen zal immers worden toegepast in de eerste drie boekjaren vanaf de oprichting van de vennootschap (art. 218 2 WIB 92). Deze vrijstelling zal enkel mogelijk zijn indien, afzonderlijk voor elk van die drie eerste boekjaren, het belastbare inkomen niet meer bedraagt dan 322.500 EUR en de KMO niet behoort tot één van de categorieën vermeld in artikel 215, derde lid, WIB 92 (zie vak VIII). 2. Niet-terugbetaalbare voorheffingen 183 a) Fictieve roerende voorheffing (art. 284 en 292 WIB 92, art. 121 en 122 KB/WIB 92 en Com. IB 92, art. 276). 184 b) Forfaitair gedeelte van buitenlandse belasting (art. 285 tot 289 WIB 92 en Com IB 92 art. 276). Ingaand tegen het standpunt ter zake van de Administratie, stellen een aantal arresten (Hof van Beroep te Luik, Rechtbank van Eerste Aanleg te Antwerpen en, recentelijk, zelfs het Hof van Cassatie) dat er niet noodzakelijkerwijs een strikt parallellisme is tussen brutering en verrekening, zelfs als er een 'tax sparing' clausule in het spel is. 185 c) Belastingkrediet (art. 289bis, 291 en 292bis, 523 WIB 92 en opgave 275 N) Voor zover de vennootschap verminderde tarieven kan genieten (zie de voorwaarden in vak VIII), moet hier melding worden gemaakt van 7,5 %, met een maximum van 20 000 EUR, van de verhoging van de eigen middelen, wat i.c. overeenstemt met het positieve verschil tussen het in geld gestorte kapitaal op het einde van het belastbare tijdperk en het hoogste bedrag dat door dit laatste bedrag bereikt wordt op het einde van enig belastbaar tijdperk dat vroeger in aanmerking werd genomen ter bepaling van de toekenning van het belastingkrediet, of, bij het ontbreken daarvan, het hoogste bedrag dat door dit laatste werd bereikt op het einde van één van de drie voorgaande belastbare tijdperken. Het belastingkrediet wordt verrekend op de vennootschapsbelasting, maar is niet terugbetaalbaar. Als het meer bedraagt dan de verschuldigde belasting, is het eventuele teveel overdraagbaar op de vennootschapsbelasting van de drie volgende aanslagjaren. Voorwaarde is evenwel dat de vennootschap blijft voldoen aan de voorwaarden die gesteld worden om de verminderde tarieven te kunnen genieten. 186 d) Totaal van de niet-terugbetaalbare voorheffingen

3. Terugbetaalbare voorheffingen 187 a) Werkelijke of fictieve roerende voorheffing op Belgische definitief belaste en roerende inkomsten uit aandelen, andere dan die bedoeld onder b) en c) hierna (art. 279 tot 282 WIB 92 en Com IB nr. 186/94 tot 95 en 186/102). 188 b) Roerende voorheffing op Belgische definitief belaste liquidatieboni of boni bij verkrijging van eigen aandelen De Wet van 24 december 2002 heeft diverse bepalingen van het Wetboek van de belastingen gewijzigd. De liquidatieboni24 en de boni bij verkrijging van eigen aandelen25 worden, op grond van de artikelen 186, 187 en 209 van het WIB 92 uitdrukkelijk beschouwd als dividenden uit hoofde van de vennootschap (gedeeltelijk vereffend of overgaand tot de wederinkoop van die eigen aandelen). Het tarief wordt vastgelegd op 10 % (art. 269, eerste lid, 2 bis, WIB 92). Als de gedeeltelijk vereffende of tot de wederinkoop van de eigen aandelen overgaande vennootschap een Belgische vennootschap is, zal roerende voorheffing ingehouden moeten worden26 op de liquidatieboni of de boni bij verkrijging van eigen aandelen, en dit in zoverre de nieuwe regels van toepassing zijn op de inkomsten die worden toegekend of ter betaling gesteld, of die vanaf 1 januari 2002 als dusdanig te beschouwen zijn, en, wanneer het verrichtingen betreft zoals bedoeld in artikel 209 WIB 92, voor zover de vereffening niet afgesloten is voor 25 maart 2002. Als het daarentegen een buitenlandse vennootschap betreft, zal geen voorheffing ingehouden worden op de liquidatieboni of op de boni bij verkrijging van eigen aandelen, tenzij ze betaald worden door een Belgische tussenpersoon. Concreet betekent een en ander dat, wanneer een aandeelhouder-vennootschap in 2002 een liquidatiebonus of een bonus bij verkrijging van eigen aandelen verkregen heeft waarop roerende voorheffing werd ingehouden (in de gevallen waarin de door de moeder-dochterrichtlijn voorziene vrijstelling niet van toepassing is zie art. 106 5 en 6 van het KB/WIB 92), deze roerende voorheffing verrekenbaar is overeenkomstig de voorwaarden van artikelen 281 en 282 WIB 92. Met andere woorden : er zal geen roerende voorheffing toerekenbaar zijn in zoverre de toekenning of de terbetalingstelling geleid heeft tot een waardevermindering of een minderwaarde van de aandelen waarop de dividenden betrekking hebben. 189 c) Fictieve roerende voorheffing op sommige dividenden uitgekeerd door ondernemingen in een tewerkstellingszone (zie KB nr. 118 van 23 december 1982, B.S., 29 december 1990) of door erkende coördinatiecentra (zie KB nr. 187 van 30 december 1982, B.S., 13 januari 1983). 190) d) Roerende voorheffing op buitenlandse definitief belaste inkomsten, andere dan die bedoeld onder e) hierna (art. 289 tot 282 WIB 92). 191 e) Roerende voorheffing op buitenlandse definitief belaste liquidatieboni of boni bij verkrijging van eigen aandelen (zie rubriek 188). 192 f) Roerende voorheffing op buitenlandse definitief belaste liquidatieboni of boni bij verkrijging van eigen aandelen, andere dan die bedoeld onder b en e) (zie rubriek 188). 193) g) Fictieve roerende voorheffing op sommige inkomsten van schuldvorderingen of leningen die zijn betaald of toegekend door erkende ondernemingen in tewerkstellingszones (zie KB nr. 118 van 23 december 1982, B.S., 29 december 1990) of door erkende coördinatiecentra (zie KB nr. 187 van 30 december 1982, B.S., 13 januari 1983). 194 h) Roerende voorheffing op dividenden, andere dan die bedoeld onder a) tot f) hiervoor (art. 281 tot 282 WIB 92) 195 i) Andere terugbetaalbare roerende voorheffing (art. 279 tot 282 WIB 92) Vak X. Diverse bescheiden, opgaven en nuttige inlichtingen Overeenkomstig artikel 307 WIB 92 moeten, op straffe van verval, volgende documenten bij de aangifte gevoegd worden : 1. de jaarrekening (incl. de sociale balans) voorgelegd na toewijzing (art. 26 1 KB van 30 januari 2001); 2. de verslagen en de beraadslagingen van de algemene vergadering van de aandeelhouders; 3. opgave 328 K met betrekking tot de degressieve afschrijvingen; opgave 204.3 met betrekking tot de waardeverminderingen of de voorzieningen voor vrijgestelde lasten en risico s.

Goed om weten : de meeste van die documenten zijn in pdf-formaat terug te vinden op www.finform.be. Vak XI. Financiële rekening Aangezien terugbetalingen via postassignatie niet langer mogelijk zijn, moet de Belastingadministratie beschikken over een correct bankrekeningnummer waarop de sommen, toegekend als terugbetaling van belasting, gestort kunnen worden. Noten : 1 Met evenwel dien verstande dat de toekenning van het voordeel van de investeringsreserve niet zal worden herroepen, indien de vennootschap die haar investeringsverplichtingen in de loop van een bepaald jaar heeft nageleefd, haar hoedanigheid van KMO in de loop van een later jaar zou verliezen. 2 Elke wijziging vanaf 26 april 2002 aangebracht aan de afsluitingsdatum van de jaarrekening blijft zonder weerslag voor de toepassing van deze maatregel, opgenomen in het nieuwe art. 194quater WIB 92. 3 Werden de investeringen niet verricht op het einde van de periode van drie jaar, dan wordt de vrijstelling immers ingetrokken in verhouding tot de afschrijvingen die nog niet op het goed werden toegepast. Dezelfde redeneringswijze moet worden toegepast op de vervreemding van de in dit kader verworven vaste activa, behalve in geval van gedwongen verwezenlijking. Deze sanctie zal gepaard gaan met een jaarlijkse interest van 7 % die loopt vanaf de eerste dag van het jaar waarin de reserve werd gevormd tot de laatste dag van de periode van verstrijking van de drie jaar. 4 Aandeelhouders-natuurlijke personen of bedrijfsleiders van de eerste categorie, hun echtgenoot of hun kind(eren) wanneer die bedrijfsleider het wettelijk genot van hun inkomsten heeft (art. 18, eerste lid, 4 WIB 92). 5 Er kunnen echter ook bepaalde giften van slechts 29,76 EUR worden afgetrokken (zie het bericht van de AOIF gepubliceerd in het B.S. van 17 februari 2003). 6 Een alfabetische lijst van de instellingen die fiscaal aftrekbare giften kunnen ontvangen, is beschikbaar op de website van de federale belastingadministraties op volgend adres : http://fiscus.fgov.be/interfaoifnl/giften/instellingen/inleiding.htm 7 De nieuwe nominatieve opgaven voor aj. 2003 (nr.276.w1, 276.W2, 276.W3 en 276.W4 zie het bericht van 19 februari 2003) kunnen worden gedownload op het volgende adres : http://fiscus.fgov.be/interfaoifnl/giften/instellingen/inleiding.htm 8 In de Wet van 10 februari 1988 wordt een KMO gedefinieerd als een onderneming waarvan het gemiddeld aantal werknemers op jaarbasis niet meer dan 50 bedraagt, waarvan minstens 25 % van de aandelen of deelbewijzen die het maatschappelijk kapitaal vertegenwoordigen of van de eraan verbonden stemrechten in het bezit is van één of meer ondernemingen en waarvan ofwel de jaaromzet ofwel het balanstotaal 5 miljoen euro niet overschrijdt. Behoudens bewijs van het tegendeel wordt het bewijs dat de onderneming aan deze definitie beantwoordt, geacht geleverd te zijn door een verklaring op eer. 9 Met uitzondering van de inkomsten uit kapitaal en roerende goederen. 10 Elke vanaf 25 maart 2002 aangebrachte wijziging aan de afsluitingsdatum van de jaarrekening blijft zonder weerslag. 11 Voor de procedure, zie het KB van 30 januari 2003 (B.S., 12 februari 2003, p.7035) en IAB- Info nr. 6/2003. 12 Voor de adressen en alle nuttige inlichtingen, zie http://fiscus.fgov.be/interfaoifnl/investeringsaftrek/investeringsaftrek %20fr %202003.pdf en http://fiscus.fgov.be/interfaoifnl/investeringsaftrek/investeringsaftrek_fr_2004.pdf voor 2004.

13 De modaliteiten met betrekking tot de toepassing van de investeringsaftrek en de verplichtingen waaraan de belastingplichtigen moeten voldoen om die aftrek te kunnen genieten, werden toegelicht in een besluit van 12 mei 2003 dat gepubliceerd werd in het B.S. van 20 mei 2003. Het model van goedkeuringsattest is terug te vinden op de website van de FOD Binnenlandse Zaken. 14 Dit bewijs kan gemakkelijk worden geleverd via het personeelsregister dat in de onderneming wordt bijgehouden. 15 Ligt bij de overdracht of het buiten gebruik stellen van een vast activa het totaal van de gespreide aftrekken lager dan de gewone aftrek, dan zal tot het passende beloop een bijkomende aftrek worden toegekend. 16 Zie het bericht dat verschenen is in het Staatsblad van 4 maart 2003. Wat betreft de bijzonder delicate vraag met betrekking tot de eventuele aansprakelijkheid van de accountants en belastingconsulenten in geval van niet-naleving van die vereisten, verwijzen we naar het arrest van 8 mei 2003 van het Hof van beroep te Luik dat we kort hebben besproken in het nr. 14/2003 van IAB- Info. 17 Deze regel is niet van toepassing op toegekende aandelenopties. Bij niet-rechtvaardiging worden die voordelen immers beschouwd als «abnormale of goedgunstige voordelen» die toegevoegd moeten worden bij de eigen belastbare inkomsten (art. 44, eerste lid, van de wet van 26 maart 1999, B.S., 1 april 1999, 1e ed.). 18 Het koninklijk besluit dat de aandelen moet bepalen die de aard hebben van financiële vaste activa in hoofde van de kredietinstellingen, de verzekeringsondernemingen en de beursvennootschappen werd gepubliceerd in het Staatsblad van 16 april 2003 (nieuw art. 734quater ingelast in het KB/WIB 92 vanaf aj. 2004). In hoofde van de andere vennootschappen heeft het begrip financiële vaste activa de betekenis die eraan werd toegekend door de wetgeving met betrekking tot de boekhouding en de jaarrekening van de ondernemingen, overeenkomstig artikel 2 WIB 92 en artikel 95, 1, punt IV van het boekhoudkundig KB. 19 Deze nieuwe voorwaarde inzake minimale aanhouding is niet van toepassing op de inkomsten die worden verkregen door beleggingsvennootschappen, die worden verleend of toegekend door intercommunales beheerst door de wet van 22 december 1985 en die worden verleend of toegekend door beleggingsvennootschappen. 20 Dit koninklijk besluit heeft geen enkele weerslag op de waardering van de aftrekvoorwaarden die van toepassing zijn op de vennootschappen die niet onderworpen zijn aan de vennootschapsbelasting of aan een analoge buitenlandse belasting, noch voor die van bepaalde regelingen of specifieke vormen van vennootschappen ongeacht of het om een tijdelijke dan wel definitieve maatregel gaat. 21 In de huidige context is het nuttig er nog eens op te wijzen dat, wanneer een onderneming ernstige moeilijkheden kent en zij aanzienlijke kapitaalverliezen boekt, de betreffende bedrijfsleiders nauwlettend moeten toezien op de naleving van de verplichtingen die worden voorgeschreven door de statuten en door het Wetboek van Vennootschappen, met bijzondere aandacht voor de artikelen 96, 6 (verantwoording door het bestuursorgaan van de gegrondheid van de toepassing van de boekhoudkundige regels inzake continuïteit) en 322 (BVBA) en 633 (NV) (bijeenroeping van de algemene vergadering). Bovendien is een onderneming die haar betalingen op aanhoudende wijze heeft gestaakt en die haar krediet uitgeput ziet, in staat van faillissement. Die onderneming dient daar in de maand van de stopzetting van haar betalingen aangifte van te doen ter griffie van de rechtbank van koophandel. 22 Hetzelfde principe geldt voor het bedrag van de vrijgestelde giften (art. 199 en 200 WIB 92), de investeringsaftrek (art. 201 WIB 92) en de definitief belaste inkomsten (art. 202 tot 205 WIB 92).

23 «Uit de parlementaire werkzaamheden met betrekking tot de wet van 28 december 1992 houdende fiscale, financiële en diverse bepalingen blijkt dat de bepalingen van artikel 215, derde lid, 4, WIB 92 uitsluitend de bezoldigingen beogen die worden toegekend aan de bestuurders of aan de werkende vennoten-natuurlijke personen zodanig dat in de door het geachte Lid voor ogen gehouden situatie geen rekening gehouden dient te worden met de sommen toegekend aan de vennootschapbestuurder» (vertaald citaat). 24 In geval van gedeeltelijke of gehele vereffening is het «uitgekeerde dividend» gelijk aan het excedent vertegenwoordigd door de verkoopwaarde van de toekenning of van de uitkering op de geherwaardeerde waarde (van het deel) van het gerevaloriseerde kapitaal (art. 187 en 209 WIB 92). 25 In het geval van een verwerving van eigen aandelen is het uitgekeerde dividend gelijk aan het excedent vertegenwoordigd door de sommen toegekend (te dezen de verkoopwaarde van de verworven aandelen) op het deel van de gerevaloriseerde waarde van het gestorte kapitaal vertegenwoordigd door de verworven aandelen (art. 186, eerste lid, WIB 92 zie eveneens art. 186, tweede lid, WIB 92 indien de aandelen verworven worden overeenkomstig de voorwaarden gesteld in de art. 620 en 621 van het W.Venn.). 26 Door een wijziging van art. 264, eerste lid, 2 WIB 92 wordt evenwel in 4 gevallen afgezien van de inning van de roerende voorheffing : 1. de inkomsten betaald of toegekend door beleggingsvennootschappen die een belastingregeling genieten die afwijkt van het gemeen recht; 2. in geval van verwerving van eigen aandelen in het kader van een fiscaal neutrale fusie of splitsing (toepassing van art. 211 WIB 92); 3. in geval van verwerving van eigen aandelen op de Beurs; 4. in geval van gedeeltelijke verdeling van het maatschappelijk vermogen of in geval van verwerving van eigen aandelen door een erkende coöperatieve vennootschap. (501/NB I.A.B.) 2003 Alle rechten voorbehouden. Noch deze publicatie, noch gedeelten ervan mogen worden gereproduceerd of opgeslagen in een retrieval systeem, en evenmin worden overgedragen in welke vorm of op welke wijze dan ook, elektronisch, mechanisch of door middel van fotokopieën, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. De auteurs, de redactie en de uitgever streven naar betrouwbaarheid van de gepubliceerde informatie waarvoor ze echter niet aansprakelijk kunnen worden gesteld. Verantwoordelijke uitgever: J. De Leenheer, IAB, Livornostraat 41, 1050 Brussel (tel. (02) 543 74 90, e-mail: info@iec-iab.be) IAB-publicatie, in samenwerking met Kluwer uitgevers, Ragheno Business Park, Motstraat 30, 2800 Mechelen.