Inhoud Voorwoord V 1 Elementaire celbiologie 1 1.1 Energie 3 1.2 De bouwstenen van de cel 4 1.2.1 Water 4 1.2.2 Eiwitten 5 1.2.3 Lipiden 6 1.3 De onderdelen van de cel 9 1.3.1 Celmembraan 9 1.3.2 Nucleus 9 1.3.3 Mitochondria 10 1.3.4 Peroxisomen 10 1.3.5 Microtubuli 10 1.3.6 Endoplasmatisch reticulum 10 1.3.7 Golgiapparaat 10 1.3.8 Lysosomen 10 1.3.9 Vesikels 11 1.4 Het celmetabolisme 11 1.4.1 De productie van de energiedrager ATP 12 1.5 DNA, genen en chromosomen 18 1.5.1 Het DNA 18 1.5.2 Het gen 19 1.5.3 Transcriptie en translatie: van gen tot eiwit 19 1.5.4 Celdifferentiatie 24 1.5.5 De celcyclus 26 1.5.6 Geprogrammeerde celdood 26 1.5.7 De groei van cellen 27 1.6 DNA-replicatie bij celdeling 27 1.6.1 DNA-duplicatie 28 1.6.2 De mitose 28 1.6.3 De meiose 28 BSL ID 0000 ACA_BK_1KZM Pathofysiologie Pre Press Zeist 11/12/2006 Pg. 007
VIII Pathofysiologie 1.6.4 Allelen 32 1.6.5 Mutaties 32 1.6.6 Kiembaanmutaties 32 1.7 De celmembraan 34 1.7.1 Transporteiwitten 36 1.7.2 Passief transport 37 1.7.3 Actief transport 38 1.7.4 De natrium-kaliumpomp 38 1.7.5 De calciumpomp 40 1.7.6 De membraanpotentiaal 41 1.7.7 De actieve ionkanalen 42 1.7.8 De aansturing van ionkanalen 42 1.7.9 De depolarisatie 43 1.7.10 De actiepotentiaal 44 1.7.11 Het depolarisatiefront 44 1.7.12 De repolarisatie 44 1.7.13 De neuronale prikkeloverdracht 45 1.7.14 Neurotransmitters 46 1.8 Hormonen en receptoren 46 1.8.1 De signaalsystemen 47 1.8.2 De functie van hormonen 48 1.8.3 Intracellulaire receptoren 50 1.8.4 Receptoren op de celmembraan 50 1.9 Virussen 54 1.10 Genen en kanker 56 2 Pathofysiologie van het hart en de circulatie 59 2.1 Anatomie en fysiologie van het hart 59 2.1.1 Functionele anatomie van het hart 59 2.1.2 De bloedvoorziening van het hart 62 2.1.3 Elektrofysiologie van het hart 63 2.1.4 Spier- en geleidingsweefsel in het hart 65 2.1.5 De refractaire periode 67 2.1.6 Het verband tussen prikkeling en contractie (excitatie-contractiekoppeling) 67 2.1.7 Het ontstaan van het ECG 70 2.1.8 Afwijkingen in de vorm van het ECG 80 2.2 Cardiale aritmieën 83 2.2.1 Abnormale prikkelvorming 83 2.2.2 Gestoorde prikkelgeleiding 85 2.2.3 Diagnostiek van ritmestoornissen 86 2.3 De pompfunctie van het hart 95 2.4 Anatomie en fysiologie van het vaatstelsel 101 2.4.1 De vaatweerstand 102 2.4.2 Het arteriële stelsel 104 BSL ID 0000 ACA_BK_1KZM Pathofysiologie Pre Press Zeist 11/12/2006 Pg. 008
Inhoud IX 2.4.3 De microcirculatie 105 2.4.4 Het veneuze stelsel 108 2.5 Pathologie van hart- en vaatstelsel 108 2.5.1 Atherosclerose 109 2.5.2 Behandeling van atherosclerotische complicaties 111 2.5.3 Hemostase en trombose 111 2.5.4 Coronairtrombose 114 2.6 Ischemische hartziekten 116 2.6.1 Angina pectoris 116 2.6.2 Het myocardinfarct 120 2.6.3 Complicaties van het myocardinfarct in de acute fase 126 2.6.4 De prognose van het myocardinfarct op langere termijn 127 2.6.5 Therapie na ontslag uit het ziekenhuis 127 2.6.6 Hartfalen 128 2.6.7 Cardiogene shock 131 2.6.8 Algemene beschouwing over shock en de microcirculatie 131 2.6.9 Classificatie van shock 132 2.6.10 De verschillende stadia van shock 133 2.6.11 Complicaties en maatregelen bij shockbestrijding 134 2.7 Klepgebreken 135 2.7.1 Mitraalstenose 136 2.7.2 Mitraalinsufficiëntie 136 2.7.3 Aortastenose 137 2.7.4 Aorta-insufficiëntie 138 2.7.5 Infectieuze endocarditis 140 2.8 Cardiomyopathie 141 2.8.1 Gedilateerde cardiomyopathie 141 2.8.2 Hypertrofische cardiomyopathie 141 2.8.3 Restrictieve cardiomyopathie 143 3 Pathofysiologie van de longen 145 3.1 Anatomie en fysiologie van het ademhalingsstelsel 145 3.1.1 Functionele anatomie 145 3.1.2 Ventilatie 147 3.1.3 Diffusie 160 3.1.4 De longperfusie 172 3.2 De regeling van de ademhaling 177 3.2.1 Het ademhalingscentrum 178 3.2.2 Het effect van veranderingen in de pco 2 181 BSL ID 0000 ACA_BK_1KZM Pathofysiologie Pre Press Zeist 11/12/2006 Pg. 009
X Pathofysiologie 3.2.3 Het effect van veranderingen in de PO 2 181 3.2.4 Het effect van veranderingen in de ph 182 3.2.5 Het effect van grote hoogte 183 3.2.6 Het effect van lichamelijke inspanning 183 3.2.7 Het effect van duiken 183 3.3 Het zuur-basenevenwicht 184 3.3.1 Zuren en basen 184 3.3.2 De ph 185 3.3.3 Het buffersysteem 186 3.3.4 Stoornissen in het zuur-basenevenwicht 188 3.4 Ademhalingsinsufficiëntie (respiratory failure) 192 3.4.1 Hypoxie 192 3.4.2 Hypercapnie 193 3.4.3 De verschijnselen van ademhalingsinsufficiëntie 193 3.4.4 Oorzaken van ademhalingsinsufficiëntie 194 3.4.5 Therapie van de ademhalingsinsufficiëntie 194 3.5 Longpathologie 196 3.5.1 Obstructieve stoornissen 196 3.5.2 Restrictieve stoornissen 198 4 Anatomie en pathofysiologie van de nieren 203 4.1 Functionele anatomie van de nieren 203 4.1.1 De bloedvoorziening van de nieren 203 4.1.2 Het nefron 204 4.2 Fysiologie van de nier 207 4.2.1 De nierdoorstroming 207 4.2.2 De regulatie van de nierdoorstroming 208 4.2.3 De clearance 209 4.2.4 De bepaling van de renale plasmadoorstroming 211 4.2.5 De proximale tubulus 212 4.2.6 De uitscheiding van zuur en de generatie van bicarbonaat 212 4.2.7 De maximale terugresorptiecapaciteit 213 4.2.8 De lis van Henle 213 4.2.9 Het concentratie- en verdunningsmechanisme 213 4.2.10 De distale tubulus contortus 214 4.2.11 De verzamelbuisjes en ADH 215 4.3 Water- en zouthuishouding 217 4.3.1 Waterbalans en osmolariteit 218 4.3.2 De volumeregulatie 219 4.3.3 De osmoregulatie 222 4.4 Pathologie van de water- en zouthuishouding 222 4.4.1 Volumedepletie (hypovolemie) 222 4.4.2 Volume-expansie 224 4.4.3 Hyponatriëmie 225 BSL ID 0000 ACA_BK_1KZM Pathofysiologie Pre Press Zeist 11/12/2006 Pg. 010
Inhoud XI 4.4.4 Hypernatriëmie 228 4.5 Stoornissen in de kaliumbalans 231 4.5.1 Hyperkaliëmie 231 4.5.2 Hypokaliëmie 233 4.6 Nierpathologie 234 4.6.1 Acute nierinsufficiëntie (acute renal failure, ARF) 234 4.6.2 Chronische nierinsufficiëntie (chronic renal failure, CRF) 240 4.6.3 Hypertensie 243 4.6.4 Glomerulaire aandoeningen 247 4.6.5 Tubulo-interstitiële aandoeningen 255 4.7 Niervervangende behandeling 258 5 Endocrinologie 261 5.1 Algemene endocrinologie 261 5.1.1 Hormoontypen 261 5.1.2 Terugkoppeling 263 5.1.3 De homeostase 264 5.1.4 Diagnostiek van endocriene ziekten 264 5.2 Speciële endocrinologie 268 5.2.1 Hypothalamus en hypofyse 268 5.2.2 De schildklier 272 5.2.3 De bijschildkliertjes (gl. parathyreoidea) en de calciumstofwisseling 274 5.2.4 De bijnieren 277 5.2.5 De eilandjes van Langerhans 281 5.2.6 De vetstofwisseling 285 5.2.7 De prostaglandines 288 5.2.8 Reproductieve endocrinologie 289 5.3 De belangrijkste endocriene ziekten 296 5.3.1 De hypofyse 296 5.3.2 De bijnierschors 300 5.3.3 De schildklier 302 5.3.4 De bijschildkliertjes 306 5.3.5 Diabetes mellitus 308 6 Het immuunsysteem 319 6.1 Het aangeboren (natuurlijke) immuunsysteem 321 6.1.1 PAMP s en patroonherkenningreceptoren 321 6.1.2 Het cellulaire proces 323 6.1.3 Het humorale proces 324 6.1.4 De acute ontstekingsreactie 324 6.2 Het verworven immuunsysteem 325 6.2.1 Antigenen en antilichamen 326 6.2.2 Primaire en secundaire lymfoïde organen 328 BSL ID 0000 ACA_BK_1KZM Pathofysiologie Pre Press Zeist 11/12/2006 Pg. 011
XII Pathofysiologie 6.2.3 De humorale immuniteit 334 6.3 Het major histocompatibiliteitcomplex (HLAsysteem) 338 6.3.1 De intracellulaire antigeenverwerking 341 6.4 De cellulaire immuniteit 343 6.4.1 Verschillende typen T-cellen: T 4- en T 8 -cellen 343 6.4.2 De binding van de T-cel aan een HLA-molecuul 345 6.5 De regulatie van het immuunsysteem 346 6.6 Het complementsysteem 348 6.6.1 De complementeiwitten 349 6.6.2 De drie cascades 349 6.6.3 De regulatie van de complementactivering 351 6.7 Pathologie van het immuunsysteem 352 6.7.1 Defecten van het immuunsysteem 352 6.7.2 Overgevoeligheidsreacties (hypersensitivity reacties) 357 6.7.3 Auto-immuniteit 364 6.8 Transplantaties 369 6.8.1 De verschillende typen transplantatie tussen donor en ontvanger 369 6.8.2 Biologie van de afstotingsreactie 370 6.8.3 Maatregelen om een afstotingsreactie te voorkomen 371 6.8.4 Beenmergtransplantatie 371 Register 373 BSL ID 0000 ACA_BK_1KZM Pathofysiologie Pre Press Zeist 11/12/2006 Pg. 012