Nieuwe definitieve overgangsmaatregelen rond de pensioenhervorming 1. Verhoging toegangsleeftijd en minimale loopbaan voor vervroegd pensioen: afzwakking 1.1. Context Vanaf 2013 verhoogt de toegangsleeftijd voor vervroegd werknemerspensioen stapsgewijs om in 2016 op 62 jaar te komen. Eenzelfde beweging gebeurt met de minimale loopbaanvereiste voor vervroegd pensioen. Vanaf 2015 zal die opgetrokken zijn tot 40 jaar. De strengere voorwaarden gelden voor pensioenen die effectief en voor de eerste maal op 1 januari 2013 ingaan. De regeling wordt nu bijgestuurd en verzacht op een aantal punten. De stelselmatige verstrenging van beide voorwaarden ondergaat een aantal kleine aanpassingen. Men wil ook vermijden dat werknemers die momenteel voldoen aan de huidige vereisten voor vervroegd pensioen aangezet worden om nog snel met vervroegd pensioen te gaan. Op die manier zou de regeling een averechts effect hebben. De wettekst zwakt bovendien de regels af voor werknemers die bijna de eindmeet bereiken en die door de nieuwe regels veel langer zouden moeten werken om in aanmerking te komen voor vervroegd pensioen. Tot slot wordt voorzien in een systeem van vastklikken van het recht op vervroegd pensioen. Hierna vindt u een toelichting van de verschillende bijsturingen. 1.2. Nieuw overzicht stelselmatige stijging leeftijd- en loopbaanvereiste vervroegd pensioen. Minimumleeftijd naar 62 jaar in 2016 De minimumleeftijd voor het vervroegd pensioen zal vanaf 2013 met 6 maanden verhogen en daarna met 6 maanden per jaar om in 2016 op 62 jaar te komen. Minimumloopbaan naar 40 jaar in 2015 De minimale loopbaanvoorwaarde zal eveneens opgetrokken worden om in 2015 op 40 jaar te komen. Bij lange loopbanen kan men toch nog op jongere leeftijd dan 62 jaar met vervroegd pensioen. Overzicht: Basisprincipes Daadwerkelijke ingangsdatum pensioen Minimumleeftijd Minimumloopbaan Tot 01.12.2012 60 jaar 35 jaar This information is provided via our website and is explicitly subject to the websitedisclaimer:
Van 01.01.2013 tot 01.01.2014 60,5 jaar 38 jaar Van 01.02.2014 tot 01.01.2015 61 jaar 39 jaar Van 01.02.2015 tot 01.01.2016 61,5 jaar 40 jaar Vanaf 01.02.2016 62 jaar 40 jaar Uitzondering lange loopbaan Daadwerkelijke ingangsdatum pensioen Minimumleeftijd Minimumloopbaan Van 01.01.2013 tot 01.12.2014 60 jaar 40 jaar Van 01.01.2015 tot 01.12.2015 60 jaar 41 jaar 60 jaar 42 jaar Vanaf 01.01.2016 61 jaar 41 jaar 1.3. Werknemers in 2012: 57 jaar of ouder + 32 jaar loopbaan Werknemers die vóór 1 januari 1956 geboren zijn (57 jaar of ouder) en die op 31.12.2012 een loopbaan van 32 jaar of langer hebben, kunnen vervroegd pensioen nemen vanaf de eerste dag van de maand volgend op de maand waarin zij 62 jaar worden voor zover ze op dat ogenblik een loopbaan van 37 jaar hebben. Deze bijsturing houdt in dat de mogelijkheid tot vervroegd pensioen ten hoogste met 2 jaar wordt uitgesteld in vergelijking met de huidige regeling (60 jaar + 35 jaar loopbaan). 1.4. Werknemers in 2012: 60 jaar + 35 jaar loopbaan Werknemers die in 2012 de leeftijd van 60 jaar bereiken en een loopbaan van 35 jaar hebben, kunnen met vervroegd pensioen gaan op het moment dat ze dat wensen. Ook in 2013, 2014, enz. kunnen ze beslissen om met vervroegd pensioen te gaan. 1.5. Eens recht, altijd recht Werknemers die op een bepaald moment in aanmerking komen voor vervroegd pensioen op basis van de evoluerende regels die gelden vanaf 2013, behouden dit recht ongeacht de datum waarop hun vervroegd pensioen effectief ingaat. Hun onbenut recht op vervroegd pensioen wordt op dat ogenblik vastgeklikt. Dit betekent dat zij vanaf dan steeds kunnen beslissen om met vervroegd pensioen te gaan. Met de verdere stapsgewijze verstrenging van de toegangsvoorwaarden hoeven zij geen rekening meer te houden. Deze bijsturing zorgt ervoor dat werknemers die beslissen om toch verder te werken, hiervoor later niet gesanctioneerd worden. This information is provided via our website and is explicitly subject to the websitedisclaimer:
1.6. Inwerkingtreding De bepalingen treden in werking vanaf 1 januari 2013 voor pensioenen die daadwerkelijk en voor de eerste maal ten vroegste op die datum ingaan. 2. Aanvulling overgangsmaatregelen De Koning heeft de bevoegdheid om overgangsmaatregelen te nemen voor werknemers: waarvan de opzeggingstermijn is ingegaan vóór 1 januari 2012 en eindigt of had moeten eindigen na 31 december 2012; die, buiten het kader van werkloosheid met bedrijfstoeslag, vóór 28 november 2011 in onderling overleg met hun werkgever een overeenkomst van vervroegde uittreding hebben afgesloten die ten vroegste vervalt op de leeftijd van 60 jaar voor zover de werknemers op dat ogenblik een loopbaan van minstens 35 jaar kunnen bewijzen. Welke categorie van werknemers hiermee bedoeld wordt, is - op basis van de wettekst - nog niet helemaal duidelijk. De lijst wordt nu nog uitgebreid met een derde groep werknemers. De Koning krijgt nu ook de bevoegdheid om overgangsmaatregelen te nemen voor werknemers die een aanvraag tot vervroegd pensioen hebben ingediend vóór 28 november 2011. De bedoeling is dat deze categorieën van werknemers hun recht op vervroegd pensioen behouden op basis van de huidige regels (60 jaar en 35 jaar loopbaan). Deze bepalingen treden retroactief in werking op 1 januari 2012, 3. Loopbaanberekening minder gunstig voor gelijkgestelde periode: wie? Vanaf 2012 zullen bepaalde periodes van niet-werken op een minder gunstige wijze in aanmerking komen voor de berekening van de loopbaan dan periodes van werken. Het betreft periodes van: werkloosheid van de derde periode (begrip nog nader te omschrijven bij KB); bepaalde periodes van werkloosheid met bedrijfstoeslag (zie punt 4); gehele of gedeeltelijke loopbaanonderbreking en tijdskrediet, met uitzondering van het gemotiveerde tijdskrediet en de thematische verloven; halftijds of 1/5 tijdskrediet/loopbaanonderbreking voor 50-plussers. De wet verduidelijkt nu dat de nieuwe (minder gunstige) berekeningswijze niet geldt voor personen: die vóór 28 november 2011 ontslagen werden met het oog op werkloosheid met bedrijfstoeslag; die zich op 28 november 2011 al in een stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag of tijdskrediet/loopbaanonderbreking bevonden; die een aanvraag tot het bekomen van een periode van loopbaanonderbreking/tijdskrediet hebben ingediend, mits volgende voorwaarden cumulatief vervuld zijn: o de werkgever heeft de schriftelijke kennisgeving van de werknemer vóór 28 november 2011 ontvangen; This information is provided via our website and is explicitly subject to the websitedisclaimer:
o de RVA heeft het aanvraagformulier vóór 2 maart 2012 ontvangen; o de ingangsdatum van de inactiviteitsperiode is gelegen vóór 3 april 2012. De bepaling treedt retroactief in werking vanaf 1 januari 2012. 4. Loopbaanberekening - gelijkgestelde periodes werkloosheid met bedrijfstoeslag De Wet diverse bepalingen van 28 december 2011 geeft de Koning machtiging om de toekennings- en berekeningsregels te bepalen voor de gelijkstelling met arbeidsperiodes van o.a. periodes van werkloosheid met bedrijfstoeslag. Voor deze periodes zal de gelijkstelling berekend worden op basis van het bedrag van het minimumjaarrecht i.p.v. op het onbegrensde fictieve loon, wat nadeliger is. Merk op dat werkloosheid met bedrijfstoeslag enkel mogelijk is bij werkgevers die onder de cao-wet vallen; de meeste publieke werkgevers zijn dus uitgesloten. De machtiging op het vlak van de stelsels van werkloosheid met bedrijfstoeslag wordt verduidelijkt. De Koning krijgt de machtiging om bijzondere modaliteiten te voorzien voor periodes gelegen vanaf 1 januari 2012 en vóór de leeftijd van 60 jaar, die betrekking hebben op stelsels van bedrijfstoeslag. Voor onderstaande stelsels krijgt hij geen machtiging: in ondernemingen erkend als in moeilijkheden of in herstructurering (Hoofdstuk VII KB 3 mei 2007); voor werknemers (vanaf 56 jaar) die 20 jaar gewerkt hebben in een ploegenstelsel met nachtarbeid (cao nr.46) of arbeidsongeschikte bouwvakkers (PC 124); voor werknemers (vanaf 58 jaar) tewerkgesteld in een zwaar beroep (wisselende ploegen of onderbroken diensten of ploegenarbeid s nachts) gedurende 5 jaar in de laatste 10 jaar of 7 jaar in de laatste 15 jaar; voor werknemers (vanaf 58 jaar) die beschouwd kunnen worden als mindervalide of persoon met ernstige lichamelijke problemen; voor werknemers (vanaf 56 jaar) met 40 jaar beroepsverleden; voor werknemers vanaf 58 jaar met lange loopbaan (in 2012 voor mannen: 38 of 40 jaar, voor vrouwen: 35 jaar), uitsluitend voor de maanden volgend op de maand waarin de werknemer 59 jaar wordt; voor werknemers vanaf 55 jaar op basis van een cao neergelegd vóór 1 juni 1986 en ononderbroken van toepassing op 31.12.2007), uitsluitend voor de maanden volgend op de maand waarin de werknemer 59 jaar wordt; voor werknemers vanaf 57 jaar op basis van een cao neergelegd vóór 1 september 1987 en ononderbroken van toepassing op 31.12.2007, uitsluitend voor de maanden volgend op de maand waarin de werknemer 59 jaar wordt. This information is provided via our website and is explicitly subject to the websitedisclaimer:
M.a.w. de berekening van de gelijkstelling op basis van het minimumjaarrecht viseert enkel het algemene stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag vanaf 58 jaar (lange loopbaan) en het stelsel vanaf 55/57 jaar op voorwaarde van 38 jaar loopbaan. Bovendien is de minder gunstige berekeningswijze beperkt tot periodes gelegen na 31.12.2011 en tot de maanden gelegen vóór de maand volgend op de leeftijd van 59 jaar. Andere periodes van werkloosheid met bedrijfstoeslag blijven volledig gelijkgesteld. De bepaling treedt retroactief in werking vanaf 1 januari 2012. This information is provided via our website and is explicitly subject to the websitedisclaimer: