Wijzigingsplan i.c. bestemmingsplan "Gytsjerk 2006", R. van Nautaweg 10A (toevoeging aanduiding bedrijfswoning) 2013 NL.IMRO.0737.08BPIIWP05
versie: datum: auteur: afdeling: zaakummer:
Toelichting Wijzigingsplan i.c. bestemmingsplan "Gytsjerk 2006", R. van Nautaweg 10A (toevoeging aanduiding bedrijfswoning) 1 Inleiding Er is planologische medewerking gevraagd aan de vestiging van een dienst-/bedrijfswoning op het perceel R. van Nautaweg 10A te Gytsjerk. In hoofdstuk 2 wordt het planologische beleidskader geschetst op gemeentelijk niveau. In hoofdstuk 3 wordt ingegaan op de ruimtelijke en functionele karakteristiek van het gebied. Hoofdstuk 4 behandelt de relevante omgevingsaspecten. In hoofdstuk 5 en 6 komen achtereenvolgens de juridische planopzet en de uitvoerbaarheid aan de orde. 2 Beleidskader Geldend bestemmingsplan Het perceel heeft in het ter plaatse geldende bestemmingsplan "Gytsjerk 2006" de bestemming bedrijventerrein met de aanduiding 'wijziging ten behoeve van de vestiging van bedrijfswoningen'. Provinciaal beleid Het wijzigingsplan heeft betrekking op een perceel binnen de bebouwde kom van Gytsjerk en het, in de provinciale verordening Romte Fryslân aangegeven, stedelijk gebied. Met de provincie is de afspraak gemaakt dat, binnen het stedelijk gebied, plafondloos gebouwd kan worden. Het verzoek is, gelet op het voorgaande, niet in strijd met de provinciale verordening Romte Fryslân. Gemeentelijk beleid Aangezien de gewenste bedrijfswoning (planologisch) gerealiseerd kan worden via een in het bestemmingsplan opgenomen wijzigingsplan kan worden gesteld dat het (planologisch) realiseren van de bedrijfswoning past binnen het gemeentelijk beleid. Conclusie Het verzoek past binnen zowel het gemeentelijk als het provinciaal beleid. 3 Beoordeling 3.1 Project Met het voorliggende wijzigingsplan wordt de planologische realisatie van de bedrijfswoning geregeld. 3.2 Ruimtelijke inpasbaarheid In directe omgeving van het perceel komen meerdere bedrijfswoningen voor. Wij achten de (planologische) realisatie van een bedrijfswoning op de gevraagde locatie daarom ook passend.
3.3 Functionele inpasbaarheid In de regels van het bestemmingsplan 'Gytsjerk 2006" wordt aangegeven dat Burgemeester en wethouders het bestemmingsplan kunnen wijzigen in die zin dat: de gronden die op de kaart zijn voorzien van de aanduiding wijziging ten behoeve van de vestiging van bedrijfswoningen op de kaart worden voorzien van de aanduiding dienst- of bedrijfswoning, mits: 1. de geluidsbelasting van de geluidsgevoelige objecten niet hoger is dan de geldende voorkeursgrenswaarde of een vastgestelde hogere grenswaarde; 2. de oppervlakte van een bedrijfswoning ten hoogste 150 m² zal bedragen; 3. de goothoogte van een bedrijfswoning ten hoogste 8 m zal bedragen; 4. de bouwhoogte van een bedrijfswoning ten hoogste 12 m zal bedragen; 5. de dakhelling van een bedrijfswoning zal ten hoogste 60 bedragen; 6. de goothoogte van andere gebouwen ten dienste van de (bedrijfs)woonfunctie ten hoogste 3 m zal bedragen; 7. de bouwhoogte van andere gebouwen ten dienste van de (bedrijfs)woonfunctie ten hoogste 6 m zal bedragen; 8. de bouwhoogte van overkappingen ten dienste van de (bedrijfs)woonfunctie ten hoogste 3,5 m zal bedragen; 9. de gezamenlijke oppervlakte van andere gebouwen en overkappingen ten dienste van de (bedrijfs)woonfunctie ten hoogste 30% van de oppervlakte van het erf met een maximum van 100 m² zal bedragen; 10. de oppervlakte van een vrijstaand gebouw ten dienste van de (bedrijfs)woonfunctie ten hoogste 60 m² zal bedragen; Het betreffende perceel is op de kaart voorzien van de aanduiding "wijziging ten behoeve van de vestiging van bedrijfswoningen". De wijzigingsbevoegdheid kan dus worden toegepast. Verder wordt de bedrijfswoning gerealiseerd in een bestaand pand, wat voldoet aan de hiervoor aangegeven bouwregels. Voor de geluidsbelasting op de westelijke zijgevel is een procedure voor het vaststellen van een hogere waarde opgestart. 3.4 Conclusie Op grond van het voorgaande is de conclusie dat medewerking kan worden verleend aan het verzoek. 4 Omgevingsaspecten Naast stedenbouwkundige uitgangspunten en bestaand ruimtelijk beleid dient er ook rekening te worden gehouden met de volgende omgevingsaspecten: ecologie, archeologie, bodemgesteldheid, water, geluid, externe veiligheid, luchtkwaliteit. Omdat het wijzigingsplan betrekking heeft op een verandering van het gebruik van een bestaand pand is het aannemelijk dat de consequenties voor de omgeving nihil, dan wel zeer gering zijn. Wij achten nader onderzoek naar de omgevingsaspecten daarom niet nodig. 4.1 Conclusie De diverse omgevingsaspecten staan de gewenste ontwikkeling niet in de weg.
5 Toelichting op de regels Het bestemmingsplan regelt de gebruiks- en bebouwingsmogelijkheden van de gronden binnen het plangebied. De wijze waarop deze regeling juridisch is vormgegeven, wordt in grote lijnen bepaald door de Wet ruimtelijke ordening (Wro). Met dit bestemmingsplan wordt aan het betreffende perceel de bestemming bedrijventerrein - 2 met de aanduiding 'dienst- of bedrijfswoning' toegekend. In de planregels is bepaald dat gronden met voornoemde bestemming bestemd zijn voor gebouwen te behoeve van o.a. bedrijven die zijn genoemd in bijlage 1(van de regels) onder de categorieën 1 en 2 en bedrijven die naar de aard en de invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen zijn, met uitzondering van geluidszoneringsplichtige inrichtingen, risicovolle inrichtingen, vuurwerkbedrijven en bedrijven ten behoeve van persoonlijke dienstverlening en bedrijfswoningen en de daarbijbehorende gebouwen en overkappingen. 6 Uitvoerbaarheid In dit hoofdstuk worden de maatschappelijke en economische uitvoerbaarheid beschreven. De maatschappelijke uitvoerbaarheid heeft als doel om aan te tonen dat het bestemmingsplan maatschappelijk draagvlak heeft. 6.1 Economisch De wijziging wordt op verzoek van een private partij doorgevoerd. Realisatie vindt plaats binnen de randvoorwaarden die de gemeente onder meer me dit wijzigingsplan aangeeft. In financiële zin heeft de gemeente hiermee geen bemoeienis. Hierbij merken wij nog op da de kosten voor het voeren van een wijzigingsplanprocedure worden gedekt door de leges die door een wijzigingsplanprocedure door de initiatiefnemer moet worden betaald. 6.2 Maatschappelijk Op de voorbereiding van een wijzigingsplan is afdeling 3.4 Awb van toepassing. Vanaf november 2013 heeft het ontwerp voor een periode van zes weken ter inzage gelegen. Er zijn wel/geen zienswijzen ingediend.