g e m e e n t e SCHRIFTELIJKE VRAGEN AAN HET COLLEGE Nr. 2011-27 Datum: 21-08-2011 Naam vragensteller: A.A.M. Vergeer Vraag gericht aan: wethouder Vlaar Onderwerp: financiering WWB Het college/de burgemeester wordt verzocht de volgende vraag/vragen zo spoedig mogelijk schriftelijk/mondeling te beantwoorden: De overschrijding op het budget WWB 2010 zijn met meer dan 25 % overschreden terwijl het aantal uitkeringsgerechtigden dat niet is!. Hoe is dit ontstaan? Wij hebben medio 2010 eveneens geconstateerd dat de WWB-uitgaven van Montfoort significant afwijken van die van de andere IASZ-gemeenten. Wij hebben het IASZ gevraagd om een bestandsanalyse. Deze is gemaakt en ligt voor u ter inzage. Helaas geeft deze bestandsanalyse, waarbij het bestand vanuit 8 invalshoeken is bekeken, geen duidelijke verklaring. Ook voor ons is dit niet bevredigend, maar gelet op de goedkeurende verklaring van de accountant is er geen twijfel dat de uitkeringen rechtmatig zijn uitgekeerd. Vanzelfsprekend wordt dit gemonitord. We zijn dan ook in afwachting van de 2 e kwartaalrapportage van het IASZ. Zo nodig zal opnieuw of een uitgebreidere bestandsanalyse worden gevraagd. 2. Wat zijn hiervan de redenen? Zie bijlage 3. Is er van de mogelijkheid gebruik gemaakt om indien het toegekende budget met meer dan 10 % is overschreden_ hier een extra budget voor aan te vragen? Ja, de afgelopen jaren is ieder jaar een extra incidentele aanvullende uitkering Wet Werk en Bijstand aangevraagd. Deze is telkens afgewezen. 4. Zo ja (is ditr aangevraagd) wat is de reden van afwijzing? De redenen daarbij zijn dat de uitstroomontwikkeling in Montfoort hoger lag dan de 5E021DD3712641ADA368D4A162E84441
g e m e e n t e 2 landelijke ontwikkeling; er in Montfoort geen sprake is van een uitzonderlijke situatie op de arbeidsmarkt en dat in het beleid en de uitvoering in het kader van de WWB geen aanleiding kan worden gevonden om tot inwilliging van het verzoek in te gaan. 5. Is er door het college wel eens uitgezocht waarom de gemeente. Oudewater met maar 12 minder uitkeringsgerechtigden ruim 300.000,-- minder uitgeeft? Zie bijlage 6. Hoe komt het dat het bedrag aan uitkering in het kader van de WIJ zo hoog is _bijna 80.000,-- In principe moeten zij een arbeidskontract of leerwerktraject aangeboden krijgen en in principe geen uitkering. Wat is hier de reden van? Zie bijlage 10 De toerekeningskosten van de gemeente Woerden zijn gerelateerd aan het aantal uitkeringsgerechtigden, is dit nog wel reeel? De verdeling is gebaseerd op afspraken met de deelnemende gemeenten in het IASZ. Deze kunnen niet éénzijdig worden gewijzigd. Daarnaast is het o.i. een rechtvaardig en objectieve basis voor de verdeling. Dit onafhankelijk van de eventuele discussie over de hoogte daarvan. 11. Door de raad is een motie aangenomen om 5% te bezuinigen op de uitvoeringskosten van IASZ. Is hier gevolg aangegeven? Wij hebben het raadsbesluit meegedeeld aan de IASZ. Ook hierbij is een éénzijdig besluit niet mogelijk. Het beleid is in 2011 ongewijzigd gebleven en derhalve zijn de kosten, de motie van Montfoort ten spijt, overeenkomstig de eerdere begroting in stand gebleven. Pas het afgelopen voorjaar is, na de bespreking van het raadsvoorstel pro forma opzegging iasz duidelijk geworden dat er ruimte komt voor regie en op onderdelen eigen beleid voor de deelnemende gemeenten. Het is dan ook daarom dat u het raadsvoorstel wijziging beleid IASZ heeft ontvangen. 12 Zo ja wat is de verklaring dat dit niet is gehaald? Zie beantwoording van 11. Beantwoording voor: raad van 5 september 2011 Ondertekening Toos Vergeer, Inwonersbelangen Montfoort Linschoten Bijlage beantwoording vragen 1, 2 en 5 (ontvangen van de IASZ)
g e m e e n t e 3 Om tot een eenduidig beeld te komen over de uitgaven WWB/WIJ over het jaar 2010 verdient het de voorkeur om op basis van één analyse de uitgaven inzichtelijk te maken. Voor de analyse worden de uitgaven van Montfoort en Oudewater vergeleken. Bestand Montfoort vs bestand Oudewater De uitgaven WWB en WIJ zijn voor een belangrijk deel afhankelijk van het aantal klanten en de samenstelling van het klantenbestand. De samenstelling van het klantenbestand bepaald welke bijstandsnorm een klant krijgt toegewezen. Montfoort: Het gemiddeld aantal klanten WWB in 2010 bedroeg 52,0. Het aantal klanten WIJ bedroeg gemiddeld 5,3. Oudewater: Het gemiddeld aantal klanten WWB in 2010 bedroeg 43,6. Het aantal klanten WIJ bedroeg gemiddeld 0,9. De samenstelling van de bestanden met de bijbehorende bijstandsnormen zijn als volgt 1 : Montfoort Oudewater Norm per maand 2 WWB % % Alleenstaande 49,1% 63,4% 650 Alleenstaande ouder 34,4% 24,3% 909 Gehuwd 16,5% 12,3% 1.299 WIJ Alleenstaande 42,9% 92,4% 225 Alleenstaande ouder 57,1% 7,6% 486 Vergelijking uitgaven De werkelijke uitgaven zijn met behulp van cumulatieve uitgaven (som van uitkeringen aan klanten) nader gespecificeerd 3. Hierbij wordt op basis van gegevens uit het klantvolgsysteem nadere specificatie gegeven aan de uitgaven. Uit de onderstaande specificatie blijkt dat de norm uitgave van Montfoort aanzienlijk hoger zijn dan die van Oudewater ten opzichte van het aantal klanten. Deze hogere uitgave per klant hebben ook gevolgen de voor loonheffing. 1 De totale normkosten zijn niet gelijk aan de vermenigvuldiging van het aantal klanten met de normbedragen omdat er ook inhoudingen op uitkeringen plaatsvinden en omdat uitkeringen met terugwerkende kracht (voorgaande jaar) kunnen worden versterkt 2 Dit zijn de normkosten op 1-1-2010 inclusief vakantietoeslag. Hierop heeft een verhoging plaatsgevonden op 1-7-2011 3 In de specificatie zijn administratieve verplichtingen (jaarwerk) en de ontvangsten van debiteuren niet meegenomen. Het toont daarmee een vergelijking bij benadering en niet voor het gehele bedrag. Voor het overzicht is bovendien gekozen voor afronding op 1.000.
g e m e e n t e 4 Cumulatieve uitgaven Montfoort Oudewater Verschil WWB Normbedrag 581.000 423.000 Toeslagen 127.000 104.000 Inkomsten klanten -109.000-86.000 Loonheffingen 159.000 117.000 Vergoeding ZVW (ziektekosten) 52.000 38.000 Totaal bruto 810.000 596.000 214.000 WIJ Normbedrag 55.000 2.000 Toeslagen 13.000 0 Inkomsten klanten -11.000 0 Loonheffing 17.000 0 Vergoeding ZVW (ziektekosten) 5.000 0 Totaal bruto 79.000 2.000 77.000 Totaal obv cummulatieven 889.000 598.000 291.000 Werkelijke uitgaven Montfoort Oudewater Verschil WWB 802.000 591.000 WIJ 77.000 2.000 Totaal 879.000 593.000 286.000 Op basis van getoonde vergelijking is de verwachting dat voldoende opheldering is gegeven ten aanzien van de uitgaven WWB/WIJ van de gemeente Montfoort. Beantwoording vraag 6 Mensen die een beroep doen op de WIJ krijgen van de gemeente niet een arbeidscontract maar een werkleeraanbod. De relatie tussen klant en gemeente bestaat uit het beroep dat de klant doet op voorzieningen volgens de WIJ en de ondersteuning die de gemeente op grond van die wet aan de klant biedt (in de vorm van een werkleeraanbod) om te re-integreren. Gelijk met de aanvraag werkleeraanbod moet de gemeente op grond van de WIJ ook ambtshalve beoordelen of de aanvrager recht heeft op een inkomensvoorziening (ook wel uitkering genoemd). Als de aanvrager onvoldoende middelen heeft om in de noodzakelijke kosten van het levensonderhoud te voorzien, dan krijgt de WIJ-er dus naast een werkleeraanbod ook een uitkering voor die kosten. Dit is meestal het geval, de klanten kloppen namelijk in het algemeen bij de gemeente aan juist omdat zij onvoldoende middelen hebben. Echter, door maximale inzet van de gemeente op de ondersteuning van de klant naar werk blijft de periode van uitkeringsafhankelijkheid zo kort mogelijk. Dit voorkomt echter niet dat, zoals gezegd, de meeste WIJ-klanten toch wel enige tijd uitkering zullen ontvangen, zoals de 13 WIJ-klanten in 2010 van gemeente Montfoort. Dit verklaart dus (de hoogte van) het bedrag dat is besteed aan de uitkeringen in het kader van de WIJ.
g e m e e n t e 5
g e m e e n t e 6 Nadere cijfers In 2010 kregen in totaal 13 klanten van de gemeente Montfoort een inkomensvoorziening volgens de WIJ. Iets meer dan de helft van de 13 klanten had al een uitkering op grond van de WWB, hun uitkeringen zijn op of rond 1 juni 2010 formeel omgezet in een uitkering op grond van de WIJ. Daarom is er in het 3 e kwartaal een plotselinge stijging van het aantal WIJ-uitkeringen; dat ligt dus niet aan een toenemend beroep van jongeren op de WIJ of moeilijkheden qua re-integratie maar was het gevolg van de omzetting van WWB-uitkeringen in WIJ-uitkeringen. Daarnaast willen wij u de volgende informatie over de 13 klanten ook niet onthouden: - van 6 klanten is de uitkering in 2010 beëindigd (en van 1 klant in 2011). - 10 klanten hadden de volledige arbeidsverplichting, 2 klanten zijn deels van de arbeidsplichten ontheven en 1 klant had eerst alle arbeidsplichten en kreeg daarna deels ontheffing. Er is dus geen enkele klant geheel ontheven van alle arbeidsplichten. Dit betekent dat alle 13 klanten re-integrabel zijn beoordeeld en in aanmerking komen voor een werkleeraanbod. Dit betekent dat hopelijk ook de klanten uit 2010, die op dit moment (september 2011) nog bijstandsafhankelijk zijn, op termijn geen uitkering meer nodig hebben. - er is sprake geweest, met een uitloop in 2011, van een positieve ontwikkeling van de positie van klanten op de participatieladder. Slechts één klant stond op trede 1, van de twee andere klanten op trede 1 steeg in de loop van 2010 de ene klant naar trede 2 en de andere zelfs naar trede 5. Drie mensen stonden op trede 2 waarvan er één in 2011 inmiddels is gestegen naar trede 4. Vier klanten bevonden zich op trede 3 en twee klanten stonden op de 4 e trede, waarvan er één klom naar trede 5 en een andere daalde naar 2 maar dat was vanwege een zwangerschap. Eén klant bevond zich op trede 5. Uiteraard kost de stap naar een volgende trede tijd en geld, en dat duurt en/of kost bij de ene klant meer dan de andere. Wat in ieder geval duidelijk is dat tegenover de uitgaven voor WIJ-uitkeringen een duidelijke re-integratie inspanning van de klant wordt verwacht en met resultaat